
Jurisprudentie
BG7115
Datum uitspraak2008-12-03
Datum gepubliceerd2008-12-18
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/31 WVG
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-12-18
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/31 WVG
Statusgepubliceerd
Indicatie
Vervanging voorzieningen: bij ouderdom tot 6 jaar wordt 50% van het normbedrag verstrekt.
Uitspraak
08/31 WVG
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats], (hierna: appellant)
tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 20 november 2007, 06/6813 (hierna: aangevallen uitspraak)
in het geding tussen
appellant
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente 's-Gravenhage (hierna: College)
Datum uitspraak: 3 december 2008
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. E.A. Breetveld, advocaat te 's-Gravenhage, hoger beroep ingesteld.
Het College heeft een verweerschrift ingediend.
Het geding is ter behandeling aan de orde gesteld op de zitting van 22 oktober 2008, waar partijen niet zijn verschenen.
II. OVERWEGINGEN
1.1. Bij besluit van 12 februari 2002 heeft het College aan appellant in verband met zijn allergie € 597,68 toegekend voor sanering van de vloerbedekking van de slaapkamer en de gordijnen/vitrage in de slaapkamer en de woonkamer.
1.2. Bij besluit van 6 juli 2006 heeft het College het bezwaar van appellant tegen het besluit van 12 februari 2002 ongegrond verklaard. Dit berust op het standpunt dat ingevolge bijlage I bij het Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten (hierna: Besluit) bij ouderdom tot 6 jaar van hetgeen moet worden vervangen 50% van het normbedrag wordt verstrekt.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het besluit van 6 juli 2006 ongegrond verklaard. De rechtbank acht het in het Besluit neergelegde beleid niet onredelijk of anderszins onjuist. Voorts heeft de rechtbank vastgesteld dat het College conform bijlage I van het Besluit heeft gehandeld door een korting van 50% toe te passen. De rechtbank acht voorts de toegepaste korting van 50% niet onredelijk aangezien het redelijk is te achten dat op de waarde van de te vervangen artikelen inmiddels een zekere afschrijving heeft plaatsgevonden. Niet is betwist dat de ouderdom van de te vervangen artikelen 4 tot 6 jaar was.
3. Appellant heeft zich in hoger beroep gemotiveerd tegen de aangevallen uitspraak gekeerd.
4.1. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank en maakt haar overwegingen tot de zijne.
4.2. Met betrekking tot de stelling van appellant dat de toegepaste korting achterwege had dienen te blijven omdat de te vervangen goederen niet anti-allergisch waren en dus in verband met de allergie van appellant geen enkele restwaarde hadden, wijst de Raad erop dat de korting in verband met ouderdom niet berust op het idee dat de te vervangen artikelen nog een restwaarde hebben. Veeleer kan worden aangenomen dat de korting wordt toegepast, omdat op de aanwezig zijnde artikelen een afschrijving moet worden geacht plaats te hebben gevonden en dat ook mensen zonder allergie doorgaans na ongeveer 8 jaar de stoffering van de woning vervangen.
4.3. De Raad kan appellant voorts niet volgen in zijn stelling dat bijlage I van het Besluit niet ziet op een vervanging die noodzakelijk is vanwege allergie. In deze bijlage, getiteld 'financiële tegemoetkoming kosten woningsanering ten gevolge van allergie' zijn normbedragen voor te vervangen artikelen en kortingspercentages bij ouderdom opgenomen, welke de Raad niet anders kan zien dan als betrekking hebbend op noodzakelijke vervanging vanwege allergie.
4.4. Uit het voorgaande vloeit voort dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
5. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door R.M. van Male. De beslissing is, in tegenwoordigheid van J. Waasdorp als griffier, uitgesproken in het openbaar op 3 december 2008.
(get.) R.M. van Male.
(get.) J. Waasdorp.
OA