Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG8035

Datum uitspraak2008-12-17
Datum gepubliceerd2008-12-22
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers388150/CV EXPL 08-7208
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Arbeidsgeschil. Vaststellingsovereenkomst na mediation. Beroep op dwaling verworpen. Nakoming re-integratieverplichtingen. Kantonrechter is van oordeel dat geen sprake is van slecht werkgeverschap. Vordering tot betaling billijke vergoeding afgewezen.


Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM Sector kanton Locatie Haarlem zaak/rolnr.: 388150/CV EXPL 08-7208 datum uitspraak: 17 december 2008 VONNIS VAN DE KANTONRECHTER inzake [eiser] te [woonplaats] eisende partij hierna te noemen [eiser] gemachtigde voorheen mr. P.N.M. van der Biezen, thans mr. T.B. den Boer (DAS Rechtsbijstand) tegen de besloten vennootschap [XXX] Infra B.V. te Nieuw-Vennep hierna te noemen [XXX] Infra en de besloten vennootschap Adviesbureau [XXX] B.V. te Nieuw-Vennep hierna te noemen [XXX] Advies gedaagde partijen, gezamenlijk ook te noemen [XXX] gemachtigde mr. W.F. Roelink De procedure Voor de loop van het geding verwijst de kantonrechter naar de volgende stuk¬ken: - de dagvaarding van 5 juni 2008, met producties, - de conclusie van antwoord, met producties, - de door de kantonrechter tussen partijen gegeven en op 27 augustus 2008 uitgesproken rolbeschikking, - de conclusie van repliek, met producties, - de conclusie van dupliek. De feiten Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro¬ken inhoud van de producties, staat tussen partij¬en het volgende vast: a. [eiser] heeft gewerkt op de legionella afdeling van [XXX] Advies. b. [eiser] is sedert 24 april 2006 arbeidsongeschikt. c. [eiser] heeft werkzaamheden verricht voor [XXX] Infra als Auto CAD tekenaar. d. Op 20 oktober 2006 hebben [XXX] Infra en [eiser], nadat zij een mediation traject hadden gevolgd, een vaststellingsovereenkomst gesloten waarin zij onder meer het volgende hebben vastgelegd: “(…) Tijdens het gesprek (…) blijkt de situatie bij werkgever veranderd: er is een nieuw project gestart. Hiermee is alsnog de mogelijkheid ontstaan om werknemer een passende functie te laten vervullen. Partijen wensen nu het resultaat van hun gesprekken en hetgeen zij voor het overige zijn overeengekomen in deze vaststellingsovereenkomst vast te leggen; (…) 1. Werknemer zet zijn arbeidsovereenkomst met [XXX] Infra B.V. voort met behoud alle rechten en plichten, zoals deze tot nu toe hebben gegolden. 2. Werknemer hervat zijn werkzaamheden voor werkgever met ingang van maandag 23 oktober 2006. Werknemer zal in de gelegenheid worden gesteld om geleidelijk terug te keren in het arbeidsproces. (…)” e. Per 1 oktober 2007 heeft [XXX] Advies de legionella afdeling verkocht aan AquaServa B.V. f. Op 22 februari 2008 heeft het UWV als deskundigenoordeel aan [eiser] bericht dat [eiser] niet geschikt is voor het werk van Auto CAD tekenaar en wel geschikt is voor de functie van hoofd legionella. g. Bij brief van 28 februari 2008 heeft [XXX] Infra het volgende aan [eiser] geschreven: “(…) Omdat jij aangaf dat je graag weer in de legionella afdeling wil gaan werken hebben wij contact opgenomen met de firma AquaServa B.V. aan wie wij de afdeling legionella over gedaan hebben. Mede in het kader van het reïntegratieproject en het 2de spoor zijn zij bereid een sollicitatiegesprek met je aan te gaan, zodat je weer aan de slag kan als legionelladeskundige. Zou je daarom zo spoedig mogelijk contact op willen nemen met de firma AquaServa B.V. (..)” h. Bij brief van 5 maart 2008 heeft UWV aan [eiser] bericht dat in de eerste plaats is beoordeeld of de werkgever alle verplichtingen is nagekomen met betrekking tot de re-integratie van [eiser] en dat dit niet het geval is. i. Bij schrijven van 5 maart 2008 heeft het UWV aan [XXX] Advies medegedeeld dat zij niet voldeed aan haar re-integratieverplichtingen en dat zij daarom het loon van [eiser] moet doorbetalen tot 20 april 2009. j. Het re-integratieverslag van Achmea van 18 maart 2008 vermeldt onder meer het volgende: “Omdat er thans geen sprake meer is van ziekte of gebrek nog van arbeidsongeschiktheid voor eigen werk maar het eigen werk niet meer voorhanden is en er nog wel een arbeidscontract bestaat, zal moeten worden bezien wat de mogelijkheden zijn om het contract op passende wijze te beëindigen dan wel betrokkene middels een outplacement traject te herplaatsen elders.” k. Bij brief van 20 maart 2008 heeft [XXX] Infra het volgende aan de gemachtigde van [eiser] geschreven: “Ten tijde dat dhr. P.J. [eiser] zich ziek heeft gemeld was hij in dienst van [XXX] Infra bv. (…) De overgang van onze legionella afdeling naar een andere partij staat dus in zijn geheel los van het dienstverband én van de werkzaamheden van dhr. P.J. [eiser]. (…) Het is inderdaad juist dat dhr. P.J. [eiser] ooit werkzaam is geweest bij de afdeling Legionella, echter in het kader van een reïntegratieproject (…) is dhr. P.J. [eiser] met wederzijds instemmen overgestapt naar [XXX] Infra bv. (..)” De vordering [eiser] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad: a. voor recht zal verklaren dat er sprake is van overgang van onderneming; b. voor recht zal verklaren dat [XXX] zich in deze niet als goed werkgever heeft gedragen; c. voor recht zal verklaren dat [XXX] dient zorg te dragen voor aanvang en uitvoering van de re-integratie van [eiser] bij een andere werkgever in het kader van het tweede spoor; d. [XXX] zal veroordelen tot betaling van een vergoeding naar billijkheid naar aanleiding van het onder b. gevorderde. e. [XXX] zal veroordelen tot betaling van de kosten van deze procedure. [eiser] heeft het volgende aan zijn vordering ten grond¬slag gelegd: [eiser] is met ingang van 15 november 1999 in dienst getreden van [XXX] Advies. Laatste-lijk was [eiser] werkzaam in de functie van Hoofd Legionella. Hij is per 20 april 2006 arbeids-ongeschikt geworden. [eiser] heeft in het kader van re-integratie tijdelijk de functie van Auto CAD tekenaar bij [XXX] Infra verricht. Zonder zijn instemming is [eiser] bij [XXX] Infra geplaatst. Per januari 2006 wordt op de loonstrook van [eiser] [XXX] Infra als werkgever vermeld. De functie bij [XXX] Infra was echter slechts tijdelijk. [eiser] was nog steeds Hoofd Legionella bij [XXX] Advies. Tijdens de ziekte van [eiser] is gebleken dat de afdeling legionella is overgenomen door AquaServa B.V.. Er is sprake van overgang van onderneming. Door de legionella afdeling aan AquaServa B.V. over te doen, heeft [XXX] Advies aan [eiser] de mogelijkheid ontnomen in zijn arbeidsplaats terug te keren. [XXX] Advies heeft zich dus niet als goed werkgever gedragen. Aan de verklaring voor recht dient een vergoe-ding naar billijkheid te worden verbonden. In verband met problemen tussen [XXX] Advies en [eiser] is een mediation traject gestart dat leidde tot een vaststellingsovereenkomst. [eiser] weerspreekt dat hij, zoals in die vaststellingsovereenkomst is gesteld, zijn arbeids-overeenkomst met [XXX] Infra voortzette. [eiser] heeft nimmer toestemming gegeven voor de wijziging van werkgever. [eiser] verkeerde bij het opstellen van de vaststellingsovereenkomst in de veronderstelling dat het voortzetten van de werkzaamheden voor [XXX] Infra louter zag op zijn re-integratie in zijn functie van Hoofd Legionella bij [XXX] Advies. Het UWV heeft [XXX] een sanctie opgelegd wegens niet voldoende re-integratie-inspanningen. Tot op heden is geen uitvoering gegeven aan de re-integratie van [eiser]. [eiser] is nog steeds in dienst van [XXX] Advies en kan nog steeds terugkeren in zijn functie van Hoofd Legionella. [XXX] Advies dient [eiser] te re-integreren. Voor zover de kantonrechter van oordeel is dat [eiser] wel in dienst is van [XXX] Infra, dan dient [XXX] Infra uitvoering te geven aan de re-integratie van [eiser] en dient [XXX] Infra een vergoeding naar billijkheid te voldoen. Het verweer [XXX] betwist de vordering en voert daartoe -samengevat- het volgende aan: Tussen [XXX] Advies en [eiser] bestaat geen arbeidsovereenkomst. Er bestaat wel een arbeidsovereenkomst met [XXX] Infra. [eiser] is na uitvoerige mediation in dienst getreden van [XXX] Infra. De legionella afdeling, waaraan [eiser] verbonden is geweest, is per 1 oktober 2007 overgegaan naar AquaServa B.V. [XXX] heeft tegen de beslissing van het UWV bezwaar gemaakt. De bezwaarprocedure loopt nog. Op de uiteindelijke uitspraak kan in deze zaak niet worden vooruitgelopen. Met betrekking tot de overgang van onderneming had [eiser] AquaServa B.V. moeten dagvaarden. Aan de vorderingen van [eiser] ontbreekt elke grondslag. De beoordeling van het geschil 1. Voor een verklaring voor recht dat tussen [XXX] Advies en AquaServa B.V. sprake is van een overgang van onderneming is, nu laatstgenoemde vennootschap geen partij is bij deze procedure, reeds daarom geen plaats. [eiser] had daarvoor AquaServa B.V. mede moeten dagvaarden. 2. De vordering onder a. zal daarom moeten worden afgewezen. 3. Voor de beoordeling van de overige vorderingen is allereerst van belang vast te stellen bij welke vennootschap [eiser] in dienst is: bij [XXX] Advies of bij [XXX] Infra. 4. Productie 1 (organogram) bij de dagvaarding levert, in tegenstelling tot wat [eiser] daarover heeft gesteld, niet het bewijs op van een dienstverband met [XXX] Advies. In dat organogram wordt [eiser] immers genoemd onder [XXX] Infra, zij het dat daarbij vermeld staat: ”(Tijdelijk geprobeerd)”. Die vermelding brengt niet met zich dat dus geconcludeerd moet worden dat [eiser] bij [XXX] Advies in dienst is. 5. Het vorenstaande geldt te meer nu [eiser] met [XXX] Infra na het doorlopen van het mediation traject een vaststellingsovereenkomst heeft gesloten waaruit blijkt dat [eiser] vanaf 20 oktober 2006 in dienst is van [XXX] Infra. 6. De kantonrechter verwerpt het beroep van [eiser] op een verkeerde voorstelling van zaken bij het ondertekenen van de vaststellingsovereenkomst. Die vaststellingsovereenkomst is er nu juist voor bedoeld om een einde aan een conflict te maken. Dan kan niet te snel een beroep op dwaling (zoals het verweer van [eiser] moet worden begrepen) worden aangenomen. De vaststellingsovereenkomst is zonder enig voorbehoud ondertekend na het doorlopen van een mediation traject. Nu door [eiser] onvoldoende feiten en/of omstandigheden zijn gesteld ter onderbouwing van de door hem bedoelde verkeerde voorstelling van zaken, kan dit beroep er niet toe leiden dat in afwijking van wat partijen bij de vaststellingsovereenkomst hebben afgesproken, [eiser] geacht moet worden in dienst te zijn van [XXX] Advies. 7. Op grond van het vorenstaande is de kantonrechter van oordeel dat ervan moet worden uitgegaan dat [eiser] in dienst is van [XXX] Infra. 8. Voorts moet worden beoordeeld of [XXX] Advies, door tijdens de arbeidsongeschiktheid van [eiser] de legionella afdeling over te dragen, haar verplichtingen als goed werkgever jegens [eiser] heeft geschonden. De kantonrechter is van oordeel dat dit reeds hierom niet het geval is omdat, zoals hiervoor reeds is overwogen, [eiser] ten tijde van die overdracht in dienst was van [XXX] Infra. [XXX] Advies was op dat moment dus niet meer de werkgever van [eiser]. 9. Op grond van het vorenstaande zullen de vorderingen onder b. en d. moeten worden afgewezen. 10. Ook de vordering onder c. moet worden afgewezen. Zoals hierboven al is overwogen moet de kantonrechter ervan uitgaan dat [eiser] in dienst is van [XXX] Infra. Daarom bestaat geen aanleiding [XXX] Advies te veroordelen om voor aanvang en uitvoering van de re-integratie zorg te dragen. 11. Voor zover [eiser] heeft gevorderd dat [XXX] Infra zal worden veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding en tot het zorg dragen voor de aanvang en uitvoering van re-integratie moet ook die vordering worden afgewezen. Onvoldoende gebleken is immers dat [XXX] Infra zich niet als goed werkgever heeft gedragen, terwijl ten aanzien van haar evenmin is gebleken dat zij re-integratieverplichtingen had/heeft die zij niet nakomt. Dit geldt temeer, nu [XXX] Infra (zoals uit haar brief van 28 februari 2008 aan [eiser] blijkt) [eiser] erop heeft geattendeerd dat hij bij AquaServa B.V. kon solliciteren. 12. Het vorenstaande leidt de kantonrechter tot de slotsom dat de vordering van [eiser] moet worden afgewezen. 13. [eiser] zal daarbij, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. Beslissing De kantonrechter: Wijst de vorderingen af. Veroordeelt [eiser] in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van [XXX] Advies en [XXX] Infra begroot op €800,00 aan salaris voor de gemachtigde. Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.