
Jurisprudentie
BG7886
Datum uitspraak2008-12-03
Datum gepubliceerd2008-12-19
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
ZaaknummersISD2008/280
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-12-19
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
ZaaknummersISD2008/280
Statusgepubliceerd
Indicatie
Afwijzen verzoek tot tussentijdse beëindiging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders.
Betrokkene heeft tot november 2007 volledig meegewerkt aan zijn traject. Hij heeft een goede start gehad binnen zijn traject en de aangeboden interventies met goed gevolg afgerond. Op 2 november 2007 heeft betrokkene zich echter onttrokken aan toezicht van zijn werkgever. Hij wist dat hij die dag geen werk zou hebben, heeft dit niet aan de begeleiders gemeld en is naar buiten gegaan en heeft een krat bier gestolen. Hierop is betrokkene teruggeplaatst in het basisregime van de ISD-inrichting. Hierna is betrokkene diverse malen gesanctioneerd wegens drugsgebruik. Betrokkene lijkt nog steeds de verkeerde keuzes te maken. Het hof is, evenals de rechtbank van oordeel dat voorzover er vertraging in de inhoudelijke uitvoering van de maatregel is ontstaan, dit aan betrokkene zelf te wijten is, zodat dit geen reden is om tot beëindiging van de ISD-maatregel over te gaan. Het hof acht voortzetting van de maatregel dan ook noodzakelijk en ziet derhalve thans geen grond aanwezig om tot beëindiging van de maatregel over te gaan.
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM
ISD 200880
Beslissing d.d. 3 december 2008
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[ISD-er]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
thans verblijvende [verblijfplaats].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te Rotterdam van 8 augustus 2008, inhoudende dat het verzoek tot tussentijdse beëindiging van de maatregel plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders wordt afgewezen.
Overwegingen:
• Het hof zal de beslissing van de rechtbank dienen te vernietigen, daar het recht doet mede op grond van nieuwe stukken en hetgeen de getuige-deskundigen ter terechtzitting hebben verklaard.
• Het hof dient in het kader van de onderhavige procedure te beoordelen of voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders noodzakelijk is. Daarbij dient gezien de wetstekst en de wetsgeschiedenis gebruik te worden gemaakt van het volgende beslissingskader.
Allereerst moet vastgesteld worden of opheffing van de maatregel zal leiden tot te verwachten onveiligheid, ernstige (drugs)overlast en verloedering van het publiek domein. Daarna moet worden bezien of verdere voortzetting van de maatregel niet zinvol is door een omstandigheid die buiten de macht van betrokkene ligt.
Betrokkene heeft tot november 2007 volledig meegewerkt aan zijn traject. Hij heeft een goede start gehad binnen zijn traject en de aangeboden interventies met goed gevolg afgerond. Op 2 november 2007 heeft betrokkene zich echter onttrokken aan toezicht van zijn werkgever. Hij wist dat hij die dag geen werk zou hebben, heeft dit niet aan de begeleiders gemeld en is naar buiten gegaan en heeft een krat bier gestolen. Hierop is betrokkene teruggeplaatst in het basisregime van de ISD-inrichting. Hierna is betrokkene diverse malen gesanctioneerd wegens drugsgebruik.
Betrokkene lijkt nog steeds de verkeerde keuzes te maken.
Het hof is, evenals de rechtbank van oordeel dat voorzover er vertraging in de inhoudelijke uitvoering van de maatregel is ontstaan, dit aan betrokkene zelf te wijten is, zodat dit geen reden is om tot beëindiging van de ISD-maatregel over te gaan. Het hof acht voortzetting van de maatregel dan ook noodzakelijk en ziet derhalve thans geen grond aanwezig om tot beëindiging van de maatregel over te gaan.
Beslissing :
Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank te Rotterdam van 8 augustus 2008 met betrekking tot betrokkene [ISD-er].
Wijst af het verzoek tot tussentijdse beëindiging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders.
Aldus gedaan door
mr Stikkelbroeck als voorzitter,
mrs Vegter en Rutgers van der Loeff als raadsheren,
en dr Schudel en dr Kaiser als raden,
in tegenwoordigheid van mr Janssen als griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 3 december 2008.
Mr Rutgers van der Loeff en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.