Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG8588

Datum uitspraak2008-12-30
Datum gepubliceerd2008-12-30
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers320405 / KG ZA 08-1138
Statusgepubliceerd


Indicatie

Handelsnaam
verwarringsgevaar in relatie tot plaats van vestiging
(Brielle - Maassluis)


Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM Sector civiel recht Zaak-/rolnummer: 320405 / KG ZA 08-1138 Uitspraak: 30 december 2008 VONNIS in kort geding in de zaak van: vennootschap onder firma LA VITA, gevestigd te Brielle, eiseres, advocaat mr. D.I. van Wel, - tegen - de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid LA VITA MODE B.V., gevestigd te Maassluis, gedaagde, advocaat mr. M.W. Renzen. Partijen worden hierna aangeduid als “La Vita” respectievelijk “La Vita Mode”. La Vita Mode is vrijwillig verschenen. 1 Het verloop van het geding De voorzieningenrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken: - dagvaarding met producties; - pleitnotities en productie van mr. Van Wel; - pleitnotities en producties van mr. Renzen. De raadslieden van partijen hebben de respectieve standpunten toegelicht ter zitting van 18 december 2008. 2 De vaststaande feiten 2.1 La Vita is een vennootschap die sedert 28 december 2004 onder de naam La Vita een schoenenwinkel exploiteert in Brielle. Op 20 november 2008 heeft La Vita onder de naam La Vita Fashion een schoenenwinkel geopend aan de Markt 9 te Maassluis. Eind november 2008 heeft La Vita de handelsnamen La Vita Fashion, La Vita, La Vita Schoenmode, La Vita Shoe Fashion en La Vita Shoe ingeschreven in het Handelsregister van de Kamers van Koophandel. 2.2 La Vita Mode is een besloten vennootschap die vanaf begin juni 2008 onder de naam La Vita Mode een dameskledingwinkel exploiteert in Maassluis. Op 11 juni 2008 heeft La Vita Mode zich onder de handelsnaam La Vita Mode B.V. laten inschrijven in het Handelsregis-ter van de Kamers van Koophandel. 2.3 Bij beschikking (319152/KG RK 08-3315) van 21 november 2008 heeft de voorzieningen-rechter van deze rechtbank, op verzoek van La Vita Mode, La Vita bevolen: 1. binnen 72 uur na betekening van deze beschikking haar reclame- en marketingactiviteiten voor zover gericht op La Vita Fashion te Maassluis te staken en gestaakt te houden; 2. binnen 72 uur na betekening de handelsnaam La Vita Fashion van de voorruit van de winkel aan de Markt 9 te Maassluis te verwijderen en verwijderd te houden; 3. binnen 7 dagen na betekening van deze beschikking het gebruik van de handelsnaam La Vita en/of La Vita Fashion voorzover betrekking hebbend op de winkel aan de Markt 9 te Maassluis algeheel te staken en gestaakt te houden en bepaald - verkort en zakelijk weerge-geven - dat: 4. het onder 3 gegeven bevel niet uitvoerbaar is gedurende de periode dat in kort geding nog niet over de onderhavige voorziening is geoordeeld. Aan de schending van deze bevelen is een dwangsom verbonden van € 2.000,= per dag. 3 Het geschil 3.1 La Vita vordert dat de voorzieningenrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad: primair de bij beschikking van 21 november 2008 met zaak-/rekestnummmer 319152 KG RK 08-3315 opgelegde bevelen intrekt dan wel herziet; subsidiair de aan La Vita opgelegde dwangsom matigt en limiteert, met veroordeling van La Vita Mode in de volgens art. 1019h Rv te begroten proceskosten, welke tot en met indiening van deze dagvaarding zijn te begroten op € 2.281,04, zoals uitge-specificeerd onder punt 17 van de dagvaarding. 3.2 La Vita legt aan deze vorderingen - verkort en zakelijk weergegeven - het volgende ten grondslag. 3.2.1 La Vita Mode maakt door het gebruik van deze naam voor haar winkel te Maassluis inbreuk op de door La Vita gevoerde oudere handelsnaam La Vita, die zij sinds eind december 2004 rechtmatig voert voor haar in het hogere segment opererende schoenenwinkel te Brielle. Het betreft hier een inmiddels gevestigde naam, die naamsbekendheid geniet in Brielle en om-geving. Hemelsbreed liggen Brielle en Maassluis slechts 10 kilometer uit elkaar. Maassluis valt dan ook onder het verzorgingsgebied van Brielle. Dit uit zich ondermeer in het feit dat de schoenenwinkel te Brielle ook klanten uit Maassluis en haar omgeving kent. 3.2.2 La Vita Fashion richt zich net als La Vita Mode op het hogere marktsegment van het winke-lende publiek. Beide winkels zijn aanvullend op elkaar en kunnen van elkaar (toekomstige) naamsbekendheid profiteren. La Vita was al enige tijd voornemens de naam La Vita Fashion mede te gaan voeren voor haar vestigingen te Brielle en Maassluis omdat zij in de toekomst haar assortiment wil gaan uitbreiden met kleding. 3.3 La Vita Mode voert gemotiveerd verweer, waarop hierna, voor zover van belang, wordt ingegaan. Zij concludeert tot afwijzing van de vordering met veroordeling van La Vita in de - gespecificeerde - kosten van de procedure. 4 De beoordeling 4.1 Aan de beschikking van 21 november 2008 ligt ten grondslag een verzoek van La Vita Mode ex artikel 1019e Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) tot het geven van een onmiddellijke voorziening bij voorraad houdende een bevel om dreigende inbreuk op haar rechten van intellectuele eigendom te voorkomen. La Vita Mode heeft dat verzoek gebaseerd op artikel 5 van de Handelsnaamwet. 4.2 Nu noch de spoedeisendheid noch de onherstelbare schade van La Vita Mode bij haar bij voornoemd verzoekschrift ingediende vorderingen door La Vita worden betwist, ligt thans de vraag voor of La Vita handelt in strijd met artikel 5 van de Handelsnaamwet door het voeren van de naam La Vita Fashion en/of La Vita voor haar onlangs geopende schoenen-winkel te Maassluis. 4.3 Op grond van artikel 5 van de Handelsnaamwet (hierna: Hnw) mag iemand zijn onderne-ming niet gaan drijven onder een naam die reeds eerder door een ander rechtmatig gevoerd wordt, noch onder een naam die daar slechts in geringe mate van afwijkt, een en ander voor zover dientengevolge, in verband met de aard der beide ondernemingen en de plaats waar zij gevestigd zijn, bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen te duchten is. 4.4 La Vita en La Vita Mode. 4.4.1 La Vita Mode betwist niet dat La Vita haar handelsnaam La Vita eerder voerde dan zij. La Vita Mode stelt, hetgeen door La Vita wordt betwist, dat gelet op de harde scheidslijn tussen het winkelende publiek in Maassluis en Brielle in samenhang bezien met de aard van de ondernemingen, bij het publiek geen verwarringsgevaar in de zin van artikel 5 Hnw te duchten is. 4.4.2 Nu het kenmerkend woord in de handelsnaam ‘La Vita Mode’ La Vita is, is er op dit punt naar voorlopig oordeel verwarring tussen de handelsnamen La Vita Mode en La Vita te duchten. Evenwel is overigens het navolgende van belang. De mate waarin de naam La Vita onderscheidend vermogen heeft, kan - gezien de talrijke varianten waarin deze naam voorkomt - niet als heel bijzonder sterk gekwalificeerd worden. Daarnaast zijn de ondernemingen gevestigd in twee steden die weliswaar hemelsbreed niet ver uit elkaar liggen, maar die - gelet op de (natuurlijke) scheidslijn door de Nieuwe Water-weg - onderling lastig (per veerboot dan wel via de omweg van de Beneluxtunnel) te berei-ken zijn. De aard van de ondernemingen (detailhandel in een niet exclusieve markt) brengt met zich dat zij een lokaal verzorgingsgebied hebben. Niet aannemelijk is geworden dat het winkelend publiek uit Brielle in zijn algemeenheid veelvuldig gaat winkelen in Maassluis en vice versa (hetgeen ook blijkt uit de door La Vita overgelegde klantengegevens). De voorzieningenrechter acht naar voorlopig oordeel op basis van het voorgaande geen ver-warringsgevaar tussen de ondernemingen te Brielle en Maasluis te duchten. 4.5 La Vita Fashion en La Vita Mode. 4.5.1 Een vergelijking van de handelsnamen La Vita Fashion en La Vita Mode, die beide gevoerd worden in Maassluis en derhalve in hetzelfde verzorgingsgebied, leidt tot de conclusie dat de naam La Vita Fashion in onvoldoende mate afwijkt van de naam La Vita Mode. Die conclusie volgt uit het gegeven dat in de naam La Vita Fashion eveneens het kenmer-kende woord La Vita voorkomt aangevuld met het beschrijvende element Fashion (het En-gelse woord voor mode). Dit in ogenschouw nemende in combinatie met het gegeven dat partijen opereren in elkaars zeer nabije omgeving (na onweersproken is gesteld: op 50 meter afstand) in het centrum van Maassluis, alwaar zij zich bedienen van hetzelfde winkelende publiek, brengt naar voorlopig oordeel met zich mee dat verwarringsgevaar bij het publiek kan ontstaan. Dit is overigens ook niet door La Vita gemotiveerd betwist. 4.5.2 Nu La Vita Mode als eerste de handelsnaam in Maasluis voerde kan zij rechtens aanspraak maken op de bescherming van haar naam voor haar activiteiten in Maassluis. 4.6 Gelet op het voorgaande kan voornoemde beschikking van 21 november 2008 voor wat be-treft de onder 1 tot en met 3 van de beslissing gegeven bevelen in stand blijven. Het primair gevorderde zal derhalve worden afgewezen. Het subsidiair gevorderde zal worden toegewe-zen met dien verstande dat de voorzieningenrechter op grond van de ter zitting gebleken omstandigheden reden ziet de opgelegde dwangsom te matigen tot € 500,= per overtreding met een maximum van € 75.000,=. 4.7 La Vita zal als de in het ongelijk gesteld partij veroordeeld worden in de kosten van deze procedure. Nu er sprake is van een gegrond beroep op het bepaald in artikel 5 Hnw is het bepaalde in artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van toepassing en dient La Vita veroordeeld te worden in de redelijke en evenredige gerechtskosten en an-dere kosten die La Vita Mode B.V. als in het gelijkgestelde partij heeft gemaakt, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet. In dit verband wijst de voorzieningenrechter op de indicatietariven in IE-zaken, welke van toepassing zijn op alle zaken waarin na 1 augustus 2008 vonnis wordt gewezen. Aan de hand van deze indicatietarieven acht de voorzieningenrechter een vergoeding van € 6.000,= (excl. BTW) voor onderhavig eenvoudig kort geding en voornoemd verzoekschrift, te ver-meerderen met de verschotten, passend en geboden. 5 De beslissing De voorzieningenrechter, wijst af het primair gevorderde; herziet de beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, gegeven op 21 no-vember 2008 op het verzoek van La Vita Mode aldus, dat de daarin opgelegde dwangsom zal worden gematigd tot € 500,= voor iedere dag (een gedeelte van een dag daaronder be-grepen) dat La Vita in strijd handelt met de onder 1 tot en met 3 van voornoemde beschik-king vermelde bevelen, met een maximum van € 75.000,=; veroordeelt La Vita in de proceskosten, aan de zijde van La Vita Mode tot op heden be-groot op € 6.000,= aan salaris voor de advocaat en € 353,= aan verschotten. Dit vonnis is gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. H.C. Fraaij, griffier. Uitgesproken in het openbaar. 1862/676