Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH0654

Datum uitspraak2009-01-22
Datum gepubliceerd2009-01-27
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers24-002905-07
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte wordt ter zake van eenvoudige belediging, aangedaan aan een ambtenaar gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd, veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 20 uren.


Uitspraak

Parketnummer: 24-002905-07 Parketnummer eerste aanleg: 18-650534-07 Arrest van 22 januari 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 19 juni 2007 in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren op [1962] te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats], [adres], niet ter terechtzitting verschenen. Het vonnis waarvan beroep De politierechter in de rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot straffen, zoals in dat vonnis omschreven. Gebruik van het rechtsmiddel De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte. Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep. De vordering van de advocaat-generaal De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal vrijspreken van het onder 1 ten laste gelegde en verdachte ter zake van het onder 2 ten laste gelegde zal veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een week, met een proeftijd van twee jaren, alsmede tot een werkstraf voor de duur van 20 uren, subsidiair 10 dagen vervangende hechtenis. De beslissing op het hoger beroep Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen. Tenlastelegging Aan de verdachte is ten laste gelegd dat: 1. hij op of omstreeks 10 januari 2007, in de gemeente [gemeente], [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2], (beiden) hoofdagent(en) van Regiopolitie [plaats], (meerdere malen) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] dreigend de woorden toegevoegd: "Ik zoek jou op, ik zal jou het leven onmogelijk maken, ik zoek jou thuis op, als jullie die pakjes niet aanhadden zou ik jullie pakken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking; 2. hij op of omstreeks 10 januari 2007, in de gemeente [gemeente], opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2], (beiden) hoofdagent(en) van Regiopolitie [plaats], gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun/zijn bediening, in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "stelletje sukkels" en/of "sukkel" en/of "idioot", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking. Het hof heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd gelezen. De verdachte wordt hierdoor niet in enig belang geschaad. Vrijspraak Het hof acht niet bewezen hetgeen onder 1 aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken. Bewezenverklaring Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat: 2. hij op 10 januari 2007, in de gemeente [gemeente], opzettelijk beledigend ambtenaren, te weten [verbalisant 1] en [verbalisant 2], beiden hoofdagent van Regiopolitie [plaats], gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "stelletje sukkels" en "sukkel" en "idioot". Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen. Kwalificatie Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf: eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd. Strafbaarheid Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht. Strafmotivering Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen. Verdachte heeft zich op 10 januari 2007 op de openbare weg in [gemeente] beledigend uitgelaten ten opzichte van twee hoofdagenten van de Regiopolitie [plaats] die hem een bekeuring gaven ter zake van een overtreding van de plaatselijke APV. Verdachte heeft de betreffende agenten hierdoor in hun eer en goede naam aangetast. Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiƫle documentatie d.d. 31 oktober 2008 waaruit blijkt dat verdachte reeds vele malen is veroordeeld ter zake van strafbare feiten. Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang beschouwd, is oplegging van een werkstraf van na te melden duur passend en geboden. Toepassing van wetsartikelen Het hof heeft gelet op de artikelen 22c (oud), 22d, 57 (oud), 63 (oud), 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht. De uitspraak HET HOF, RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek: vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende: verklaart het verdachte onder 1 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij; verklaart het verdachte onder 2 ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar; verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij; veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van twintig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van tien dagen zal worden toegepast. Dit arrest is aldus gewezen door mr. G. Dam, voorzitter, mr. J. Hielkema en mr. G.N. Roes, in tegenwoordigheid van mr. E. Hoekstra als griffier, zijnde mr. Roes voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.