Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH0641

Datum uitspraak2009-01-22
Datum gepubliceerd2009-01-27
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers24-001788-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte wordt, mede gelet op zijn justitiële verleden, ter zake van mishandeling veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken.


Uitspraak

Parketnummer: 24-001788-08 Parketnummer eerste aanleg: 17-753894-08 Arrest van 22 januari 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 4 juli 2008 in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren op [1957] te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats], [adres], niet ter terechtzitting verschenen. Het vonnis waarvan beroep De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis vrijgesproken van het onder 3 ten laste gelegde en heeft de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven. Gebruik van het rechtsmiddel De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte. Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. Ontvankelijkheid van het hoger beroep Voor zover het hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het onder 3 ten laste gelegde, kan verdachte daarin niet worden ontvangen. De vordering van de advocaat-generaal De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken. De beslissing op het hoger beroep Het hof zal het vonnis, voor zover aan hoger beroep onderworpen, vernietigen en in zoverre opnieuw recht doen. Tenlastelegging Aan de verdachte is - voor zover in dit hoger beroep van belang - ten laste gelegd dat: 1. hij op of omstreeks 24 november 2007 te Leeuwarden met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een blikje bier (Amstel, 0.5 liter), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf Super de Boer (gevestigd aan of bij de [straat] aldaar), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte; 2. hij op of omstreeks 24 november 2007 te Leeuwarden opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), meermalen, althans eenmaal, (met (een) sleutel(bos) tegen het lichaam heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden. Vrijspraak Het hof acht niet bewezen hetgeen onder 1 aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken. Bewezenverklaring Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat: hij op 24 november 2007 te Leeuwarden opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), met een sleutel tegen het lichaam heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden. Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen. Kwalificatie Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf: mishandeling. Strafbaarheid Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht. Strafmotivering Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen. Verdachte heeft zich op 24 november 2007 in Leeuwarden schuldig gemaakt aan mishandeling, door aangever [slachtoffer] met de sleutel van zijn scooter tegen diens hand te slaan. [slachtoffer] - die verdachte aansprak naar aanleiding van een vermoeden van winkeldiefstal - heeft hierdoor letsel aan zijn hand opgelopen en pijn ondervonden. Door aldus te handelen heeft verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van aangever. Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 31 oktober 2008, waaruit blijkt dat verdachte reeds vele malen is veroordeeld ter zake van (soortgelijke) strafbare feiten. Gelet op de ernst van het feit, in samenhang bezien met verdachtes justitiële verleden, is een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden en kan niet worden volstaan met een gevangenisstraf van kortere duur dan door de advocaat-generaal is gevorderd, ook al zal verdachte van feit 1 worden vrijgesproken. Toepassing van wetsartikelen Het hof heeft gelet op de artikelen 63 (oud) en 300 van het Wetboek van Strafrecht. De uitspraak HET HOF, RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek: vernietigt het vonnis, waarvan beroep, voor zover aan hoger beroep onderworpen, en in zoverre opnieuw recht doende: verklaart de verdachte niet ontvankelijk in zijn hoger beroep, voor zover dit is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het onder 3 ten laste gelegde; verklaart het verdachte onder 1 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij; verklaart het verdachte onder 2 ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar; verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij; veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van twee weken. Dit arrest is aldus gewezen door mr. J. Hielkema, voorzitter, mr. G. Dam en mr. G.N. Roes, in tegenwoordigheid van mr. E. Hoekstra als griffier, zijnde mr. Roes voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.