
Jurisprudentie
BH0786
Datum uitspraak2008-11-25
Datum gepubliceerd2009-01-26
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Gravenhage
Zaaknummers105.004.383/01, C06/171
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-01-26
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Gravenhage
Zaaknummers105.004.383/01, C06/171
Statusgepubliceerd
Indicatie
reikwijdte incassomachtiging
Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Sector handel
Zaaknummer : 105.004.383/01
Rolnummer (oud) : 06/171
Rolnummer rechtbank : 447170/04-2-108 (sector kanton)
arrest van de derde civiele kamer d.d. 25 november 2008
inzake
1. SINDUCO MANAGEMENT & ADVIES B.V.,
eerder geheten Conduco Management en Advies B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
hierna te noemen: Sinduco,
2. E.H. ZEVENBERGEN HOLDING B.V.,
gevestigd te Monster, gemeente Westland,
hierna te noemen: Zevenbergen,
appellanten,
advocaat: mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt ('s-Gravenhage),
tegen
ALPHABET B.V.,
gevestigd te Rijswijk,
geïntimeerde,
hierna te noemen: Alphabet,
advocaat: mr. H.J.A. Knijff ('s-Gravenhage).
Het geding
Bij exploot van dagvaarding van 13 januari 2006 zijn Sinduco en Zevenbergen in hoger beroep gekomen van het door de rechtbank 's-Gravenhage, sector kanton, tussen partijen in conventie en in reconventie gewezen vonnis van 13 oktober 2005. Bij memorie van grieven (met producties) heeft Sinduco vier grieven aangevoerd, die door Alphabet zijn bestreden bij memorie van antwoord. Vervolgens hebben partijen de stukken overgelegd en arrest gevraagd.
Beoordeling van het hoger beroep
1. Het volgende staat tussen partijen vast.
(i) Zevenbergen heeft met Alphabet een leaseovereenkomst gesloten betreffende een Audi. Daarnaast heeft zij een leaseovereenkomst gesloten betreffende een BMW. Uit hoofde van deze leaseovereenkomsten is Zevenbergen leasetermijnen c.a. verschuldigd aan Alphabet.
(ii) Zevenbergen heeft voor aanvang van de leaseperiode een bankmachtiging ten laste van Conduco Management & Advies BV (verder te noemen: Conduco) geretourneerd aan Alphabet (prod. 8 inleidende dagvaarding). Deze bankmachtiging heeft de volgende inhoud:
“Bank-machtiging
Ondergetekende,
Naam bedrijf: Conduco Management & Advies bv
Adres: Postbus 3078
Postcode + woonplaats: 2800 CD GOUDA
Verleent hierbij tot wederopzegging machtiging aan:
Alphabet bv
Laan van Vredenoord 3
2289 DA RIJSWIJK
de bedragen, welke crediteur van E.H. Zevenbergen Holding bv, Oosteinde 64k te Den Haag, voor gesloten en nog te sluiten leasecontracten te vorderen heeft, te incasseren bij:
Naam bank: ING Bank
waar ondergetekende een rekening aanhoudt onder nummer: 68.56.48.788
Indien u niet akkoord gaat met een uit hoofde van deze machtiging verrichte afschrijving, kunt u binnen 5 werkdagen na debitering uw bank opdracht geven tot terugboeking. Onder werkdag wordt verstaan elke dag waarop de kas van De Nederlandsche Bank is geopend.
Datum: 10 december 2001 Handtekening: (hof: onleesbaar)“
(iii) Conduco is thans genaamd Sinduco. Het hof zal verder over Sinduco spreken.
(iv) Alphabet heeft in de periode januari 2002 t/m december 2003 een totaalbedrag van € 48.147,71 wegens deze leaseovereenkomsten geïncasseerd bij Sinduco door middel van 32 incasso-opdrachten ten laste van genoemde ING-rekening (zie op dit punt niet, dan wel onvoldoende gemotiveerd betwiste akte uitlating produkties tevens akte overlegging produktie tevens conclusie van dupliek in reconventie).
(v) In de periode vanaf maart 2003 zijn herhaalde malen incasso-opdrachten gestorneerd (zie ook prod 9 conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie).
(vi) Sinduco heeft in een enkel geval (in 2003) op verzoek van Zevenbergen (via Telegiro) betalingen wegens deze leaseovereenkomsten aan Alphabet gedaan (zie prod. 16 conclusie van repliek in conventie/antwoord in reconventie, conclusie van dupliek in conventie en repliek in reconventie 3.3.4 en mvgr 5.2.18).
(vii) In 2004 heeft Alphabet een bedrag van € 8.893,22 ten laste van genoemde rekening van Sinduco geïncasseerd.
2. In deze procedure heeft Alphabet in conventie hoofdelijke veroordeling gevorderd van Zevenbergen en Sinduco van een bedrag van € 22.489,25, bestaande uit:
Hoofdsom: € 21.880,04
Incassokosten: € 350,14
Rente tot 1/10-04: € 259,07
Rente: PM
Totaal: € 22.489,25
De rechtbank heeft deze vordering vrijwel geheel toegewezen.
In reconventie heeft Sinduco als onverschuldigd betaald een bedrag van € 5.438,42 met rente teruggevorderd van Alphabet. De rechtbank heeft deze vordering afgewezen.
3. Zevenbergen heeft geen grieven aangevoerd in hoger beroep en zal dus niet ontvankelijk worden verklaard. Zij wordt veroordeeld in de kosten van Alphabet terzake, tot op heden begroot op nihil.
Sinduco klaagt met haar grieven over de beslissingen van de rechtbank, voorzover Sinduco daarbij in conventie is veroordeeld en voorzover haar reconventionele vordering is afgewezen. De grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
4. De veroordeling van Zevenbergen uit hoofde van de leaseovereenkomsten is niet in geschil. Van de contractuele verschuldigdheid van de hoofdsom van € 21.880,04 door Zevenbergen wordt dan ook thans uitgegaan. De vraag in hoger beroep is of Sinduco zich jegens Alphabet tot nakoming heeft verbonden.
Contractuele gebondenheid van Sinduco?
5. Alphabet heeft daartoe gesteld dat zij aanspraak maakt op betaling op grond van de door Sinduco afgegeven incassomachtiging (inl. dagv. 7), waarbij Sinduco aan Alphabet machtiging heeft verleend om bedragen die Alphabet van Zevenbergen wegens de leasecontracten te vorderen heeft te incasseren bij de ING Bank (mva 4). Op grond hiervan is Sinduco, aldus nog steeds Alphabet, gehouden tot betaling van de openstaande, door haar aan Zevenbergen gezonden, facturen. Alphabet stelt dat Sinduco contractspartij is omdat zij als geldschieter voor Zevenbergen betrokken is en schriftelijk heeft verklaard alle betalingen te zullen voldoen die Zevenbergen aan Alphabet verschuldigd is (inl. dagv 14). Contractueel, op grond van de bankmachtiging, die Sinduco niet, althans niet tijdig en op de juiste wijze, heeft opgezegd, was Sinduco gehouden tot betaling van de leasetermijnen (mva 7.6). Op grond van deze bankmachtiging was Sinduco bovendien gehouden voldoende saldo op haar bankrekening te houden (mva 7.2) en was zij niet tot stornering gerechtigd.
6. Sinduco heeft betwist dat de betreffende bankmachtiging deze verplichting voor Sinduco heeft doen ontstaan. Zij heeft daartoe gesteld:
a) Sinduco betwist dat zij deze bankmachtiging aan Alphabet heeft verstrekt. De handtekening op de bankmachtiging is niet van de indertijd tot vertegenwoordiging bevoegde bestuurder Van den Ende, noch van een andere rechtsgeldige vertegenwoordiger. Volstrekt onbekend is van wie de handtekening afkomstig is.
b) Er is geen sprake van door Sinduco opgewekte schijn van rechtsgeldige vertegenwoordiging (ex art. 3:61 BW).
c) Bovendien doet de bankmachtiging niet de door Alphabet gestelde rechtsverhouding ontstaan. Er was sprake van de situatie van art. 6:30 BW. De bankmachtiging levert alleen een bevoegdheid tot incasseren op. Dit heeft niet tot gevolg dat Sinduco de verplichting tot betaling van de vorderingen op Zevenbergen op zich genomen zou hebben.
De weren a en b)
7. Niet duidelijk is geworden van wie de handtekening onder de bankmachtiging afkomstig was. Er zijn aanwijzingen dat dit niet de indertijd formeel bevoegde bestuurder is geweest. Deze kwestie kan echter in het midden blijven, nu het hof van oordeel is dat Alphabet op grond van de gedragingen van Sinduco heeft aangenomen en onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht aannemen dat Sinduco akkoord was met de afgifte van deze bankmachtiging (art. 3:61 lid 2 BW). Hiertoe wordt als volgt overwogen.
Niet alleen staat vast dat in de eerste periode na de afgifte van de machtiging (2002 tot maart 2003) vele malen via deze machtiging zonder problemen door Alphabet is geïncasseerd (zie 1.iv), maar daar komt bij dat Sinduco (daarna) ook nog enkele malen rechtstreeks betalingen ten behoeve van Zevenbergen heeft verricht. Uit dit alles heeft Alphabet mogen afleiden dat Sinduco met de bankmachtiging instemde. De latere storneringen maken dit niet anders.
Terzijde wordt opgemerkt dat Sinduco dit bovendien in feite impliciet lijkt te erkennen, nu zij haar reconventionele vordering niet heeft doen uitstrekken tot het in r.o 1.iv bedoelde door Alphabet geïncasseerde bedrag.
Verweer c)
8. Dit betreft de principiële vraag naar de reikwijdte van de verstrekte bankmachtiging.
Voorop wordt gesteld dat niet in geschil is dat slechts Zevenbergen contractpartij is van Alphabet bij de leaseovereenkomsten.
Alphabet stelt echter dat ook Sinduco in die zin contractspartij is (geworden), dat zij als geldschieter voor Zevenbergen betrokken is en schriftelijk heeft verklaard alle betalingen te zullen voldoen die Zevenbergen aan Alphabet verschuldigd is (inl. dagv 14). Deze kwestie zal met toepassing van de Haviltexmaatstaf nader worden onderzocht.
9. Blijkens de tekst van de bankmachtiging geeft Sinduco toestemming aan Alphabet om bij haar bank (de ING Bank) bedragen te incasseren, die Alphabet wegens de leasecontracten van Zevenbergen te vorderen heeft.
Niet alleen blijkt uit deze tekst duidelijk dat Zevenbergen terzake schuldenaar is, maar bovendien valt uit deze tekst niet op te maken dat Sinduco zich tot nakoming van de leasetermijnen heeft verplicht.
Voor de goede orde: De situatie van borgtocht (ex art. 7:850 BW) doet zich niet voor. Alphabet heeft ook niet gesteld dat dit wel zo was.
Het moet er dan ook, bij gebreke van stellingen of aanwijzingen dat dit anders is, voor worden gehouden dat er in dit geval (slechts) sprake is van de situatie van art. 6:30 lid 1 BW.
Voorzover Alphabet heeft bedoeld te stellen dat er sprake was van een drie-partijen contract tussen Alphabet, Zevenbergen en Sinduco, waarbij Sinduco de betalings-verplichtingen van Zevenbergen op zich heeft genomen, heeft zij dit onvoldoende onderbouwd. In de tekst van de bankmachtiging zijn hiervoor geen aanknopingspunten te vinden terwijl andere relevante argumenten niet naar voren zijn gebracht.
Aan bewijslevering wordt onder deze omstandigheden niet toegekomen. Er zijn geen concrete feiten of omstandigheden aangevoerd door Alphabet, die, indien bewezen, tot een ander oordeel leiden.
10. Uit het voorgaande vloeit voort dat het er voor moet worden gehouden dat Sinduco betalingen ten behoeve van de derde Zevenbergen heeft gedaan en dat zij in dit verband aan Alphabet toestemming heeft gegeven via de bankmachtiging te incasseren.
Nu Sinduco noch uit hoofde van de leaseovereenkomsten noch uit hoofde van de bankmachtiging tot betaling van de leasetermijnen verplicht kan worden, terwijl evenmin een andere rechtsgrond is gebleken, kan Alphabet voor niet betaalde leasetermijnen geen verhaal zoeken op Sinduco. Reeds geïncasseerde leasetermijnen zijn in beginsel rechtsgeldig – immers met machtiging van Sinduco – geïnd.
Gevolgen voor de vorderingen
11. Uit het voorgaande vloeit voort dat de conventionele vordering van Alphabet op Sinduco rechtgrond mist, zodat deze alsnog zal worden afgewezen. De eerste twee grieven slagen.
12. Ten aanzien van de reconventionele vordering van Sinduco wordt als volgt overwogen.
Deze vordering betreft een bedrag van € 8.893,22, dat Alphabet in 2004 ten laste van genoemde rekening van Sinduco heeft geïncasseerd, verminderd met een (aldus Sinduco) kwijtgescholden bedrag van € 3.454,80, zodat in hoofdsom resteert € 5.438,42.
Sinduco klaagt met haar derde grief over de afwijzing hiervan door de rechtbank.
13. Sinduco stelt in de eerste plaats dat voor deze betaling geen rechtsgrond bestond, een en ander zoals hiervoor weergegeven in r.o 6. Deze stelling wordt verworpen op gronden zoals hiervoor weergegeven, meer in het bijzonder in r.o 10 (slot).
Sinduco stelt in de tweede plaats dat er voor betaling van deze € 8.893,22 ook om een andere reden geen rechtsgrond bestond, nu de betreffende termijnen (januari en februari 2004) ten laste van Client First komen (zie prod. 6 mvgr waar Sinduco naar verwijst). Vervolgens is er, aldus nog steeds Sinduco, door partijen een regeling getroffen, zoals vastgelegd in de brief van Conduco aan Alphabet van 20 juni 2004 (prod. 7 bij mvgr waar Sinduco naar verwijst), blijkens welke regeling Sinduco aanspraak heeft op genoemd bedrag van € 5.438,42.
Alphabet is niet ingegaan op deze – voor hof en Alphabet redelijkerwijs kenbare, ook in eerste aanleg al aangevoerde – stelling (HR 17-10-2008; LJN BE7628) dat er sprake was van een regeling. Dit betekent dat het hof als onweersproken aanneemt dat partijen een regeling van deze strekking hebben getroffen, zodat Sinduco recht heeft op terugbetaling van (in hoofdsom) een bedrag van € 5.438,42.
14. Volgens Sinduco is Alphabet hierover de wettelijke rente verschuldigd, die zij van 11 mei tot 8 december 2004 berekent op € 153,50. Nu Alphabet de verschuldigdheid van deze rente vanaf 11 mei 2004 (subsidiair) betwist en nu Sinduco niet heeft gesteld op welk moment Alphabet met de betaling in verzuim is geraakt – het enkele schriftelijk aanspraak maken op betaling (zie prod 6 d.d. 11 mei en prod 7 d.d.20 juli 2004, alsmede 5.3.15 mvgr) vormt geen ingebrekestelling in de zin van art. 6:82 lid 1 – zal de rente worden toegewezen vanaf 9 december 2004 (de datum van de vordering in reconventie).
Slotsom
15. Het bestreden vonnis zal worden vernietigd. Beslist zal worden als na te melden. Het hof komt niet toe aan bewijslevering. Alphabet zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten in beide instanties.
Voor de door Sinduco na het bestreden vonnis verrichte betalingen bestond geen rechtsgrond. De vordering van Sinduco tot terugbetaling, waarvan de berekening is erkend, zal dan ook worden toegewezen.
Beslissing
Het hof:
- verklaart Zevenbergen niet-ontvankelijk in haar hoger beroep tegen het bestreden vonnis; veroordeelt Zevenbergen in de proceskosten van Alphabet terzake, tot zover begroot op nihil:
- vernietigt het bestreden vonnis, voorzover ten opzichte van Sinduco gewezen;
en terzake opnieuw rechtdoende:
in conventie
- wijst alsnog de vorderingen van Alphabet op Sinduco af;
- veroordeelt Alphabet in de kosten van deze procedure in eerste aanleg, tot zover aan de zijde van Sinduco begroot op € 110,-- aan verschotten en € 1.230,-- aan salaris van de gemachtigde;
- veroordeelt Alphabet tot terugbetaling aan Sinduco van een bedrag van € 26.559,38, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 25.474,63 vanaf 26 januari 2007 tot aan de dag der voldoening;
in reconventie
- veroordeelt Alphabet om aan Sinduco te betalen een bedrag van € 5.438,42, vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 9 december 2004 tot de dag der voldoening;
- veroordeelt Alphabet in de kosten van deze procedure in eerste aanleg, tot zover aan de zijde van Sinduco begroot op € 150,-- aan salaris van de gemachtigde;
- wijst af het meer of anders gevorderde;
- veroordeelt Alphabet in de proceskosten in hoger beroep, tot zover aan de zijde van Sinduco begroot op € 248,-- aan verschotten en € 1.158,-- aan salaris van de advocaat;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.A.F. Tan-de Sonnaville, Th.W.H.E. Schmitz en
R. van der Vlist en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 november 2008 in aanwezigheid van de griffier.