Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH0017

Datum uitspraak2008-11-03
Datum gepubliceerd2009-02-25
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamGerechtshof Amsterdam
Zaaknummers200.013.813/1 OK
Statusgepubliceerd
SectorOndernemingskamer


Indicatie

Wanbeleid: onzakelijke handelwijze van bestuurder, bedreiging van de continuïteit van de vennootschappen, onvoldoende informatieverstrekking, ten onrechte verzoekster van taken ontheven en samenwerking beëindigd; bij wijze van voorzieningen ontslag van bestuurder, benoeming van verzoekster en een onafhankeljke derde tot bestuurder, overdracht ten titel van beheer, vernietiging van besluiten.
Hoger beroep van LJN BB8767.


Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER BESCHIKKING van 3 november 2008 in de zaak met rekestnummer 200.013.813/1 OK van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [A] BEHEER B.V., gevestigd te [plaats], VERZOEKSTER, advocaat: MR. C.J.R. VAN BINSBERGEN, t e g e n 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ICTRACK B.V., 2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid WIRELESS INTER NETWORKS SOLUTIONS & TECHNOLOGY B.V., 3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid SMARTCODED B.V., alle gevestigd te Lelystad, VERWEERSTERS, niet verschenen, e n t e g e n de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [B] BEHEER B.V., gevestigd te [plaats], BELANGEHBBENDE, advocaat: MR. A.J.E. VAN DEN BERGEN. 1. Het verloop van het geding 1.1 Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer in de eerste plaats naar haar beschikkingen in de met deze zaak samenhangende zaken met de rekestnummers 1205/2007 OK en 1206/2007 OK van 4 maart 2008, 12 maart 2008, 19 mei 2008 en 8 september 2008. Voor zover hier van belang behelzen deze beschikkingen het volgende. 1.2 Bij de beschikking van 4 maart 2008 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van ICTrack B.V. (hierna ICTrack te noemen), Wireless Inter Networks Solutions & Technology B.V. (hierna Wireless te noemen) en SmartCoded B.V. (hierna SmartCoded te noemen), alle gevestigd te Lelystad (en hierna gezamenlijk ook de vennootschappen te noemen), ten aanzien van de nader in die beschikking beschreven onderwerpen, alsmede bij wijze van onmiddellijke voorziening voor de duur van het geding een nader aan partijen bekend te maken persoon tot bestuurder van ICTrack benoemd en bepaald dat aan deze bestuurder in het bestuur van ICTrack een beslissende stem toekomt en dat de toenmalige bestuurder van ICTrack, M.C. [B] Beheer B.V. (hierna [B] Beheer te noemen), slechts bevoegd is ICTrack samen met deze bestuurder te vertegenwoordigen. De Ondernemingskamer heeft bij haar beschikking van 12 maart 2008 mr. R.H.L. Cornelissen te Amsterdam als bestuurder en bij haar beschikking van 19 mei 2008 mr. L. P. van den Brink te Amsterdam als onderzoeker aangewezen. 1.3 De onderzoeker heeft het verslag van het in 1.2 bedoelde onderzoek (hierna het onderzoeksverslag te noemen) aan de Ondernemingskamer doen toekomen. Nadat de griffier het verslag ter griffie had neergelegd, heeft de Ondernemingskamer bij de beschikking van 8 september 2008 bepaald dat het verslag ter inzage ligt voor belanghebbenden. 1.4 Verzoekster (hierna [A] Beheer te noemen) heeft bij op 17 september 2008 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift de Ondernemingskamer verzocht - zakelijk weergegeven en naar de Ondernemingskamer begrijpt - op grond van de uitkomst van het onderzoek 1) vast te stellen dat gebleken is van wanbeleid van de vennootschappen; 2) te bepalen dat het verslag van het onderzoek geheel voor een ieder ter inzage zal worden gelegd ter griffie van de Ondernemingskamer; 3) [B] Beheer te ontslaan als bestuurder van ICTrack; 4) primair [A] Beheer dan wel subsidiair mr. Cornelissen voornoemd te benoemen tot tijdelijk bestuurder van ICTrack; 5) de door [B] Beheer gehouden aandelen in ICTrack ten titel van beheer tijdelijk over te dragen aan primair [A] Beheer dan wel subsidiair aan mr. Cornelissen; 6) het besluit te vernietigen van [B] Beheer, houdende akkoordverklaring met betrekking tot a) de inhoud van de brief van Lizatec B.V. (hierna Lizatec te noemen) aan de vennootschappen van 17 december 2007; b) de vaststellingsovereenkomst tussen Lizatec en ICTrack van 21 januari 2008; 7) de beschikking voor zover zij het treffen van voorzieningen inhoudt uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. 1.5 [B] Beheer heeft bij op 10 oktober 2008 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht - zakelijk weergegeven en naar de Ondernemingskamer begrijpt - bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, 1) primair het verzoek van [A] Beheer af te wijzen; 2) subsidiair te bevelen dat nader onderzoek wordt verricht naar het beleid en de gang van zaken van de vennootschappen betreffende door de Ondernemingskamer in goede justitie te bepalen onderwerpen; 3) primair zowel als subsidiair [A] Beheer te veroordelen in de kosten van het geding. 1.6 De verzoeken zijn behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 16 oktober 2008, alwaar de advocaten de standpunten van partijen nader hebben toegelicht, beiden aan de hand van - aan de Ondernemingskamer overlegde - pleitnotities en betreft onder overlegging van - op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartij(en) gezonden - nadere producties. Ter terechtzitting heeft voorts mr. Cornelissen zijn zienswijze kenbaar gemaakt. 2. De vaststaande feiten 2.1 Wat de vaststaande feiten betreft verwijst de Ondernemingskamer in de eerste plaats naar haar eerdergenoemde beschikking in de met deze zaak samenhangende zaken met de rekestnummers 1205/2007 OK en 1206/2007 OK van 4 maart 2008. Anders dan vermeld in 2.4 van die beschikking, bedroeg het door de ouders van M.C. [B] (hierna [B] te noemen) aan de vennootschappen geleende bedrag in hoofdsom € 100.000. Krachtens de (in 2.3 van de beschikking van 4 maart 2008 bedoelde overeenkomst getiteld) Aanvullende bepalingen zijn [B] en J.E. [A] (hierna [A] te noemen) hoofdelijk voor rente en aflossing aansprakelijk. 2.2 Ter aanvulling van de feiten geldt voorts het volgende. 2.3 Het onderzoek waartoe de Ondernemingskamer in haar meergenoemde beschikking van 4 maart 2008 heeft bevolen, betrof - blijkens de rechtsoverwegingen 3.5 tot en met 3.11 - in het bijzonder de strategiewijziging, te weten het streven naar de vervreemding van (de rechten op) SampleNavigator die kennelijk door [B] Beheer als enig bestuurder van ICTrack werd dan wel wordt voorgestaan en waarbij [A] Beheer als aandeelhouder en (bedrijfsvoerende) partner op abrupte wijze buiten spel is gezet en iedere informatie is onthouden, alsmede de met name in het jaar 2006 gedane, onverklaard gebleven betalingen aan M.C. [B] (hierna [B] te noemen) dan wel [B] Beheer ten bedrage van ongeveer € 35.000 en de betrokkenheid van ICTrack bij het opstellen van de beweerdelijk vervalste offerte van 24 oktober 2006 van Lizatec. 2.4 De (in 2.5 en 2.6 van de beschikking van 4 maart 2008 vermelde) door Lizatec uitgebrachte en door respectievelijk Wireless en ICTrack voor akkoord getekende offertes betreffende de verdere ontwikkeling van SampleNavigator van 6 maart 2006 en van 24 oktober 2006 behelzen (gelijkluidende) bepalingen op grond waarvan de intellectuele eigendomsrechten op het door Lizatec ontwikkelde systeem inclusief broncode aan (ook krachtens de offerte van 24 oktober 2006) Wireless zullen worden overgedragen. Voorts zijn op beide offertes de zogeheten FENIT-voorwaarden van toepassing krachtens welke (in artikel 4) alle zaken eigendom van "leverancier" (Lizatec) blijven totdat alle bedragen die "cliënt" (Wireless dan wel ICTrack) verschuldigd is voor, kort gezegd, de verrichte werkzaamheden volledig aan leverancier zijn voldaan, evenals alle overige bedragen die "cliënt" wegens het tekortschieten in de betalingsverplichting verschuldigd is. Ook kan "leverancier" de "in het kader van de overeenkomst ontvangen of gegenereerde zaken, producten, vermogensrechten, gegevens, documenten, databestanden en (tussen-)resultaten van de dienstverlening van leverancier" onder zich houden totdat "cliënt" alle aan "leverancier" verschuldigde bedragen betaald heeft. Blijkens het onderzoeksverslag (pagina 8) zal, ingevolge de beide offertes, facturering van het offertebedrag van € 165.000 exclusief BTW plaatsvinden "in vijf termijnen, waarvan de laatste ten bedrage van 10% van de aanneemsom verschuldigd wordt twee maanden na aflevering of ingebruikname" en is Lizatec "bereid de betaling van de laatste termijn afhankelijk te laten zijn van de door [Wireless respectievelijk ICTrack] gerealiseerde omzet." 2.5 (Reeds) op 1 oktober 2006 hebben de drie vennootschappen (Lizatec, Wireless en ICTrack) een "0vereenkomst Overdracht SampleNavigator Contract" gesloten (hierna de overeenkomst van 1 oktober 2006 te noemen). Krachtens die overeenkomst heeft ICTrack de voor Wireless uit de voor akkoord getekende offerte van 6 maart 2006 voortvloeiende rechten en verplichtingen overgenomen, zodat de intellectuele eigendom inclusief de reeds (door Lizatec) ontwikkelde software betreffende SampleNavigator (door Lizatec) niet aan Wireless, maar aan ICTrack moet worden overgedragen. Overeengekomen is dat Lizatec aan Wireless een creditfactuur stuurt ten bedrage van de door Wireless reeds betaalde termijnen en dat zij ICTrack daarvoor zal facturen. Blijkens het onderzoeksverslag hebben partijen hieraan uitvoering gegeven, zij het pas drie maanden later, op 27 december 2006. [B] heeft in de boeken van Wireless en ICTrack mutaties opgenomen waarmee volgens hem tussen Wireless en ICTrack met gesloten beurzen de in de overeenkomst bedoelde verrekening heeft plaats gevonden. Blijkens het onderzoeksverslag is in de overeenkomst van 1 oktober 2006 voorts vermeld: Ondertussen is gebleken dat door Lizatec extra werkzaamheden - ontwerp, programmeren - moeten worden verricht waarvoor [noch Wireless noch ICTrack] financiering hebben. De extra functionaliteit is wel nodig om de [SampleNavigator] succesvol op de markt te brengen. Lizatec zal hierin investeren, waarbij afgerekend wordt indien voldoende middelen beschikbaar zijn. In ruil hiervoor krijgt Lizatec extra doorlooptijd om het systeem te realiseren. 2.6 De (in 2.3 bedoelde) laatste termijn van 10% van de aanneemsom was ten tijde van de terechtzitting in deze zaak (nog) niet aan Lizatec betaald, zodat de intellectuele eigendom van de door Lizatec ontwikkelde software voor "het product" SampleNavigator vooralsnog bij Lizatec berust. 2.7 In het onderzoeksverslag (pagina 16 en volgende) is omtrent het beleid van ICTrack ten aanzien van Lizatec onder meer het volgende vermeld: De "final release" van het krachtens de offerte door Lizatec te vervaardigen product heeft plaats gehad in februari 2007. Lizatec heeft de aanneemsom in termijnen aan [Wireless] - en, na de oprichting van ICTrack, aan ICTrack - gefactureerd. [Wireless] c.q. ICTrack hebben die facturen betaald, behoudens, volgens afspraak, de laatste 10% van de aanneemsom. In de verhouding tussen ICTrack en Lizatec speelt (…) [naam] een rol. (…) [Diens] privé holding (is) de "Sales Manager" van Lizatec. (…) [naam] heeft geen specifieke IT-kennis en evenmin een lifescience achtergrond of ervaring op het gebied van het beheren van monsters. Nochtans heeft ICTrack [naam] ingehuurd voor Euro 2.000 per maand, waarbij ICTrack die maandelijkse bedragen volgens afspraak aan [naam] schuldig blijft. (…) [B] heeft (…) [naam] geïntroduceerd bij alle voor SampleNavigator belangrijke prospects. Bij die gesprekken is tevens aan de prospect meegedeeld dat [A] bij SampleNavigator geen functie meer heeft. (…) De verhouding tussen ICTrack en Lizatec wordt sedert de final release op 12 februari 2007 van het krachtens de [offerte] van 6 maart 2006 door Lizatec vervaardigde product, beheerst door wat door [B] met "meerwerk" wordt aangeduid en in de [overeenkomst] van 1 oktober 2006 met "extra werkzaamheden". Lizatec gebruikt ook wel de term "aanvullende werkzaamheden". (…) Indien na de final release aan de daarbij geleverde versie door Lizatec verder is gewerkt (of dat verdere werk nu met "meerwerk" wordt aangeduid of met "extra werkzaamheden" of "aanvullende werkzaamheden"), moeten daaraan een of meer vervolgopdrachten van ICTrack ten grondslag liggen, en wel opdrachten voor werkzaamheden die niet onder de offerte van 6 maart 2006 waren begrepen en dus niet aan het in februari 2007 geleverde product waren verricht. De stelling van [B] dat een product als SampleNavigator nooit "af" is maar altijd onderwerp van verdere ontwikkeling blijft, maakt in dit opzicht geen verschil. (…) Niet alleen is er terzake van meerwerk geen nieuw bedrag afgesproken, er is in het geheel niets afgesproken in de zakelijke betekenis van dat woord, behalve, in de [overeenkomst van 1 oktober 2006], dat lCTrack voor meerwerk voorlopig niet behoefde te betalen (…). Een offerte voor meerwerk is door Lizatec nooit uitgebracht (…). Enige min of meer concrete omschrijving van het door Lizatec na de final release uit te voeren werk ontbreekt, een schatting van het aan dat werk te besteden uren eveneens, over termijnen waarbinnen (onderdelen van) het werk zal zijn voltooid ligt niets vast en over door Lizatec voor het werk te hanteren tarieven wordt niets gezegd. Volgens [B] blijken al die gegevens echter voldoende uit een uitvoerige e-mailwisseling tussen hem en Lizatec's vestiging in Rusland in de periode na de final release. De onderzoeker heeft die e-mailwisseling ingezien maar daarin de door hem bedoelde gegevens niet gevonden. De e-mailwisseling is volstrekt onvoldoende om te kunnen worden aangemerkt als een door lCTrack bijgehouden meerwerkadministratie waaruit, al is het maar bij benadering, blijkt tot welk bedrag de van Lizatec te verwachten rekening op enig moment is opgelopen. Voor het controleren en eventueel goedkeuren van die rekening biedt de e-mailwisseling geen houvast. Met een (…) brief aan lCTrack van 17 december 2007 (…) lijkt Lizatec orde op zaken te willen gaan stellen, maar "Voordat we precies vaststellen wat de omvang van de aanvullende werkzaamheden is geweest over 2007 lijkt mij het wenselijk eerst enkele uitgangspunten vast te stellen". Die door Lizatec achteraf eenzijdig vastgestelde uitgangspunten zijn onder meer "Wij maken een calculatie van het aantal uren (…), waarbij door de experts wordt vastgesteld wat precies meerwerk was en niet", voorts "De prijs wordt vastgesteld op ons standaard uurtarieven voor 2007" en "Wij realiseren ons dat er een grijs gebied is, wat is precies meerwerk en wat niet. Wij zijn in principe bereid, en om discussies te voorkomen, een korting te verlenen op het door onze experts vastgestelde bedrag" en "Voor alle duidelijkheid: het IP [de intellectuele eigendomsrechten, onderzoeker] van het systeem blijft bij Lizatec, en wordt eerst overgedragen na betaling van het volledige bedrag inclusief het gemaakte en nog te maken meerwerk". Namens lCTrack en [SmartCoded] is deze brief door [B] "Voor accoord" getekend. Na de brief van 17 december 200[7] ondertekenen Lizatec en lCTrack ook nog een vaststellingsovereenkomst gedateerd 21 januari 2008. Deze overeenkomst (…) vermeldt (…) onder meer (…) dat de urenverantwoording van Lizatec integraal beschikbaar is gesteld aan ICTrack en critisch door de leiding van ICTrack is doorgenomen (…) en dat per ultimo 2007 de totale kosten Euro 162.718 bedragen. Enige verantwoording, toelichting of specificatie van dat bedrag ontbreekt. Verder wordt een verschil van inzicht tussen partijen vermeld over wat wel en wat niet meerwerk is, op grond waarvan Lizatec bereid is een korting van 10% te geven. Tenslotte wordt overeengekomen dat ICTrack het openstaande saldo zal betalen door afdracht van 50% van de opbrengst van de te verkopen SampleNavigator licenties. (…) Bij haar (…) brief van 31 maart 2008 geeft Lizatec "een uitsplitsing per taken van het meerwerk" per ultimo 2007. (…) Men zou verwachten dat het totaal van de uitgesplitste bedragen gelijk zou zijn aan het uit te splitsen bedrag, derhalve aan Euro 162.178, op welk totaal vervolgens de in de vaststellingsovereenkomst van 21 januari 2008 bedoelde 10% korting in mindering wordt gebracht. Maar in de brief van 31 maart 2008 is het totaal Euro 146.446 en is de 10% korting dus al onuitgesplitst verwerkt in de uitsplitsing. Daarmee is de uitsplitsing over de verschillende taken voor ICTrack onhanteerbaar. [B] heeft nochtans aan Lizatec niet gevraagd welk deel van de korting op welke posten is toegepast. Bij elk van de posten wordt een korte, uiterst vage, toelichting gegeven. (…) ICTrack is (…) al geruime tijd virtueel failliet en wordt overeind gehouden met leningen van [B] en de bereidheid van [naam] genoegen te nemen met een oplopende vordering in plaats van betaling. Lizatec is met Euro 180.000 plus wat daar nog steeds dagelijks bij komt, verreweg de grootste crediteur. ICTrack heeft de vordering van Lizatec laten oplopen, zonder dat vooralsnog uitzicht bestaat dat ICTrack de vordering ooit zal kunnen voldoen. Het gevolg is dat ICTrack's lot, en daarmee het lot van SampleNavigator, volledig in handen van Lizatec is gelegd. Dit is voor ICTrack des te bedreigender omdat Lizatec zolang haar vordering op ICTrack niet geheel is betaald, de intellectuele eigendomsrechten op SampleNavigator behoudt. ICTrack verkeert derhalve inmiddels in een staat van totale afhankelijkheid van Lizatec. De continuïteit van de onderneming is daardoor in gevaar gebracht. (…) Het is de onderzoeker niet duidelijk geworden of de ontwikkeling van SampleNavigator inmiddels het stadium heeft bereikt dat het product in zoverre "af" is, dat het gebruiksklaar en daarmee verkoopklaar is. Maar verkoopklaar of niet, tot nu toe is geen enkele licentie verkocht en is slechts één pilotproject ondergebracht. Zowel in het geval dat Sample Navigator verkoopklaar is, als in het geval dat het dat nog steeds niet is, wordt ICTrack geconfronteerd in het tweede geval nog dwingender dan in het eerste - met de vraag hoelang het verantwoord blijft om met de verdere ontwikkeling en het daaraan verbonden oplopen van de schuld aan Lizatec door te gaan. Dat [B] en/of [de bestuurder van Lizatec] zich die vraag hebben gesteld, blijkt nergens uit. Er is, in elk geval aan de kant van ICTrack, geen sprake van een planning met een horizon, noch van een begroting, noch van een aan de oplopende schuld gesteld maximum, noch van een noodscenario. Ook hieruit blijkt de onzakelijkheid van de verhouding tussen ICTrack en Lizatec, resulterend in een steeds groter wordende afhankelijkheid ICTrack ten opzichte van Lizatec en daarmee het steeds actueler wordende gevaar voor de continuïteit van ICTrack. 2.8 Ter zake van de totstandkoming van de offerte van 24 oktober 2006 vermeldt de samenvatting van het onderzoeksverslag (pagina 33 en volgende): Voor het bestaan van de offerte heeft [B] de onderzoeker onderling afwijkende maar alle even ongeloofwaardige verklaringen gegeven. Hetzelfde geldt voor de door Lizatec's directeur (…) gegeven uiteenlopende verklaringen. ICTrack heeft bij de Provincie Flevoland een aanvraag voor een zogenoemde TMI subsidie ingediend. Volgens de TMI voorwaarden komen voor subsidiëring slechts in aanmerking ten tijde van de aanvraag nog te factureren en te betalen kosten betrekking hebbend op gedurende de bij de aanvraag opgegeven doorloopperiode van het project te verrichten werkzaamheden. Bij de aanvraag werd alleen de offerte van 24 oktober 2006 overgelegd, niet die van 6 maart 2006. Uit de tekst van de offerte van 24 oktober 2006 kon de Provincie onmogelijk iets anders begrijpen dan dat het ging om een nieuw nog in ontwikkeling te nemen product en om te subsidiëren kosten die in de loop van de doorloopperiode gefactureerd en betaald zullen worden. Overeenkomstig het in die offerte gestelde werd in strijd met de waarheid bij de aanvraag opgegeven dat de startdatum van het project 1 december 2006 zou zijn en de doorloopperiode zou duren tot eind juni 2007. De Provincie is de [offerte] van 6 maart 2006 op het spoor gekomen en heeft vervolgens het bedrag van de aanvankelijk toegekende subsidie nader vastgesteld op nihil en heeft [B] erop gewezen dat de Provincie verplicht is van subsidiefraude aangifte bij het Openbaar Ministerie te doen. [B] heeft inmiddels de aanvraag ingetrokken. Het ontbreken van een ook maar enigszins aannemelijke verklaring van [B] of [de bestuurder van Lizatec] voor de [offerte] van 24 oktober 2006, leidt tot de conclusie dat aan die overeenkomst geen normale zakelijke overwegingen ten grondslag liggent maar dat de overeeenkomst met geen ander doel door [B] is ondertekend dan om het tegenover de Provincie te doen voorkomen alsof de in die overeenkomst bedoelde aanneemsom voor wat betreft de periode waarin die verschuldigd zou wordent in principe subsidiabel was. 2.9 Met ingang van de tweede helft van augustus 2007 is [A] met onmiddellijke ingang ontheven van haar werkzaamheden en taken binnen ICTrack en heeft [B] Beheer de samenwerking met [A] Beheer beëindigd. In het onderzoeksverslag (pagina 29 en volgende) is daaromtrent vermeld: Door de onderzoeker nader gevraagd naar zijn redenen voor de opzegging van de samen-werking, heeft [B] drie redenen opgegeven. De eerste reden was dat potentiële afnemers van SampleNavigator-licenties zich er bij hem over hebben beklaagd dat [A] gemaakte afspraken niet was nagekomen. (…) [B]'s tweede reden voor zijn verbreking van de actieve betrokkenheid van [A] bij SampleNavigator is de omstandigheid dat [A] er nog niet in was geslaagd ook maar één SampleNavigator licentie te verkopen. Zij heeft zelfs, behalve bij het LUMC, geen pilot projects weten te plaatsen, hetgeen volgens [B] wijst op onvoldoende inspanningen. Feit is dat [B] en [naam], die zich na het verbreken van de samenwerking met [A] op de verkoop van licenties zijn gaan toeleggen, er tot op de datum van dit verslag niet in zijn geslaagd een proefproject geplaatst te krijgen, laat staan een licentie te verkopen. (…) Als derde reden voor de opzegging en als de reden die voor hem "de deur dicht deed" heeft [B] tenslotte aangevoerd dat [A] eigenmachtig, zonder enige voorkennis van [B] en, gelet op de gemaakte afspraken, jegens ICTrack onrechtmatig, het merk SampleNavigator op haar eigen naam heeft doen registreren. [A] erkent dat zij dit heeft gedaan en voert aan dat dit een defensieve maatregel is geweest nadat zij door het gesprek van begin augustus 2007 de stellige indruk had gekregen dat [B] haar uit het SampleNavigator project weg wilde hebben om het verwachte succes van dat project uitsluitend aan hemzelf en Lizatec ten goede te doen komen. [A] heeft aan de onderzoeker verklaard dat zij inziet dat krachtens de tussen haar en [B] gemaakte afspraken het merk toekomt aan ICTrack en zij bereid is aan de overdracht aan ICTrack mee te werken zodra haar belangen bij SampleNavigator voldoende beschermd zijn. (…) In de opzeggingsbrief van eind augustus wordt de registratie (…) niet als een van de redenen voor de opzegging genoemd. 2.10 Wireless heeft in de loop van september 2007 een krediet van € 112.500 bij de Postbank opgenomen. Als zekerheden terzake zijn de bedrijfsactiva en debiteuren van Wireless verpand. In het onderzoeksverslag is omtrent de financiering van de vennootschappen voorts vermeld dat de haar ter beschikking staande bedragen (gestort aandelenkapitaal, lening van de ouders van [B] en Postbankkrediet) spoedig na binnenkomst zijn uitgegeven, dat ICTrack noch SmartCoded enige inkomsten hebben en dat Wireless met enkele IT-klanten een bescheiden inkomen genereert dat volstrekt onvoldoende is om de lopende kosten van ICTrack, waaronder huur, rente en de managementvergoeding van € 45.000 per jaar van [B] Beheer, te betalen. [B] voldoet de lopende kosten sedert geruime tijd uit eigen zak en wordt daarvoor in de boeken van ICTrack tegoed geschreven. Voorts heeft Lizatec de vennootschappen een oplopend leverancierskrediet verstrekt van inmiddels ruim € 180.000, waarmee zij verreweg de grootste crediteur is. De conclusie van de onderzoeker op 8 september 2008 was dat de vennootschappen althans ICTrack "virtueel failliet" waren (was). 2.11 Bij schrijven van 1 oktober 2008 hebben de ouders van [B] ICTrack formeel in gebreke gesteld ter zake van de betaling van de op hun lening verschuldigde rente over de maanden augustus en september 2008 en de volledige hoofdsom van € 100.000 opgeëist. 2.12 Op 6 oktober 2008 is door de Rechtbank te Zwolle-Lelystad op eigen verzoek van de vennootschappen aan haar surseance van betaling verleend met benoeming van mr. J.M. van Raaijen tot bewindvoerder. In een e-mailbericht van 14 oktober 2008 heeft de bewindvoerder aan mr. Cornelissen geschreven dat [A] ernaar streeft de onderneming voort te zetten, dat zij daartoe in gesprek is met een financier en een derde partij die de verdere ontwikkeling en vermarkting van SampleNavigator zal kunnen bevorderen, dat "over niet al te lange tijd" uitsluitsel over de financiering verwacht mag worden, dat deze betrekking heeft op de gehele schuldenlast van de vennootschappen, inclusief het door [A] Beheer betwiste deel daarvan, en dat [A] inmiddels zekerheid heeft gesteld voor de kosten van de surseance en bereid is de lopende kosten (vaste lasten) te garanderen. Volgens de bewindvoerder in zijn e-mailbericht heeft [B] duidelijk gemaakt "niets te zien" in een surseance en heeft hij te kennen gegeven (nog steeds) een faillissement na te streven waarin een akkoord (of een andere beëindiging van het faillissement) zou voorzien in de voldoening van 100% van de schuldenlast van de vennootschappen. [B] zou vervolgens, na overname van alle rechten en verbintenissen van de vennootschappen, de bedrijfsactiviteiten van de onderneming willen voortzetten in een nieuwe rechtspersoon. De bewindvoerder heeft doen weten van mening te zijn dat de vennootschappen vooralsnog beter "gediend zijn bij de insteek/plannen van (…) [A]" en dat "[g]ezien de gerezen situatie, waarbij (…) de thans (mede) aan het roer staande bestuurder en 50% aandeelhouder de onderneming niet wil voortzetten, maar waarbij de andere 50% aandeelhouder daar wel kansen voor ziet en ook graag als bestuurder wil aantreden, (…) [e]en zeer snelle 'bestuurswisseling' (…) van groot belang (is)" en dat zich anders "(mogelijk) vanzelf" een faillissementsscenario zal voordoen. 2.13 Lizatec heeft, nadat haar schikkingsvoorstel, waarbij [A] Beheer enig bestuurder en meerderheidsaandeelhouder van SmartCoded, en [B] Beheer enig bestuurder en meerderheidsaandeelhouder van ICTrack zou worden, door [A] Beheer was afgewezen, de in verband met het meerwerk gemaakte afspraken van 17 december 2007 en 21 januari 2008 op grond van artikel 9.4 van de FENIT-voorwaarden beëindigd, nu zij ondanks herhaald verzoek niet voor haar werkzaamheden ten bedrage van, in totaal, circa € 180.000 werd betaald en voor de toekomstige samenwerking met ICTrack moest vrezen. 3. De gronden van de beslissing 3.1 [A] Beheer heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat uit het verslag van het onderzoek in deze zaak is gebleken van wanbeleid van de vennootschappen, nu in het onderzoeksverslag - samengevat weergegeven - valt te lezen onderscheidenlijk daaruit valt af te leiden dat (i) [B] Beheer de vennootschappen op onzakelijke wijze volledig (financieel) afhankelijk heeft gemaakt van Lizatec, onder meer doordat zij ten onrechte Lizatec voor het uitvoeren van "meerwerk" volledig carte blanche heeft gegeven en ten onrechte niet met behulp van het Postbankkrediet de laatste, nog openstaande 10% van het oorspronkelijke, overeengekomen factuurbedrag aan Lizatec heeft voldaan, (ii) [B] Beheer de vennootschappen onherstelbare schade heeft toegebracht door de samenwerking met [A] (Beheer) zonder redelijke grondslag en zonder objectieve noodzaak te verbreken (en door [naam] in te zetten bij het vermarkten van SampleNavigator), (iii) [B] Beheer heeft getracht de provincie Flevoland te bewegen om de vennootschappen op rechtens onjuiste gronden de TMI subsidie te verlenen en vervolgens, na ontdekking, de subsidieaanvraag heeft ingetrokken waardoor de vennootschappen elke vorm van subsidie, ook die waarvoor zij (wel) in aanmerking kwamen, zijn misgelopen, (iv) [B] Beheer een aantal ingrijpende beslissingen heeft genomen (zoals het aangaan van de overeenkomst van 1 oktober 2006 en van het Postbankkrediet) onderscheidenlijk beleidswijzigingen heeft doorgevoerd (zoals het aanstellen van een externe distributeur, Lab Services B.V.) zonder [A] Beheer daarover te informeren en (v) [A] Beheer evenmin heeft geïnformeerd over de besteding van het Postbankkrediet en het overige financiële beleid van de vennootschappen. 3.2 [B] Beheer heeft het voorgaande in haar verweerschrift weersproken en voorts, in de eerste plaats, uitdrukkelijk bezwaar gemaakt tegen het op verzoek van [A] Beheer verkorten van de termijn voor indiening van het verweerschrift van 23 naar 10 oktober 2008 en het vervolgens zonder nadere redengeving afwijzen van het door haar advocaat gedane verzoek om uitstel daarvoor tot 13 oktober 2008. Zij heeft gesteld door deze gang van zaken ernstig in haar belangen te zijn benadeeld en haar verweer tegen het onderzoeksverslag en de door [A] Beheer verzochte voorzieningen tot de hoofdzaken te hebben moeten beperken. [B] Beheer heeft evenwel verzuimd aan te voeren waaruit die benadeling zou bestaan. Nu de Ondernemingskamer ook niet van een dergelijke benadeling is gebleken (het verweerschrift behelst een grondige, 39 pagina's en (uiteindelijk) 47 producties tellende, behandeling van de door [A] Beheer aan haar verzoek ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden), passeert zij dit bezwaar. 3.3 [B] Beheer heeft voorts gesteld dat het onderzoeksverslag op diverse punten niet voldoet aan de "Richtlijnen voor de onderzoeker in enquêteprocedures", zoals verwoord in een gelijkluidende publicatie van J.M. Blanco Fernández, M. Holtzer en G. van Solinge (hierna de Richtlijnen te noemen). Zo zou het verslag onvoldoende inzicht geven in de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd, bevat het verslag geen bijlagen, is niet gebleken dat de onderzoeker de bezwaren van [B] tegen de handelwijze van [A] in aanmerking heeft genomen, zijn de door de onderzoeker gevoerde interviews niet schriftelijk vastgelegd, zou het verslag een groot aantal subjectieve stellingen bevatten en zijn [B] en Lizatec niet in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken over de relevante delen van het concept van het verslag alvorens daarvan de definitieve versie werd opgemaakt. 3.4 Wat er zij van deze door [B] tegen het onderzoek en het daarvan opgemaakte verslag aangevoerde bezwaren, het enkele feit dat de onderzoeker de Richtlijnen niet in acht heeft genomen doet -wat daar verder van zij - op zich niet af aan de kwaliteit, diepgang en bruikbaarheid van het onderzoeksverslag. De onderzoeker is vrij in het bepalen van de inrichting en (wijze van) uitvoering van het onderzoek. [B] is zelf in de gelegenheid geweest de door haar relevant geachte stukken in te brengen en heeft dat, naar moet worden aangenomen, ook gedaan. Of en in hoeverre de onderzoeker de zienswijzen van partijen in (de definitieve versie van) het verslag tot uitdrukking laat komen, is eveneens uitsluitend aan hem ter beoordeling. De verwijten van [B] treffen mitsdien geen doel nu ook overigens niet kan worden gezegd dat het onderzoeksverslag niet aan de daaraan te stellen eisen van consistentie, helderheid en diepgang voldoet dan wel anderszins wat betreft omvang (van onderwerpen) of grondigheid gebrekkig voorkomt. 3.5 Wat (de inhoud van) het onderzoeksverslag betreft overweegt de Ondernemingskamer als volgt. 3.6 Uit het onderzoeksverslag blijkt genoegzaam dat door de onderzoeker niet kon worden vastgesteld in hoeverre ICTrack daadwerkelijk opdracht heeft gegeven voor de door Lizatec na 12 februari 2007 (de datum van de final release) ten behoeve van SampleNavigator verrichte werkzaamheden, dat die werkzaamheden niet concreet zijn omschreven, dat tevoren niet een raming van de daarmee gemoeide kosten is gemaakt of een offerte is gedaan en dat ultimo 2007 kennelijk noch ICTrack noch Lizatec in enige mate inzicht had in de ten behoeve van de Sample Navigator verrichte werkzaamheden en de daaraan bestede uren. Voorts blijkt uit het verslag dat Lizatec feitelijk eenzijdig, en eerst bij schrijven van 17 december 2007, de modaliteiten van de door haar geleverde diensten heeft vastgelegd en dat ICTrack bij de vaststellingsovereenkomst van 21 januari 2008 vervolgens zonder meer akkoord is gegaan met de door Lizatec aan de hand daarvan opgestelde factuur over de periode 12 februari 2007 tot 31 december 2007 ten bedrage van € 162.718 nadat daarop door Lizatec "omwille van de goede verhoudingen" een korting van 10% was verleend. Het aldus resterende, verschuldigde bedrag ad € 146.446 is ICTrack schuldig gebleven. In de vaststellingsovereenkomst ontbreekt een toelichting of specificatie van dat bedrag, ofschoon daarin is vermeld dat een integrale urenverantwoording door Lizatec aan ICTrack beschikbaar is gesteld. Uit niets is gebleken dat ICTrack op dat moment daadwerkelijk over die urenverantwoording heeft beschikt dan wel anderszins heeft gecontroleerd door wie waaraan wanneer is gewerkt. De enkele verklaring van [B], ter terechtzitting, dat hij zelf wel wist welke opdrachten hij steeds per e-mail heeft gegeven, kan daartoe niet voldoende worden geacht, nu (zo al sprake zou zijn van een dergelijke e-mailwisseling; de Ondernemingskamer heeft, zoals ter terechtzitting is meegedeeld, de als productie 46 overgelegde cd-rom niet bestudeerd) een dergelijke "administratie" volstrekt onvoldoende is omdat zij geen inzicht geeft in de feitelijk verrichte werkzaamheden en doordat zij (met name ook voor derden) ontoegankelijk en oncontroleerbaar is. Eerst in haar brief van 31 maart 2008 heeft Lizatec een globaal kostenoverzicht (onder meer gesplitst in "Erasmus, LUMC, dealers, hardware") van de als meerwerk verrichte werkzaamheden gegeven, dat "even heeft geduurd". De kennelijk daarbij behorende urenverantwoording kan overigens ook niet anders dan als betrekkelijk globaal worden aangeduid. Aldus is de Ondernemingskamer met de onderzoeker van oordeel dat de relatie tussen de vennootschappen althans ICTrack en Lizatec als hoogst onzakelijk moet worden aangemerkt, dat onduidelijk is in hoeverre ICTrack door de werkzaamheden van Lizatec is gebaat althans in hoeverre de door Lizatec terzake in rekening gebrachte bedragen gerechtvaardigd kunnen worden geacht en dat onbegrijpelijk is waarom ICTrack de factuur van Lizatec op 21 januari 2008 klaarblijkelijk "blind" voor akkoord heeft getekend (waarbij de Ondernemingskamer de eerst ter terechtziting door [B] Beheer opgeworpen stelling dat die factuur in eerste instantie € 272.000 voor de periode tot 1 oktober 2007 bedroeg, niet aannemelijk heeft geacht). De omstandigheid dat naderhand door Lizatec wellicht kostenoverzichten althans urenoverzichten zijn geproduceerd die de in rekening gebrachte bedragen althans tot een zekere omvang (lijken te) rechtvaardigen, maakt dit niet anders, evenmin als het feit dat de FENIT-voorwaarden in artikel 18.1 in een regeling ter zake van meerwerk voorzien nu ook die voorwaarden ervan uitgaan dat meerwerk "op verzoek of met voorafgaande instemming van cliënt" wordt verricht en van een dergelijk verzoek of een dergelijke instemming in casu nu juist niet is gebleken. 3.7 Nu voorts vaststaat dat ICTrack zowel de laatste termijn van 10% van de oorspronkelijke aanneemsom als het ter zake van het meerwerk verschuldigde bedrag niet aan Lizatec heeft betaald, dat zij deswege niet de intellectuele eigendomsrechten van SampleNavigator, zelfs niet die met betrekking tot het oorspronkelijke ontwerp, bezit en dat uitermate kwestieus is of zij ooit in staat zal zijn die eigendom voor zich te (her)winnen, nu Lizatec de contractuele relatie met ICTrack en Wireless heeft beëindigd, moet voorts worden geconcludeerd dat de continuïteit van (de ondernemingen van) de vennootschappen ernstig in gevaar is. 3.8 Lettend op hetgeen hiervoor is overwogen en mede in aanmerking nemende de met [naam] getroffen werkrelatie, van welke het belang voor de vennootschappen als zodanig - eveneens - moet worden betwijfeld, heeft de Ondernemingskamer geen reden te twijfelen aan (de juistheid van) de overwegingen in het onderzoeksverslag dat "[A] (…) [B] en Lizatec (verdenkt) van samenspannen met het doel haar uit te sluiten van toekomstige door SampleNavigator te genereren revenuen en die revenuen ten goede te doen komen aan de combinatie Lizatec/[B]" en dat "[d]ie verdenking (…) begrijpelijk (is)". 3.9 De Ondernemingskamer is van oordeel dat - reeds - met het vorenstaande, het gegrond bevinden van de in 3.2 sub (i) geformuleerde verwijten, uit het onderzoeksverslag genoegzaam is gebleken van wanbeleid van de vennootschappen althans ICTrack en dat in de eerste plaats [B] Beheer als bestuurder van ICTrack voor het wanbeleid verantwoordelijk moet worden geacht. Hierbij heeft zij in aanmerking genomen dat ICTrack althans [B] Beheer, ondanks de omstandigheid dat mr. Cornelissen als bestuurder van ICTrack daartoe niet de vereiste toestemming had gegeven, ook na de beschikking van 4 maart 2008 is voortgegaan met het door Lizatec doen verrichten van werkzaamheden en dat Lizatec zich blijkens de stellingen van [B] Beheer "genoodzaakt heeft gezien haar factuur voor het tweede en derde kwartaal van 2008 in te trekken" omdat mr. Cornelissen heeft geweigerd de betaling daarvan te accorderen. Zo de relatie met Lizatec al hierdoor zou zijn verslechterd, valt zulks niet aan [A] Beheer of mr. Cornelissen te verwijten, zoals [B] Beheer in haar verweerschrift heeft gedaan. Het gaat voorts in de gegeven omstandigheden evenmin aan [A] Beheer of mr. Cornelissen een verwijt ervan te maken dat de laatste termijn van 10% van de oorspronkelijke aanneemsom onbetaald is gebleven. 3.10 Niet valt in te zien dat de omstandigheid dat zekere betalingen ten bedrage van ca. € 35.000, anders dan in de beschikking van 4 maart 2008 was voorzien, niet zijn onderzocht, in het geconstateerde wanbeleid enige verandering kan brengen, ook niet indien in een onderzoek zou zijn gebleken dat geen sprake was van (ongerechtvaardigde) onttrekkingen. 3.11 In het onderzoeksverslag is ter zake van de offerte van 24 oktober 2006 vermeld dat het minst genomen aannemelijk is dat [A] (Beheer), naar zij stelt, door [B] Beheer daarvan onkundig is gelaten, evenals van de overeenkomst van 1 oktober 2006. Ter zake van de offerte van 24 oktober 2006 is voorts vermeld dat [B] Beheer (alsmede de bestuurder van Lizatec) de onderzoeker onderling afwijkende maar alle even ongeloofwaardige verklaringen heeft gegeven voor het bestaan daarvan. Ofschoon in het onderzoeksverslag is vermeld dat uitsluitend de offerte van 24 oktober 2006 met de TMI subsidieaanvraag is meegestuurd, is daaruit naar het oordeel van de Ondernemingskamer niet duidelijk geworden waarom de provincie Flevoland dan medio 2007 aan [A] Beheer heeft verzocht "de" overeenkomst tussen ICTrack en Lizatec toe te zenden. [B] Beheer heeft uitdrukkelijk weersproken dat de offerte van 24 oktober 2006 als bijlage bij de subsidieaanvraag was gevoegd. Bij de overgelegde kopie van die aanvraag (productie 31 bij het verweerschrift) zijn ook geen bijlagen gevoegd, terwijl daaruit wel blijkt dat de daarin opgenomen vraag "Bevat het projectplan bedragen, die de aanvrager al heeft gemaakt en betaald vóór de datum van deze aanvraag?" met "ja" is beantwoord. Of vervolgens de in dat geval verzochte bijlage IX, houdende "een specificatie (…) van de aard van de kosten, de bedragen en de betaaldata" is bijgevoegd, is niet duidelijk geworden en evenmin, of en waarom de provincie Flevoland ingeval van het ontbreken daarvan (niet) om die specificatie heeft verzocht. Aldus acht de Ondernemingskamer niet komen vaststaan dat de in 3.1 sub (iii) vermelde grond terecht is opgebracht en kan het daarin aan [B] Beheer gemaakte verwijt niet aan het wanbeleid bijdragen. 3.12 Op grond van hetgeen in het onderzoeksverslag terzake is vermeld is de Ondernemingskamer van oordeel dat [A] Beheer zonder goede grond van haar taken is ontheven en dat de samenwerking met haar ten onrechte door ICTrack met onmiddellijke ingang is beëindigd. 3.13 Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, kan voorts de conclusie geen andere zijn dat ook goede grond heeft de stelling van [A] dat zij niet althans volstrekt onvoldoende is geïnformeerd over hetgeen zich met betrekking tot het beleid en de gang van zaken van de vennootschappen heeft voorgedaan. 3.14 Het geconstateerde wanbeleid is voor de Ondernemingskamer aanleiding voor het treffen van voorzieningen en wel zodanige dat aan het wanbeleid een einde kan worden gemaakt en dat de reeds ingetreden gevolgen van het wanbeleid zo mogelijk ongedaan worden gemaakt. De Ondernemingskamer zal hiertoe, als verzocht door [A] Beheer, [B] Beheer, voor zoveel nodig in afwijking van de statuten en met ingang van heden, als bestuurder van ICTrack ontslaan nu, zoals hiervoor is overwogen, het immers vooral de tekortkomingen van [B] Beheer als bestuurder zijn (geweest) waardoor ICTrack niet naar behoren functioneert onderscheidenlijk heeft gefunctioneerd en in surseance is terecht gekomen. Voorts zal de Ondernemingskamer [A] Beheer tot bestuurder van ICTrack benoemen. Hierbij heeft de Ondernemingskamer mede in aanmerking genomen dat de bewindvoerder van de vennootschappen te kennen heeft gegeven voorshands de plannen van [A] Beheer voor - de facto de herstructurering van - de ondernemingsactiviteiten een kans te willen geven. Voorts acht de Ondernemingskamer het noodzakelijk dat [A] Beheer, vooralsnog voor de betrekkelijk korte periode van zes maanden, als bestuurder wordt bijgestaan door een tweede bestuurder in de persoon van mr. Cornelissen, tot wiens taak het mede zal behoren de belangen van [B] Beheer te bewaken. De Ondernemingskamer overweegt dat het in de rede zou (kunnen) liggen dat na ommekomst van de hier bedoelde periode van zes maanden mr. Cornelissen op het bestuur van ICTrack zal toezien in de hoedanigheid van commissaris. 3.15 De Ondernemingskamer acht voorts de overdracht noodzakelijk van één van de door zowel [B] Beheer als [A] Beheer gehouden aandelen in het geplaatste kapitaal van ICTrack tijdelijk ten titel van beheer aan mr. Cornelissen voornoemd, zulks ter voorkoming van een patstelling in de algemene vergadering van aandeelhouders van ICTrack. Mr. Cornelissen zal ter zake van die aandelen bevoegd zijn alle daaraan verbonden rechten uit te oefenen, waarbij het belang van ICTrack de leidraad dient te zijn. 3.16 Lettend op hetgeen omtrent (de kwaliteit en de inhoud van) het onderzoeksverslag hiervoor in 3.4 is overwogen, is er geen aanleiding het in 1.5 aanhef en onder 2) weergegeven verzoek van [B] Beheer toe te wijzen. 3.17 Het in 1.4 aanhef en onder 2) weergegeven onderdeel van het verzoek van [A] Beheer is niet voor toewijzing vatbaar. Niet alleen heeft de Ondernemingskamer reeds bij haar beschikking van 8 september 2008 beslist omtrent de openbaarmaking van het onderzoeksverslag, een zodanige beslissing, die van belang is in verband met vraag wie bevoegd is een verzoek te doen als bedoeld in artikel 2:355 lid 1 BW, is gelet op het bepaalde in artikel 2:355 lid 2 BW thans ook niet meer zinvol. Voor zover [A] Beheer dit onderdeel van het verzoek heeft gedaan omdat zij uit het verslag mededelingen wenst te kunnen doen, zij overwogen dat daartoe een andere rechtsgang open staat. 3.18 In het verlengde van hetgeen hiervoor is overwogen acht de Ondernemingskamer het in 1.4 aanhef en onder 6) weergegeven onderdeel van het verzoek van [A] Beheer voor toewijzing vatbaar. Blijkens hetgeen hiervoor is overwogen, missen die besluiten een deugdelijke motivering, zijn zij dan ook lichtvaardig tot stand gekomen en zijn zij niet in het belang van de vennootschappen. 3.19 Al het voorgaande leidt ertoe dat beslist dient te worden als hierna te vermelden. [B] Beheer zal als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding worden veroordeeld. 4. De beslissing De Ondernemingskamer: verstaat dat uit het verslag van het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van ICTrack B.V., Wireless Inter Networks Solutions & Technology B.V. en Smartcoded B.V., alle gevestigd te Lelystad, van wanbeleid is gebleken; ontslaat met onmiddellijke ingang bij wege van voorziening op de voet van artikel 2:356 BW [B] Beheer B.V., gevestigd te [plaats], als bestuurder van ICTrack B.V.; benoemt met onmiddellijke ingang bij wege van voorziening op de voet van artikel 2:356 BW [A] Beheer B.V., gevestigd te [plaats], tot bestuurder van ICTrack B.V; benoemt met onmiddellijke ingang bij wege van voorziening op de voet van artikel 2:356 BW en vooralsnog voor de duur van zes maanden mr. R.H.L. Cornelissen te Amsterdam tot bestuurder van ICTrack B.V.; bepaalt dat het salaris en de kosten van de laatstgenoemde bestuurder ten laste komen van ICTrack B.V. en dat ICTrack B.V. voor de betaling daarvan ten genoege van deze bestuurder zekerheid dient te stellen; beveelt met onmiddellijke ingang bij wijze van voorziening op de voet van artikel 2:356 BW en vooralsnog voor de duur van één jaar de overdracht ten titel van beheer aan mr. R.H.L. Cornelissen te Amsterdam van één door [B] Beheer B.V. en één door [A] Beheer B.V. gehouden aandeel in het geplaatste kapitaal van ICTrack B.V.; bepaalt dat de door de beheerder te bepalen vergoeding voor zijn werkzaamheden en diens kosten ten laste komen van ICTrack B.V. en dat ICTrack B.V. voor de betaling daarvan ten genoege van de beheerder voor de aanvang van zijn werkzaamheden zekerheid dient te stellen; vernietigt bij wijze van voorziening op de voet van artikel 2:356 BW het besluit van [B] Beheer B.V. om akkoord te gaan met de inhoud van de in 2.7 vermelde brief van Lizatec B.V. aan ICTrack B.V., Wireless Inter Networks Solutions & Technology B.V. en Smartcoded B.V. van 17 december 2007 alsmede het besluit van [B] Beheer B.V. om akkoord te gaan met de in 2.7 vermelde vaststellingsovereenkomst tussen Lizatec B.V. en ICTrack B.V. van 21 januari 2008; veroordeelt [B] Beheer B.V. in de kosten van het geding, deze aan de zijde van verzoekster tot op heden begroot op € 2.973; verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad; wijst af het meer of anders verzochte. Deze beschikking is gegeven door mr. Willems, voorzitter, mr. Faase en mr. Goslings raadsheren, Bunt en prof. dr. mr. Van Der Wel RA, raden, in tegenwoordigheid van Van Veen LLM, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 3 november 2008. coll.: