Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG7131

Datum uitspraak2008-12-02
Datum gepubliceerd2008-12-17
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureRaadkamer
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
ZaaknummersK08/0267
Statusgepubliceerd


Indicatie

Klacht 12 Wetboek van Strafvordering. Uit het dossier is gebleken dat klager een aanslag van de gemeente [plaats] heeft ontvangen, daar klager een jaarrekening bij de gemeente heeft opgevraagd. Klager heeft deze aanslag niet voldaan, waardoor een aanmaning is gevolgd. Ook hierop is door klager niet gereageerd. Op 5 juni 2007 heeft de rechter het door [klager] ingestelde beroep tegen het door hem ingediende ongegrond verklaarde bezwaarschrift eveneens ongegrond verklaard, waarna [incassobureau] voor incasso is ingeschakeld. Een medewerker van dit bureau is bij klager geweest om het bedrag te incasseren. Klager stelt dat dit onder bedreiging heeft plaatsgevonden.


Uitspraak

K08/0267 GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH Beschikking van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 2 december 2008 inzake het beklag ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering van: [klager], wonende te Wijk bij Duurstede, hierna te noemen: klager, over de beslissing van de officier van justitie te 's-Hertogenbosch tot het niet vervolgen van: [beklaagde], burgemeester van [plaats], hierna te noemen: beklaagde, wegens afpersing. De feitelijke gang van zaken. Op 8 februari 2008 heeft klager aangifte gedaan van afpersing, beweerdelijk jegens hem gepleegd door beklaagde. Op 29 mei 2008 is door de hoofdofficier van justitie aan klager bericht dat de zaak niet zal worden vervolgd, omdat geen strafrechtelijk verwijt te maken valt aan het incassobureau in kwestie, noch aan beklaagde. Hierop heeft klager bij schrijven van 3 juni 2008 een klaagschrift ingediend bij het hof, ingekomen ter griffie van het hof op 6 juni 2008, met het verzoek de vervolging van beklaagde te bevelen. De advocaat-generaal heeft in het schriftelijk verslag van 19 augustus 2008 het hof geraden het beklag af te wijzen. Op 4 november 2008 is het klaagschrift in raadkamer van het hof behandeld in aanwezigheid van klager. De advocaat-generaal heeft verklaard te persisteren bij het schriftelijk verslag. De beoordeling. Klager stelt in zijn schriftelijke aangifte onder bedreiging te zijn afgeperst. Hij wijst [beklaagde] als beklaagde aan, daar degene die hem afperste in opdracht van [beklaagde] opereerde. Klager stelt dat hij van een ambtenaar van de gemeente [plaats] een rekening voor geleverde artikelen ontving. Klager stelt echter nooit ergens voor te hebben getekend of een overeenkomst met de gemeente te hebben gesloten. Klager heeft de ambtenaar daarop gewezen, maar deze bleef erbij dat klager het geld moest betalen. Klager heeft daarna beklaagde op het gedrag van de ambtenaar gewezen en hem gevraagd dit te laten stoppen. Klager stelt dat beklaagde dit niet deed en op 4 december 2007 iemand op hem afstuurde om onder bedreiging het geld af te persen. Klager voelde zich geprest het geld af te staan, daar de persoon die bij hem kwam, dreigde met meer mensen te zullen terugkomen of klagers auto te zullen afpakken wanneer klager niet betaalde. Beklaagde is terzake niet gehoord. Uit het dossier is gebleken dat klager een aanslag van de gemeente [plaats] heeft ontvangen, daar klager een jaarrekening bij de gemeente heeft opgevraagd. Klager heeft deze aanslag niet voldaan, waardoor een aanmaning is gevolgd. Ook hierop is door klager niet gereageerd. Op 5 juni 2007 heeft de rechter het door [klager] ingestelde beroep tegen het door hem ingediende ongegrond verklaarde bezwaarschrift eveneens ongegrond verklaard, waarna [incassobureau] voor incasso is ingeschakeld. Een medewerker van dit bureau is bij klager geweest om het bedrag te incasseren. Klager stelt dat dit onder bedreiging heeft plaatsgevonden. Het hof acht, gelet op de in raadkamer afgelegde verklaringen en de uit het dossier blijkende feiten en omstandigheden, geen enkel wettig en overtuigend bewijs van een of meer strafbare feiten aanwezig om de vervolging van beklaagde te bevelen. Voorts mag naar het oordeel van het hof niet verwacht worden dat verder onderzoek nader bewijs zal opleveren. Gelet op het vorenstaande dient het beklag te worden afgewezen. De beslissing. Het hof wijst het beklag af. Aldus gegeven door mr. P.A.M. Hendriks, als voorzitter, mr. G.A.M. Stevens en mr. F.J.M. Walstock, als raadsheer, in tegenwoordigheid van mr. K.J.J. Jochems, als griffier. op 2 december 2008. Mr. F.J.M. Walstock is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.