Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG8030

Datum uitspraak2008-12-22
Datum gepubliceerd2008-12-23
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers09/925371-08 en 09/665526-08 (ttz. gev.)
Statusgepubliceerd


Indicatie

Medeplagen van poging tot oplichting en oplichting, meermalen gepleegd. Verdachte heeft zich, in een betrekkelijk korte periode, telkens samen met één dan wel meerdere anderen schuldig gemaakt aan diverse pogingen tot oplichting en de daadwerkelijke oplichting van elf personen. Daarbij is de slachtoffers telkens een aanzienlijk geldbedrag afhandig gemaakt dan wel is dat geprobeerd. Verdachte en zijn mededaders hebben bewust gekozen voor in het buitenland woonachtige slachtoffers door middel van het plaatsen van advertenties op Duitstalige en Belgische internetsites. De slachtoffers waren zodoende niet bekend met de plaatselijke bijzonderheden van de omgeving waarin de feitelijke oplichtingshandelingen hebben plaatsgevonden, hetgeen hen bijzonder kwetsbaar en tot makkelijke doelwitten maakte. Vervolgens heeft hij zich door degenen die de goederen wilden kopen vooruit laten betalen, terwijl hij deze goederen nimmer heeft geleverd en heeft willen leveren. Verdachte heeft aldus misbruik gemaakt van het door die personen in hem gestelde vertrouwen met als kennelijk doel eigen financieel gewin. Daarnaast heeft hij door zijn handelwijze het vertrouwen in de handel via het internet in het algemeen schade toegebracht. Dit rekent de rechtbank hem zwaar aan.


Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE MEERVOUDIGE STRAFKAMER Tegenspraak Parketnummers: 09/925371-08 en 09/665526-08 (ttz. gev.) Datum uitspraak: 22 december 2008 VONNIS(1) De rechtbank 's-Gravenhage heeft op grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986, thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting "Haaglanden, P.C.S. Unit 2" te 's -Gravenhage. 1. Het onderzoek ter terechtzitting Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 25 augustus 2008 (in de zaak met parketnummer 09/925371-08), 23 september 2008 en 8 december 2008 (telkens in beide zaken). De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. Van der Laan en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. Kok, advocaat te Rotterdam, en door de verdachte naar voren is gebracht. Er hebben zich drie benadeelde partijen gevoegd. 2. De tenlastelegging Aan de verdachte is tenlastegelegd dat: onder parketnummer 09/925371-08 (hierna: dagvaarding I): 1. hij op of omstreeks 17 maart 2008 te 's-Gravenhage ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, 'Hans' en/of de gebruiker van het e-mailadres '[e-mailadres 1]' en/of (een medewerker van) Politie Haaglanden, alhans een persoon, te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag van 2.800 euro, althans enig geldbedrag, in elk geval van enig goed, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, via internet (www.marktplaza.be) tien, althans een of meer playstations (3) en/of twee controllers en/of drie games te koop heeft aangeboden en/of met die 'Hans' en/of gebruiker van het e-mailadres '[e-mailadres 1]' en/of (medewerker van) Politie Haaglanden, alhans die persoon, heeft afgesproken om dat/die goed(eren) te leveren (in (een portiek in) de [straat 1]) (te Den Haag) tegen (contante) betaling van (een) overeengekomen, althans overeen te komen, geldbedrag(en), en/of aan die 'Hans' en/of gebruiker van het e-mailadres '[e-mailadres 1]' en/of (medewerker van) Politie Haaglanden, alhans die persoon, heeft gevraagd over te gaan tot (contante) betaling van een geldbedrag en/of zich (aldus) heeft voorgedaan als (een) betrouwbare verkoper(s) (terwijl hij, verdachte, en/of diens mededader(s), wist(en) dat hij/zij die/dat goed(eren) niet wil(den) en/of kon(den) leveren), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; art 326 Wetboek van Strafrecht art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht 2. hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 november 2007 tot en met 29 februari 2008 te Rotterdam en/of 's-Gravenhage en/of/althans (elders) in Nederland en/of in België en/of in Duitsland en/of in Zwitserland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, a) [A] (zaak 2.2) en/of b) [B] (zaak 2.4) en/of c) [C] (zaak 2.5) en/of d) [D] en/of [E] (zaak 2.6) en/of e) [F] (zaak 2.7) en/of f) [G] (zaak 2.8) en/of g) [H] (zaak 2.9) heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag groot a) 7.300 euro en/of b) 2.400 euro en/of c) 3.210 euro en/of d) 1.200 euro en/of 700 euro en/of e) 1.520 euro en/of f) 1.250 euro en/of g) 1.400 euro, in elk geval van (telkens) enig geldbedrag, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens) via internet (www.2dehands.be en/of www.kijiji.ch en/of www.marktplaza.be en/of www.kleinanzeigen-landesweit.de en/of www.hebbes.be) a) dertig playstations (3) en/of b) een (Pioneer 50XD HD) plasmatelevisie en/of c) drie laptops d) dertig playstations (3) en/of een aantal games en/of e) een (Apple-)computer (Macbook 17'' 2,4) en/of f) twee laptops en/of g) een laptop, althans (telkens) enig(e) goed(eren), te koop aangeboden (terwijl hij, verdachte, en/of diens mededader(s), wist(en) dat hij/zij die/dat goed(eren) niet wil(den) en/of kon(den) leveren) en/of met die [A] en/of [B] en/of [C] en/of [D] en/of [E] en/of [F] en/of [G] en/of [H] afgesproken om dat/die goed(eren) te leveren (in (een portiek in) de [straat 1]) (te Den Haag) tegen (contante) betaling van (een) overeengekomen geldbedrag(en) en/of (telkens) na ontvangst van voornoemd(e), althans enig(e), geldbedrag(en) tegen genoemde perso(o)n(en) gezegd dat hij, verdachte, en/of (een van) zijn mededader(s), dat/die goed(eren) zou(den) gaan ophalen teneinde die goed(eren) aan genoemde perso(o)n(en) te overhandigen/leveren en/of zich (aldus) voorgedaan als (een) betrouwbare verkoper(s) en/of (vervolgens) (zonder die goed(eren) aan genoemde perso(o)n(en) te overhandigen/leveren) (via een vluchtroute) de [straat 1], althans de plaats van de (gesuggereerde) transactie, te verlaten, waardoor voornoemde perso(o)n(en)(telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n); art 326 Wetboek van Strafrecht 3. hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 december 2007 tot en met 3 december 2008 te Rotterdam en/of 's-Gravenhage en/of/althans(elders) in Nederland en/of [plaats], althans in België ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [J] te bewegen tot de afgifte van 3.500 euro, althans 2.999 euro, in elk geval van enig geldbedrag, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens) via internet (www.2dehands.be) tien playstations (3) en/of twee controllers en/of twee games te koop aangeboden en/of met die de [J] en/of diens vader afgesproken om dat/die goed(eren) te leveren (in (een portiek in) de [straat 1]) (te Den Haag) tegen (contante) betaling van (een) overeengekomen, althans overeen te komen, geldbedrag(en), en/of aan die [J] en/of diens vader gevraagd over te gaan tot (contante) betaling van een geldbedrag en/of zich (aldus) voorgedaan als (een) betrouwbare verkoper(s) (terwijl hij, verdachte, en/of diens mededader(s), wist(en) dat hij/zij die/dat goed(eren) niet wil(den) en/of Kon(den) leveren), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; art 326 Wetboek van Strafrecht art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht 4. hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 3 maart 2008 tot en met 4 maart 2008 te Rotterdam en/of 's-Gravenhage en/of/althans (elders) in Nederland en/of [plaats], althans in België, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [L] te bewegen tot de afgifte van enig (nader overeen te komen) geldbedrag, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens)via internet (www.marktplaza.be) tien playstations (3) te koop aangeboden en/of met die [L] afgesproken om dat/die goed(eren) te leveren in Den Haag tegen (contante) betaling van een nader overeen te komen geldbedrag(en) en/of zich (aldus) voorgedaan als (een) betrouwbare verkoper(s) (terwijl hij, verdachte, en/of diens mededader(s), wist(en) dat hij/zij die/dat goed(eren) niet wil(den) en/of kon(den) leveren), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; art 326 Wetboek van Strafrecht art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht 5. hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 maart 2008 tot en met 22 maart 2008 te Rotterdam en/of 's-Gravenhage en/of/althans (elders) in Nederland en/of in België tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of vaneen valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [M] (zaak 2.10) heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag groot 750 euro, in elk geval van enig geldbedrag, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid via internet (www.kapaza.be) een laptop, althans enig(e) goed(eren), te koop aangeboden (terwijl hij, verdachte, en/of diens mededader(s), wist(en) dat hij/zij die/dat goed(eren) niet wil(den) en/of kon(den) leveren) en/of met die [M] afgesproken om dat/die goed(eren) te leveren (in (een portiek in) de [straat 2]) (te Rotterdam) tegen (contante) betaling van (een) overeengekomen geldbedrag(en) en/of (telkens) na ontvangst van een geldbedrag van 750,- euro, althans enig geldbedrag, tegen genoemde persoon gezegd dat hij, verdachte, en/of (een van) zijn mededader(s), dat/die goed(eren) zou(den) gaan ophalen teneinde die goed(eren) aan genoemd persoon te overhandigen/leveren en/of zich (aldus) voorgedaan als (een) betrouwbare verkoper(s) en/of (vervolgens) (zonder die goed(eren) aan genoemde perso(o)n(en) te overhandigen/leveren) (via een vluchtroute) de [straat 2], althans de plaats van de (gesuggereerde) transactie, te verlaten, waardoor voornoemde persoon werd bewogen tot bovenomschreven afgifte; art 326 Wetboek van Strafrecht onder parketnummer 09/665526-08 (hierna: dagvaarding II): hij in of omstreeks de periode van 2 januari 2008 tot en met 23 januari 2008 te 's-Gravenhage en/of in België tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [N] en/of [O] heeft bewogen tot de afgifte van 3100 euro, althans enig geldbedrag, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid via internet (www.2dehands.be) drie laptops, althans telkens enig(e) goed(eren), te koop aangeboden (terwijl hij, verdachte, en/of diens mededader(s), wist(en) dat hij/zij die/dat goed(eren) niet wil(den) en/of kon(den) leveren) en/of met die [N] en/of [O] afgesproken om dat/die goed(eren) te leveren (in (een portiek in) de [straat 1]) (te Den Haag) tegen (contante) betaling van (een) overeengekomen geldbedrag(en) en/of (telkens) na ontvangst van voornoemd(e), althans enig(e) geldbedrag(en), tegen genoemde perso(o)n(en) gezegd dat hij, verdachte, en/of (een van) zijn mededader(s), dat/die goed(eren) zou(den) gaan ophalen teneinde die goed(eren) aan genoemd perso(o)n(en) te overhandigen/leveren en/of zich (aldus) voorgedaan als (een) betrouwbare verkoper(s) en/of (vervolgens) (zonder die goed(eren) aan genoemde perso(o)n(en) te overhandigen/leveren) (via een vluchtroute) de [straat 1], althans de plaats van de (gesuggereerde) transactie, te verlaten, waardoor die [N] en/of [O] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte; art 326 Wetboek van Strafrecht 3. Het bewijs 3.1 Het standpunt van de officier van justitie De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte gedurende een periode van ongeveer 4 maanden, telkens tezamen met één of meer mededaders, drie pogingen tot oplichting heeft gepleegd. Daarnaast zou verdachte in diezelfde periode, eveneens met één of meer mededaders, elf personen daadwerkelijk hebben opgelicht. 3.2 Het standpunt van de verdediging De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat géén van de aan verdachte ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kan worden bewezenverklaard. 3.3 De beoordeling van de tenlastelegging(2) Preliminaire overwegingen betreffende het bewijs Door de verdediging is allereerst aangevoerd dat de stemherkenning van verdachte als gebruiker van het telefoonnummer [nummer 1] van het bewijs dient te worden uitgesloten, nu die stemherkenning heeft plaatsgevonden door een verbalisant die reeds eerder bij het onderzoek betrokken was. De stemherkenning zou dan ook niet objectief tot stand zijn gekomen. Verder is door de raadsman in dit kader nog aangevoerd dat de verbalisant niet als deskundige op het gebied van stemherkenningen kan worden aangemerkt. De rechtbank overweegt dienaangaande het volgende. Zij stelt vast dat bij de eerste stemvergelijking tussen de telefoongesprekken gevoerd met het nummer [nummer 1] in de periode 29 februari 2008 tot en met 17 maart 2008 met de stem van de op 17 maart 2008 aangehouden verdachte niet alleen verbalisant [verbalisant 1] betrokken was, doch tevens verbalisant [verbalisant 2]. Door de verdediging is niet aangevoerd dat (ook) deze verbalisant, gelet op eerder in het opsporingsonderzoek verrichte handelingen, vooringenomen zou zijn. Daarvan is ook niet gebleken. Verder doet het enkele feit dat bij de tweede stemvergelijking slechts verbalisant [verbalisant 1] betrokken was naar het oordeel van de rechtbank niet af aan de bewijswaarde van die stemherkenning. De rechtbank acht het meermalen beluisteren van opnames van telefoongesprekken niet zonder meer te vergelijken met herhaalde confrontaties met (foto's van) de verdachte, zoals door de verdediging is gesteld. Verbalisant [verbalisant 1] heeft immers gedurende de verhoren van verdachte diens stem steeds beter kunnen leren kennen, zodat hem bij nadere uitluistering van de taps ook meer bijzonderheden met betrekking tot de overeenkomsten van de over die tap komende stem en de stem van verdachte konden opvallen. Het herhaald beluisteren van een geluidsopname is derhalve van een geheel andere orde dan het nogmaals bekijken van een foto. Om deze redenen kan juist voornoemde verbalisant, uit hoofde van zijn functie en met name zijn werkzaamheden in het kader van deze zaak, naar het oordeel van de rechtbank in staat worden geacht gelijkenissen in de stem van verdachte en de stem uit de tapgesprekken te herkennen. Dat voormelde verbalisant geen wetenschappelijk geschoolde deskundige op het gebied van stemherkenningen is doet daaraan niet af. Op geen enkele wijze is aannemelijk geworden dat in deze zaak wat betreft de stemherkenningen onregelmatigheden zouden hebben plaatsgevonden die dienen te leiden tot bewijsuitsluiting. De rechtbank zal de stemherkenningen dan ook tot het bewijs bezigen. Voorts is door de raadsman aangevoerd dat feit 1 op dagvaarding I is tenlastegelegd als poging tot oplichting, terwijl naar de mening van de verdediging in die zaak sprake was van een voltooid delict. Voor dit feit zou dan ook volgens de verdediging vrijspraak dienen te volgen. De rechtbank komt in deze tot het navolgende oordeel. Van een voltooid delict, te weten oplichting, kan bij feit 1 geen sprake zijn reeds omdat pseudo-koper "Hans" weliswaar een geldbedrag aan medeverdachte [medeverdachte 1] heeft overhandigd voor door hem bestelde koopwaar, maar tot die afgifte op geen enkele wijze is bewogen door oplichtingshandelingen van verdachte danwel zijn mededaders. "Hans" was immers al voorafgaande aan die uitvoeringshandelingen op de hoogte van het feit dat verdachte en zijn mededaders zouden trachten hem middels een bepaalde, bij het opsporingsteam bekende, werkwijze op te lichten. Nu het causaal verband tussen de afgifte van het geldbedrag en de door verdachten gepleegde bedrieglijke handelingen ontbreekt, is naar het oordeel van de rechtbank in deze slechts sprake van een van poging tot oplichting, zoals tenlastegelegd. Tot slot is door de verdediging nog gesteld dat de enkelvoudige confrontaties die in zaak 2.10 zijn uitgevoerd, van het bewijs moeten worden uitgesloten. Daartoe is onder meer aangevoerd dat de foto van verdachte kennelijk reeds tijdens het verhoor op tafel heeft gelegen, hetgeen als uitermate onzorgvuldig moet worden aangemerkt. Volgens de raadsman had voorts in deze niet mogen worden volstaan met een dergelijke confrontatie, maar had een meervoudige (foto)confrontatie dienen plaats te vinden. De rechtbank verwerpt het verweer op de volgende gronden. Zowel aangever [M] als getuige [Q] hebben blijkens de daarvan opgemaakte processen-verbaal tijdens hun verhoren op 21 juni 2008 een duidelijk signalement gegeven van de verkoper "[R]". Zo heeft [M] onder meer verklaard dat [R] geen haar en geen wenkbrauwen had en dat het leek alsof de man een chemotherapie had gevolgd, ten gevolge waarvan al zijn haar was uitgevallen. [Q] heeft gemeld dat [R], voorzover hij dat kon zien nu deze een petje droeg, geen haargroei had. Hij dacht dat hij wellicht te maken had met een kankerpatiënt. Van verdachte was op dat moment reeds bekend dat deze lijdt aan een ziekte - naar zijn eigen verklaring ter terechtzitting: alopecia -, waardoor (al) zijn haar uitvalt. Uit de processen-verbaal blijkt voorts dat aangevers pas op het eind van hun verhoren, derhalve nadat zij voormeld signalement hadden opgegeven, geconfronteerd zijn met een foto van verdachte. De rechtbank kan in de van voormelde verhoren opgemaakte processen-verbaal geen enkele aanwijzing vinden dat die (politie)foto reeds op een eerder moment voor aangevers zichtbaar was. Wat betreft de omstandigheid dat in deze met een enkelvoudige confrontatie is volstaan geldt nog dat het door aangevers opgegeven signalement zo duidelijk en specifiek was, dat een meerwaarde voor de bewijskracht van een herkenning niet kon worden gevonden in een meervoudige confrontatie. Daar komt bij dat het naar het oordeel van de rechtbank vrijwel onmogelijk zou zijn geweest om, gelet op de specifieke uiterlijke kenmerken van verdachte, een meervoudige confrontatie uit te voeren. De rechtbank gaat op grond van de nader aan te halen bewijsmiddelen uit van het volgende. In de periode november 2007 tot en met maart 2007 zijn op een aantal (buitenlandse) internetsites - te weten www.2dehands.be, marktplaza.be, www.kleinanzeigen-landesweit.de, www.hebbes.be, www.kapaza.be en www.kijiji.ch - verkoopadvertenties geplaatst waarin elektronische goederen zoals tv's, laptops en spelcomputers van het type playstation 3 werden aangeboden. Buitenlandse geïnteresseerden, die reageerden op voornoemde advertenties, werd in de regel gemeld dat de goederen tegen een afgesproken prijs konden worden afgehaald in Den Haag. Daartoe werd in de meeste gevallen een afspraak gemaakt in de [straat 1] te Den Haag, een enkele keer werd afgesproken in de [straat 2] te Rotterdam. Korte tijd voor aankomst in Den Haag dienden de latere slachtoffers een in de advertentie vermeld dan wel later aan hen opgegeven 06-nummer te bellen, om zo hun komst aan te kondigen. Aangekomen op de desbetreffende locatie werden zij opgewacht door de zogenaamde verkoper van de goederen die hen meenam naar een portiek van een (galerij)flat. In de centrale hal van die flat werd eerst voor hun ogen een koop afgewikkeld tussen voornoemde "verkoper" en een tweede "klant" - naar achteraf telkens zou blijken een mededader van de "verkoper" - en werden de goederen geleverd aan eerdergenoemde "klant". In dat kader werd door de mededader telkens een geldbedrag overhandigd aan de "verkoper", waarop deze verder het gebouw inliep en even later terugkwam met een doos/tas waarin zich de geleverde goederen zouden bevinden. Nadat de latere slachtoffers, wier vertrouwen was gewekt door voornoemde gang van zaken, op hun beurt een geldsom hadden overhandigd aan de "verkoper", verdween deze wederom het gebouw in, ditmaal echter zonder ooit nog terug te keren. Overwegingen met betrekking tot het bewijs ten aanzien van feit 1 (dagvaarding I; zaak 1): Op 5 maart 2008 is door een politie-infiltrant, verder aangeduid als "Hans", gereageerd op een advertentie op marktplaza.be betreffende een Sony playstation 3. Deze playstation werd voor € 280,-- te koop aangeboden door ene [S] uit Antwerpen. De tekst van die advertentie hield onder meer in dat als extra game zou worden bijgeleverd het spel "Heaverly (sic) sword".(3) : Nadat "Hans" op 5 maart 2008 middels het emailadres [e-mailadres 1] contact had gezocht met de adverteerder, kreeg hij op 6 maart 2008 een antwoord afkomstig van het email-adres [e-mailadres 2]. Deze email was voorzien van de naam [S] onder vermelding van het telefoonnummer [nummer 1]. Verder hield dit bericht onder meer een omschrijving van de spelcomputer en de daarbij te leveren extra's in en de melding dat de spelcomputers uitsluitend per 10 stuks werden verkocht. Nadat "Hans" op 6 maart 2008 nogmaals contact had gezocht met de adverteerder, kreeg hij een reactie van ene [T], die ondertekende als "Gereral (sic) manager", onder vermelding van wederom het gsm-nummer [nummer 1]. Die email hield verder onder meer de bevestiging in dat 10 playstations 3 konden worden afgenomen voor € 2800,-- waarbij als "de (sic) afhaaladres" werd genoemd: "S`Gravehage (sic) Den Haag, [straat 1] 566 [postcode] Nederland".(4) Na telefonisch contact met voormelde [T] is uiteindelijk een ontmoeting gepland voor 17 maart 2008. Op voormelde dag omstreeks 16.15 uur arriveerde "Hans" in de [straat 1], alwaar hij [T] zou treffen om de transactie af te handelen. Vervolgens heeft hij voornoemd gsm-nummer gebeld om te melden dat hij op de afgesproken plaats was aangekomen. Na herhaald telefonisch contact heeft uiteindelijk de pseudokoop tussen "Hans" en een zogenaamde collega van [T], naar later bleek medeverdachte [medeverdachte 1], plaatsgevonden in een portiek behorende bij de galerijflat aan de [straat 1]. Allereerst heeft er in dit portiek een nep-deal betreffende een laptop plaatsgevonden tussen [medeverdachte 1] en medeverdachte [medeverdachte 2], waarop "Hans" € 2800,-- aan [medeverdachte 1] heeft overhandigd.(5) Vervolgens is [medeverdachte 1] de trap opgelopen en uit het zicht verdwenen.(6) [medeverdachte 2], in het bezit van een zwarte laptoptas, is om 17.05 uur in de [straat 3] aangehouden. Nadat werd gezien dat [medeverdachte 1] over de galerij van de 1e etage van het appartementencomplex wegrende in de richting van de uitgang aan de zijde van de [straat 3] werd ook deze, te weten om 17.15 uur, in voormelde straat aangehouden. Verdachte, die door het observatieteam voorafgaande aan de pseudokoop werd gezien in het gezelschap van de twee aangehouden medeverdachten en tevens enige tijd in bezit is geweest van de zwarte laptoptas, is ontkomen.(7) Voor wat betreft het oordeel dat verdachte de derde bij voormelde oplichting betrokken persoon is geweest, overweegt de rechtbank in het bijzonder nog het volgende. [medeverdachte 2] heeft verklaard op 17 maart 2008 met [medeverdachte 1] en een andere jongen vanuit Rotterdam naar Den Haag te zijn gekomen.(8) Verdachte is door een lid van het observatieteam herkend. Tijdens de observatie werd gezien dat verdachte zich tezamen met de later aangehouden medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] heeft opgehouden nabij en in (het portiek van) het appartementencomplex waar later de oplichtingshandelingen hebben plaatsgevonden. Verder werd gezien dat verdachte kort voordat "Hans" door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] werd aangesproken, het portiek weer inliep met de zwarte laptoptas, die later door [medeverdachte 2] tijdens de neptransactie met [medeverdachte 1] als zogenaamde koopwaar in ontvangst is genomen.(9) Voorts was medeverdachte [medeverdachte 2] ten tijde van zijn aanhouding mobiel aan het bellen met het nummer [nummer 2]. Dit telefoonnummer stond in de onder [medeverdachte 2] in beslag genomen telefoon gekoppeld aan de naam "Kale", één van de bijnamen van verdachte.(10) Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat de gsm met het nr. [nummer 1], derhalve het nummer waarop "[T]" was te bereiken, voorafgaande aan de pseudo-koop gebruik maakte van steunzenders in Rotterdam (Bergweg en Vlaggenmanstraat) en ten tijde van de pseudo-koop de steunzender aanstraalde aan de Lijnbaan in Den Haag, gelegen in de directe nabijheid van de plaats delict.(11) De stem van de gebruiker van voormeld nummer is bij het uitluisteren van de getapte gesprekken betreffende de periode 29 februari 2008 tot en met 17 maart 2008 herkend als de stem van verdachte.(12) Gelet op het voorgaande, in onderlinge samenhang bezien, acht de rechtbank bewezen dat verdachte de poging tot oplichting heeft medegepleegd. Overwegingen met betrekking tot het bewijs ten aanzien van feit 2: Zaak 2.2 Op 22 november 2007 heeft [A] uit [woonplaats] (België) aangifte gedaan terzake van oplichting. Het slachtoffer had per mail gereageerd op een advertentie op www.2dehands.be, waarin een playstation 3 te koop werd aangeboden.(13) De adverteerder maakte gebruik van het emailadres [e-mailadres 3]. [A] kreeg hierop een reactie inhoudende dat de spelcomputers slechts per 10 stuks werden verkocht. De desbetreffende mail vermeldde als afzender [U] te Antwerpen en het telefoonnummer [nummer 3].(14) Het slachtoffer heeft, tezamen met [V], een bestelling geplaatst van 30 stuks ad € 7300,-, welke bestelling per mail werd bevestigd. Als afhaaladres werd opgegeven [straat 1] 256 te Den Haag. Op 22 november 2007 is het slachtoffer tezamen met [V] naar Den Haag gereden om de spelcomputers op te halen. Aldaar aangekomen heeft hij het in de advertentie vermelde nummer gebeld en laten weten te zijn gearriveerd, waarop hij ongeveer een kwartier later werd aangesproken door de zogenaamde verkoper van de spelcomputers. Volgens dezelfde werkwijze als in de onder 1 bewezenverklaarde zaak is vervolgens door de "verkoper" op de galerij van een flatgebouw eerst een andere "klant" geholpen, die een plasmatelevisie zou hebben besteld. [V] heeft vervolgens een contract getekend voor de 30 spelcomputers, waarop de "verkoper" met het geld van de twee Belgen naar boven is gelopen en niet meer is teruggekeerd.(15) Na 22 november 2007 hebben er geen telefonische contacten meer plaatsgevonden met het telefoonnummer vermeld in de advertentie. Uit onderzoek is gebleken dat de gsm met nummer [nummer 3] daarvoor veelal gebruik maakte van de steunzender Vlaggemanstraat te Rotterdam, maar ten tijde van het delict de zendmast aan de Laan in Den Haag aanstraalde, welke steunzender vlakbij de [straat 1] is gesitueerd.(16) Zaak 2.4 Op 6 februari 2008 is aangifte gedaan door [B], woonachtig in [woonplaats] (België). Deze heeft op 28 november 2007 een mail verzonden naar [e-mailadres 4], in verband met een advertentie op www.2dehands.be betreffende een plasmatelevisie. Voor meer informatie kon volgens voornoemde advertentie contact opgenomen worden met [U], onder gebruikmaking van het nummer [telefoonnummer 4]. Volgens de bevestiging van de bestelling kon de desbetreffende tv worden afgehaald op het adres [straat 1] 251 te [postcode] Den Haag. Op 8 december 2007 is het rond 14.00 uur in de [straat 1] tot een ontmoeting gekomen tussen de "verkoper" van de plasmatelevisie, het slachtoffer en diens vrouw. [B] is meegenomen naar een portiek, waar al een andere "klant" stond te wachten. Uiteindelijk is [B], op de wijze zoals hiervoor reeds beschreven, opgelicht voor een bedrag van € 2400,--.(17) In het dossier bevindt zich voorts een afschrift van het e-mailverkeer tussen het slachtoffer en [U]. De bevestiging van [U] houdt onder meer het volgende in: "De (sic) afhaaladres: ' S'gravehage (sic) Den Haag, [straat 1] 251[postcode]" en "Wanneer zou u deze (sic) toestel kunnen afhalen?".(18) Uit onderzoek is gebleken dat voornoemd mailbericht is verzonden vanuit de telecom/internetwinkel [winkel], gevestigd [adres] te Rotterdam.(19) Verder is uit onderzoek gebleken dat de telefoon met het nummer [nummer 4] in de periode 27 november 2007 tot en met 10 december 2007 overwegend gebruik maakte van steunzenders in Rotterdam, met name de zendmast op de Willibrordusstraat. Slechts in 2 gevallen was dit anders, waaronder op 8 december 2007. Om 13.52 uur die dag werd de steunzender op de Spijkermakersstraat/Binnendoor te Den Haag aangestraald.(20) De Spijkermakersstraat bevindt zich in de onmiddellijke nabijheid van de [straat 1]. Zaak 2.5 Op 5 januari 2008 is aangifte gedaan door [C] uit [woonplaats] (Duitsland). Het slachtoffer zag op 24 december 2007 op de Zwitserse koopjessite www.kijiji.ch een advertentie betreffende laptops. Bij deze advertentie hoorde het e-mailadres [W]@gmail.com. Met deze [W] werd uiteindelijk via de mail afgesproken dat 3 laptops zouden worden afgenomen tegen een bedrag van € 3.210,--. De levering diende plaats te vinden op 5 januari 2008 op het adres [straat 1] 253 [postcode] te Den Haag.(21) Omstreeks 15.50 uur werden het slachtoffer en haar vriend aangesproken in de [straat 1] door een man die zich [X] noemde. In het trappenhuis van een flat aan de [straat 1] heeft zich vervolgens een gang van zaken afgespeeld zoals eerder aangegeven. "X" nam € 3210,-- in ontvangst voor de levering van de laptops, liep naar boven om deze zogenaamd te halen, maar keerde niet terug.(22) Het in een mailbericht door de persoon zich noemende [W] opgegeven telefoonnummer, te weten [nummer 5], maakte in de periode 24 december 2007 tot en met 6 januari 2008 gebruik van steunzenders in Rotterdam, in de meeste gevallen betrof dit de steunzender in de Willibrordusstraat.(23) Zaak 2.6 Op 9 januari 2008 zag [D], woonachtig te [woonplaats] (België), op www.2ehands.be een advertentie betreffende spelcomputers van het type playstation 3. Middels het in die advertentie genoemde telefoonnummer [nummer 5] van "Gereral (sic) Manager [T]" is een afspraak gemaakt voor 11 januari 2008. Het slachtoffer zou op het adres [straat 1] 560 te Den Haag 30 spelcomputers geleverd krijgen. [D] heeft in een trappenhuis van een gebouw aan de [straat 1] in totaal € 1900,-- - waarvan €1200,-- aan hem toebehoorde en de rest aan zijn vriend [E] - overgedragen aan de verkoper, nadat hij eerst een levering van een laptop aan een zich als "klant" voordoende mededader had gadegeslagen. Vervolgens heeft de "verkoper" zich via het trappenhuis van voormelde flat met het geld uit de voeten gemaakt.(24) Uit onderzoek is gebleken dat voormeld telefoonnummer, te weten [nummer 5], in de periode 24 december 2007 tot en met 6 januari 2008 gebruik maakte van steunzenders in Rotterdam; in de meeste gevallen betrof dit de steunzender in de Willibrordusstraat.(25) Zaak 2.7 Op 29 februari 2008 is de aangifte opgenomen van [F] uit [woonplaats] (België). Deze had gereageerd op een advertentie geplaatst op www.marktplaza.be aangaande een laptop van het merk Apple. Op 27 februari 2008 kreeg hij antwoord van de adverteerder, die gebruik maakte van het emailaccount [e-mailadres 5]. Dit bericht hield onder meer in: "De (sic) afhaaladres: "S'gravehage (sic) Den Haag, [straat 1] 251[postcode] Nederland" en "Wanneer zou u deze (sic) toestel kunnen afhalen?".(26) De afzender was blijkens het mailtje ene [Y] met het telefoonnummer [nummer 1]. Op 29 februari 2008 had het slachtoffer een ontmoeting met een man bij het appartementenblok 2 op de [straat 1]. Nadat hij rond 17.24 uur op straat was benaderd is hij met de zogenaamde verkoper meegelopen naar appartementenblok 5. Daar stond reeds een medeverdachte te wachten die zich voordeed als een klant die eveneens een laptop kwam afhalen. Nadat eerst deze klant zogenaamd was geholpen aan een nieuwe laptoptas met bijbehorende inhoud, heeft het slachtoffer een bedrag van € 1520,-- overhandigd. Deze keer kwam de "verkoper" echter niet meer met de bestelde waar terug naar beneden.(27) Het door de adverteerder gestuurde mailbericht bleek na onderzoek afkomstig te zijn van het ip-adres behorende bij telecom/internetwinkel [winkel], gevestigd [adres] te Rotterdam.(28) Verder bleek uit onderzoek dat de gsm met het nummer [nummer 1] in de periode 1 februari 2008 tot en met 29 februari 2008 veelal gebruik maakte van steunzenders te Rotterdam, de Vlaggemanstraat, Ammersooiseplein en de Bergweg. Op 29 februari te 17.25 uur belde de gsm het telefoonnummer van [F] en straalde op dat moment de zendmast aan de Lijnbaan te Den Haag aan, die zich op korte afstand bevindt van de [straat 1](29) Ook de gsm in gebruik bij verdachte ([nummer]) bevindt zich op dat moment in Den Haag; onder meer wordt om 17.28 uur gebruik gemaakt van de steunzender Lijnbaan te Den Haag.(30) Zaak 2.8 [G], woonachtig in [woonplaats] (Duitsland) was geïnteresseerd in een laptop van het merk Apple die hij had gezien in een advertentie op www.kleinanzeigen.de. Op zijn mailbericht volgde een reactie van ene [Z], die gebruikmaakte van het e-mailadres [Z]@yahoo.com.(31) Deze [Z] was te bereiken via het telefoonnummer [nummer 6]. Het slachtoffer zou 2 laptops afnemen voor een bedrag van € 2500,--. Die laptops konden worden afgehaald op het adres [straat 1] 249 - welk nummer later werd gewijzigd in 517 [postcode] 's Gravenhage.(32) Op 2 februari 2008 was [G] in Den Haag, alwaar hij in de hal van een flatgebouw, nadat eerst een andere "klant" op de hierboven reeds beschreven wijze was geholpen, zijn € 1250 aan de "verkoper" - die stelde een werknemer van [Z] te zijn - afstond. Dit deed hij na telefonisch contact met [Z], die met hem overeenkwam eerst het geld voor één laptop aan zijn medeverdachte te overhandigen, nu [G] de gang van zaken niet helemaal vertrouwde. De "verkoper" liep vervolgens onder meeneming van het geldbedrag de trap in het flatgebouw op om niet meer terug te keren.(33) Uit onderzoek naar het gsm-nummer [nummer 6] is onder meer gebleken dat voornoemde gsm op 2 februari 14 keer telefonisch contact heeft gehad met het nummer van [G] en daarbij zendmasten aanstraalde op de Willibrordusstraat en de Bergweg te Rotterdam.(34) Zaak 2.9 Op 13 maart 2008 deed [H] uit [woonplaats] (België) aangifte van oplichting. Via de internetsite www.hebbes.be had zij contact opgenomen met een persoon die zich voordeed als [R], met het gsm-nummer [nummer 7] en het mailadres [voornaam R]@yahoo.com.(35) Bij deze [R] heeft het slachtoffer een laptop van het merk Apple besteld. Op 12 februari 2008 had zij met deze [R] afgesproken op het afhaaladres [straat 1] 355 [postcode] "s,Gravehage (sic) (Den Haag)". Bij telefonisch contact op de plaats van bestemming, omstreeks 11.30 uur, kreeg zij te horen dat een collega van [R] de overdracht zou regelen. Vervolgens is zij even later aangesproken door een persoon die haar meenam naar een appartementencomplex aan de [straat 1]. In de centrale hal van dit complex heeft eerst de overdracht van een laptop(tas) plaatsgevonden aan een andere "klant", waarop het slachtoffer haar € 1400,-- heeft afgegeven aan de "verkoper". Deze liep vervolgens de trap omhoog en kwam niet meer terug.(36) Uit onderzoek naar de telefoon met nr. [nummer 7] bleek dat deze in het merendeel van de gevallen gebruikmaakte van de steunzenders op de Willibrordusstraat en de Bergweg te Rotterdam. Op 13 maart 2008 te 13.12 uur maakte de telefoon echter gebruik van de steunzender Laan van 's Gravenmade te Den Haag. Verder bleek uit onderzoek dat de telefoon in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 1] op 13 maart 2008 om 12.48 uur een steunzender op de Paviljoensgracht/Spijkermanstraat te Den Haag - op korte afstand van de [straat 1] - aanstraalde. De telefoon met nr. [nummer 2], in gebruik bij verdachte, straalde om 12.46 uur die dag de zendmast op de Lijnbaan aan, die zich op korte afstand van de [straat 1] te Den Haag bevindt.(37) Overwegingen met betrekking tot het bewijs ten aanzien van feit 3 (zaak 2.3): Op 3 december 2007 werd de aangifte opgenomen van [J] uit [woonplaats] (België). Het slachtoffer had via www.tweedehands.be gereageerd op een advertentie betreffende spelcomputers van het type playstation 3. Middels het telefoonnummer [nummer 4] had hij herhaaldelijk contact met de adverteerder. Op 2 december 2007 heeft hij door middel van een e-mailbericht een bestelling geplaatst voor 10 spelcomputers. Deze konden de volgende dag om 18.00 uur worden afgehaald op het adres [straat 1] 258 te Den Haag. [J], die met zijn vader ([K]) naar Den Haag was afgereisd, werd uiteindelijk gebeld dat een collega voor voormeld adres op hem zou wachten. Deze medeverdachte toonde [J] een factuur voor € 2999,-- voor 10 spelcomputers. Nu [J] de situatie niet vertrouwde en met die collega geen zaken wilde doen, werd telefonisch contact gezocht met de verkoper. Deze kwam uiteindelijk rond 22.20 uur ter plaatse. [J] heeft toen het geldbedrag aan deze persoon getoond, waarop zijn vader met de "verkoper" het flatgebouw binnen is gegaan om de goederen te bekijken. In dit flatgebouw werd de vader van [J] door de "verkoper" alleen achtergelaten op de 4e verdieping.(38) Nadat zich een bedreigende situatie had voorgedaan, waardoor [J] het gevoel kreeg dat 2 mannen trachtten hem van zijn geld te beroven, heeft hij zijn vader en 112 gebeld.(39) Onderzoek naar het in deze zaak gebezigde telefoonnummer [nummer 4] heeft uitgewezen dat de bij dit nummer behorende telefoon in de periode 27 november 2007 tot en met 10 december 2007 overwegend gebruik maakte van steunzenders in Rotterdam, met name de zendmast op de Willibrordusstraat. Slechts in 2 gevallen was dit anders, waaronder op 3 december 2007. Om 21.45 uur die dag werd de steunzender op de Laan te Den Haag aangestraald.(40) Overwegingen met betrekking tot het bewijs ten aanzien van feit 4 (zaak 2.7): Op 3 maart 2008 werd een telefoongesprek afgeluisterd dat werd gevoerd tussen het getapte nummer [nummer 1] en het nummer [nummer 8]. De gebruiker van laatstgenoemd nummer wilde een afspraak maken voor de afname van 10 spelcomputers type playstation 3. De gebruiker van de getapte telefoon gaf aan dat een email zou worden verzonden met de datum waarop de goederen konden worden afgehaald. Vervolgens is door de politie contact opgenomen met de gebruiker van het Belgische telefoonnummer, te weten [L].(41) [L] verklaarde op 4 maart 2008 dat hij op www.marktplaza.be een advertentie had gezien betreffende een playstation 3. De aanbieder van deze spelcomputer stond vermeld als [S] uit Antwerpen. Op 1 maart 2008 heeft [L] een mailbericht van deze [S] ontvangen, dat was verzonden vanaf het adres [e-mailadres 2]. Voormelde [S] schreef bereikbaar te zijn onder het nummer [telefoonnummer 1]. In het telefonisch contact van 3 maart 2008 had deze man hem onder meer uitgelegd dat hij de spelcomputers in partijen van 10 kon kopen en dat hij deze kon afhalen in 's-Gravenhage in Nederland.(42) De desbetreffende advertentietekst vermeldt onder meer als bijgevoegde game "heaverly sword".(43) De aan [L] verzonden mailberichten houden onder meer in "De (sic) afhaaladres: S' Gravehage (sic) Den Haag, [straat 1] 566 [postcode] Nederland", "factuurs" (sic), "Gereral (sic) Manager [T]" en "heavely (sic) sword".(44) De stem van de gebruiker van nummer [telefoonnummer 1] is bij het uitluisteren van de getapte gesprekken betreffende de periode 29 februari 2008 tot en met 17 maart 2008 herkend als de stem van verdachte.(45) Overwegingen met betrekking tot het bewijs ten aanzien van feit 5 (zaak 2.10): Op 12 maart 2008 heeft [M] uit [woonplaats] (België) gereageerd op een advertentie geplaatst op www.kapaza.be betreffende een laptop van het merk Apple. [M] heeft een dergelijke laptop besteld via het e-mailadres [R]@yahoo.com. Vervolgens heeft telefonisch contact plaatsgevonden met voormelde [R], die gebruik maakte van het nummer [nummer 9].(46) Er werd overeengekomen de laptop te overhandigen op 22 maart 2008, en wel op het adres [straat 1] 355 te Den Haag. Op 20 maart 2008 werd [M] gebeld vanaf het nummer [nummer 10], en werd hem gemeld dat het afhaaladres was gewijzigd in [straat 2] 37 te Rotterdam.(47) Op 22 maart 2008 heeft [M], die in het gezelschap was van [Q], een ontmoeting gehad in voornoemde straat te Rotterdam. Wederom diende eerst in de centrale hal van een flatgebouw een reeds wachtende klant te worden geholpen. [M] heeft vervolgens aan de "verkoper" een aanbetaling van € 750 meegegeven. De "verkoper" zou daarop de laptop en de factuur komen brengen, hetgeen niet gebeurde.(48) [M] heeft verdachte aan de hand van een politiefoto herkend als degene die zich aan hem voorstelde als [R], de "verkoper" die hij ontmoette in de [straat 2] te Rotterdam.(49) Ook [Q] heeft verdachte aan de hand van diezelfde foto herkend als de desbetreffende "verkoper", genaamd [R].(50) Overwegingen met betrekking tot het bewijs ten aanzien van het feit vermeld op dagvaarding II (zaak 2.11): Op 23 januari 2008 hebben [N], [O] en [P] uit [woonplaats] (België) aangifte gedaan ter zake van oplichting. Op 2 januari 2008 had [N] gereageerd op een advertentie op www.2dehands.be betreffende een laptop van het merk Apple. Vervolgens kreeg hij per mail antwoord van ene [U], met wie hij na enkele telefonische contacten de afspraak heeft gemaakt om 3 laptops af te nemen. Overeengekomen werd dat die laptops op 23 januari 2008 konden worden afgehaald op het adres [straat 1] 251 te Den Haag. De mail van [U] houdt dienaangaande onder meer in: "De (sic) afhaaladres: S'gravehage (sic) Den Haag [straat 1] 251 [postcode] Den Haag" en "Wanneer zou u deze (sic) toestel kunnen afhalen?".(51) Op 23 januari 2008 zijn [N] en zijn vrienden [O] en [P] door een man aangesproken in voormelde straat. Deze "verkoper" was in het gezelschap van een andere "klant". Deze werd als eerste geholpen en aan hem werd, na betaling, een laptop overhandigd. Nadat [N] aan de verkoper een bedrag van € 3100,-- had gegeven liep deze man weg, zogenaamd om de laptops te halen, maar keerde niet terug.(52) [N] heeft verklaard meerdere telefonische contacten gehad te hebben met [U], die gebruik maakte van het nummer [nummer 11].(53) Bij de doorzoeking van verdachtes woning werd een aanvraag d.d. 6 december 2007 voor een uitkering op naam van verdachte aangetroffen, waarop dit nummer stond vermeld als telefoonnummer van verdachte. Verder wees onderzoek uit dat de mails van [U] waren verstuurd vanaf een computer met het ip-adres behorende bij sigarenmagazijn/internetcafé [naam], gevestigd [adres] te Rotterdam.(54) Nadere overweging met betrekking tot het bewijs Alle slachtoffers zijn op dezelfde, hiervoor uitvoerig beschreven wijze, opgelicht dan wel is getracht hen aldus op te lichten. De overtuiging dat verdachte bij alle tenlastegelegde feiten als medepleger betrokken is geweest, grondt de rechtbank, naast op voormelde reeds aangehaalde bewijsmiddelen, op de volgende nader te noemen omstandigheden. In vrijwel alle tenlastegelegde feiten zou of heeft de oplichting feitelijk plaatsgevonden in een flatgebouw aan de [straat 1] te Den Haag. Slechts in zaak 2.10 heeft de feitelijke ontmoeting plaatsgehad in een ander flatgebouw, welke verandering van plaats delict naar het oordeel van de rechtbank evenwel slechts haar oorzaak vindt in de omstandigheid dat twee medeverdachten enkele dagen eerder vlakbij de [straat 1] waren aangehouden. De rechtbank wijst er in dit verband nog op dat ook in zaak 2.10 aanvankelijk in de [straat 1] was afgesproken, terwijl de nadere afspraak te Rotterdam gemaakt is kort nadat de politieactie in de [straat 1] tot twee aanhoudingen had geleid. Bij feit 1 (zaak 1), welk feit is geëindigd in de aanhouding van medeverdachte [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2], is verdachte op de plaats delict herkend door een lid van het observatieteam. Verder is zijn stem - net als ten aanzien van feit 4 (zaak 1) - herkend als degene die met "Hans" telefonisch contact heeft gehad middels het nummer [nummer 1]. In deze zaak zijn voorts, gelijk ten aanzien van feit 4, mailberichten verzonden middels het mailaccount [e-mailadres 2] door "Gereral Manager" [T]. De term Gereral manager" wordt, inclusief spelfout, tevens gebezigd in zaak 2.2 en 2.6 en ook de naam [T] komt terug in zaak 2.6. De advertentietekst en de mailberichten, verzonden door de plegers van de strafbare feiten, bevatten in feiten 1 en 4 dezelfde (spel)fouten. Het mailbericht betreffende feit 4 houdt onder meer in: "De afhaaladres: S' Gravehage Den Haag, [straat 1] (...) [postcode] Nederland". Diezelfde zinsnede komt terug in mailberichten in de zaken 2.2, 2.4, 2.7 en 2.11. Verder wordt de mail in de zaken 2.2, 2.4 en 2.11 telkens ondertekend met de naam [U]. Deze mailberichten zijn voorts in de zaken 2.4 en 2.7 verzonden vanuit dezelfde telecom/internetwinkel, te weten [naam] te Rotterdam. Verdachte is door de slachtoffers van zaak 2.10 herkend als de verkoper [R]. Die naam is door de verdachten ook gebezigd in zaak 2.9. Voorts straalden de in de zaken 2.5, 2.6 en 2.8 voor de oplichtingen gebezigde gsm's met name steunzenders aan in de Willibrordusstraat en/of de Bergweg te Rotterdam. Ook in de overige zaken werd, mits de desbetreffende telefoons zich niet ten tijde van het delict in de directe omgeving van de [straat 1] bevonden, met name van deze zendmasten gebruik gemaakt. In de zaken 2.5 en 2.6 is voorts gebruik gemaakt van hetzelfde telefoonnummer, te weten [nummer 5]. In alle zaken, waarin in een emailadres het afhaaladres wordt genoemd, wordt de postcode [postcode] gebruikt. Deze postcode behoort echter alleen bij de adressen [straat 1] [nummers] te Den Haag.(55) Gelet op de in alle zaken op essentiële punten overeenkomende modus operandi acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte bij alle aan hem tenlastegelegde feiten als medepleger betrokken is geweest. De omstandigheid dat niet ten aanzien van al deze feiten kan worden vastgesteld dat verdachte daadwerkelijk uitvoeringshandelingen heeft gepleegd, doet aan het voorgaande niet af. Voor het aannemen van medeplegen is dit immers niet zonder meer noodzakelijk. Duidelijk is dat in deze sprake is geweest van een groep van tenminste 3 personen, waarin wellicht de rolverdeling per feit enigszins verschillend was, maar waarbij in ieder geval telkens sprake was van een vaste kern, bestaande uit onder meer verdachte. Uit het voorgaande volgt dan ook dat de rechtbank van oordeel is dat het enkele feit dat verdachte bij sommige bewezenverklaarde feiten slechts een rol op de achtergrond heeft vervuld, er niet aan in de weg staat hem als medepleger van diezelfde feiten te zien. 3.4 De bewezenverklaring De rechtbank acht op grond van het voorgaande ten laste van verdachte wettig en overtuigend bewezen dat Dagvaarding I: 1. hij op 17 maart 2008 te 's-Gravenhage ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen, 'Hans' en/of de gebruiker van het e-mailadres '[e-mailadres 1]' en/of (een medewerker van) Politie Haaglanden, te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag van 2.800 euro, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid met zijn mededaders, via internet (www.marktplaza.be) tien playstations (3) en twee controllers en drie games te koop heeft aangeboden en met die 'Hans' en/of gebruiker van het e-mailadres '[e-mailadres 1]' en/of (medewerker van) Politie Haaglanden, heeft afgesproken om die goederen te leveren in de [straat 1] te Den Haag tegen (contante) betaling van een overeengekomen, geldbedrag, en aan die 'Hans' en/of gebruiker van het e-mailadres '[e-mailadres 1]' en/of (medewerker van) Politie Haaglanden, heeft gevraagd over te gaan tot (contante) betaling van een geldbedrag en zich (aldus) heeft voorgedaan als (een) betrouwbare verkoper terwijl hij, verdachte, en diens mededaders, wisten dat zij die goederen niet wilden en konden leveren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 2. hij op tijdstippen in de periode van 15 november 2007 tot en met 29 februari 2008 te Rotterdam en 's-Gravenhage en in België en in Duitsland en in Zwitserland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen a) [A] (zaak 2.2) en b) [B] (zaak 2.4) en c) [C] (zaak 2.5) en d) [D] en [E] (zaak 2.6) en e) [F] (zaak 2.7) en f) [G] (zaak 2.8) en g) [H] (zaak 2.9) heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag groot a) 7.300 euro en b) 2.400 euro en c) 3.210 euro en d) 1.200 euro en 700 euro en e) 1.520 euro en f) 1.250 euro en g) 1.400 euro, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid (telkens) via internet (www.2dehands.be en www.kijiji.ch en www.marktplaza.be en www.kleinanzeigen-landesweit.de en www.hebbes.be) a) dertig playstations (3) en b) een (Pioneer 50XD HD) plasmatelevisie en c) drie laptops d) dertig playstations (3) en een aantal games en e) een (Apple-)computer (Macbook 17'' 2,4) en f) twee laptops en g) een laptop, te koop aangeboden terwijl hij, verdachte, en diens mededader(s), wist(en) dat zij die goederen niet wilden en konden leveren en met die [A] en [B] en [C] en [D] en [E] en [F] en [G] en [H] afgesproken om die goederen te leveren in de [straat 1] te Den Haag tegen (contante) betaling van een overeengekomen geldbedragen en (telkens) na ontvangst van voornoemde geldbedragen tegen genoemde personen gezegd dat hij, verdachte, en/of (een van) zijn mededader(s), die goederen zouden gaan ophalen teneinde die goederen aan genoemde personen te overhandigen/leveren en zich (aldus) voorgedaan als betrouwbare verkopers en (vervolgens) zonder die goederen aan genoemde personen te overhandigen/leveren via een vluchtroute de [straat 1] te verlaten, waardoor voornoemde personen (telkens) werden bewogen tot bovenomschreven afgifte; 3. hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2007 tot en met 3 december 2007 te Rotterdam en 's-Gravenhage en/of/althans en [plaats] (België) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen, [J] te bewegen tot de afgifte van 2.999 euro, hebbende verdachte en zijn mededaders met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid (telkens) via internet (www.2dehands.be) tien playstations (3) en twee controllers en twee games te koop aangeboden en met die de [J] en diens vader afgesproken om die goederen te leveren in de [straat 1] te Den Haag tegen (contante) betaling van (een) overeengekomen geldbedrag, en aan de vader van die [J] gevraagd over te gaan tot (contante) betaling van een geldbedrag en zich (aldus) voorgedaan als betrouwbare verkopers terwijl hij, verdachte, en diens mededaders, wisten dat zij die goederen niet wilden en konden leveren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 4. hij op tijdstippen in de periode van 3 maart 2008 tot en met 4 maart 2008 te Rotterdam en [plaats] (België), ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen, [L] te bewegen tot de afgifte van enig (nader overeen te komen) geldbedrag, hebbende verdachte en zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid (telkens) via internet (www.marktplaza.be) tien playstations (3) te koop aangeboden en met die [L] afgesproken om die goederen te leveren in Den Haag tegen (contante) betaling van een nader overeen te komen geldbedrag en zich (aldus) voorgedaan als een betrouwbare verkoper terwijl hij, verdachte, en diens mededader(s), wisten dat zij die goederen niet wilden en konden leveren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 5. hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 maart 2008 tot en met 22 maart 2008 te Rotterdam en in België tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen [M] (zaak 2.10) heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag groot 750 euro, hebbende verdachte en zijn mededader met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid via internet (www.kapaza.be) een laptop te koop aangeboden terwijl hij, verdachte en diens mededader wisten dat zij dat goed niet wilden en konden leveren en met die [M] afgesproken om dat goederen te leveren in de [straat 2] te Rotterdam tegen (contante) betaling van een overeengekomen geldbedrag en na ontvangst van een geldbedrag van 750,- euro tegen genoemde persoon gezegd dat hij, verdachte, en/of zijn mededader, dat goed zouden gaan ophalen teneinde dat goed aan genoemd persoon te overhandigen/leveren en zich (aldus) voorgedaan als een betrouwbare verkoper en vervolgens zonder dat goed aan genoemde persoon te overhandigen/leveren de [straat] te verlaten, waardoor voornoemde persoon werd bewogen tot bovenomschreven afgifte; Dagvaarding II: hij in de periode van 2 januari 2008 tot en met 23 januari 2008 te 's-Gravenhage en in België tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen [N] en [O] heeft bewogen tot de afgifte van 3100 euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid via internet (www.2dehands.be) drie laptops te koop aangeboden (terwijl hij, verdachte, en diens mededaders, wisten dat zij die goederen niet wilden en/of konden leveren) en met die [N] en [O] afgesproken om die goederen te leveren in een portiek in de [straat 1] te Den Haag tegen contante betaling van een overeengekomen geldbedrag en na ontvangst van voornoemd geldbedrag, tegen genoemde personen gezegd dat hij, verdachte die goederen zou gaan ophalen teneinde die goederen aan genoemd personen te overhandigen/leveren en zich aldus voorgedaan als een betrouwbare verkoper en vervolgens zonder die goederen aan genoemde personen te overhandigen/leveren via een vluchtroute de [straat 1] te verlaten, waardoor die [N] en Van [O] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte. 5. De strafbaarheid van de feiten en van de verdachte Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op. Evenmin zijn omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten, zodat verdachte terzake ook strafbaar is. 6. De straf 6.1 De vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte terzake van alle hem bij dagvaarding I en II tenlastegelegde feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, alsmede tot een geldboete van € 10.000,--. 6.2 Het standpunt van de verdediging De raadsman heeft primair gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van alle op de tenlastelegging vermelde feiten. Subsidiair heeft de raadsman betoogd dat de rechtbank verdachte terzake van de feiten vermeld op dagvaarding I onder 1 en 5 en het feit vermeldop dagvaarding II zal veroordelen tot een gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden. 6.3 Het oordeel van de rechtbank Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Voorts wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich, in een betrekkelijk korte periode, telkens samen met één dan wel meerdere anderen schuldig gemaakt aan diverse pogingen tot oplichting en de daadwerkelijke oplichting van elf personen. Daarbij is de slachtoffers telkens een aanzienlijk geldbedrag afhandig gemaakt dan wel is dat geprobeerd. Verdachte en zijn mededaders hebben bewust gekozen voor in het buitenland woonachtige slachtoffers door middel van het plaatsen van advertenties op Duitstalige en Belgische internetsites. De slachtoffers waren zodoende niet bekend met de plaatselijke bijzonderheden van de omgeving waarin de feitelijke oplichtingshandelingen hebben plaatsgevonden, hetgeen hen bijzonder kwetsbaar en tot makkelijke doelwitten maakte. Vervolgens heeft hij zich door degenen die de goederen wilden kopen vooruit laten betalen, terwijl hij deze goederen nimmer heeft geleverd en heeft willen leveren. Verdachte heeft aldus misbruik gemaakt van het door die personen in hem gestelde vertrouwen met als kennelijk doel eigen financieel gewin. Daarnaast heeft hij door zijn handelwijze het vertrouwen in de handel via het internet in het algemeen schade toegebracht. Dit rekent de rechtbank hem zwaar aan. Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank voorts acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie van 19 mei 2008. Uit dit uittreksel volgt dat verdachte reeds eerder en recent voor soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld tot onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Verdachte heeft hier geen lering uit getrokken en is gewoon doorgegaan met het plegen van oplichting, zelfs nadat twee van zijn mededaders door de politie waren aangehouden. Het vorenoverwoge betekent dat ook thans, mede gelet op de ernst van de hier bewezenverklaarde strafbare feiten, weer een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in de rede ligt. De rechtbank zal een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen. Het voorwaardelijke deel van de straf dient er toe te voorkomen dat verdachte zich opnieuw schuldig zal maken aan strafbare feiten, waarbij in het bijzonder kan worden gedacht aan strafbare feiten als de onderhavige. Voor het opleggen ener geldboete, zoals tevens door de officier van justitie gevorderd, acht de rechtbank geen termen aanwezig. De rechtbank acht na te melden straf dan ook passend en geboden. 7. De vordering van de benadeelde partij 7.1 De vordering van de officier van justitie De officier van justitie geconcludeerd tot toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen [O] en [N], tot bedragen van € 1030,-- respectievelijk € 1060,--, telkens onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Voorts heeft de officier van justitie geconcludeerd tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij [P] in zijn vordering. 7.2 Het standpunt van de verdediging De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de rechtbank de vorderingen van de benadeelde partijen dient af te wijzen. 7.3 Het oordeel van de rechtbank Het slachtoffer [O] heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding wegens geleden materiële en immateriële schade, groot € 2.110,--. De rechtbank acht deze vordering voor wat betreft de post "gestolen geld" ad € 1030,-- tot dat bedrag naar billijkheid toewijsbaar en in zoverre eenvoudig vast te stellen, nu de vordering voldoende is onderbouwd en vast is komen te staan dat het slachtoffer rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het op dagvaarding II vermelde, ten laste van verdachte bewezenverklaarde feit. Dit brengt mee, dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken. Eveneens heeft zich als benadeelde partij gevoegd [N], en wel ter zake van de vordering tot schadevergoeding wegens geleden materiële schade, groot € 1.083,--. De rechtbank acht deze vordering voor wat betreft de post "Apple laptop" en voorzover het daarbij een bedrag € 1030,-- betreft, tot dat bedrag naar billijkheid toewijsbaar en in zoverre eenvoudig vast te stellen, nu de vordering voldoende is onderbouwd en vast is komen te staan dat het slachtoffer rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het op dagvaarding II vermelde, ten laste van verdachte bewezenverklaarde feit. Dit brengt mee, dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken. Tot slot heeft zich [P] als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 2100,--. De rechtbank zal deze benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering tot schadevergoeding, nu door het op dagvaarding II genoemde en bewezen verklaarde feit niet rechtstreeks schade aan die benadeelde partij is toegebracht. 8. Schadevergoedingsmaatregel Nu verdachte jegens de slachtoffers [O] en [N] naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde feit vermeld op dagvaarding II is toegebracht en verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van bedragen telkens groot € 1.030,-, ten behoeve van voornoemde slachtoffers. 9. De toepasselijke wetsartikelen De op te leggen straf is gegrond op de artikelen: - 14a, 14b, 14c, 14g, 24c, 36f, 45, 47, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde. 11. De beslissing De rechtbank verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding I onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde feiten alsmede het feit vermeld op dagvaarding II heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt: ten aanzien van feiten 1, 3, 4 (dagvaarding I): medeplegen van poging tot oplichting, meermalen gepleegd; ten aanzien van feit 2, 5 (dagvaarding I) en het feit vermeld op dagvaarding II: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd; verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij; veroordeelt de verdachte tot: een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden; bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht; in verzekering gesteld op: 17 mei 2008; in voorlopige hechtenis gesteld op: 19 mei 2008; bepaalt, dat een gedeelte van die straf, groot 8 maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op 2 jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit; wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partijen [O] en [N] (gedeeltelijk) toe en veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [O] en [N] telkens een bedrag van € 1.030,--; veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken; bepaalt dat voornoemde benadeelde partijen voor het overige niet-ontvankelijk zijn in de vordering tot schadevergoeding en dat zij dit gedeelte van de vordering bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen; bepaalt dat de benadeelde partij [P] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk is; legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van bedragen groot telkens € 1.030,-- ten behoeve van de slachtoffers genaamd [O] en [N]; bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van de verschuldigde bedragen volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor telkens de duur van 20 dagen; bepaalt dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichtingen aan de benadeelde partijen de betalingsverplichtingen aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichtingen aan de Staat de betalingsverplichtingen aan de benadeelde partijen in zoverre doet vervallen; bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door zijn mededader(s) aan de benadeelde partijen, dan wel bij gehele of gedeeltelijke voldoening van de, aan de mededader(s) opgelegde, verplichting tot betaling aan de Staat, zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag; beveelt de gevangenneming van verdachte ten aanzien van de feiten 2, 3 en 4 op dagvaarding I (apart geminuteerd). Dit vonnis is gewezen door mrs. Rabbie, voorzitter, Meessen en Mantel, rechters, in tegenwoordigheid van R. Janssens, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 december 2008. 1 Promis vonnis 2 Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar dossierpagina's betreffen dit de pagina's van het doorgenummerde proces-verbaal met het nummer PL1512/2007/65525-49 van politie Haaglanden, d.d. 19 maart 2008, met bijlagen. 3 P. 270. 4 P. 272-274 5 Raamproces-verbaal betreffende uitvoering bevel pseudo-koop, p. 255-256. 6 Proces-verbaal van bevindingen van de politiële pseudokoper A3086, p. 266-269. 7 Proces-verbaal van observeren, p. 275-277. 8 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 2], p. 103. 9 Proces-verbaal van observeren, p. 276-277. 10 Processen-verbaal van bevindingen, p. 279 en 280. 11 Tapverslagen p. 292-306. 12 Processen-verbaal van bevindingen, p. 307 en 521. 13 P. 115-118. 14 Proces-verbaal van bevindingen, p. 119. 15 Proces-verbaal van aangifte, p. 112-113. 16 Proces-verbaal van bevindingen, p. 120. 17 Proces-verbaal aangifte, p. 146-148, proces-verbaal van verhoor getuige, p. 164-165. 18 P. 157. 19 Proces-verbaal van bevindingen, p. 166. 20 Proces-verbaal van bevindingen, p. 142. 21 P. 173-179. 22 Proces-verbaal van aangifte, p. 169-171. 23 Proces-verbaal van bevindingen, p. 181. 24 Proces-verbaal van aangifte, p. 184-185. 25 Proces-verbaal van bevindingen, p. 181. 26 P. 197. 27 Proces-verbaal van aangifte, p. 192-194. 28 Proces-verbaal van bevindingen, p. 211. 29 Proces-verbaal van bevindingen, p. 214. 30 Proces-verbaal van bevindingen, p. 386. 31 P. 392. 32 P. 393-394. 33 Proces-verbaal van bevindingen, p. 396 en Geschädigtenvernehmung Polizeipräsidium Frankfurt, p. 587-591. 34 Proces-verbaal van bevindingen, p. 400. 35 P. 411 en 408-409. 36 Proces-verbaal van aangifte, p. 404-405. 37 Processen-verbaal van bevindingen, p. 413 en 415. 38 Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 139. 39 Proces-verbaal van aangifte, p. 135-137. 40 Proces-verbaal van bevindingen, p. 142. 41 Proces-verbaal van bevindingen, p. 71. 42 Proces-verbaal van verhoor betrokkene, p. 72-73. 43 P. 74. 44 P. 76-77. 45 Processen-verbaal van bevindingen, p. 307 en 521. 46 P. 576-577. 47 P. 578 48 Proces-verbaal van aangifte, p. 573-574 49 Proces-verbaal van verhoor aangever met bijlage, p. 610-612. 50 Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 613-614. 51 P. 653-654. 52 Processen-verbaal van verhoor, p. 649-650, p. 651 en p. 652. 53 Proces-verbaal p. 628 en proces-verbaal van verhoor, p. 649. 54 Proces-verbaal van bevindingen, p. 635. 55 Proces-verbaal van bevindingen, pag. 309