Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG7275

Datum uitspraak2008-12-12
Datum gepubliceerd2008-12-17
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Gravenhage
Zaaknummers22-003344-07
Statusgepubliceerd


Indicatie

-


Uitspraak

Rolnummer: 22-003344-07 Parketnummer: 10-642834-07 Datum uitspraak: 12 december 2008 TEGENSPRAAK Gerechtshof te 's-Gravenhage meervoudige kamer voor strafzaken Arrest gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 8 juni 2007 in de strafzaak tegen de verdachte: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986, adres: [adres] Onderzoek van de zaak Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 28 november 2008. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht. Tenlastelegging Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, waarvan een kopie in dit arrest is gevoegd. Procesgang In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken. De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld. Het vonnis waarvan beroep Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof zich daarmee niet verenigt. Bewezenverklaring Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat: (zie de hierna ingevoegde bijlage die van dit arrest deel uitmaakt) Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken. Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging. Bewijsvoering Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht. Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op: Opzetheling. Strafbaarheid van de verdachte Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. Hij is dus strafbaar. Strafmotivering De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte terzake van het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf van 30 uren, subsidiair vijftien dagen hechtenis, alsmede tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken met een proeftijd van twee jaren. Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting. Het hof is van oordeel dat een taakstraf in de vorm van een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf, beide straffen van na te melden duur, een passende en geboden reactie vormen. Toepasselijke wettelijke voorschriften Het hof heeft gelet op de artikelen 9 (oud), 14a, 14b, 14c, 22c (oud), 22d, 63 en 416 van het Wetboek van Strafrecht. BESLISSING Het hof: Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht. Verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen terzake meer of anders is ten laste gelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij. Bepaalt dat het bewezen verklaarde het hierboven vermelde strafbare feit oplevert. Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezen verklaarde. Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 30 (dertig) uren, te vervangen door hechtenis voor de duur van 15 (vijftien) dagen voor het geval die taakstraf niet naar behoren wordt verricht. Veroordeelt de verdachte voorts tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) weken. Beveelt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte zich vóór het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Dit arrest is gewezen door mr. L.A.J.M. van Dijk, mr. Chr.A. Baardman en mr. A.W.M. Bijloos, in bijzijn van de griffier mr. W.R. van Hattum. Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 12 december 2008. mr. Bijloos is buiten staat dit arrest te ondertekenen.