Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG9147

Datum uitspraak2009-01-07
Datum gepubliceerd2009-01-08
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/3730 ZW
Statusgepubliceerd


Indicatie

Met nieuw besluit volledig tegemoet gekomen. Proceskostenveroordeling.


Uitspraak

07/3730 ZW Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer U I T S P R A A K op het hoger beroep van: [appellant] (hierna: appellant), tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 11 juni 2007, 07/18 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen appellant en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv). Datum uitspraak: 7 januari 2009 I. PROCESVERLOOP Namens appellant heeft mr. A.T. Tilburg, advocaat te Spijkenisse, hoger beroep ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. Bij faxbericht van 24 november 2008 heeft het Uwv de Raad meegedeeld dat het standpunt van het Uwv is gewijzigd en dat een nieuwe beslissing op bezwaar is afgegeven. Een afschrift van deze beslissing van eveneens 24 november 2008 is meegezonden. In reactie hierop heeft mr. Tilburg voornoemd, bij faxbericht van 25 november 2008, meegedeeld dat met de gewijzigde beslissing volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellant en daarbij de Raad verzocht het Uwv in de proceskosten te veroordelen. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 november 2008. Partijen zijn, met voorafgaande kennisgeving, niet verschenen. II. OVERWEGINGEN Blijkens het faxbericht van 25 november 2008 van de gemachtigde van appellant is met de gewijzigde beslissing van het Uwv van 24 november 2008 volledig tegemoet gekomen aan de bezwaren van appellant. De Raad heeft daarom het hoger beroep van appellant onder toepassing van artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet mede gericht geacht tegen de nieuwe beslissing op bezwaar van 24 november 2008. Uit de vaste jurisprudentie van de Raad (zie de uitspraak van 4 februari 1997, LJN ZB6628) volgt dat in een geval waarin volledig tegemoet wordt gekomen aan het beroep tegen een besluit, belang bij een beoordeling van dat besluit in beginsel is komen te vervallen, tenzij van zo’n belang blijkt, bijvoorbeeld omdat verzocht is om toekenning van schadevergoeding op grond van artikel 8:73 van de Awb. Van een dergelijk verzoek is de Raad in onderhavig geval niet gebleken. Nu het Uwv volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellant heeft deze, gelet op het voorgaande, geen belang meer bij een beoordeling in hoger beroep. De Raad verklaart daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk. De Raad ziet aanleiding om het Uwv op grond van artikel 8:75 van de Awb te veroordelen in de proceskosten die appellant in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht begroot op € 644,- voor verleende rechtbijstand in beroep en € 322,- voor verleende rechtbijstand in hoger beroep, in totaal € 966,- III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep, Recht doende: Verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk; Veroordeelt de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de proceskosten in beroep en hoger beroep tot een bedrag groot € 966,-, te betalen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, waarvan € 322,- aan de griffier van de Raad; Bepaalt dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan appellant het betaalde griffierecht van € 143,- vergoedt. Deze uitspraak is gedaan door M.S.E. Wulffraat-van Dijk. De beslissing is, in tegenwoordigheid van J. Verrips als griffier, uitgesproken in het openbaar op 7 januari 2009. (get.) M.S.E. Wulffraat-van Dijk. (get.) J. Verrips. MH