Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG8846

Datum uitspraak2008-12-24
Datum gepubliceerd2009-01-05
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers404385/AO VERZ 08-821
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Ontbindingsverzoek. Werkgever is te snel overgegaan tot op non-actief stelling van de werknemer, zonder deze op de vermeende beschuldigingen te horen. Verstoring van de arbeidsrelatie aan werkgever te wijten. Geen aanleiding voor een strikt rekenkundige toepassing van de kantonrechterformule in verband met relatief kort dienstverband, de hoogte van het inkomen en de verantwoordelijke positie die werknemer bekleedde.


Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM Sector kanton Locatie Haarlem zaak/rep.nr.: 404385/AO VERZ 08-821 datum uitspraak: 24 december 2008 BESCHIKKING ONTBINDING ARBEIDSOVEREENKOMST inzake de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Fast Forward Freight B.V. Te LuchthavenSchiphol verzoekster hierna: FFF gemachtigde: mr. C. Staudt-Bos tegen [verweerder] te [woonplaats] verweerder hierna: [verweerder] gemachtigde: mr. A.M. Mellema De procedure Op 13 november 2008 is ter griffie een verzoekschrift ontvangen van FFF. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 18 december 2008. Op deze zitting hebben partijen hun standpunten nader toegelicht. De gemachtigde van FFF heeft pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht. De feiten Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro¬ken inhoud van de producties, staat tussen partij¬en het volgende vast: a. [verweerder], geboren op 25 augustus 1959, is op 1 februari 2008 bij FFF in dienst getreden in de functie van Director bij de afdeling Aerospace. b. Het laatstelijk door [verweerder] genoten salaris bedraagt €8.000,00 per maand, exclusief vakantietoeslag en een reiskostenvergoeding van €1.000,00 per maand. c. [verweerder] heeft de Amerikaanse nationaliteit. Op hem is de zogenoemde “expatregeling” van toepassing, op grond waarvan hij 30% van zijn bruto salaris netto krijgt uitbetaald. d. Voorafgaande aan zijn indiensttreding bij FFF was [verweerder] werkzaam bij Nayak Aircraft Service Netherlands B.V.. Op voorstel van [XXX] (hierna: [XXX]) van FFF is [verweerder] bij FFF in dienst getreden. e. Blijkens de kennisgeving binnen de organisatie van [verweerder] van 21 februari 2008 zou [verweerder] zich specifiek concentreren op “the improvement and develoment of stores and warehousing activities”. f. In 2007 zijn FFF en Stella Aviation Technics (hierna: Stella) een samenwerking aangegaan om het onderhoud en de logistiek voor alle luchtvaart gerelateerde bedrijven te kunnen gaan verrichten, genaamd Mainlog. g. Met betrekking tot die samenwerking heeft [XXX] per e-mail van 9 maart 2008 het volgende aan onder anderen Stella bericht: “If this is the “partnership” we were talking about then as far as I am concerned this is over. I do not accept to be treated like this after bringing so much business to Stella. Maybe Fred can help me to explain what is going on here, I do not see the point. I want the Mainlog account 2007 to be settled by the end of this month. What a way to treat a partner!” h. Op 27 augustus 2008 heeft Ing. [YYY] (hierna: [YYY]) van Stella het volgende binnen de organisatie van Stella bekendgemaakt: “Finally some good news: [verweerder] has started as Maintenance Manager at Stella aviation technics as from 25 August. (…) As you are all aware, we have no time to lose to improve our operation and therefore we could manage that [verweerder] would start immediately. (…)” i. Per e-mail bericht van 8 oktober 2008 heeft [ZZZ] (hierna: [ZZZ]) met betrekking tot [verweerder] het volgende aan [XXX] geschreven: “He was shouting in stores at DJ who then had to book holiday due to stress. He told Jorit he was going to have me replaced.” j. Bij brief van 8 oktober 2008 heeft [YYY] van Stella het volgende aan FFF geschreven: “Hierbij moet ik je spijtig op de hoogte brengen dat jouw medewerker, de heer [verweerder], die je uitgeleend hebt aan Stella aviation technics voor de functie van Line Maintenance Manager, zich absoluut niet loyaal opstelt ten opzichte van jou als werkgever en uitspraken doet die zowel jou als jouw bedrijf FFF als ons bedrijf Stella ernstige schade kan toebrengen. Tijdens een vergadering die ik met hem had en waarbij ook nog een externe consultant van de Steltenberg groep aanwezig was, liet hij zich zeer laatdunkend uit over Fast Forward Freight en zijn management. Hij vond dat FFF geleid wordt door 2 onbekwame directeurs, zijnde jijzelf en [AAA] en dat de enige persoon in het management die enig verstand had van zaken doen [BBB] was. Een andere uitspraak was dat hij vond dat Stella beter op zoek ging naar een andere logistieke partner dan FFF omdat Stella FFF absoluut niet nodig heeft om zich succesvol verder te ontwikkelen. Op de opmerking dat de combinatie Stella-FFF een sterk concept is merkte hij op dat FFF meer profiteert van de samenwerking en meer nood heeft aan Stella dan omgekeerd. In het Mainlog concept kon zijns inziens Stella beter de leiding nemen en FFF vervangen door een meer betrouwbare partij. Gedurende een gesprek dat ik enkele dagen voordien met hem heb gehad, had hij al eens hetzelfde verhaal verteld er nog aan toevoegend dat Peter [XXX] een drankverslaafde (“alcoholic useless to do business”) is waar niets mee aan te vangen is. Bij dit gesprek was gelukkig behalve mijzelf niemand aanwezig. Gezien wij gezamenlijke belangen in Mainlog hebben vind ik het nodig jou hiervan op de hoogte brengen omdat dergelijke uitspraken onze bedrijven en ook onze persoonlijke naam ernstge schade kunnen berokkenen.” k. Bij brief van 9 oktober 2008 heeft FFF het volgende aan [verweerder] geschreven: “Following your conversation with [AAA] of last Friday I am informing you that as of Friday you are exempted from carrying out your activities for Fast Forward Freight and Stella Aviation. [AAA] explained the reasons for our decision. The last few weeks we have been confronted with very disturbing information from employees and clients on your behaviour. You have discredited your colleagues and your supervisors in a way which cannot and shall not be accepted by us. You have referred to Peter [XXX] as “an alcoholic useless to do business” in an conversation with a client of the company. Furthermore you have stated that the managing directors of Fast Forward Freight are incompetent and you have advised this client to look for another business partner. Also you colleagues have complained on your behaviour toward them and they feel they are treated like dirt and without respect by you. Because of your behaviour you have insulted your supervisors and your colleagues and you have neglected your duties as an employee. We have no trust in continuing the employment agreement with you. (…) The employment with Fast Forward Freight shall be terminated by mutual consent as of the date you shall enter into an employment agreement with Stella. Please note that if at the end of this week you have not entered into the employment with Stella, we will have to start proceedings to terminate your employment agreement with Fast Forward Freight. (…)” l. [verweerder] is niet bij Stella in dienst getreden. m. Per e-mail bericht van 16 oktober 2008 heeft [ZZZ] het volgende aan [XXX] geschreven: “Following some recent events I wanted to alert you to the fact that we are facing a lot of problems regarding the actions of [verweerder]. Also to be honest I am getting very fed up with his games. This is also causing me big headaches with the customer. For example this week I am supposed to be concentrating on the audit with [BBB] for the NWA stores, as I have done many times in the past. However meanwhile [verweerder] is trying to involve the stores staff in all sorts of the processes of line maintenance and Maintrol but as nothing has been thought through by [verweerder] it is all going wrong and the blame ending at myself. In turn what is then happening, the stores are de-foccussed on their main tasks as they try to help the line out or correct the problems made by [verweerder]. [verweerder] is thinking nothing through and purely passing all actions out to me or stores and standing back to watch as it all goes wrong. (…) Sorry to let of steam in this way but to be honest myself and the others have had enough of it and if it carries on in this way, then apart from the inefficiency being generated something big will go wrong due to the stress & confusion being caused by [verweerder], which is not acceptable in the “safety first” & “check check, double check” environment we need to work down here.” n. Bij brief van 17 oktober 2008 heeft FFF aan [verweerder] een voorstel gedaan ter beëindiging van de arbeidsovereenkomst. [verweerder] heeft dit voorstel niet aanvaard. o. Onder doorzending van een aantal e-mail berichten van [verweerder] heeft [ZZZ] op 6 november 2008 het volgende per e-mail aan [XXX] medegedeeld: “If you look below you will see that [verweerder] was giving replies to my email which were there to avoid giving proper responses to the accusations he made.” Het verzoek FFF verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst primair wegens een dringende reden en subsidiair wegens veranderingen in de omstandigheden. Ter toelichting stelt FFF – samengevat – het volgende. Kort na de indiensttreding van [verweerder] moest FFF constateren dat [verweerder] zich nogal onbetamelijk opstelde jegens collega’s binnen de organisatie en met name ten opzichte van de heren [CCC] en [ZZZ]. [verweerder] is er verschillende keren op aangesproken. Hem is meegedeeld dat hij zijn gedrag en zijn wijze van communiceren met derden moest aanpassen. FFF heeft besloten [verweerder] te detacheren bij Stella in de functie van Maintenance Manager in de hoop dat de samenwerking door de wijzigingen zou kunnen verbeteren. Afgezien van het feit dat [verweerder] zich op zeer onplezierige wijze heeft uitgelaten jegens medewerkers, is gebleken dat hij zich absoluut niet loyaal opstelt ten opzichte van zijn directeuren [XXX] (hierna: [XXX]) en [AAA] (hierna: [AAA])van FFF. In een gesprek met [YYY], General Manager van Stella, heeft [verweerder] gezegd dat [XXX] een drankverslaafde is waar niets mee aan te vangen zou zijn. [verweerder] is niet bereid om tot een minnelijke regeling te komen. FFF ziet geen enkele mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] voort te zetten. FFF ziet zich daarom genoodzaakt ontbinding van de arbeidsovereenkomst te verzoeken. De gedragingen van [verweerder] leveren primair een dringende reden op, subsidiair is sprake van gewijzigde omstandigheden. [verweerder] is door de genoemde feiten en omstandigheden het vertrouwen van FFF niet meer waardig. FFF heeft het vertrouwen in de mogelijkheid om op een vruchtbare wijze met [verweerder] samen te werken geheel verloren. De onherstelbare vertrouwensbreuk is geheel aan [verweerder] te wijzen. Om die reden moet aan [verweerder] geen vergoeding worden toegekend. Het verweer [verweerder] concludeert primair tot afwijzing van het verzoek. Voor het geval de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden, verzoekt [verweerder] om toekenning van een vergoeding van €115.680,00 bruto, alsmede veroordeling van FFF tot betaling van €3.000,00 wegens de kosten van de procedure. Ter toelichting voert [verweerder] – samengevat – het volgende aan. [verweerder] heeft zich op geen enkele wijze negatief uitgelaten over de organisatie. [verweerder] heeft zich nimmer op onbetamelijke wijze gedragen jegens zijn collegae. [verweerder] heeft in de driekwart jaar die hij voor FFF heeft gewerkt nimmer enig commentaar gehad op zijn functioneren of attitude. De samenwerking met Stella verliep niet altijd even soepel, omdat verhoudingen en posities niet duidelijk waren en de communicatie tussen partijen niet altijd soepel verliep. [verweerder] heeft echter met de beste wil van de wereld getracht alle partijen met de neuzen dezelfde kant op te krijgen om het Mainlog project te doen slagen. [verweerder] heeft de organisatie van FFF en Stella en de beide directeuren van FFF nimmer in een negatief daglicht geplaatst. [verweerder] herkent zich niet in de geuite beschuldigingen en vraagt zich stellig af waarom de genenral manager van Stella hem in een degelijk negatief daglicht stelt bij de directie van FFF, maar hem tussentijds wel een arbeidsovereenkomst aanbiedt. [verweerder] is zeer verontwaardigd over het feit dat FFF de opmerkingen van [YYY] en [ZZZ] klakkeloos aanneemt en hem zonder hoor of wederhoor op non-actief stelt en een ontbindingsverzoek indient. Indien dergelijke uitingen al door [ZZZ], [CCC] en [YYY] zijn geuit, dan had het op de weg van FFF als goed werkgever gelegen eerst [verweerder] te horen alvorens dergelijke destructieve acties als op non-actief stelling en ontslag te ondernemen. Mocht de kantonrechter van mening zijn dat er geen redenen meer zijn om de arbeidsovereenkomst te laten voortduren, dan is [verweerder] van mening dat aan hem een aanzienlijke ontbindingsvergoeding moet worden toegekend. De reden voor beëindiging is geheel en al te wijten aan FFF. [verweerder] acht, gelet op zijn omstandigheden en de handelwijze van FFF, een vergoeding van 12 maandsalarissen, zijnde een bedrag van €115.680,00, billijk. Daarnaast maakt [verweerder] aanspraak op vergoeding van de kosten van de procedure, die aan de zijde van [verweerder] €3.000,00 bedragen. De beoordeling van het verzoek 1. De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod als bedoeld in artikel 7:685 lid 1 BW. 2. De kantonrechter is van oordeel FFF te hard van stapel gelopen toen zij [verweerder] op non-actief stelde. Zij is slechts afgegaan op verklaringen van andere werknemers van haar of van Stella zonder daarbij, zoals van haar als goed werkgever mag worden verwacht, er alles aan te doen om [verweerder] te horen en pas na zorgvuldige afweging van de diverse standpunten tot een besluit te komen. Dit geldt temeer nu ook volgens de eigen stellingen van FFF niets valt aan te merken op de kwaliteit van zijn functie-uitoefening en het slechts gaat om het gedrag van [verweerder]. In dat verband is naar het voorlopige oordeel van de kantonrechter ook relevant dat [verweerder] was ingezet om de problemen bij Stella op te lossen, waarvoor hij volgens FFF als “breekijzer” ook zeer geschikt was. Een dergelijke functie van [verweerder] houdt het risico in dat er mogelijk uitlatingen worden gedaan die niet bij iedereen in goede aarde vallen. Dat de situatie bij Stella, los van het optreden van [verweerder], ook volgens FFF niet naar haar wensen verliep, blijkt uit het (onder de vaststaande feiten onder g. geciteerde) e-mail bericht van 9 maart 2008 van [XXX]. 3. De kantonrechter is op grond van het vorenstaande van oordeel dat geen sprake is van een dringende reden die tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst zou moeten leiden. Het verzoek kan daarom niet op de primaire grondslag worden toegewezen. 4. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat FFF geen vertrouwen meer heeft in [verweerder] en om die reden geen voortzetting van de arbeidsovereenkomst wenst. Of dat ontbreken van vertrouwen nu wel of niet terecht is, zal hieronder nog aan de orde komen. Wel is duidelijk dat bij dit gebrek aan vertrouwen aan de zijde van FFF geen vruchtbare bodem meer bestaat om de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. 5. Er zijn dus voldoende gewichtige redenen om de arbeidsovereenkomst op korte termijn te ontbinden wegens gewijzigde omstandigheden, zodat het verzoek op de subsidiaire grondslag in zoverre toewijsbaar is. 6. Beoordeeld moet worden of aan [verweerder] in redelijkheid een vergoeding toekomt. De kantonrechter overweegt daartoe het volgende. 7. De kantonrechter is van oordeel dat voor het wegvallen van het vertrouwen aan de zijde van FFF onvoldoende grondslag aanwezig was. Wat er ook zij van uitlatingen die door [verweerder] zouden zijn gedaan, het had op de weg van FFF gelegen om daarover met hem in gesprek te gaan en hem niet zonder hem te horen op non-actief te stellen, zoals hierboven al is overwogen. Daarbij is van belang dat de verklaringen die door FFF in het geding zijn gebracht een eenzijdig beeld geven en de verklaringen van [YYY] en [ZZZ] enigszins gekleurd zijn. Met [YYY] had [verweerder] immers een verschil van mening over het opnemen van vakantie door [YYY], terwijl ter zitting is gebleken dat [ZZZ] thans de functie bekleedt die [verweerder] vervulde. In het licht van die omstandigheden moet zorgvuldig worden omgesprongen met de beoordeling van de juistheid van deze verklaringen. Dit geldt temeer nu, zoals hierboven ook is overwogen, [verweerder] bij Stella orde op zaken moest stellen en zich daarbij wellicht op een wijze heeft opgesteld of heeft moeten opstellen die niet voor iedereen acceptabel was/is. 8. Alle omstandigheden tegen elkaar afwegende is de kantonrechter van oordeel dat aan FFF een verwijt valt te maken voor de verstoring van de arbeidsrelatie. 9. De kantonrechter is daarom van oordeel dat aan [verweerder] een billijke vergoeding toekomt. Rekeninghoudend met de vaststaande omstandigheden en salarisgegevens van [verweerder] is de kantonrechter van oordeel dat een vergoeding van €75.000,00 billijk is. Voor een strikt rekenkundige toepassing van de kantonrechterformule is in dit geval geen aanleiding, gelet op het korte dienstverband, het relatief hoge inkomen en de aard van de verantwoordelijke positie die [verweerder] bekleedde. 10. FFF heeft geen vergoeding aangeboden, zodat de kantonrechter FFF in de gelegenheid zal stellen het verzoek in te trekken. 11. Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking meer, nu dit in het licht van hetgeen in deze beschikking is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden. 12. Gezien de aard van de procedure worden de kosten tussen partijen gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt. Nu partijen geen afspraken hebben gemaakt over eventuele proceskosten, dient het daarop betrekking hebbende verzoek van [verweerder] te worden afgewezen. Beslissing De kantonrechter: stelt partijen ervan in kennis voornemens te zijn de arbeidsovereenkomst tegen 1 februari 2009 te ontbinden onder toekenning van een vergoeding als hierna is vermeld; bepaalt dat FFF de gelegenheid heeft het verzoek in te trekken door middel van een uiterlijk op 16 januari 2009 te 15.00 uur ter griffie ontvangen schriftelijke mededeling met gelijktijdige toezending van een afschrift daarvan aan de wederpartij; voor het geval FFF het verzoek niet intrekt wordt alvast als volgt beslist: ontbindt de arbeidsovereenkomst tegen 1 februari 2009; kent aan [verweerder] ten laste van FFF een vergoeding toe van €75.000,00 bruto, ineens te voldoen, als aanvulling op ingevolge sociale verzekeringswetten te ontvangen uitkeringen dan wel elders te verwerven lager inkomen uit arbeid; veroordeelt voor zover nodig FFF tot betaling van die vergoeding; verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad; bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt; wijst af hetgeen meer of anders is verzocht; voor het geval FFF het verzoek wel intrekt: bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt. Deze beschikking is gegeven door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.