Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH0270

Datum uitspraak2008-12-04
Datum gepubliceerd2009-01-19
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
ZaaknummersKK 08-1014
Statusgepubliceerd


Indicatie

Vordering in kort geding tot nakoming van overeenkomst tot benoeming in functie van vice president. Kantonrechter oordeelt dat werknemer erop mocht vertrouwen dat hij in functie van vice president zou worden geplaatst en wijst vordering toe.


Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM KORT GEDING SECTOR KANTON - LOCATIE AMSTERDAM Kenmerk : KK 08-1014 Datum : 4 december 2008 636 Vonnis van de kantonrechter te Amsterdam op de vordering in kort geding in de zaak van: [eiser] domicilie gekozen hebbende te Amsterdam eiser hierna te noemen [eiser] gemachtigde: mr. L.J. de Vroe t e g e n: CISCO SYSTEMS INTERNATIONAL B.V. statutair gevestigd te Amsterdam Zuidoost gedaagde hierna te noemen Cisco gemachtigde: mr. M.P. van Broekhuijsen DE PROCEDURE Bij dagvaarding van 4 november 2008 heeft [eiser] een voorziening gevorderd. Ter terechtzitting van 11 november 2008 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Eiser is verschenen, vergezeld door zijn gemachtigde. Gedaagde is verschenen bij [persoon 1], [functie], en haar gemachtigde. Ter zitting hebben partijen aangegeven dat zij nog nader zouden overleggen over een minnelijke regeling. Dat overleg heeft niet tot overeenstemming geleid. Het vonnis is bepaald op heden. HET GESCHIL EN DE BEOORDELING 1. [eiser] vordert: I. veroordeling van gedaagde tot nakoming van alle verplichtingen die uit hoofde van de tussen eiser en gedaagde gesloten overeenkomst tot benoeming tot [functie] op gedaagde rusten en om eiser in de gelegenheid te stellen zijn werkzaamheden voor gedaagde te kunnen uitoefenen in de hoedanigheid van [functie]; II. gedaagde te veroordelen tot betaling van een dwangsom van 10.000 euro, althans een door mij te bepalen dwangsom, voor elke dag of deel daarvan dat gedaagde daaraan niet voldoet; III. veroordeling van gedaagde in de proceskosten, salaris voor de gemachtigde van eiser daaronder begrepen. 2. [eiser] onderbouwt zijn vordering als volgt: [eiser] trad per 6 januari 2006 in dienst van Webex Communications B.V. als [functie] EMEA. Webex werd in 2007 overgenomen door Cisco. [eiser] trad, na zijn aanvankelijke weigering van de door Cisco aangeboden arbeidsovereen¬komst omdat de hem daarbij aanboden functie voor hem niet acceptabel was, alsnog bij Cisco in dienst. Tussen partijen werd alsnog overeengekomen dat [eiser] zal worden benoemd tot [functie]. 3. [eiser] licht die overeenkomst als volgt toe: de aanvankelijk door Cisco aan [eiser] aangeboden functie van [functie] hield een degradatie in. In een email van 11 juni 2007 gaf [eiser] daarover specifiek aan dat die hem aangeboden functie onvoldoende autoriteit bood om in een dergelijke grote organisatie zaken voor elkaar te krijgen en dat hij bang was aldus een groot deel van zijn tijd te moeten besteden aan het vragen van toestemming om dingen voor elkaar te krijgen. Vervolgens werd vanuit diverse geledingen van Cisco en Webex aan hem getrokken om af te zien van de inmiddels door [eiser] aangenomen nieuwe baan bij Mindjet en om alsnog bij Cisco in dienst te treden. [eiser] was daartoe echter alleen dan bereid als hij bij Cisco in dienst kon treden in de functie van [functie]. Cisco heeft [eiser] daarop aangegeven dat dat tot de mogelijkheden behoorde, maar dat voor een benoeming tot [functie] een bepaald traject diende te worden afgelegd. Dit traject bestond uit gesprekken met diverse leidinggevenden in de top van de moederorganisatie van Cisco in de VS. Ook moest er een business case zijn die de benoeming tot [functie] rechtvaardigde. 4. Op 23 en 24 augustus 2007 reisde [eiser] af naar de VS waar hij gesprekken voerde met diverse tot de top van Cisco behorende leidinggevenden. Deze waren positief over hem en zijn benoeming tot [functie], waarna de business case die de benoeming tot [functie] rechtvaardigde werd uitgewerkt. 5. [eiser] legt een e-mail string over waarin [persoon 2], zijn direct leidinggevende, in die tijd, op 9 november 2007 aan [persoon 3], onder meer het navolgende schrijft: “Please approve his promotion to [functie] and thank you for your attention to this matter”. [persoon 3], de hoogste leidinggevende, schrijft hem op 25 november 2007 het navolgende terug: “(…) I agree that these results support mapping Bert (i.e. [eiser]) to a [functie] position as we proceed through the mapping process”. 6. Daarmee was het benodigde traject om [functie] te kunnen worden voltooid. Wat nog openstond was de zogenoemde ‘mapping and grading’, een binnen Cisco toegepaste methode om werknemers van overgenomen bedrijven te benoemen en in te schalen in het door Cisco gehanteerde functiehuis met bijbehorende arbeidsvoorwaarden. Deze mapping en grading is in een later stadium nog uitgesteld tot in de loop van juli 2008. 7. Pas in de loop van augustus 2008 bleek dat Cisco niet van plan is [eiser] te plaatsen in de functie van [functie] maar in die van [functie]. 8. Gedaagde betwist de door [eiser] gestelde overeenkomst en voert verder aan dat toewijzing van de vordering van [eiser] zou impliceren dat in dit kort geding kan worden vastgesteld dat de door [eiser] bedoelde overeenkomst bestaat of dat in dit kort geding een nieuwe rechtstoestand in het leven kan worden geroepen. Het kort geding leent zich volgens gedaagde voor geen van beiden. 9. [eiser] sprak inderdaad in de VS met leden van het seniormanagement van Cisco, die inderdaad positief waren over [eiser], maar men was het erover eens was dat hij nog niet kwalificeerde (niemand wordt zo maar [functie] bij Cisco). Hoewel er positieve voortekenen waren in 2007 was het voor alle betrokkenen duidelijk dat het moeilijk zou worden in te stemmen met de eis van [eiser] zijn functie te kwalificeren als een [functie]-functie. Ook de heer [persoon 3] was van mening dat, ondanks het feit dat [eiser] voldeed aan de financiële normen, c.q. onderbouwing, hij nog niet klaar was voor een benoeming tot [functie]. Aan de door [eiser] geproduceerde email van [persoon 3] aan [persoon 2] van 25 november 2007 komt geen andere betekenis toe dan dat de financiële gegevens een benoeming tot [functie] zouden kunnen ondersteunen. In feite heeft de heer [persoon 2], die niet meer bij Cisco in dienst is, toegegeven dat hij bij de heer [eiser] een verkeerd beeld heeft opgewekt. 10. De kantonrechter is van oordeel dat uit de stellingen van partijen over en weer aannemelijk is geworden dat [eiser] erop mocht vertrouwen dat hij in het proces van mapping and grading zou worden geplaatst in de functie van [functie]. Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking: dat [eiser] er bij aanvang van de samenwerking met Cisco geen enkel misverstand over heeft laten bestaan dat hij [functie] wilde zijn omdat hij alleen in die functie een voldoende mandaat had om in zijn werk uit de voeten te kunnen zonder overal toestemming voor te moeten vragen; dat [eiser] naar de VS is gegaan om met alle top leidinggevenden te spreken in het kader van het binnen Cisco gebruikelijke traject om te worden benoemd tot [functie] en dat al die gesprekken voorspoedig zijn verlopen; dat aan [eiser] tot augustus 2008 door niemand van Cisco is gecommuniceerd dat hij (nog) niet aan de maat zou zijn daarvoor, integendeel: ook de business case rechtvaardigde de aanstelling van een [functie]; dat dat ook blijkt uit de mail van [persoon 3] aan [persoon 2] van 25 november 2007, waaruit ook de direct leidinggevende van [eiser], [persoon 2], heeft begrepen dat [eiser] zou worden geplaatst in de functie van [functie]; dat het daarna in de perceptie van zowel [eiser] als [persoon 2] alleen nog een kwestie van mapping and grading was; dat [eiser] er ook nadien niet op bedacht hoefde te zijn dat dat proces voor hem ook een andere uitkomst kon hebben, hetgeen blijkt uit het feit dat op de mail van [eiser] aan [persoon 2] van 23 november 2007, waarin hij met zoveel woorden zegt “The mapping and grading will take place in de course of 2008 which I am perfectly fine with given that I will be graded as a Cisco [functie] as discussed” geen andersluidende reactie is gekomen. Dat het vertrouwen van [eiser] niet gerechtvaardigd was is overigens door Cisco helemaal niet aangevoerd. Evenmin is door Cisco aangevoerd dat gedragingen van de direct leidinggevende van [eiser], [persoon 2], haar niet kunnen worden toegerekend. 11. In dit kort geding moet aan de hand van de door partijen gepresenteerde feiten, zonder nader onderzoek, beoordeeld worden of de vordering van [eiser] in een bodemprocedure een zodani¬ge kans van slagen heeft, dat vooruitlopen daarop door toewijzing reeds nu gerecht¬vaardigd is. Gelet op het voorgaande is aannemelijk dat [eiser] het gerechtvaardigd vertrouwen had dat Cisco hem zou plaatsen in de functie van [functie] en kan Cisco zich er niet op beroepen dat zij dat niet wilde. Tussen partijen is in confesso dat [eiser] een groot deel van zijn tijd moet besteden aan het vragen van toestemming om dingen voor elkaar te krijgen, althans dat heeft Cisco niet weersproken. Alles bijeen rechtvaardigt dit de toewijzing van de door [eiser] gevorderde voorziening en de veroordeling van Cisco in de proces¬kosten, een en ander, zoals hierna te formuleren. BESLISSING De kantonrechter: I. veroordeelt Cisco om [eiser] in de gelegenheid te stellen zijn werkzaamheden voor Cisco te kunnen uitoefenen in de hoedanigheid van [functie]; II. veroordeelt Cisco tot betaling van een dwangsom van 5.000 euro, voor elke dag of deel daarvan dat Cisco daaraan niet voldoet; III. veroordeelt Cisco in de kosten van het geding, tot op heden begroot op het hieronder te vermelden bedrag, een en ander voor zover verschuldigd inclusief BTW; IV. verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad; V. wijst af het meer of anders gevorderde. Aldus gewezen door mr. D.H. ter Beek, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 december 2008 in tegenwoordigdheid van de griffier. De griffier De kantonrechter Kosten: Vastrecht 107,-- Explootkosten 85,44 Salaris gemachtigde 400,-- Euro 592,44