Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG7914

Datum uitspraak2008-11-27
Datum gepubliceerd2008-12-22
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGemeensch. Hof van Justitie v.d. Ned. Antillen en Aruba
ZaaknummersH-117/2008
Statusgepubliceerd


Indicatie

Het valselijk opmaken van documenten wordt verdachte toegerekend, redengevend daartoe is dat de gedragingen zijn verricht door bij het bedrijf werkzame personen en dat de verdachte en haar feitelijk leidinggevers op de hoogte waren van het opmaken van de valse facturen en zij hebben dat al dan niet gestimuleerd of getolereerd. Ook wordt het opzettelijk witwassen van geld toegerekend. Gelet op de wijze waarop het was georganiseerd en gelet op de taken en verantwoordelijkheden die de broers binnen de onderneming hadden kan het bij de broers aanwezige opzet aan de N.V worden toegerekend en de N.V. is daarvoor aansprakelijk. Dat de directeur(en) geen toestemming hadden gegeven en daarvan ook geen vermoeden hadden of behoefden te hebben doet aan de strafbaarheid van de N.V. niet af. (boete van Naf 250,000,-)


Uitspraak

Zaaknummer: H-117/2008 Parketnummer 500.0011/08 Uitspraak: 27 november 2008 Tegenspraak GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA S T R A F V O N N I S gewezen in het hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 14 maart 2008, in de strafzaak tegen: de naamloze vennootschap RIDEAU CENTRE N.V., gevestigd op Curaçao aan het adres [adres] Het onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 22 februari 2008 zoals daarvan blijkt uit het proces-verbaal van die zitting, alsmede die in hoger beroep van 14 augustus 2008 en 6 november 2008 op Curaçao. Het Hof heeft kennis genomen van de vordering van de procureur-generaal, mr. A.C. van der Schans, en van hetgeen namens de verdachte en door haar raadslieden, A. Moenir-Alam, mr. E.E.S. Moenir-Alam en mr. G.A.S. Maduro, naar voren is gebracht. De procureur-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep wordt bevestigd. De tenlastelegging Aan de verdachte is tenlastegelegd: 1. dat Rideau Centre N.V. op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 20 maart 2007 op het eiland Curaçao tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans Rideau Centre N.V. alleen, (telkens) opzettelijk een/of meer facturen (Commercial Invoices), zijnde telkens (een) geschrift(en) waaruit enig recht en/of enige verbintenis en/of enige bevrijding van schuld kon ontstaan en/of dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, heeft/hebben vervalst en/of valselijk opgemaakt, althans door een of meer van zijn/haar medewerker(s) doen opmaken, (telkens) met het oogmerk om die factuur/facturen als echt en onvervalst te gebruiken en/of door (een) ander(en) te doen gebruiken, terwijl uit dat gebruik (telkens) enig nadeel kon ontstaan, immers heeft/hebben Rideau Centre N.V. en/of haar mededader(s), althans een of meer van zijn/haar medewerker(s) (telkens) in strijd met de waarheid (onder meer): - een factuur (Commercial Invoice) gericht aan Lembreter trading Ltd. (als bijlage blz 410 t/m 411 in het proces-verbaal gevoegd) opgemaakt en daarop vermeld/doen vermelden andere/lagere stuksprijzen dan de werkelijke stuksprijzen en/of een totaalbedrag van $ 23,464.00 (instede $ 89,388.00) en/of de tekst: “It is hereby certified that this invoice shows the actual price of the goods described and no other invoice has been or will be issued and that all particulars are true and correct” en/of een handtekening/paraaf onder deze tekst gezet en/of een stempel met de tekst ”original” op die factuuur geplaatst/ doen plaatsen en/of - een factuur (Commercial Invoice) gericht aan [naam klant 1] (als bijlage blz 416 t/m 417 in het proces-verbaal gevoegd) opgemaakt en daarop vermeld/ doen vermelden andere/lagere stuksprijzen dan de werkelijke stuksprijzen en/of een totaalbedrag van $ 8,372.00 (instede $ 17,266.00) en/of de tekst: “It is hereby certified that this invoice shows the actual price of the goods described and no other invoice has been or will be issued and that all particulars are true and correct” en/of een handtekening/paraaf onder deze tekst gezet en/of een stempel met de tekst”original” op die factuuur geplaatst/ doen plaatsen en/of - een factuur (Commercial Invoice) gericht aan [Boutique] (als bijlage blz 419 in het proces-verbaal gevoegd) opgemaakt en daarop vermeld/doen vermelden andere/lagere stuksprijzen dan de werkelijke stuksprijzen en/of een totaalbedrag van $ 758.00 (instede $ 992,00) en/of de tekst: “It is hereby certified that this invoice shows the actual price of the goods described and no other invoice has been or will be issued and that all particulars are true and correct” en/of een handtekening/paraaf onder deze tekst gezet en/of een stempel met de tekst”original” op die factuuur geplaatst/doen plaatsen en/of bestaande de valsheid/-heden hierin dat op de genoemde documenten andere stuksprijzen staan vermeld dan de werkelijke stuksprijzen en/of het/de totaalbedrag(en) niet overeenkomen met/lager zijn dan de/het werkelijke totaalbedrag(en) en/of de goederenprijzen niet “true and correct” zijn zoals is vermeld onderaan op de factuur/facturen en/of er wel (een) andere factuur/facturen zijn uitgegeven/opgemaakt en/of het niet (een) originele factuur/facturen betreft/betreffen, (artikel 230 jo 49 jo 53 van het Wetboek van Strafrecht) 2. dat Rideau Centre N.V. en/of[broer 1] en/of [broer 2] in of omstreeks de periode van 1 juni 2005 tot en met 20 maart 2007 op het eiland Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een gewoonte heeft gemaakt van het opzettelijk witwassen van geld en/of geldswaardige papieren en/of vorderingen en/of op geld waardeerbare goederen, immers heeft/hebben die [broer 1] en/of [broer 2] en/of zijn/hun mededader(s) in de genoemde periode meerdere geldbedragen verworven en/of (uit winstbejag) voorhanden gehad en/of overgedragen, (waaronder: ? in of omstreeks de periode van september 2006 tot en met oktober 2006 van en/ of tezamen met [naam 1] een bedrag van ongeveer US$ 200.000,-, althans ongeveer US$ 60.000,- en/of US$ 70.000,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? in of omstreeks de periode van 17 februari 2006 tot 12 juni 2006 van en/of tezamen met een persoon bijgenaamd “[naam 2]r” een bedrag van ongeveer US$ 638.986,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? in of omstreeks de periode 10 november 2006 tot en met februari 2007 van en/of tezamen met een persoon bijgenaamd “[naam 2]”een bedrag van ongeveer US$ 730.809,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? in of omstreeks de periode van 26 augustus 2006 tot en met 29 augustus 2006 van en/of tezamen met een persoon bijgenaamd “[naam 2]r” en/of [naam 3] bijgenaamd “[naam 3] een geldbedrag van ongeveer 17.360,- Euro, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? op of omstreeks 22 januari 2007 van en/of tezamen met een persoon bijgenaamd “[naam 2]r” een geldbedrag van ongeveer 45.000 Euro, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? in of omstreeks de maand juli 2005 van en/of tezamen met een persoon bijgenaamd “[naam 4]” een geldbedrag van ongeveer US$ 359.840,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? op of omstreeks 27 november 2006 van en/of tezamen met een persoon bijgenaamd “[naam 4]”een geldbedrag van ongeveer US$ 100.000,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? op of omstreeks 28 november 2006 van en/of tezamen met een persoon bijgenaamd “[naam 4]”een geldbedrag van ongeveer US$ 100.000,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? op of omstreeks 17 november 2006 van en/of tezamen met [naam 5] bijgenaamd “[naam 5]” een geldbedrag van ongeveer US$ 50.000,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? op of omstreeks 26 januari 2007, althans in of omstreeks de maand januari 2007 van en/of tezamen met [naam 5] bijgenaamd “[naam 5]” een geldbedrag van ongeveer 400.000,- Euro, althans (een) geldbedrag(en) van ongeveer US$ 298.302,- en/of US$ 140.000,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? op of omstreeks 25 juli 2006 van en/of tezamen met een vrouw (bijgenaamd)[naam 6] een geldbedrag van ongeveer US$ 55.000,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? in of omstreeks de periode van augustus 2006 tot en met september 2006 van en/of tezamen met een vrouw (bijgenaamd) [naam 6] (een) onbekend(e) (groot/grote) geldbedrag(en) en/of ? op of omstreeks 12 september 2006 van en/of tezamen met een man (bijgenaamd) [naam 7] een geldbedrag van ongeveer 157.360,- Euro, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? op of omstreeks 14 augustus 2006 van en/of tezamen met[naam 8] een geldbedrag van ongeveer US$ 90.000,- of US$ 100.000,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? op of omstreeks 26 februari 2007 van en/of tezamen met een man bijgenaamd “[naam 9]” een geldbedrag van ongeveer 216.500,- Euro, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? in of omstreeks de periode van 26 december 2006 tot en met 12 maart 2007 van en/of tezamen met een persoon bijgenaamd “[naam 10]” een geldbedrag van ongeveer US$ 120.000,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? op of omstreeks 20 maart 2007 een geldbedrag van ongeveer US$ 124.162,- en/of 126.845 Euro en/of Nafl. 56.605,- in een woning aan de aan de Santa Rosaweg) terwijl Rideau Centre N.V. en/of die [broer 1] en/of Die [broer 2] en/of hun/ zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen van voornoemde geldbedragen wist(en), althans moest(en) weten dat deze geldbedragen door misdrijf waren verkregen, (artikel 2 jo artikel 1 van de Landsverordening strafbaarstelling witwassen van geld juncto artikel 49 van het Wetboek van Strafrecht) subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht leiden, dat [broer 1] en/of [broer 2] in of omstreeks de periode van 1 juni 2005 tot en met 20 maart 2007 op het eiland Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een gewoonte heeft gemaakt van het opzettelijk witwassen van geld en/of geldswaardige papieren en/of vorderingen en/of op geld waardeerbare goederen, immers heeft/hebben die [broer 1] en/of [broer 2] en/of zijn/hun mededader(s) in de genoemde periode meerdere geldbedragen verworven en/of (uit winstbejag) voorhanden gehad en/of overgedragen, (waaronder: ? in of omstreeks de periode van september 2006 tot en met oktober 2006 van en/ of tezamen met [naam 1] een bedrag van ongeveer US$ 200.000,-, althans ongeveer US$ 60.000,- en/of US$ 70.000,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? in of omstreeks de periode van 17 februari 2006 tot 12 juni 2006 van en/of tezamen met een persoon bijgenaamd “[naam 2]r” een bedrag van ongeveer US$ 638.986,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? in of omstreeks de periode 10 november 2006 tot en met februari 2007 van en/of tezamen met een persoon bijgenaamd “[naam 2]”een bedrag van ongeveer US$ 730.809,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? in of omstreeks de periode van 26 augustus 2006 tot en met 29 augustus 2006 van en/of tezamen met een persoon bijgenaamd “[naam 2]” en/of[naam 3] een geldbedrag van ongeveer 17.360,- Euro, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? op of omstreeks 22 januari 2007 van en/of tezamen met een persoon bijgenaamd “[naam 2]” een geldbedrag van ongeveer 45.000 Euro, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? in of omstreeks de maand juli 2005 van en/of tezamen met een persoon bijgenaamd “[naam 4]” een geldbedrag van ongeveer US$ 359.840,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? op of omstreeks 27 november 2006 van en/of tezamen met een persoon bijgenaamd “[naam 4]”een geldbedrag van ongeveer US$ 100.000,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? op of omstreeks 28 november 2006 van en/of tezamen met een persoon bijgenaamd “[naam 4]”een geldbedrag van ongeveer US$ 100.000,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? op of omstreeks 17 november 2006 van en/of tezamen met [naam 5] een geldbedrag van ongeveer US$ 50.000,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? op of omstreeks 26 januari 2007, althans in of omstreeks de maand januari 2007 van en/of tezamen met [naam 5] een geldbedrag van ongeveer 400.000,- Euro, althans (een) geldbedrag(en) van ongeveer US$ 298.302,- en/of US$ 140.000,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? op of omstreeks 25 juli 2006 van en/of tezamen met een vrouw (bijgenaamd) [naam 6] een geldbedrag van ongeveer US$ 55.000,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? in of omstreeks de periode van augustus 2006 tot en met september 2006 van en/of tezamen met een vrouw (bijgenaamd) [naam 6] (een) onbekend(e) (groot/grote) geldbedrag(en) en/of ? op of omstreeks 12 september 2006 van en/of tezamen met een man (bijgenaamd) [naam 7] een geldbedrag van ongeveer 157.360,- Euro, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? op of omstreeks 14 augustus 2006 van en/of tezamen met[naam 8] een geldbedrag van ongeveer US$ 90.000,- of US$ 100.000,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? op of omstreeks 26 februari 2007 van en/of tezamen met een man bijgenaamd “[naam 9]” een geldbedrag van ongeveer 216.500,- Euro, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? in of omstreeks de periode van 26 december 2006 tot en met 12 maart 2007 van en/of tezamen met een persoon bijgenaamd “[naam 10]” een geldbedrag van ongeveer US$ 120.000,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? op of omstreeks 20 maart 2007 een geldbedrag van ongeveer US$ 124.162,- en/of 126.845 Euro en/of Nafl. 56.605,- in een woning aan de aan de Santa Rosaweg) terwijl die [broer 1] en/of Die [broer 2] en/of hun/zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen van voornoemde geldbedragen wist(en), althans moest(en) weten dat deze geldbedragen door misdrijf waren verkregen, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf Rideau Centre N.V. opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door die [broer 1] en/of [broer 2] en/of die ander(en) de beschikking te geven over de bankrekening(en) van [naam 11] (zijnde een rekening van Rideau Centre op naam van [naam 11]) en/of Rideau Centre N.V. en/of hem/hen in staat heeft gesteld om deze handelingen vanuit het Rideau Centre N.V. te verrichten en/of gebruik te maken van de infrastructuur (kantoor en/of computers en/of telefoons) van Rideau Centre N.V. en/of door harde valuta (Amerikaanse Dollars en/of Euro’s) van die [broer 1] en/of [broer 2] en/of die ander(en) af te nemen, (artikel 2 jo artikel 1 van de Landsverordening strafbaarstelling witwassen van geld juncto artikel 49 en artikel 53 van het Wetboek van Strafrecht) Ontvankelijkheid procureur-generaal Door de verdediging is aangevoerd dat de procureur-generaal niet-ontvankelijk verklaard dient te worden omdat met de vervolging van de verdachte het gelijkheidsbeginsel is geschonden. Hiertoe voert zij aan dat aangezien de voorzitter van de Free Zone Association of Curaçao schriftelijk heeft bevestigd dat ook andere zakenlieden binnen de Vrije Zone op verzoek van hun klanten facturen vervalsen en betrokkenen uitgaan van een gedoogbeleid dat door de Free Zone Association Curaçao wordt gevoerd met betrekking hiertoe, de verdachte ten onrechte hiervoor is vervolgd. Voor zover de verdediging probeert te betogen dat omdat andere zakenlieden in de Free Zone die, net als de verdachte, in navolging van een veel voorkomende praktijk facturen hebben vervalst niet zijn vervolgd het openbaar ministerie haar vervolgingsrecht ten aanzien van de verdachte heeft verspeeld, faalt dit betoog. De enkele omstandigheid dat andere zakenlieden niet zijn vervolgd, ontneemt aan het openbaar ministerie niet haar bevoegdheid om de verdachte wel voor dat feit te vervolgen. Het feit is namelijk ingevolge de wet strafbaar gesteld en niet is gebleken dat het openbaar ministerie terzake een gedoogbeleid heeft gevoerd. Van een schending van het gelijkheidsbeginsel op grond waarvan het openbaar ministerie haar vervolgingsrecht jegens de verdachte heeft verspeeld is in casu derhalve geen sprake. Met betrekking tot het betoog van de verdediging dat de observatie middels plaatsing van een camera bij het bedrijf van de verdachte en de plaatsing van een peilbaken en afluisterapparatuur in de auto van de medeverdachte [broer 1] jegens de verdachte een onherstelbare normschending oplevert op grond waarvan het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, overweegt het Hof als volgt. Aangezien de observatie steeds gedurende korte tijd heeft plaatsgevonden en het ging om het statisch observeren van een bedrijfsterrein en voorts het peilbaken en de afluisterapparatuur niet in de auto van de verdachte zijn geplaatst en evenmin is gebleken dat (ook) de verdachte daarmee is afgeluisterd, kan niet worden geconcludeerd dat hiermee inbreuk is gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte zoals bedoeld in artikel 8 EVRM. Van een normschending, zoals bedoeld in artikel 413 van het Wetboek van Strafvordering is jegens de verdachte dan ook geen sprake. Voor niet-ontvankelijkverklaring van de procureur-generaal ziet het Hof dan ook geen grond. Het vonnis waarvan beroep Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het Hof zich daarmee niet verenigt. De bewezenverklaring Het Hof acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1, primair, en 2, primair, is tenlastegelegd, met dien verstande dat: 1. dat Rideau Centre N.V. op tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 20 maart 2007 op het eiland Curaçao tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk facturen (Commercial Invoices), zijnde telkens een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk door een of meer van haar medewerker heeft doen opmaken, telkens met het oogmerk om die factuur/facturen als echt en onvervalst door (een) ander(en) te doen gebruiken, terwijl uit dat gebruik telkens enig nadeel kon ontstaan, immers hebben Rideau Centre N.V. en haar mededader, telkens in strijd met de waarheid (onder meer): - een factuur (Commercial Invoice) gericht aan Lembreter trading Ltd. (als bijlage blz 410 t/m 411 in het proces-verbaal gevoegd) opgemaakt en daarop vermeld andere/lagere stuksprijzen dan de werkelijke stuksprijzen en/of een totaalbedrag van $ 23,464.00 (in plaats van $ 89,388.00) en/of de tekst: “It is hereby certified that this invoice shows the actual price of the goods described and no other invoice has been or will be issued and that all particulars are true and correct” en een handtekening/paraaf onder deze tekst gezet en een stempel met de tekst ”original” op die factuur geplaatst en - een factuur (Commercial Invoice) gericht aan [klant 1] (als bijlage blz 416 t/m 417 in het proces-verbaal gevoegd) opgemaakt en daarop vermeld andere/lagere stuksprijzen dan de werkelijke stuksprijzen en een totaalbedrag van $ 8,372.00 (in plaats van $ 17,266.00) en de tekst: “It is hereby certified that this invoice shows the actual price of the goods described and no other invoice has been or will be issued and that all particulars are true and correct” en een handtekening/paraaf onder deze tekst gezet en een stempel met de tekst”original” op die factuur geplaatst en - een factuur (Commercial Invoice) gericht aan [boutique] (als bijlage blz 419 in het proces-verbaal gevoegd) opgemaakt en daarop vermeld andere/lagere stuksprijzen dan de werkelijke stuksprijzen en een totaalbedrag van $ 758.00 en de tekst: “It is hereby certified that this invoice shows the actual price of the goods described and no other invoice has been or will be issued and that all particulars are true and correct” en een handtekening/ paraaf onder deze tekst gezet en een stempel met de tekst ”original” op die factuur geplaatst/doen plaatsen en bestaande de valsheden hierin dat op de genoemde documenten andere stuksprijzen staan vermeld dan de werkelijke stuksprijzen en de totaalbedrag(en) niet overeenkomen met werkelijke totaalbedragen en de goederenprijzen niet “true and correct” zijn zoals is vermeld onderaan op defacturen en er wel andere facturen zijn uitgegeven/opgemaakt , 2. dat Rideau Centre N.V. en [broer 1] en [broer 2] in of omstreeks de periode van februari 2006 tot en met 20 maart 2007 op het eiland Curaçao, tezamen en in vereniging een gewoonte hebben gemaakt van het opzettelijk witwassen van geld, immers hebben die [broer 1] en [broer 2] en hun mededader in de genoemde periode meerdere geldbedragen verworven en voorhanden gehad, (waaronder: ? in of omstreeks de periode van september 2006 tot en met oktober 2006 van [naam 1] een bedrag van ongeveer US$ 200.000,-, en ? in of omstreeks de periode van 17 februari 2006 tot 12 juni 2006 van een persoon bijgenaamd “[naam 2]” een bedrag van ongeveer US$ 638.986,-, en ? in of omstreeks de periode 10 november 2006 tot en met februari 2007 van een persoon bijgenaamd “[naam 2]”een bedrag van ongeveer US$ 730.809,-, en ? in of omstreeks de periode van 26 augustus 2006 tot en met 29 augustus 2006 van een persoon bijgenaamd “[naam 2]” en/of [naam 3] een geldbedrag van ongeveer 17.360,- Euro, en ? op of omstreeks 22 januari 2007 van een persoon bijgenaamd “[naam 2]” een geldbedrag van ongeveer 45.000 Euro, en ? in of omstreeks de maand juli 2005 van een persoon bijgenaamd “[naam 4]” een geldbedrag van ongeveer US$ 359.840,-, en ? op of omstreeks 27 november 2006 van een persoon bijgenaamd “[naam 4]”een geldbedrag van ongeveer US$ 100.000,-, en ? op of omstreeks 28 november 2006 van een persoon bijgenaamd “[naam 4]”een geldbedrag van ongeveer US$ 100.000,-, en ? op of omstreeks 17 november 2006 van [naam 5] een geldbedrag van ongeveer US$ 50.000,-, en ? in of omstreeks de maand januari 2007 van [naam 5] een geldbedrag van ongeveer 400.000,- Euro, althans geldbedrag van ongeveer US$ 298.302,- en US$ 140.000,-, en ? op of omstreeks 25 juli 2006 van en/of tezamen met een vrouw (bijgenaamd) Flor Gonzales een geldbedrag van ongeveer US$ 55.000,-, althans (een) geldbedrag(en) en/of ? in of omstreeks de periode van augustus 2006 tot en met september 2006 van een vrouw (bijgenaamd) [naam 6] een geldbedrag en ? op of omstreeks 12 september 2006 van een man (bijgenaamd) [naam 7] een geldbedrag van ongeveer 157.360,- Euro, en ? op of omstreeks 14 augustus 2006 van [naam 8] een geldbedrag van ongeveer US$ 100.000,-, en ? op of omstreeks 26 februari 2007 van [naam 9] een man bijgenaamd “[naam 9]” een geldbedrag van ongeveer 216.500,- Euro, en ? in of omstreeks de periode van 26 december 2006 tot en met 12 maart 2007 van een persoon bijgenaamd “[naam 10]” een geldbedrag van ongeveer US$ 120.000,-, en ? op of omstreeks 20 maart 2007 een geldbedrag van ongeveer US$ 124.162,- en 126.845 Euro en Nafl. 56.605,- in een woning aan de Santa Rosaweg) terwijl Rideau Centre N.V. en die [broer 1] en die [broer 2] ten tijde van en het voorhanden krijgen van voornoemde geldbedragen wisten, dat deze geldbedragen door misdrijf waren verkregen. Bewijsoverweging Ten aanzien van het bewezenverklaarde overweegt het Hof nog het volgende. Het onder 1 bewezen verklaarde valselijk opmaken van documenten kan aan de verdachte worden toegerekend. Daartoe is redengevend dat de gedragingen zijn verricht door bij het bedrijf werkzame personen, dat de gedragingen passen in de normale bedrijfsvoering van het bedrijf, dat de gedragingen dienstig zijn geweest aan de bedrijfsuitoefening – aldus werd aan de vraag van klanten tegemoet gekomen – en dat de verdachte en haar feitelijk leidinggevers de verboden gedragingen hebben aanvaard of plachten te aanvaarden. De verdachte en haar feitelijk leidinggevers waren immers van het opmaken van de valse facturen op de hoogte en hebben dat zo al niet gestimuleerd dan in ieder geval wel getolereerd. Ook het onder 2 bewezen verklaarde gewoonte maken van opzettelijk witwassen van geld kan de verdachte worden toegerekend. [broer 1] en [broer 2] (hierna: de broers [broers]) hebben zich schuldig gemaakt aan (en zijn ook onherroepelijk veroordeeld wegens) het medeplegen van een gewoonte maken van opzettelijk witwassen van geld, gepleegd in de periode van 1 juni 2005 tot en met 20 maart 2007. Vast staat dat de broers [broers] werknemer waren van Rideau Centre. Voor het plegen van deze feiten hebben de broers [broers] gebruik gemaakt van bedrijfsmiddelen (computer- en communicatieapparatuur en kantoorruimte) van Rideau Centre. De broers [broers] hadden zelfs een kluis op kantoor geplaatst waarin zich grote hoeveelheden contant geld bevonden. Ook hebben zij een bankrekening waarop mede betalingen ten behoeve van Rideau Centre binnenkwamen voor hun witwaspraktijken gebruikt. Hiernaast reisden zij voor het incasseren van vorderingen van Rideau Centre regelmatig naar Venezuela welke reizen eveneens werden misbruikt om geld wit te wassen. Als degenen die feitelijk de boekhouding voor Rideau Centre verzorgden, hadden zij uit hoofde van hun functie contact met diverse bedrijven waarvoor zij geld wisselden en daarmee drugsdollars witwasten. De broers [broers] genoten het blinde vertrouwen van Rideau Centre waardoor zij de mogelijkheid hadden om op de computers en met de telefoon- en faxapparatuur van Rideau Centre ongestoord hun gang te gaan. Rideau Centre liet toe dat de broers [broers] deze handelingen mede onder werktijd, vanuit het kantoor van Rideau Centre en met gebruikmaking van een mede ten dienste van Rideau Centre bestaande bankrekening verrichtten. Rideau Centre heeft ook zelf wisseltransacties met de broers [broers] verricht. Gelet op de wijze waarop Rideau Centre was georganiseerd en gelet op de taken en verantwoordelijkheden die de broers [broers] binnen de onderneming hadden gekregen, kan het bij de broers [broers] aanwezige opzet aan Rideau Centre worden toegerekend en is Rideau Centre voor de wijze waarop de broers [broers] van de hun gegeven bevoegdheden en vrijheden binnen de uitoefening van hun werkzaamheden misbruik hebben gemaakt, aansprakelijk. Dat de directeur(en) van Rideau Centre geen toestemming hadden gegeven voor witwaspraktijken en daarvan ook geen vermoeden hadden of behoefden te hebben en dat de broers [broers] eigenmachtig zijn opgetreden, doet aan de strafbaarheid van Rideau Centre onder de gegeven omstandigheden niet af. De bewijsmiddelen Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. De bewijsmiddelen zullen in geval beroep in cassatie wordt ingesteld in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen. Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten Het bewezene levert op: 1. medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd door een rechtspersoon, strafbaar gesteld bij artikelen 230 jo 53 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen. 2. medeplegen van een gewoonte maken van opzettelijk witwassen van geld, gepleegd door een rechtspersoon, strafbaar gesteld bij artikelen 2 jo 1 van de Landsverordening strafbaarstelling witwassen van geld, jo 49 en 53 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen. Het bewezene is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid daarvan opheffen of uitsluiten. Strafbaarheid van de verdachte De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die haar strafbaarheid opheffen of uitsluiten. De op te leggen straf Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de overige omstandigheden de verdachte betreffende, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, wordt de na te noemen beslissing passend geacht. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift door facturen te vervalsen zodat haar klanten minder belasting zouden betalen in hun land van herkomst en hiermee financieel voordeel zouden behalen. Zij hoopte hiermee zoveel mogelijk klanten te binden teneinde haar winst te vergroten. In het algemeen is een juiste informatieverstrekking aan de uitvoerende instanties zowel hier te lande als elders onmisbaar voor het collectieve stelsel van heffingen en prestaties. Belastingheffing wordt immers vastgesteld op de grondslag van verstrekte gegevens, zoals bijvoorbeeld facturen. Om die reden is het van belang dat kan worden afgegaan op de juistheid van die gegevens. Het niet, onvolledig of onjuist verstrekken van gegevens, die ingevolge de wet dienen tot de vaststelling van een prestatieplicht kan derhalve leiden tot het ten onrechte verminderen of tenietgaan van een prestatieplicht met als gevolg dat overheden, ongeacht in welk land, daardoor inkomsten ontberen. De verdachte heeft met haar handelen het functioneren van het collectieve stelsel van heffingen en prestaties gefrustreerd. Voor dit handelen zal de verdachte evenwel geen straf worden opgelegd aangezien op dit feit slechts gevangenisstraf is gesteld. Ook is de verdachte betrokken geweest bij het op grote schaal witwassen van geld met een criminele herkomst. Met haar betrokkenheid bij het witwassen heeft de verdachte misdadige activiteiten begunstigd. Witwassen van misdaadgelden maakt het voor criminelen gemakkelijker om van hun inkomsten te profiteren, kan economisch ontwrichtend werken en daarmee de fundamenten van de maatschappij aantasten. Aldus heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan een ernstig strafbaar feit, waarop streng gereageerd dient te worden. Bij het bepalen van de strafmaat houdt het Hof er rekening mee dat niet is vastgesteld dat de verdachte groot financieel voordeel heeft behaald met de bewezen verklaarde feiten. Op grond van het vorenstaande wordt het opleggen van na te melden geldboete passend geacht. De toepasselijke wettelijke voorschriften De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 27 en 96 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen. RECHTDOENDE IN NAAM DER KONINGIN Het Hof: Vernietigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 14 maart 2008 en doet opnieuw recht. Verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, primair, en 2, primair, tenlastegelegde feiten, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan. Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1, primair, en 2, primair, meer of anders is tenlastegelegd en spreekt haar daarvan vrij. Kwalificeert het bewezene als vorenomschreven. Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar. Veroordeelt de verdachte tot een geldboete NAF. 250.000,- (tweehonderd vijftig duizend guldens). Dit vonnis is gewezen door mrs. F.J.P. Lock, E.P. van Unen en M.T. Paulides, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, en ter openbare terechtzitting van het Hof op Curaçao uitgesproken op 27 november 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.