Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG8395

Datum uitspraak2008-12-18
Datum gepubliceerd2008-12-29
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers78133 / KG ZA 08-242
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Uitleg concurrentiebeding. Het kader van een kort geding leent zich niet voor een uitvoerig onderzoek naar en bewijslevering ter zake van de achterstanden van het concurrentiebeding, de bedoeling van partijen en de wijze waarop zij aan het beding sedert de totstandkoming ervan gevolg hebben gegeven.


Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT Sector civiel recht zaaknummer: 78133 / KG ZA 08-242 vonnis in kort geding d.d. 18 december 2008 in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid To The Point Bewegwijzering & Reclame B.V., gevestigd te Dordrecht, eiseres in conventie, verweerster in reconventie, advocaat mr. D.R.D.A. Baks te Rotterdam tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid To The Point Divisie Autoreclame B.V., gevestigd te Zwijndrecht, gedaagde in conventie, eiseres in reconventie advocaat mr. K.A. Doekhi te Dordrecht. Partijen worden hieronder aangeduid als “TTP B&R” en “TTP DAR”. 1. Het procesverloop De voorzieningenrechter heeft ter terechtzitting van donderdag 4 december 2008 kennis genomen van de volgende processtukken: dagvaarding van 20 november 2008, pleitnotities van mr. Baks, voornoemd, pleitnotities van mr. Doekhi, voornoemd, tevens houdende de (voorwaardelijke) eis in reconventie, de door beide partijen overgelegde producties. 2. De feiten In conventie en (voorwaardelijke) reconventie 2.1 TTP B&R en TTP DAR waren tot 17 juli 2007 100%-dochters van TTP Holding, van welke holding de heren [betrokkene 1] en [betrokkene 2] ieder 50% aandeelhouder waren. [betrokkene 2] heeft zijn aandelen in de holding per 17 juli 2007 verkocht aan [betrokkene 1]. De holding heeft op diezelfde datum haar aandelen in TTP DAR verkocht aan de door [betrokkene 2] opgerichte vennootschap BAV 37 B.V. (i.o.). Vanaf 17 juli 2007 zijn TTP B&R en TTP DAR dus niet meer aan elkaar gelieerd. [betrokkene 1] is (via TTP Holding) eigenaar van TTP B&R, en [betrokkene 2] is (via BAV 37 B.V.) eigenaar van TTP DAR. 2.2 Partijen hebben in verband met voornoemde transacties schriftelijke afspraken gemaakt, die zijn neergelegd in een door Heugen en Klaasse voor zichzelf en namens de holdings en de werkmaatschappijen ondertekend gespreksverslag van 23 maart 2007. 2.3 Een van de in dat verslag neergelegde afspraken betreft een non-concurrentiebeding dat als volgt luidt: “Partijen zijn overeengekomen elkaars werkgebied en activiteiten te respecteren. Gedurende 2 jaar geldt een concurrentiebeding welke inhoudt dat TTP Reklame geen activiteiten voor klanten uitvoert die onder de werkzaamheden van TTP D.A.R. vallen en TTP D.A.R. zal geen activiteiten voor klanten uitvoeren die onder de werkzaamheid van TTP Reklame vallen. Deze werkzaamheden worden als volgt omschreven: • TTP Reklame voert activiteiten uit op het gebied van reklamebelettering en reklameborden als ook bewegwijzering; • TTP D.A.R. voert activiteiten uit op het gebied van autobeletteringen en – reklame.” 2.4 TTP B&R heeft in de periode tussen 16 juli 2008 en 9 oktober 2008 geconstateerd dat TTP DAR werkzaamheden heeft verricht op het gebied van reklamebelettering, anders dan autobelettering en -reclame. TTP DAR heeft op haar beurt geconstateerd dat TTP B&R tot 21 november 2008 op haar website het product “autoreclame” aanprijst. Het product “autobelettering” is ook na die datum nog aanwezig op de website van TTP B&R. 3. De standpunten van partijen in conventie en (voorwaardelijke) reconventie 3.1 Na eisvermindering vordert TTP B&R TTP DAR te verbieden in strijd met het tussen partijen overeengekomen concurrentiebeding te handelen, een en ander op straffe van een dwangsom van € 10.000,-- per overtreding, althans een zodanige voorziening te treffen als de voorzieningenrechter in goede justitie meent te behoren, zulks met veroordeling van TTP DAR in de kosten van het geding. 3.2 TTP B&R legt aan haar vordering ten grondslag dat TTP DAR, in weerwil van de gemaakte afspraken, zich bezighoudt met activiteiten op het werkterrein van TTP B&R, zoals bewegwijzering voor Snijders van Daalen, reclamestickers voor Muller Dordrecht en reclamebelettering voor GeldXpert. Dit handelen levert een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst op, als gevolg waarvan TTP B&R schade lijdt. 3.3 In reconventie vordert TTP DAR voorwaardelijk, voor zover de voorzieningenrechter de door TTP B&R aan het concurrentiebeding gegeven uitleg volgt, TTP B&R te verbieden in strijd met het beding autoreclame, autobelettering of vergelijkbare autogerelateerde reclame-uitingen uit te voeren, alsmede om TTP B&R te gelasten de woorden “autoreklame” en “autobelettering” alsook alle van gelijke strekking zijnde, althans autogerelateerde, producten van de website te verwijderen binnen twee dagen na het wijzen van het vonnis, een en ander op straffe van een dwangsom van € 10.000,-- per overtreding met een maximum van € 250.000,--. TTP DAR vordert daarnaast in onvoorwaardelijke reconventie TTP B&R te verbieden gebruik te maken van de e-mailadressen [betrokkene 2]@tothepointreklame.nl; [naam 1]@tothepointreklame.nl en [naam 2]@tothepointreklame.nl, dan wel deze in stand te houden, op welke wijze dan ook, op straffe van een dwangsom van € 10.000,-- per overtreding met een maximum van € 250.000,--. Ten slotte vordert TTP DAR dat TTP B&R wordt veroordeeld in de kosten van het geding. 3.5 TTP DAR legt aan haar reconventionele vorderingen ten grondslag dat zij er belang bij heeft dat, indien de uitleg die TTP B&R aan het beding geeft, wordt gevolgd, TTP B&R wordt opgelegd zich aan dat beding te houden, nu TTP DAR heeft geconstateerd dat TTP B&R zich bezighoudt met activiteiten die op het werkterrein van TTP DAR liggen. Het door TTP B&R in stand houden van e-mailadressen van werknemers die niet meer bij TTP B&R werkzaam zijn, moet onder de omstandigheden van dit geval schadebrengend en onrechtmatig worden geacht, zodat TTP DAR recht en belang heeft bij opheffing van deze e-mailadressen. 3.6 Partijen bestrijden over en weer elkaars standpunten. De inhoud van hun stellingen zal in het navolgende voor zover nodig nader worden beschreven. 4. De beoordeling in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie 4.1 Partijen hebben het spoedeisende karakter van de door hen gevraagde voorlopige voorzieningen voldoende gesteld en onderbouwd. 4.2 In geschil is de uitleg van het tussen partijen gesloten concurrentiebeding. Volgens de lezing van TTP B&R is het ieder der partijen verboden om tijdens de looptijd van het beding activiteiten te verrichten die gelegen zijn op het werkterrein van de ander, zodat het TTP DAR niet is toegestaan om tot en met 23 maart 2009 activiteiten te verrichten op het gebied van reclamebelettering, reclameborden en reclamebewegwijzering. Volgens TTP DAR is het partijen gedurende de looptijd van het beding niet toegestaan om werkzaamheden te verrichten voor klanten die onder de werkzaamheden van de andere onderneming vallen. Zolang het werkzaamheden voor eigen klanten betreft, mogen die werkzaamheden alle vormen van reclame betreffen. 4.3 Beide partijen hebben de door hen gegeven uitleg aan de hand van praktijkvoorbeelden onderbouwd en beide standpunten zijn verdedigbaar. Het kader van een kort geding leent zich niet voor een uitvoerig onderzoek naar en bewijslevering ter zake van de achtergrond van het concurrentiebeding, de bedoeling van partijen en de wijze waarop zij aan het beding sedert de totstandkoming ervan gevolg hebben gegeven. Gelet hierop kan de voorzieningenrechter zich geen voorlopig oordeel vormen over de strekking van het concurrentiebeding waarop TTP B&R haar vordering heeft gebaseerd. Daar komt bij dat, gelet op de beperkte resterende looptijd van het beding, het belang van TTP B&R naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter niet zodanig is dat desondanks toch een onmiddellijke voorziening getroffen dient te worden, met de reële mogelijkheid dat deze achteraf blijkt ongegrond te zijn. 4.4 Gelet op het voorgaande zal de in conventie gevorderde voorziening worden geweigerd. De vordering in voorwaardelijke reconventie van TTP DAR behoeft geen bespreking omdat niet is voldaan aan de voorwaarde waaronder deze vordering is ingesteld. De vordering in (onvoorwaardelijke) reconventie ter zake van het gebruik van het verbod aan TTP B&R om gebruik te maken van e-mailadressen van oud-werknemers zal als onweersproken worden toegewezen, met dien verstande dat de gevorderde dwangsom en het daaraan verbonden maximum worden gematigd. 4.5 Omdat TTP B&R in overwegende mate in het ongelijk is gesteld, zowel in conventie als in (onvoorwaardelijke) reconventie, zal zij op de hierna te vermelden wijze worden veroordeeld in de kosten van het geding. 5. De beslissing in kort geding De voorzieningenrechter: in conventie weigert de gevorderde voorzieningen; in reconventie verbiedt TTP B&R gebruik te maken van de e-mailadressen [betrokkene 2]@tothepointreklame.nl; [naam 1]@tothepointreklame.nl en [naam 2]@tothepointreklame.nl, dan wel deze in stand te houden, op welke wijze dan ook, op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- per overtreding met een maximum van € 25.000,--; wijst af het meer of anders gevorderde; verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad; in conventie en reconventie veroordeelt TTP B&R in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van TTP DAR bepaald op € 816,-- aan salaris van de advocaat. Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Verschoof en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 december 2008.