Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG8932

Datum uitspraak2008-12-10
Datum gepubliceerd2009-01-06
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers584051 UC EXPL 08-9866
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Artikel 2:203 lid 1 BW. Geen beroep op bekrachtiging handelingen namens BV i.o. mogelijk.


Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT Sector kanton Locatie Utrecht zaaknummer: 584051 UC EXPL 08-9866 MVV vonnis d.d. 10 december 2008 inzake [P.] h.o.d.n. KLEINE P PRODUCTIES, wonende en zaakdoende te Loosdrecht, verder ook te noemen [P.], eisende partij, gemachtigde: mr. J.C.M. Bonnier, tegen: [R.], wonende te Harmelen, verder ook te noemen [R], gedaagde partij, procederende in persoon. Verloop van de procedure De kantonrechter verwijst naar het tussenvonnis van 30 juli 2008. De comparitie is gehouden op 15 september 2008. Daarvan is aantekening gehouden. Hierna is uitspraak bepaald. Het geschil en de beoordeling daarvan 1. Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist alsmede op grond van de overgelegde stukken staan tussen partijen de volgende feiten vast: 1.1 In september 2007 heeft [R] [P.] benaderd met het verzoek teksten aan te leveren voor de op te richten webwinkel voor juwelen genaamd "Tiara Rosa". De desbetreffende werkzaamheden zijn door [P.] verricht in de maanden september tot en met november 2007. 1.2 [R] heeft [P.] een visitekaartje overhandigd waarop hij staat vermeld als "director" van "Comfort Group Europe". Deze onderneming is blijkens het kaartje gevestigd aan de [adres] te Amersfoort. Als emailadres wordt vermeld "[r]@comfortgroup.eu". 1.3 [P.] heeft aan Comfort Group Europe conform de afgesproken prijs voor zijn werkzaamheden twee facturen uitgebracht, te weten op 14 november 2007 een factuur ad € 232,05 (incl. BTW) en op 18 januari 2007 een factuur ad € 2677,50 (incl. BTW). Beide facturen vermelden een betalingstermijn van 14 dagen. Comfort Group Europe heeft de facturen, ondanks herhaalde aanmaning en ingebrekestelling, niet voldaan. 1.4 Partijen hebben in ieder geval in de maand november 2007 gecorrespondeerd via het door [R] opgegeven emailadres van Comfort Group. Onder de van [R] uitgaande e-mails was steeds een banner van Comfort Group Europe opgenomen met dezelfde gegevens als die welke op het visitekaartje van [R] waren opgenomen. 1.5 Bij emailbericht van 29 februari 2008 heeft [P.] geïnformeerd naar het uitblijven van de betaling van de facturen. In reactie daarop bericht [R] [P.] bij emailbericht van 3 maart 2008 als volgt: "Het spijt ons zeer je te moeten informeren dat door onverwachte zakelijke omstandigheden Tiara Rosa niet in staat is om haar financiële verplichtingen te voldoen. (...) We zijn nog steeds bezig om nieuwe investeerders te interesseren maar we vermoeden dat dit proces zeker 1 à 2 maanden gaat duren.(...) Zou je ons kunnen laten weten of je bereid bent om deze periode af te wachten? (...) Met vriendelijke groet, [R,] Aandeelhouder Tiara Rosa" 1.6 Bij brief van 1 april 2008 heeft J.R.G. Keulemans namens Tiara Rosa B.V. [P.] laten weten dat Tiara Rosa niet in staat is de vordering van [P.] te voldoen. 2.1 [P.] vordert, bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis veroordeling van [R] tot betaling aan [P.] een bedrag van € 2.909,55 te vermeerderen met € 450,- aan buitengerechtelijke incassokosten exclusief BTW, vermeerderd met de wettelijke rente over € 232,05 vanaf 28 november 2007 tot de dag van betaling en vermeerderd met de wettelijke rente over € 2.677,50 vanaf 1 februari 2008 tot de dag van betaling, met veroordeling van [R] in de proceskosten. 2.2 Ter onderbouwing van zijn vordering stelt [P.] - verkort en zakelijk weergegeven - het volgende. [P.] heeft in opdracht van [R] handelend onder de naam Comfort Group Europe gemelde werkzaamheden verricht en daarvoor het afgesproken bedrag gefactureerd. [R] weigert gemelde facturen te voldoen. [P.] vordert derhalve thans betaling van de gefactureerde bedragen, met bijkomende kosten. Dat, zoals [R] stelt, [R] de opdracht namens Tiara Rosa B.V. zou hebben gesloten, zodat niet hij, maar deze vennootschap de opdrachtgever van [P.] is, is niet juist. [R] is de overeenkomst, weliswaar handelend onder de naam Comfort Group Europe, voor eigen rekening aangegaan, aldus [P.]. 3.1 [R] heeft tegen het gevorderde verweer gevoerd. Het verweer strekt tot afwijzing van de vordering. 3.2 De kantonrechter zal hieronder ingaan op de grondslag van de vordering en - voor zover vereist - op het daartegen gevoerde verweer. 4.1 [R] betoogt ter afwering van de vordering dat hij de overeenkomst is aangegaan namens een nog op te richten de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Die vennootschap zou in eerste instantie Comfort Group Europe gaan heten, later is dat veranderd in Tiara Rosa. De overeenkomst met [P.] is door de aandeelhouders Tiara Rosa B.V. bekrachtigd op 18 oktober 2007, waardoor Tiara Rosa B.V. contractspartij van [P.] is geworden in plaats van [R], aldus [R]. 4.2 Dat betoog faalt. De kantonrechter overweegt daartoe het volgende. Op grond van artikel 2:203 lid 1 BW kunnen uit rechtshandelingen verricht namens een op te richten vennootschap rechten en verplichtingen voor de vennootschap ontstaan, wanneer de vennootschap deze rechtshandelingen na oprichting bekrachtigt. Daartoe is dient aan een aantal eisen te zijn voldaan. Allereerst dient het aan de wederpartij van degene die handelt namens de vennootschap in oprichting duidelijk te zijn dat wordt gecontracteerd namens een op te richten vennootschap. Bovendien moet, vanzelfsprekend, de vennootschap vervolgens worden opgericht. Ten slotte dient de rechtshandeling te worden bekrachtigd. Wat betreft het eerste vereiste heeft [R] slechts gesteld dat [P.] wist dat [R] handelde namens de op te richten vennootschap Tiara Rosa. Uit geen van de door partijen in het geding gebrachte stukken van vóór maart 2008 blijkt dat de overeenkomst tussen partijen is aangegaan namens een vennootschap (al dan niet) in oprichting. Uit de stukken blijkt slechts dat de website de naam Tiara Rosa zou dragen. 4.3 Wat betreft het tweede vereiste overweegt de kantonrechter het volgende. Het door [R] overgelegde aandeelhoudersbesluit van oktober 2007 is door hem en Keulemans ondertekend. In het besluit treden zij onder meer op in hun hoedanigheid van oprichters van Tiara Rosa B.V. Uit het eveneens door hem overgelegde uittreksel uit het handelsregister blijkt echter dat de vennootschap die thans Tiara Rosa B.V. heet reeds is opgericht in augustus 1992. Van een nog op te richten vennootschap was derhalve toen [P.] met [R] contracteerde geen sprake. In het licht van hetgeen hiervoor onder 4.2. en onder dit 4.3. is overwogen is het verweer van [R] te weinig gemotiveerd om tot afwijzing van de vordering te kunnen leiden. 4.4 Voor zover het betoog van [R] mocht inhouden dat de overeenkomst door hem is aangegaan namens een bestaande vennootschap, thans Tiara Rosa genaamd, is het evenmin te weinig onderbouwd om te kunnen slagen. De kantonrechter verwijst kortheidshalve naar hetgeen hij hiervoor in de laatste alinea van rechtsoverweging 4.2. heeft overwogen. [R] heeft in het licht daarvan te weinig aangevoerd om te kunnen concluderen dat met het besluit van oktober 2007 de vennootschap door hem onbevoegd namens haar verrichte rechtshandelingen heeft bekrachtigd in de zin van artikel 3:69 lid 1 BW. 4.5 Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat de overeenkomst is aangegaan tussen [P.] en [R], zodat [R] in verzuim is voor wat betreft zijn uit die overeenkomst voortvloeiende betalingsverplichting. Nu de hoogte van de vordering niet is betwist zal de gevorderde hoofdsom en wettelijke rente worden toegewezen. 4.6 Voldoende aangetoond is dat de door [P.] verrichte incassowerkzaamheden meer hebben omvat dan een (eventueel herhaalde) sommatie of het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van een dossier. De daarop betrekking hebbende kosten komen voor vergoeding in aanmerking. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten is derhalve toewijsbaar. 4.7 [R] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Beslissing De kantonrechter: veroordeelt [R] om aan [P.] tegen bewijs van kwijting te betalen € 2.909,55 te vermeerderen met € 450,- aan buitengerechtelijke incassokosten exclusief BTW, vermeerderd met de wettelijke rente over € 232,05 vanaf 28 november 2007 tot de dag van betaling en vermeerderd met de wettelijke rente over € 2.677,50 vanaf 1 februari 2008 tot de dag van betaling; veroordeelt [R] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [P.], tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 643,44, waarin begrepen € 350,- aan salaris gemachtigde; verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; wijst het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.F. van Vugt, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 10 december 2008.