Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH0463

Datum uitspraak2009-01-21
Datum gepubliceerd2009-01-21
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200805375/1
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit van 27 mei 2008 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Wormerland (hierna: de raad) bij besluit van 11 december 2007 vastgestelde bestemmingsplan "Bestemmingsplan Oostknollendam, Jisp en Neck" (hierna: het plan).


Uitspraak

200805375/1. Datum uitspraak: 21 januari 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: [appellant], wonend te [woonplaats], en het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 27 mei 2008 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Wormerland (hierna: de raad) bij besluit van 11 december 2007 vastgestelde bestemmingsplan "Bestemmingsplan Oostknollendam, Jisp en Neck" (hierna: het plan). Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 14 juli 2008, beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend. Daartoe in de gelegenheid gesteld heeft het college van burgemeester en wethouders namens de raad een schriftelijke uiteenzetting gegeven. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 12 december 2008, waar [appellant], in persoon, en het college, vertegenwoordigd door mr. M.J.H. van Riessen, advocaat te Amsterdam, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Ingevolge artikel 23, eerste lid, onder b, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: WRO) kan een ieder zienswijzen omtrent een ontwerp-bestemmingsplan naar voren brengen. Ingevolge artikel 27, eerste lid, van de WRO kan degene die tijdig zijn zienswijze bij de gemeenteraad naar voren heeft gebracht bij gedeputeerde staten bedenkingen inbrengen tegen het bestemmingsplan. Ingevolge artikel 54, tweede lid, aanhef en onder d, van de WRO kan een belanghebbende beroep instellen tegen een besluit omtrent goedkeuring van een bestemmingsplan. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. 2.2. De wetgever heeft het beroepsrecht beperkt tot rechtstreeks belanghebbenden teneinde te voorkomen dat een ieder, in welke hoedanigheid ook, of een persoon met slechts een verwijderd of indirect belang als belanghebbende zou moeten worden beschouwd en beroep zou kunnen instellen. Om als belanghebbende in de zin van de Awb te kunnen worden aangemerkt, dient een natuurlijk persoon een voldoende objectief en actueel, eigen, persoonlijk belang te hebben dat hem in voldoende mate onderscheidt van anderen en dat rechtstreeks wordt geraakt door het bestreden besluit. 2.3. [appellant] heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd in verband waarmee zou moeten worden geoordeeld dat een persoonlijk belang van hem rechtstreeks door het bestreden besluit zou worden geraakt. Anders dan gesteld is met het indienen van zienswijzen en bedenkingen een zodanig belang nog niet gegeven. Een louter gevoel van betrokkenheid bij een besluit, hoe sterk dat gevoel ook is, is daarvoor evenmin voldoende. Dat, naar gesteld, hij als inwoner van de gemeente Wormerland in het algemeen belang heeft bij het conserveren van het landschap en de cultuurhistorisch waardevolle doorzichten en de veiligheid van zijn dorpsgenoten en vrienden, zijn geen persoonlijke belangen die hem onderscheiden van anderen en die rechtstreeks worden geraakt door het bestreden besluit. In zijn beroepschrift erkent [appellant] ook dat hij de zienswijzen heeft ingediend uit hoofde van het algemeen belang. Voorts is ter zitting gebleken dat de kortste afstand van de woning van [appellant] tot het door hem bestreden plandeel met de bestemming "Woonboten (WB)" gelegen aan de Ringvaart Van de Wijde Wemer ongeveer 400 meter bedraagt en dat hij vanuit zijn woning geen zicht heeft op de percelen in dat plandeel. De conclusie is dat [appellant] geen belanghebbende is bij het bestreden besluit als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb en dat hij daartegen ingevolge artikel 54, tweede lid, aanhef en onder d, van de WRO geen beroep kan instellen. Het beroep is niet-ontvankelijk. 2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Aldus vastgesteld door mr. J.C.K.W. Bartel, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.P.F. Boermans, ambtenaar van Staat. w.g. Bartel w.g. Boermans lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 21 januari 2009 429-599.