Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG8858

Datum uitspraak2008-11-20
Datum gepubliceerd2009-01-05
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGemeensch. Hof van Justitie v.d. Ned. Antillen en Aruba
Zaaknummers196 HLAR 24/07
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bestuurscollege heeft de 'School of Medicin' op straffe van bestuursdwang gelast een muur te verwijderen. Inmiddels is de muur verwijderd en het belang van het hoger beroep is gelegen met de aan de orde gestelde rechtsvraag met het oog op eventuele toekomstige gevallen. Waar een geschil niet langer bestaat mag de rechter geen rechtsvraag beantwoorden, uitsluitend vanwege de mogelijke betekenis van dat antwoord voor eventuele toekomstige gevallen. Daarom is het beroep niet-ontvankelijk.


Uitspraak

196 HLAR 24/07 Datum uitspraak: 20 november 2008 GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA Uitspraak op het hoger beroep van: het bestuurscollege van het Eilandgebied Sint Maarten, appellant, tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten, van 14 maart 2007 in zaak nr. 2006/69 in het geding tussen: de naamloze vennootschap "the American University of the Caribbean (School of Medicine) N.V.", gevestigd op Sint Maarten, en appellant. 1. Procesverloop Bij beschikking van 15 juni 2006 heeft appellant (hierna: het bestuurscollege) de naamloze vennootschap "the American University of the Caribbean (School of Medicine) N.V." (hierna: AUC) op straffe van bestuursdwang gelast een muur aan de University Drive 1 te Sint Maarten (hierna onderscheidenlijk: de muur en het perceel) te verwijderen. Bij uitspraak van 14 maart 2007 heeft het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten (hierna: het Gerecht), het daartegen door AUC ingestelde beroep gegrond verklaard en die beschikking vernietigd. Bij brief, bij het Gerecht ingekomen op 25 april 2007, heeft het bestuurscollege hoger beroep ingesteld bij het Hof. Bij brief van 27 juli 2007 heeft AUC een verweerschrift ingediend. Het Hof heeft de zaak, na aanvankelijke aanhouding van de behandeling ervan op verzoek van het bestuurscollege, ter zitting behandeld op 22 september 2008, waar het bestuurscollege, vertegenwoordigd door mr. M. Hofman, advocaat, en AUC, vertegenwoordigd door mr. J.G. Snow, advocaat, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Gebleken is dat de muur intussen is verwijderd. Ter zitting is namens het bestuurscollege desgevraagd verklaard dat het bestuurscollege slechts belang heeft bij het hoger beroep, in verband met de aan de orde gestelde rechtsvraag met het oog op eventuele toekomstige gevallen. Aldus is gesteld noch gebleken dat het bestuurscollege thans belang heeft bij het hoger beroep. In het kader van de Landsverordening administratieve rechtspraak is de administratieve rechter alleen tot het beantwoorden van rechtsvragen geroepen in het kader van een werkelijk geschil met betrekking tot een beschikking van een bestuursorgaan. Waar een dergelijk geschil niet of niet langer bestaat, mag de rechter geen rechtsvraag beantwoorden, uitsluitend vanwege de mogelijke betekenis van dat antwoord voor eventuele toekomstige gevallen. 2.2. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. 2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba Recht doende in naam der Koningin: verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk. Aldus vastgesteld door mr. H.L. Wattel, Voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. A.W.M. Bijloos, Leden, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Martinez, griffier. w.g. Wattel Voorzitter w.g. Martinez griffier Uitgesproken in het openbaar op 20 november 2008 Verzonden: Voor eensluidend afschrift, de griffier, voor deze,