
Jurisprudentie
BG7505
Datum uitspraak2008-12-17
Datum gepubliceerd2008-12-18
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Breda
Zaaknummers184633 HA ZA 08-147
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-12-18
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Breda
Zaaknummers184633 HA ZA 08-147
Statusgepubliceerd
Indicatie
De nieuwste neurologenrichtlijnen (november 2007) vormen in actuele letselschadezaken onderwerp van debat.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK BREDA
Sector civiel recht
team handelsrecht
zaaknummer / rolnummer: 184633 / HA ZA 08-147
Vonnis van 17 december 2008
in de zaak van
[eiseres],
wonende te Hooge Zwaluwe,
eiseres,
advocaat mr. R.A.H. Post,
tegen
de naamloze vennootschap
DELTA LLOYD SCHADEVERZEKERING NV,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. M.F.Y.J. Kramer.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Delta Lloyd genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 2 april 2008 en de daarin genoemde stukken;
- de brief van 31 juli 2008 van de raadsvrouw van [eiseres] aan de rechtbank, met vijf producties;
- de brief van 1 september 2008 van de raadsvrouw van [eiseres] aan de rechtbank;
- het proces-verbaal van de op 4 september 2008 gehouden comparitie.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. Het geschil
2.1. [eiseres] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, samengevat - veroordeling van Delta Lloyd tot betaling van eur 662.534,27, te verminderen met de door Delta Lloyd reeds verstrekte voorschotten en vermeerderd met wettelijke rente en kosten. Verder vordert zij een verklaring voor recht dat Delta Lloyd een deugdelijke belastinggarantie zal afgeven.
2.2. Delta Lloyd voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
3. De beoordeling
3.1. Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende weersproken en/of op grond van de onbestreden inhoud van overgelegde producties het volgende vast:
Op 27 november 2003 is [eiseres], geboren op 11 maart 1979, betrokken geweest bij een aanrijding op de openbare weg te Zundert. Daarbij is een haar achteropkomende personenwagen tegen de auto van [eiseres] (een Volvo 480) gebotst.
?De aansprakelijkheid waartoe de achteropkomende auto in het verkeer aanleiding kan geven, was ingevolge de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen verzekerd bij Delta Lloyd. Delta Lloyd heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend.
?Teneinde de gevolgen van het ongeval voor [eiseres] te beoordelen, heeft op verzoek van (de medisch adviseur van) Delta Lloyd in 2005 een medische expertise plaatsgehad door dr. E.A.C.M. Sanders, neuroloog. In de naar aanleiding van dit onderzoek gemaakte zakelijke rapportage van 9/21 november 2005 (productie 3 conclusie van antwoord in het incident) is als diagnose vermeld een “flexie/extensie acceleratie/deceleratie non-contact trauma van de cervicale wervelkolom met enige late gevolgen hiervan”. In het rapport is verder vermeld dat [eiseres] sinds het ongeval belastingafhankelijke pijnklachten heeft van nek en schouder, dat zij moeite heeft met concentreren maar dat er geen aperte geheugen- of concentratiestoornissen bestaan, en dat er sprake is van een medisch eindstadium. De klachten kunnen als gevolg van het ongevalsmechanisme worden verklaard en zouden, voor zover na te gaan, niet zijn ontstaan als [eiseres] het ongeval niet was overkomen, aldus de neuroloog in zijn rapport. Als antwoord op vraag 6d (Wilt u de door u aanwezig geachte beperkingen zo uitgebreid mogelijk omschrijven en zo nodig toelichten ten behoeve van een eventueel in te schakelen arbeidsdeskundige?) is vermeld:
“De belemmeringen die betrokkene aangeeft zijn als volgt: zitten is onbeperkt, alhoewel ze bij zitten in voorovergebogen houding nekpijnklachten krijgt. Het staan, lopen en traplopen is onbeperkt. Het klimmen en klauteren is eveneens onbeperkt. Knielen, kruipen en hurken is voor zover daar nekbewegingen aan te pas komen licht beperkt. Het gebogen werken, bukken, torderen en het gebruik van de nek is beperkt, voornamelijk door de nekpijnklachten en schouderpijnklachten, die ontstaan bij het verrichten van inspannende werkzaamheden of het blijvend in dezelfde houding zijn van de nek. Het reiken en het boven schouderhoogte werken geeft nekpijnklachten en is daardoor beperkt. Het hand- en vingergebruik is niet beperkt. Het tillen, duwen en trekken is beperkt vanwege het ontwikkelen van nekpijnklachten bij het verrichten van krachtsinspanning. De vibratiebelasting is normaal. Er is geen persoonlijk risico. Er zijn geen psychisch belastende factoren, behalve dat betrokkene op dit moment wat sneller in paniek lijkt te raken van onverwachte gebeurtenissen.”
Verder is in het rapport vermeld dat bij neurologisch onderzoek geen neurologische afwijkingen geconstateerd worden en dat op grond van de richtlijnen van de AMA en de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie 2001 geen (percentage) functieverlies kan worden aangegeven omdat er tijdens het onderzoek geen bewegingsbeperking van de cervicale wervelkolom geconstateerd is. Hierover is bij het antwoord op vraag 7b in het rapport vermeld: “Op grond van de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie daterend van 2001 is het niet mogelijk om enig functieverlies voor de gehele persoon aan te geven. Dit heeft te maken met het feit dat er bij neurologisch onderzoek geen neurologische afwijkingen worden geconstateerd en er een normale beweeglijkheid is van de cervicale wervelkolom, ondanks het feit dat er pijn wordt aangegeven. Het percentage functieverlies voor de gehele persoon is 0%, echter dit betekent niet dat betrokkene niet door de pijnklachten belemmerd is in haar functioneren. De belemmeringen hebben met name betrekking op lichamelijke inspanning en op het uitoefenen van haar beroep als zilversmid.”
?In een brief van 27 november 2003 van dr. Sanders aan de medisch adviseur van Delta Lloyd is onder meer vermeld: “Ondergetekende accordeert de opmerking van betrokkene dat ze haar werkzaamheden als zilversmid in het geheel nog niet kan uitoefenen omdat ze geen zware hamers kan tillen bij het bewerken van plaatwerk”.
?[eiseres] had medio 2003 haar MTS-opleiding zilver- en goudsmeden met succes beëindigd. Na het ongeval is op instigatie van Delta Lloyd een reïntegratietraject gestart door de registerarbeidsdeskundige J.J.A. Hosli (Van Brunschot, Van Summeren, Hagoort te Uden), hetgeen niet heeft geleid tot betaalde arbeid als zilver- en/of goudsmid. De rapporten van de arbeidsdeskundige zijn bij dagvaarding als producties 9 tot en met 13 overgelegd. Ook buiten voornoemd vakgebied heeft [eiseres] geen bestendige betaalde arbeid verkregen.
?Delta Lloyd heeft als voorschot op de schadevergoeding eur 45.000,00 aan [eiseres] betaald, waarvan eur 37.000,00 op de arbeidvermogensschade, eur 5.000,00 op het smartengeld, terwijl eur 3.000,00 onder algemene titel betaalbaar is gesteld.
3.2. [eiseres] stelt dat zij als gevolg van het ongeval de door dr. Sanders in zijn rapport genoemde klachten en beperkingen ondervindt, in verband waarmee zij de volgende schade lijdt:
verlies arbeidsvermogen eur 585.404,00
kosten NRL eur 831,81
?kosten huishoudelijke hulp eur 23.345,00
verlies zelfwerkzaamheid eur 14.612,00
?reiskosten werkervaringsplaats eur 17.022,00
overige materiële schade eur 704,20
premie ziektekostenverzekering 2004/2005 eur 2.881,00
extra kosten aanvullende verzekering eur 2.363,40
buitengerechtelijke kosten eur 370,86
immateriële schade eur 15.000,00
totaal eur 662.534,27
Meer in het bijzonder ten aanzien van de gestelde arbeidsvermogensschade stelt [eiseres] dat zij als gevolg van het ongeval niet in staat is om voor haar passende (betaalde) arbeid te verrichten, in welk verband mede van belang is dat [eiseres] dyslectisch is. Verder stelt zij dat zij in de situatie met ongeval vanaf december 2003 tot haar 65-jarige leeftijd als edelsmid zou hebben gewerkt met een beloning overeenkomstig de CAO voor de Goud- en Zilvernijverheid. Voor de omvang van deze schade verwijst zij naar een berekening van het Nederlands Rekencentrum Letselschade (NRL), die als productie 24 in het geding is gebracht.
3.3. Delta Lloyd betwist dat er bij [eiseres] als gevolg van het ongeval functionele beperkingen aanwezig zijn die leiden tot verlies van arbeidscapaciteit. Zij bestrijdt dat [eiseres] naast de reeds door haar gedane betalingen, als gevolg van het ongeval schade heeft geleden en betwist de omvang van de gestelde schade. Ten aanzien van de gestelde arbeidsvermogensschade betwist Delta Lloyd meer in het bijzonder voorts dat [eiseres] in de hypothetische situatie zonder ongeval vlak na het ongeval aan het werk zou zijn gegaan, alsmede dat zij tot haar 65e jaar (full time) als edelsmid werkzaam zou zijn geweest.
3.4. De rechtbank zal eerst de vraag bespreken of [eiseres] als gevolg van het ongeval functionele beperkingen ondervindt. Dienaangaande heeft Delta Lloyd aangevoerd dat het aannemen van beperkingen bij [eiseres] door dr. Sanders (als vermeld in zijn antwoord onder vraag 6d) in strijd is met de voor 1 november 2007 voor neurologen geldende richtlijnen, op grond waarvan bij een ongestoord bewegingspatroon van de nek geen percentage functieverlies kan worden toegekend. Delta Lloyd wijst daarnaast op de vanaf 1 november 2007 geldende richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie, waarin – kort gezegd – vermeld is dat het postwhiplashsyndroom moet worden gezien als een chronisch pijnsyndroom zonder neurologisch substraat, zodat, nu de neuroloog niet mag uitgaan van de beperkingen die de onderzochte aangeeft, hieraan door de neuroloog geen percentage functieverlies kan worden toegekend.
3.5. Uit het rapport van dr. Sanders blijkt dat de neuroloog de klachten van [eiseres] heeft gediagnosticeerd als een medisch herkenbaar ziektebeeld, alsmede dat de door [eiseres] geuite klachten en beperkingen in medische zin als gevolg van het ongeval verklaard kunnen worden. Voorts blijkt uit het rapport van dr. Sanders dat deze klachten en beperkingen waarschijnlijk niet zouden zijn ontstaan als haar het ongeval niet zou zijn overkomen. Uit de door [eiseres] overgelegde medische informatie van de huisarts en de fysiotherapeut blijkt bovendien dat [eiseres] de door de neuroloog genoemde klachten aansluitend aan het ongeval heeft geuit en dat zij daarvoor medische behandeling heeft gezocht, terwijl uit andere overgelegde en niet weersproken informatie blijkt dat zij voor het ongeval in staat was om in het kader van haar opleiding werkzaamheden als edelsmid uit te voeren. Bij gebreke van een andere, gemotiveerd gestelde oorzaak voor de klachten en beperkingen van [eiseres], dient de schade als gevolg van die klachten en beperkingen in juridische zin als gevolg van het ongeval aan Fortis te worden toegerekend.
3.6. Aan dit oordeel staat niet in de weg dat bij neurologisch onderzoek geen waarneembare afwijkingen en meer in het bijzonder geen bewegingsbeperking van de nek is geconstateerd en dat als gevolg daarvan ingevolge de AMA of NVN-richtlijnen geen functionele invaliditeit kan worden geduid. Beslissend is dat de klachten van [eiseres] reëel zijn, dat die als gevolg van het ongeval kunnen worden verklaard, dat deze waarschijnlijk zonder ongeval niet zouden zijn opgetreden en dat er geen andere aannemelijke oorzaak voor die klachten kan worden gegeven. Zoals hiervoor is overwogen, is hiervan sprake. In dit verband is tevens van belang dat de klachten van [eiseres] een syndroom betreffen waarvan algemeen bekend is dat deze moeilijk of slechts in zeer beperkte mate tot waarneembare neurologische afwijkingen kan worden herleid. Dat de samenstellers van de vanaf 1 november 2007 geldende neurologenrichtlijnen daarin een omstandigheid zien op grond waarvan een neuroloog op basis van die richtlijnen geen functieverlies mag aannemen, is voor het juridisch oordeel niet relevant. Dat een neuroloog als dr. Sanders niet in staat is om de klachten als waarvan hier sprake is te diagnosticeren en het realiteitsgehalte daarvan te beoordelen, is door Delta Lloyd niet gesteld; Uit het eenzijdig entameren door Delta Lloyd van een neurologische expertise door dr. Sanders dient veeleer het tegendeel te worden afgeleid.
3.7. Het rapport van dr. Sanders is, zoals hiervoor al is overwogen, tot stand gekomen op instigatie van Delta Lloyd en is bedoeld om de gevolgen van het ongeval op neurologisch vakgebied vast te stellen. Nu voorts het door Delta Lloyd tegen de inhoud van dit rapport aangevoerde en hiervoor besproken bezwaar is verworpen, terwijl partijen overigens geen bezwaren tegen het rapport hebben geuit, zal de rechtbank de bevindingen en de conclusies uit het rapport als uitgangspunt hanteren voor de door [eiseres] als gevolg van het ongeval geleden schade.
3.8. Anders dan Delta Lloyd heeft gesteld, dient er daarbij van te worden uitgegaan dat de in het rapport van dr. Sanders genoemde klachten en beperkingen van blijvende aard zijn. In het rapport is immers aangegeven dat sprake is van een relatieve medische eindtoestand met betrekking tot het totale klachtenpatroon (antwoord vraag 4a). De rechtbank begrijpt dit antwoord aldus dat het klachtenpatroon van [eiseres] in de toekomst geen noemenswaardige wijzigingen in positieve of negatieve zin meer zal ondergaan. Weliswaar heeft de neuroloog bij het antwoord op vraag 6e aangegeven dat nu [eiseres] heeft medegedeeld dat het klachtenpatroon de laatste zes maanden voor het neurologisch onderzoek verbeterd is, de medische belemmeringen in positieve zin zullen worden beïnvloed en dat deze mogelijk geleidelijk aan gaan verminderen, maar de rechtbank gaat ervan uit dat deze eventuele wijzigingen in de belemmeringen gelet op het bestaan van een medisch eindstadium gering zullen zijn.
3.9. De rechtbank heeft gelet op de uitgebrachte rapportage van dr. Sanders voorts geen behoefte aan overlegging van de patiëntenkaart door [eiseres], zoals door Delta Lloyd is verzocht. Delta Lloyd heeft onvoldoende concreet gesteld dat daaruit gegevens blijken die invloed hebben op de klachten en beperkingen van [eiseres] of die anderszins de looptijd van de schade zouden kunnen beïnvloeden. Bovendien had het op de weg van Delta Lloyd gelegen om dr. Sanders bij de totstandkoming van zijn rapportage te verzoeken om de patiëntenkaart van [eiseres] op te vragen en bij zijn beoordeling te betrekken indien zij daartoe aanleiding had gezien, hetgeen zij heeft nagelaten.
3.10. Om de gestelde schade door verlies van al dan niet betaalde arbeidscapaciteit te kunnen beoordelen is het noodzakelijk dat op basis van de bevindingen en de conclusies van de neuroloog dr. Sanders wordt beoordeeld wat de belastbaarheid van [eiseres] is. Vervolgens dient die belastbaarheid gerelateerd te worden aan de belasting in van belang zijnde arbeid. De rechtbank heeft met het oog hierop behoefte aan deskundige voorlichting door een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige. Zij zal daarom een deskundigenbericht bevelen.
3.11. Tijdens de comparitie heeft reeds overleg plaatsgehad als bedoeld in artikel 194 lid 2 Rv. Uit het proces-verbaal van de comparitie blijkt dat tussen partijen overeenstemming bestaat over de tot deskundige te benoemen verzekeringsarts en arbeidsdeskundige, alsmede over de aan deze deskundigen ter beantwoording voor te leggen vragen. De rechtbank zal de na te noemen personen dan ook als deskundige benoemen en zal de vragen voorleggen als genoemd in het proces-verbaal.
3.12. Ingevolge de hoofdregel van artikel 195 Rv zou [eiseres] het voorschot op de kosten en het honorarium van de deskundigen dienen te voldoen. Omdat [eiseres] met een toevoeging procedeert, zal echter geen voorschot worden opgelegd en zal dit voorlopig ten laste van de Staat worden gebracht.
3.13. Ten aanzien van het grootste deel van de gestelde schade kan pas worden beslist nadat de rechtbank deskundige voorlichting heeft gekregen. De rechtbank acht het praktisch ook haar beslissingen omtrent de overige schadeposten aan te houden tot na het deskundigenbericht.
3.14. In afwachting van het deskundigenbericht zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.
4. De beslissing
De rechtbank:
gelast een deskundigenonderzoek omtrent de volgende vraagpunten:
Vraag aan de verzekeringsgeneeskundige:
Wilt u op basis van eigen onderzoek en de aanwezige medische gegevens, met name het rapport van dr. E.A.C.M. Sanders d.d. 7/21 november 2005 (in combinatie met de brieven van 2 januari 2006 van [eiseres] aan dr. Sanders en van 21 februari 2006 van dr. Sanders aan Delta Lloyd, productie 4 bij akte van 23 januari 2008), het rapport van de fysiotherapeut van 11 november 2007 (productie 7 bij akte van 23 januari 2008) en de dyslexieverklaring d.d. oktober 2007 (productie 15 bij akte van 23 januari 2008) de beperkingen (die naar uw oordeel bestaan) van [eiseres] verwoorden in een belastbaarheidspatroon, met gebruik maken van een daartoe in dit land algemeen gebruikelijke methodiek? U wordt verzocht de door u gevonden beperkingen te motiveren.
Vragen aan de arbeidsdeskundige:
huishouden
1. Wilt u een beschrijving geven van de woning van mevrouw [eiseres] en de inrichting daarvan?
2. Wilt u de belasting in de verschillende deeltaken in het huishouden van mevrouw [eiseres] beschrijven?
3. Wilt u deze belasting relateren aan de door de verzekeringsgeneeskundige omschreven belastbaarheid en aangeven welke taken mevrouw [eiseres] redelijkerwijs niet meer kan uitvoeren?
4. Wat is de behoefte aan huishoudelijke hulp, uitgedrukt in uren per jaar?
5. Wat zijn de redelijkerwijs met die hulp gemoeide kosten?
6. Wilt u aangeven of de hulpbehoefte door bepaalde voorzieningen en/of hulpmiddelen kan worden verminderd? Zo ja, door middel van welke voorzieningen/hulpmiddelen en in welke mate beïnvloeden deze de behoefte aan hulp en de daarmee gemoeide kosten?
7. Acht u het waarschijnlijk dat de door u vastgestelde hulpbehoefte en de daarmee gemoeide kosten in de toekomst nog zullen veranderen? Zo ja, op welke wijze?
Zelfwerkzaamheid
8. Wilt u een beschrijving geven van de woning en de tuin van mevrouw [eiseres]?
9. Wilt u de belasting in de verschillende deeltaken aan, in en om het huis en in de tuin van mevrouw [eiseres] beschrijven?
10. Wilt u deze belasting relateren aan de door de verzekeringsgeneeskundige omschreven belastbaarheid en aangeven welke taken mevrouw [eiseres] redelijkerwijs niet meer kan uitvoeren?
11. Wat is de behoefte aan hulp, uitgedrukt in uren per jaar?
12. Wat zijn de redelijkerwijs met die hulp gemoeide kosten?
13. Wilt u aangeven of de hulpbehoefte door bepaalde voorzieningen en/of hulpmiddelen en/of inrichting kan worden verminderd? Zo ja, door middel van welke voorzieningen/hulpmiddelen/inrichting en in welke mate beïnvloeden deze de behoefte aan hulp en de daarmee gemoeide kosten?
14. Acht u het waarschijnlijk dat de door u vastgestelde hulpbehoefte en de daarmee gemoeide kosten in de toekomst nog zullen veranderen? Zo ja, op welke wijze?
arbeid
U dient bij de beantwoording van de vragen – voor zover van toepassing – uit te gaan van de door de verzekeringsgeneeskundige omschreven belastbaarheid.
15. Wilt u een volledige en gedetailleerde inventarisatie maken van de opleidingen, kennis, vaardigheden en het arbeidsverleden van mevrouw [eiseres]?
16. Acht u mevrouw [eiseres] op grond van de door de verzekeringsgeneeskundige beschreven belastbaarheid nog in staat om werkzaamheden als (zelfstandig) zilversmid of goudsmid te verrichten?
Zo ja, in welke omvang?
Zo ja, welk inkomen kan mevrouw [eiseres] daarmee genereren?
17. Acht u mevrouw [eiseres] geschikt om andere werkzaamheden te verrichten die, gelet op haar opleiding, kennis en ervaring als passend zijn aan te merken?
Zo ja, in welke omvang?
Zo ja, kunt u aangeven welke inkomsten mevrouw [eiseres] daarmee in redelijkheid zou kunnen verdienen en tot welke leeftijd zij in die als passend aan te merken werkzaamheden, gelet op de beschikbare (statistische en/of branche)gegevens,
werkzaam zou kunnen zijn?
18. Acht u het aannemelijk dat mevrouw [eiseres] de arbeid waarvoor zij door u eventueel nog geschikt wordt geacht ook daadwerkelijk kan verwerven? Zo ja, op welke termijn?
Indien daartoe een opleiding of begeleiding noodzakelijk is wordt u verzocht aan te geven wat de mogelijkheden daartoe zijn.
19. Kunt u aangeven wat de kansen van mevrouw [eiseres] in de situatie zonder ongeval zouden zijn geweest om als goud/zilversmid betaalde arbeid te verrichten?
Per wanneer zou zij dan als zodanig zijn gaan werken?
20. Kunt u, uitgaande van een normaal te verwachten arbeidsverloop aangeven wat mevrouw [eiseres] in de hypothetische situatie zonder ongeval zou hebben verdiend?
21. Tot welke leeftijd wordt het beroep van goud/zilversmid doorgaans uitgeoefend?
22. Welke opmerkingen zijn naar uw oordeel verder van belang ten behoeve van de door de rechtbank te nemen beslissing?
benoemt tot deskundigen:
de heer D.J. Schakel, verzekeringsarts,
Postbus 217
9700 AE Groningen
tel. 050-3132782;
de heer P.E. Hulsen, arbeidsdeskundige,
Heling & Partners B.V.
Postbus 533
9400 AM Assen
tel. 0592-394646;
deelt mee dat de deskundigen het benodigde voorlopig ten laste van de Staat gebrachte voorschot begroten op eur 8.385,00 incl. BTW (eur 900,00 inclusief BTW voor de verzekeringsarts en eur 7.485,00 incl. BTW voor de arbeidsdeskundige, gebaseerd op een uurloon van respectievelijk eur 150,00 excl. BTW en eur 170,00 excl. BTW);
bepaalt dat [eiseres] als eerste zal concluderen na deskundigenbericht;
bepaalt voorts:
A. dat de verzekeringsarts na ontvangst van de betaling en het procesdossier het onderzoek zal aanvangen, terwijl de arbeidsdeskundige na ontvangst van het rapport van de verzekeringsarts het onderzoek zal aanvangen, alsmede dat beiden binnen drie maanden na aanvang van hun onderzoek schriftelijk aan de rechtbank zullen rapporteren;
B. dat een kopie van dit vonnis en het procesdossier door partij¬en aan de deskundigen ter beschikking zal worden gesteld;
C. dat de deskundigen bij het onderzoek partijen in de gelegenheid zullen stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen;
D. dat de deskundigen in hun rapporten zullen laten blijken dat aan C is voldaan;
E. dat de deskundigen een concepteindrapport aan partijen zullen toezenden en de vervolgens door partijen gemaakte opmerkingen zullen behandelen in het definitieve rapport;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Louwerse en in het openbaar uitgesproken op 17 december 2008.