
Jurisprudentie
BG8553
Datum uitspraak2008-12-19
Datum gepubliceerd2008-12-30
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/4614 WSF
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-12-30
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/4614 WSF
Statusgepubliceerd
Indicatie
Tijdstip van uitschrijving. Volgens vaste rechtspraak van de Raad is de uitschrijving als student een zaak tussen de onderwijsinstelling en de student, in dit geval appellant. Appellant dient zich dus tot het Friesland College te wenden als hij het niet eens is met de datum van uitschrijving.
Uitspraak
07/4614 WSF
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 25 juli 2007, 07/477
(hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep (hierna: IB-Groep).
Datum uitspraak: 19 december 2008
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft zijn vader, S. Helder, hoger beroep ingesteld. De IB-Groep heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 november 2008.
Appellant is niet verschenen. De IB-Groep was vertegenwoordigd door mr. drs. K Meijer.
II. OVERWEGINGEN
1. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het besluit van de IB-Groep van 18 april 2007, waarbij de IB-Groep haar besluit tot beƫindiging van de studiefinanciering van appellant per 1 december 2005 en oplegging van een vordering voor de OV-kaart heeft gehandhaafd, ongegrond verklaard. De rechtbank heeft daartoe overwogen dat de IB-Groep mag afgaan op het bewijs van uitschrijving van het Friesland College en dus terecht is uitgegaan van het door het Friesland College aangegeven tijdstip van uitschrijving. De IB-Groep was dan ook bevoegd tot herziening van het besluit, waarbij aan appellant studiefinanciering is toegekend. Ten slotte is de rechtbank van oordeel dat het beroep van appellant op het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR) niet slaagt.
2. Appellant heeft hiertegen ingebracht dat het Friesland College een fout heeft gemaakt. De juiste datum van uitschrijving is 30 juni 2006. Tegen het besluit van het Friesland College kan hij geen bezwaar maken; er is sprake van strijd met artikel 2 van het IVBPR.
3.1. De Raad overweegt als volgt.
3.2. Hetgeen appellant in hoger beroep heeft aangevoerd vormt in essentie een herhaling van hetgeen hij in bezwaar en beroep naar voren heeft gebracht. De Raad ziet geen reden anders over deze punten te oordelen dan de rechtbank bij de aangevallen uitspraak heeft gedaan en sluit zich aan bij de overwegingen van de rechtbank. De Raad voegt daar nog het volgende aan toe.
3.3. Volgens vaste rechtspraak van de Raad is de uitschrijving als student een zaak tussen de onderwijsinstelling en de student, in dit geval appellant. De Raad verwijst in dit verband naar zijn uitspraken van 15 april 2005 en 12 januari 2007, gepubliceerd op rechtspraak.nl onder LJN AT4068 en AZ6731. Appellant dient zich dus tot het Friesland College te wenden als hij het niet eens is met de datum van uitschrijving. Voorzover hij meent dat de procedure bij de onderwijsinstelling in strijd is met artikel 2 van het IVBPR kan hij dat aldaar naar voren brengen.
3.4. Uit het vorenstaande volgt dat het hoger beroep niet slaagt.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door I.M.J. Hilhorst-Hagen. De beslissing is, in tegenwoordigheid van A.C. Palmboom als griffier, uitgesproken in het openbaar op
19 december 2008.
(get.) I.M.J. Hilhorst-Hagen.
(get.) A.C. Palmboom.
GdJ