
Jurisprudentie
BG8413
Datum uitspraak2008-12-19
Datum gepubliceerd2008-12-29
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHerziening
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/351 WAO
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-12-29
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHerziening
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/351 WAO
Statusgepubliceerd
Indicatie
De Raad heeft in het verzoekschrift noch in het aanvullend verzoekschrift enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid kunnen ontwaren.
Uitspraak
08/351 WAO
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 14 december 2007, 05/4628, in het geding tussen:
[verzoekster] (hierna: verzoekster),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 19 december 2008
I. PROCESVERLOOP
Mr. W.C. de Jonge, advocaat te Vlaardingen, heeft namens verzoekster verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 14 december 2007, 05/4628.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 november 2008. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Het Uwv is niet verschenen.
II. OVERWEGINGEN
1. Op grond van artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), gelezen in verbinding met artikel 21 van de Beroepswet, kan een onherroepelijk geworden uitspraak van de Raad, op verzoek van een partij, worden herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Raad eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
2. Verzoekster heeft verzocht om herziening van de uitspraak van 14 december 2007 stellende dat er sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden die, indien zij bij de Raad bekend zouden zijn geweest, zouden hebben geleid tot een andere uitspraak. Voorts blijkt niet in welke context de Raad het rapport van orthopedisch chirurg O. Schreuder heeft geplaatst, aldus verzoekster.
3.1. De Raad overweegt dat de door verzoekster kennelijk gewenste hernieuwde discussie over de betrokken zaak en de juistheid van de bestreden uitspraak niet kan worden gevoerd, tenzij sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:88, eerste lid, van de Awb.
3.2. De Raad heeft echter in het verzoekschrift noch in het aanvullend verzoekschrift enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb kunnen ontwaren. Daarnaast overweegt de Raad dat de stelling van verzoekster dat niet duidelijk is in welke context de Raad het rapport van Schreuder heeft geplaatst, niet leidt tot een ander oordeel. Vast staat dat - zo heeft de gemachtigde van verzoekster ter zitting van de Raad bevestigd - dat rapport in de procedure bij de rechtbank reeds in het geding is gebracht. Nu er derhalve geen sprake is van een nieuw feit of nieuwe omstandigheid, dient het verzoek om herziening te worden afgewezen.
4. Er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door G.J.H. Doornewaard als voorzitter en T. Hoogenboom en I.M.J. Hilhorst-Hagen als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van A.C. Palmboom als griffier, uitgesproken in het openbaar op 19 december 2008.
(get.) G.J.H. Doornewaard.
(get.) A.C. Palmboom.
TM