Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG7140

Datum uitspraak2008-12-05
Datum gepubliceerd2008-12-17
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Gravenhage
Zaaknummers22-002173-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

-


Uitspraak

Rolnummer: 22-002173-08 Parketnummer: 11-801556-07 Datum uitspraak: 5 december 2008 TEGENSPRAAK Gerechtshof te 's-Gravenhage meervoudige kamer voor strafzaken Arrest gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Dordrecht van 21 april 2008 in de strafzaak tegen de verdachte: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1963, [adres]. Onderzoek van de zaak Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 21 november 2008. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht. Tenlastelegging Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, zoals ter terechtzitting in hoger beroep op vordering van de advocaat-generaal gewijzigd. Van de dagvaarding en van de vordering wijziging tenlastelegging zijn kopieën in dit arrest gevoegd. Procesgang In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde veroordeeld tot een geldboete van EUR 1000,-- subsidiair 20 dagen hechtenis, een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 60 uren subsidiair 30 dagen hechtenis en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 10 maanden met aftrek van de tijd dat het rijbewijs ingevorderd of ingehouden is geweest. De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld. Het vonnis waarvan beroep Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt. Bewezenverklaring Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: (zie de hierna ingevoegde bijlage die van dit arrest deel uitmaakt) Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken. Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging. Bewijsvoering Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde: Overtreding van artikel 163, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde: Overtreding van artikel 7, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wegenverkeerswet 1994. Strafbaarheid van de verdachte Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar. Strafmotivering De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete van EUR 1000,-- subsidiair 20 dagen hechtenis waarvan EUR 500,-- subsidiair 10 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 20 uren subsidiair 10 dagen hechtenis en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 10 maanden met aftrek van de tijd dat het rijbewijs ingevorderd is geweest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting. Het hof is van oordeel dat een deels voorwaardelijke geldboete van navermelde hoogte, in combinatie met een geheel onvoorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf van navermelde duur, alsmede een deels voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid van navermelde duur een passende en geboden reactie vormen. Bij de vaststelling van de geldboete is rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte. Beslag De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de personenauto van het merk Nissan, kenteken XH-SN-12 zal worden verbeurdverklaard. De personenauto van het merk Nissan, kenteken XH-SN-12, volgens opgave van de verdachte aan hem toebehorend, is naar het oordeel van het hof vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het een voorwerp is met behulp waarvan het onder 2 bewezenverklaarde is begaan. Het hof zal daarom dit voorwerp verbeurdverklaren. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte. Toepasselijke wettelijke voorschriften Het hof heeft gelet op de artikelen 9(oud), 14a, 14b, 14c, 22c(oud), 22d, 23(oud), 24(oud), 24c(oud), 33, 33a, 57(oud) en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 7, 163, 176(oud) en 179(oud) van de Wegenverkeerswet 1994. BESLISSING Het hof: Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht. Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen terzake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij. Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert. Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde. Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een geldboete van EUR 1.000,-- (duizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 20 (twintig) dagen. Beveelt, dat een op EUR 500,-- (vijfhonderd euro) bepaald gedeelte van de geldboete, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 10 (tien) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte zich vóór het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 20 (twintig) uren, te vervangen door hechtenis voor de tijd van 10 (tien) dagen voor het geval die taakstraf niet naar behoren wordt verricht. Ontzegt de verdachte de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van 10 (tien) maanden. Beveelt dat de bijkomende straf van ontzegging van de rijbevoegdheid voor de tijd van 5 (vijf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte zich vóór het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Bepaalt dat de duur van de ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen bij de tenuitvoerlegging van deze bijkomende straf wordt verminderd met de tijd gedurende welke het rijbewijs ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 ingehouden of ingevorderd is geweest. Verklaart verbeurd: 1 personenauto, merk Nissan, kenteken XH-SN-12. Dit arrest is gewezen door mr. L.A.J.M. van Dijk, mr. Chr.A. Baardman en mr. A.W.M. Bijloos, in bijzijn van de griffier mr. J.C.A. Verhoef. Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 5 december 2008. Mr. A.W.M. Bijloos is buiten staat dit arrest te ondertekenen.