
Jurisprudentie
BG9296
Datum uitspraak2008-01-09
Datum gepubliceerd2009-01-09
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers535010 UC EXPL 07-10847
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2009-01-09
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers535010 UC EXPL 07-10847
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
Appartementsrecht. Verschuldigdheid voorschotbijdrage. Opstelling VvE in strijd met de (ook) tussen VvE en appartementseigenaren in acht te nemen redelijkheid en billijkheid.
Uitspraak
RECHTBANK UTRECHT
Sector kanton
Locatie Utrecht
zaaknummer: 535010 UC EXPL 07-10847 MVV
vonnis d.d. 9 januari 2008
inzake
de Vereniging van Eigenaars Complex Bergweg,
gevestigd te Zeist,
verder ook te noemen: de VVE,
eisende partij,
gemachtigde: mr. D.R Boekhoven, werkzaam bij Vesting Finance Incasso B.V.,
tegen:
1. [R.],
en
2. [V.],
beiden wonende te Zeist,
hierna tezamen verder ook te noemen: [R] en [V],
gedaagde partij,
beiden procederende in persoon.
Verloop van de procedure
De kantonrechter verwijst naar het tussenvonnis van 24 oktober 2007.
Beide partijen hebben voorafgaand aan de comparitie nog stukken in het geding gebracht.
De comparitie is gehouden op 26 november 2007. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt.
Hierna is uitspraak bepaald.
Het geschil en de beoordeling daarvan
1.
De VVE vordert - na vermeerdering van eis - veroordeling, bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis, van [R] en [V] tot betaling van € 2.288,52 in hoofdsom te vermeerderen met de vertragingsrente tot aan de dag der dagvaarding ad € 229,50 en buitengerechtelijke incassokosten ad € 535,50, te vermeerderen met een vertragingsrente van 0,5% vanaf de datum van de dagvaarding tot de algehele voldoening, met veroordeling van [R] en [V] in de kosten van deze procedure.
1.1
De VVE legt aan haar vordering - samengevat - ten grondslag dat [R] en [V] lid zijn de VVE en ondanks aanmaning in gebreke zijn gebleven met tijdige en volledige betaling van de maandelijks aan de VVE verschuldigde voorschotbijdragen in de kosten van beheer en onderhoud van het Complex Bergweg te Zeist voor de maanden april tot en met december 2001, november en december 2006 en april tot en met december 2007.
Aangezien de besluiten waarbij de onderhavige voorschotbijdragen zijn vastgesteld tot stand zijn gekomen conform de bepalingen in het splitsingsreglement en onherroepelijk zijn geworden, zijn [R] en [V], als lid van de VVE, gehouden tot betaling van de voorschotbijdragen. Dat ter zake van die bijdragen geen facturen zijn verzonden doet daar niet aan af. De verschuldigdheid van de vertragingsrente ad 0,5% per maand en de buitengerechtelijke incassokosten vloeit voort uit "artikel 6:119 en artikel 6:96 lid 2 sub c BW en/of de ingevolge de op voormelde overeenkomst van toepassing zijnde en daarmee sinds de totstandkoming een onverbrekelijk deel vormende voorwaarden /statuten", aldus de VVE.
2.
[R] en [V] hebben ter afwering van de vordering - samengevat en voor zover hier van belang - betoogd dat zij niet betwisten dat zij voorschotbijdragen aan de VVE dienen te voldoen. Zij zijn echter eerst bereid de gevorderde voorschotbijdragen nadat zij de facturen, of een verzamelfactuur, terzake die voorschotbijdragen van de VVE hebben ontvangen.
[R] en [V] hebben daarbij gewezen op het feit dat zij ondernemers zijn en de facturen nodig hebben om de betalingen aan de VVE correct in hun administratie te kunnen verwerken. Voorts hebben [R] en [V] erop gewezen dat de leden van de VVE in de algemene ledenvergadering van 27 juni 2005 hebben besloten dat zij met ingang van 1 juli 2005 een voorschotbijdrage van € 75,- per maand per appartement zullen betalen en dat de administrateur Redema daartoe maandelijks facturen zou opstellen en versturen.
Terzake de thans gevorderde voorschotbijdragen hebben [R] en [V] nimmer een factuur ontvangen, ook niet nadat zij Redema en het bestuur van de VVE daarom herhaaldelijk hebben verzocht.
3.
De kantonrechter overweegt naar aanleiding van de vordering en het daartegen gevoerde verweer als volgt.
De VVE heeft niet betwist dat, zoals [R] en [V] hebben betoogd, de leden van de VVE in de algemene ledenvergadering van 27 juni 2005 hebben besloten dat zij met ingang van 1 juli 2005 een voorschotbijdrage van € 75,- per maand per appartement zullen betalen en dat de administrateur Redema daartoe maandelijks facturen zou opstellen en versturen.
Voorts heeft de VVE niet betwist dat terzake de thans gevorderde voorschotbijdragen nimmer facturen aan [R] en [V] zijn verzonden, ook niet nadat [R] en [V] daarom herhaaldelijk hebben verzocht.
Ten slotte is niet betwist dat [R] en [V] de wel aan hen gefactureerde voorschotbijdragen alle hebben voldaan.
4.
De kantonrechter is van oordeel dat in het licht van gemeld besluit van (de ALV van) de VVE de door de VVE thans jegens [R] en [V] gekozen opstelling in strijd is met de redelijkheid en billijkheid overeenkomstig welke de VVE en [R] en [V] zich krachtens artikel 6:2 BW jegens elkaar moeten gedragen. De kantonrechter vermag niet in te zien welk belang van de VVE is gediend met de weigering van de VVE om alsnog de door [R] en [V] (reeds in maart 2007 en daarna bij herhaling) verzochte facturen of een verzamelfactuur aan hen te zenden. De kantonrechter neemt daarbij in aanmerking dat [R] en [V] ter zitting hebben verklaard dat zij nog immer bereid zijn om na ontvangst van de facturen of de verzamelfactuur alle bijdragen, dus ook die van 2001, te voldoen.
5.
Gelet op het hiervoor overwogene worden de vorderingen dan ook afgewezen.
De VVE zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
Beslissing
De kantonrechter:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt de VVE tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [R] en [V], tot de uitspraak van dit vonnis begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.F. van Vugt, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 9 januari 2008.