
Jurisprudentie
BG9875
Datum uitspraak2008-12-10
Datum gepubliceerd2009-01-14
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Maastricht
Zaaknummers309521 CV EXPL
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2009-01-14
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Maastricht
Zaaknummers309521 CV EXPL
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
Royement. Geen proceskostenveroordeling. Er is geen sprake van een in het ongelijk gestelde partij. Geen redenen aangevoerd waarom desondanks proceskostenveroordeling van de wederpartij plaats zou moeten vinden.
Uitspraak
RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Maastricht
Zaaknummer: 309521 CV EXPL 08-4099
typ: AodK
Vonnis van 10 december 2008
in de zaak
INBEV NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Breda,
eiseres,
gemachtigde: Janssen & Janssen c.s., deurwaarders te Eindhoven,
tegen
1. [gedaagde 1],
wonend te [adres],
2. [gedaagde 2],
wonend te [adres],
gedaagden,
in persoon procederend.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Eiseres heeft bij exploot van dagvaarding met producties van 1 oktober 2008 een vordering tegen gedaagden ingesteld. Ter eerst dienende datum, 15 oktober 2008, hebben gedaagden uitstel van antwoord gevraagd en verkregen tot 12 november 2008.
Bij brief van 4 november 2008 heeft eiseres royement van de procedure verzocht.
Gedaagden zijn akkoord gegaan met royement, maar hebben gevorderd eiseres te veroordelen tot betaling van de aan hun zijde gerezen proceskosten.
Hierna is uitspraak bepaald op heden.
MOTIVERING
Eiseres heeft bij akte ter rolle van 12 november 2008 royement van de onderhavige procedure voorgesteld.
Gedaagden hebben daarop mondeling gereageerd en ingestemd met het verzochte royement, maar wel aanspraak gemaakt op vergoeding van de proceskosten.
Volgens de wet, artikelen 237 en 238 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, wordt de partij die bij vonnis in het ongelijk is gesteld, “in de kosten” veroordeeld. In zaken waarin partijen in persoon kunnen procederen en de wederpartij van de in het ongelijk gestelde partij zonder gemachtigde procedeert, wordt onder de kosten “waarin” de in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld een door de rechter te bepalen bedrag voor noodzakelijke reis-, verblijf- en verletkosten opgenomen.
In casu is echter geen sprake van een in het ongelijk gestelde partij. Eiseres heeft om royement gevraagd en gedaagden zijn daarmee akkoord gegaan. De wet laat het in dergelijke gevallen aan partijen zelf over om een regeling te treffen ten aanzien van de proceskosten.
Gesteld noch gebleken is dat partijen zelf een regeling hebben getroffen ten aanzien van de proceskosten.
Gedaagden, die zonder gemachtigde hebben geprocedeerd, hebben zich tot de kantonrechter gewend en een proceskostenveroordeling van eiseres gevorderd maar niets gesteld over de reden waarom zij menen daarop recht te kunnen doen gelden noch over kosten die zij daadwerkelijk hebben moeten maken.
Het vorenstaande in onderlinge samenhang beschouwd leidt tot de conclusie dat de vordering van gedaagden dient te worden afgewezen.
De zaak zal worden doorgehaald zonder enige kostenveroordeling.
BESLISSING
Royeert de procedure met zaaknummer 309521 CV EXPL 08-4099.
Wijst de vordering van gedaagden ter zake vergoeding van proceskosten af.
Aldus gewezen door mr. H.W.M.A. Staal, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare civiele terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.