Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH1161

Datum uitspraak2009-01-21
Datum gepubliceerd2009-01-28
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers276089/HA ZA 07-92
Statusgepubliceerd


Indicatie

Diefstal container tijdens CMR-wegvervoer. Aansprakelijkheid hoofdvervoerder, ondervervoerder en feitelijk vervoerder. Overmacht. Beperking aansprakelijkheid. Opvolgend vervoer.


Uitspraak

Uitspraak Rechtbank Rotterdam Sector civiel recht Zaak-/rolnummers: 276089/HA ZA 07-92 271996/HA ZA 06-3041 Uitspraak: 21 januari 2009 VONNIS van de meervoudige kamer in de gevoegde zaken met zaak-/rolnummer 276089/HA ZA 07-92 van: de rechtspersoon naar het recht van de plaats van vestiging ALCOTRANS S.A.S., gevestigd te Straatsburg, Frankrijk, eiseres in conventie, verweerster in reconventie, advocaat mr J.F. van der Stelt, - tegen - 1. de rechtspersoon naar het recht van de plaats van vestiging PANALPINA WELTTRANSPORT GMBH, gevestigd te Hamburg, Duitsland, gedaagde in conventie, eiseres in reconventie advocaat mr A.J. van Steenderen, 2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ECT DELTA TERMINAL B.V.,, gevestigd te Rotterdam, gedaagde, advocaat mr G.J. Noordam, 3. de rechtspersoon naar het recht van de plaats van vestiging ALLROUNDER CHAUSSURES S.A.R.L., gevestigd te Sarrebourg, Frankrijk, gedaagde, advocaat mr A. al Mansouri, 4. de rechtspersoon naar het recht van de plaats van vestiging KINGFIELD INTERNATIONAL LIMITED, gevestigd te Taichung, Taiwan, gedaagde, niet verschenen, 5. de rechtspersoon naar het recht van de plaats van vestiging MEPHISTO S.A., gevestigd te Sarrebourg, Frankrijk, gedaagde, advocaat mr A. al Mansouri, 6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BEVRACHTINGSKANTOOR [ABC] B.V., gevestigd te Hellevoetsluis, gedaagde, advocaat mr W.M. van Rossenberg, met zaak-/rolnummer 271996 / HA ZA 06-3041 van: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BEVRACHTINGSKANTOOR [ABC] B.V., gevestigd te Hellevoetsluis, eiseres, advocaat mr W.M. van Rossenberg, - tegen - 1. de rechtsersoon naar het recht van de plaats van vestiging ALCOTRANS S.A.S., gevestigd te Straatsburg, Frankrijk, gedaagde, advocaat mr J.F. van der Stelt, 2. de rechtspersoon naar het recht van de plaats van vestiging KINGFIELD INTERNATIONAL LIMITED, gevestigd te Taichung, Taiwan, gedaagde, niet verschenen, 3. de rechtspersoon naar het recht van de plaats van vestiging ALLROUNDER CHAUSSURES S.A.R.L., gevestigd te Sarrebourg, Frankrijk, gedaagde, advocaat mr A. al Mansouri, 4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ECT DELTA TERMINAL B.V., gevestigd te Rotterdam, gedaagde, advocaat mr G.J. Noordam, 5. de rechtspersoon naar het recht van de plaats van vestiging MEPHISTO S.A., gevestigd te Sarrebourg, Frankrijk, gedaagde, advocaat mr A. al Mansouri, Partijen worden hierna aangeduid als “Alcotrans”, “Panalpina”, "Allrounder", “ECT”, “Kingfield”, “Mephisto” en “[ABC]”. 1. Het verloop van het geding De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken: in de zaak met zaak-/rolnummer 276089/HA ZA 07-92: - dagvaardingen d.d. 26 september 2006 - akte houdende overlegging producties, met producties; - conclusie van antwoord, tevens houdende conclusie van eis in reconventie van Panalpina, met producties; - conclusie van antwoord van ECT; - conclusie van antwoord van Allrouder en Mephisto, met producties; - conclusie van antwoord van [ABC], met producties; - tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 25 juli 2007, waarbij een comparitie van partijen is gelast; - proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 4 december 2007. in de zaak met zaak-/rolnummer 271996/HA ZA 06-3041: - dagvaarding d.d. 2 februari 2006 en de door [ABC] overelegde producties; - tussenvonnnis van deze rechtbank d.d. 26 september 2007, waarbij deze zaak is gevoegd met de zaak onder zaak-/rolnummer 276089/HA ZA 07-92, en de daaraan ten grondslag liggende stukken; - conclusie van antwoord van Alcotrans, met producties; - conclusie van antwoord van Allrouder en Mephisto, met producties; - conclusie van antwoord van ECT; - proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 4 december 2007. 2. De vaststaande feiten Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van in het geding gebrachte producties waarop beroep is gedaan en de op de comparitie van partijen afgelegde verklaringen, staat tussen partijen - voorzover van belang - het volgende vast: in alle zaken: 2.1 Op of omstreeks 17 januari 2006 heeft Panalpina opdracht gegeven aan Alcotrans tot het vervoer over de weg van een 40’ container met kenmerk KKFU 733511-2 beladen met 650 dozen schoenen (hierna: de zending) van (de terminal van ECT in) Rotterdam naar Sarrebourg (Frankrijk), ter aflevering aan Allrounder. Op dit vervoer is de CMR van toepassing. 2.2 Alcotrans heeft het vervoer uitbesteed aan [ABC]. 2.3 Op de op vrijdag 20 januari 2006 voor het vervoer opgemaakte vrachtbrief staat [ABC] vermeld als vervoerder, ECT als afzender en Allrounder als geadresseerde. 2.4 Tijdens het vervoer is de oplegger met daarop de container met de zending gestolen. Een deel van de zending is nadien teruggevonden. 2.5 Op 23 januari 2007 is de verzekeraar van Allrounder, Covea Fleet, in Frankrijk een procedure begonnen in verband met de diefstal van de zending. 3. Het geschil in de zaak met zaak-/rolnummer 276089/HA ZA 07-92: in conventie 3.1 Alcotrans heeft - verkort weergegeven - gevorderd dat bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad: [ABC] wordt veroordeeld tot het betalen aan Alcotrans van schadevergoeding op te maken bij staat, voor recht wordt verklaard dat gedaagden, althans Panalpina en/of ECT en/of Allrounder en/of Kingfield en/of Mephisto in een eventuele schadevordering niet ontvankelijk zijn/is jegens Alcotrans, althans Alcotrans niet aansprakelijk is jegens gedaagden, althans jegens Panalpina en/of ECT en/of Allrounder en/of Kingfield en/of Mephisto voor eventuele schade wegens verlies van de container(inhoud), althans Alcotrans niet verder aansprakelijk is jegens gedaagden, althans jegens Panalpina en/of ECT en/of Allrounder en/of Kingfield en/of Mephisto ter zake van eventuele schade wegens verlies van de container(inhoud) dan tot het bedrag van de beperking als bedoeld in artikel 23 jo 25 CMR, gedaagden, althans Panalpina en/of ECT en/of Allrounder en/of Kingfield en/of Mephisto, wie van hen zal blijken aan te gaan, worden/wordt veroordeeld om te vergoeden aan Alcotrans alle schade wegens verlies van de container(inhoud), die Alcotrans eventueel zal blijken gehouden te zijn [te voldoen] aan een derde (verzekeraar), niet betrokken in de dagvaarding, agerend in de hoedanigheid van rechtsopvolgster van een of meer van de gedaagden, voor zover het bedrag ter zake van die schade meer zal blijken te zijn dan Alcotrans tot vergoeding gehouden zal blijken te zijn op grond van het onder 2 gevorderde, met veroordeling van gedaagden, althans de gedaagde(n) die dit zal blijken aan te gaan, tot vergoeding van de kosten van het geding. 3.2 Alcotrans heeft daartoe - samengevat - gesteld dat: zij regres heeft op haar opdrachtnemer [ABC] voor zover zij aansprakelijk wordt gehouden voor het verlies van de zending tijdens het vervoer, zij tegenover de andere gedaagden niet aansprakelijk is, althans niet tot een hoger bedrag dan het bedrag waarvoor [ABC] aansprakelijk is, zij jegens eventuele gesubrogeerde verzekeraars niet of niet verder aansprakelijk is dan zij jegens de andere gedaagden zou kunnen zijn. 3.3 Gedaagden, met uitzondering van Kingfield, hebben ieder voor zich de vordering gemotiveerd betwist en geconcludeerd tot afwijzing, met veroordeling (uitvoerbaar bij voorraad) van Alcotrans in de proceskosten. in reconventie 3.4 Panalpina heeft - verkort weergegeven - gevorderd dat bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad: voor recht wordt verklaard dat Alcotrans gehouden is om Panalpina schadeloos te stellen voor alle schade die zij heeft geleden of zal lijden, direct of indirect als gevolg van de diefstal van de zending, Alcotrans wordt veroordeeld tot het betalen aan Panalpina van alle schade geleden of nog te lijden door Panalpina als gevolg van de diefstal, op te maken bij staat, met veroordeling van Alcotrans in de kosten. 3.5 Panalpina heeft daartoe gesteld dat Alcotrans als vervoerder aansprakelijk is voor de schade als gevolg van de diefstal tijdens het vervoer. 3.6 Alcotrans heeft de vordering gemotiveerd betwist. in de zaak met zaak-/rolnummer 271996/HA ZA 06-3041 3.7 [ABC] heeft gevorderd dat bij vonnis voor recht wordt verklaard dat gedaagden althans Alcotrans en/of Kingfield en/of Allrounder en/of ECT en/of Mephisto in een eventuele schadevordering jegens [ABC] niet-ontvankelijk zijn/is, althans dat [ABC] niet aansprakelijk is jegens gedaagden althans Alcotrans en/of Kingfield en/of Allrounder en/of ECT en/of Mephisto ter zake van de gestelde schade met betrekking tot de in de dagvaarding genoemde zending, althans dat [ABC] niet verder aansprakelijk is jegens gedaagden althans Alcotrans en/of Kingfield en/of Allrounder en/of ECT en/of Mephisto dan tot het bedrag van de beperking als bedoeld in artikel 23 jo 25 CMR, alles kosten rechtens. 3.8 [ABC] heeft daartoe - samengevat - gesteld dat zij jegens gedaagden niet dan wel beperkt aansprakelijk is voor de schade als gevolg van de diefstal tijdens het vervoer. 3.9 Gedaagden - met uitzondering van Kingfield - hebben ieder voor zich de vordering gemotiveerd betwist en geconcludeerd tot afwijzing, met veroordeling van [ABC] (uitvoerbaar bij voorraad) in de proceskosten. 4. De beoordeling in de zaak met zaak-/rolnummer 276089/HA ZA 07-92 in conventie en in de zaak met zaak-/rolnummer 271996/HA ZA 06-3041 4.1 Enige grond, bij voorbeeld gebrek aan vorderingsrecht, voor de gevorderde niet-ontvankelijkverklaringen van gedaagden is gesteld noch gebleken. Daarop stuiten die vorderingen af. in de zaak met zaak-/rolnummer 276089/HA ZA 07-92 in conventie ten aanzien van Panalpina en in reconventie 4.2 Niet in geschil is dat Panalpina en Alcotrans over en weer vorderingsgerechtigd zijn en dat de tussen hen gesloten vervoerovereenkomst wordt beheerst door de CMR en aanvullend door Duits recht. 4.3 Krachtens artikel 3 CMR kan Panalpina Alcotrans aansprakelijk houden voor gedragingen van de door Alcotrans ingeschakelde ondervervoerder [ABC]. 4.4 Alcotrans is in beginsel aansprakelijk voor de schade als gevolg van de diefstal tijdens het vervoer (artikel 17 lid 1 CMR). 4.5 Alcotrans heeft zich verweerd met een beroep op overmacht (artikel 17 lid 2 CMR). Het beroep op overmacht kan slechts slagen indien Alcotrans aantoont dat zij alle in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van een zorgvuldig vervoerder - daaronder begrepen de personen van wier hulp deze bij de uitvoering van de overeenkomst gebruikt maakt - te vergen maatregelen heeft genomen om het verlies te voorkomen. Alcotrans heeft dit verweer echter niet nader gespecificeerd of onderbouwd. Omdat Alcotrans aansprakelijk is voor de gedragingen van haar ondervervoerder [ABC], laat het beroep op overmacht van Alcotrans zich beoordelen aan de hand van het door [ABC] gedane beroep op overmacht. Daartoe wordt verwezen naar hetgeen hierna in ro. 4.14 tot en met 4.18 wordt overwogen over het beroep van [ABC] op overmacht. Daarom kan het beroep op overmacht van Alcotrans niet slagen. 4.6 De aansprakelijkheid van Alcotrans is beperkt tot het in de artikelen 23 jo 25 CMR bedoelde bedrag, tenzij sprake zou zijn van - door Panalpina te stellen en zo nodig te bewijzen - opzet of daaraan gelijk te stellen bewuste roekeloosheid. Panalpina heeft haar stelling dienaangaande evenwel niet nader gespecificeerd of onderbouwd, noch in haar conclusie van antwoord, noch - gebruikmakend van het recht dat zij zich had voorbehouden - tijdens de comparitie van partijen. Deze stelling faalt derhalve. 4.7 Het voorgaande leidt tot de conclusie dat in conventie in deze zaak het onder 2b gevorderde niet kan worden toegewezen, maar het onder 2c gevorderde voor toewijzing gereed ligt. In reconventie ligt de vordering eveneens voor toewijzing gereed, met dien verstande dat de verklaring voor recht en de veroordeling tot schadevergoeding dienen te worden beperkt tot het bedrag der beperkte aansprakelijkheid als bedoeld in de artikelen 23 jo 25 CMR. De verklaring voor recht in conventie en de veroordeling in reconventie zullen in het te zijner tijd te wijzen eindvonnis in deze procedure worden uitgesproken. Daar partijen in conventie en in reconventie over en weer deels in het ongelijk worden gesteld, zullen in dat eindvonnis tussen hen de proceskosten in conventie en reconventie worden gecompenseerd. 4.8 Onderdeel 3 van de vordering van Alcotrans behoort te worden afgewezen, nu dit - ondanks verweer - niet behoorlijk is toegelicht en onderbouwd. in de zaak met zaak-/rolnummer 276089/HA ZA 07-92 ten aanzien van [ABC] en in de zaak met zaak-/rolnummer 271996/HA ZA 06-3041 ten aanzien van Alcotrans 4.8 [ABC]s betwisting van het vorderingsrecht van Alcotrans faalt, aangezien niet in geschil is dat Alcotrans het vervoer heeft uitbesteed aan [ABC]. Er is dus sprake van een directe contractele verhouding waarop Alcotrans haar vordering kan baseren. Dit geldt ook als, zoals [ABC] heeft gesteld, een andere rechtspersoon met het woord Alcotrans in haar naam, in de Franse procedure is betrokken. Of dat zo, is kan dus onbesproken blijven. 4.9 [ABC] voert aan dat Alcotrans geen belang heeft bij haar vordering, omdat in Frankrijk ter zake van de onderhavige containerdiefstal een dagvaarding is uitgebracht door de verzekeraar van Allrounder jegens [ABC] en Alcotrans Container Line S.A.S., doch niet jegens Alcotrans. Dit betoog van [ABC] faalt, aangezien niet in geschil is dat Alcotrans als afzender het vervoer heeft uitbesteed aan [ABC] als vervoerder, zodat sprake is van een directe contractuele verhouding tussen deze partijen. Daarmee zijn het belang en de vorderingsgerechtigdheid van Alcotrans in beginsel gegeven. 4.10 [ABC] stelt dat zij het vervoer heeft uitbesteed aan ([XYZ] h.o.d.n.) Ada Trans (B.V. i.o.), hierna te noemen: Ada Trans, dat deze bij vonnis van 1 augustus 2006 in staat van faillissement is verklaard en dat de schade is veroorzaakt door toedoen van Ada Trans. [ABC] stelt verder dat de bepalingen van de artikelen 34 ev. CMR inzake opvolgend vervoer van toepassing zijn en dat de eventueel door haar verschuldigde schadevergoeding berekend dient te worden met inachtneming van het bepaalde in artikel 38 CMR. Kennelijk wil [ABC] hiermee stellen dat een eventuele schadevergoeding ten laste van Ada Trans tussen Alcotrans en van Orselen dient te worden gedeeld. 4.11 Alcotrans betwist dat [ABC] het vervoer aan Ada Trans heeft uitbesteed. De rechtbank overweegt als volgt. [ABC] heeft bij comparitie een "Transport Opdracht" tussen haar en Ada Trans waarin het onderhavige vervoer van container KKFU 733511.2 vanaf ECT Delta Terminal ter aflevering aan Allrounder wordt beschreven overgelegd. Voorts heeft Alcotrans een proces-verbaal van aangifte van de diefstal overgelegd waarin [medewerker1] verklaart dat hij de vervoerder is van Ada Trans - in dat proces-verbaal gespeld: Adatrans - en dat hij namens [ABC] aangifte doet. Tegenover deze feiten die de stelling van [ABC] bevestigen heeft Alcotrans geen enkele feitelijke omstandigheid die op het tegendeel duidt aangevoerd evenmin te bewijzen aangeboden. Daarom concludeert de rechtbank dat [ABC] inderdaad het vervoer aan Ada Trans heeft uitbesteed. 4.12 Alcotrans heeft het gehele, door de CMR beheerste vervoer uitbesteed aan [ABC]. [ABC] heeft dit gehele vervoer uitbesteed aan Ada Trans. Voorts kan als vaststaand worden aangenomen dat [ABC] ter zake van dit vervoer een vrachtbrief heeft gereedgemaakt (met vermelding van zichzelf als vervoerder) en dat de chauffeur van Ada Trans vervolgens de te vervoeren container in ontvangst heeft genomen en ook de vrachtbrief heeft afgetekend. Op grond van deze feiten merkt de rechtbank Alcotrans, [ABC] en Ada Trans tezamen aan als opvolgend vervoerders ten opzichte van Panalpina en geadresseerde Allrounder. Daarvoor is niet vereist dat hoofdvervoerder Alcotrans of ondervervoerder [ABC] zelf de goederen of de vrachtbrief in ontvangst heeft genomen, noch dat deze zelf enig feitelijk vervoer heeft verricht. 4.13 Nu tussen Alcotrans en [ABC] niet ter discussie staat dat Ada Trans insolvent is in de zin van artikel 38 CMR zal een eventueel door laatstgenoemde verschuldigd geworden schadevergoeding tussen Alcotrans en [ABC] moeten worden gedeeld. 4.14 [ABC] is als vervoerder ten opzichte van haar afzender Alcotrans in beginsel aansprakelijk voor de diefstal tijdens het vervoer. Zij heeft zich ter afwering van haar aansprakelijkheid beroepen op overmacht. Zij heeft dit verweer echter niet nader gespecificeerd of onderbouwd. 4.15 Uit de in zoverre niet betwiste stellingen van partijen en de stukken blijkt dat de chauffeur de vrachtwagencombinatie met daarop de container op zondag 22 januari 2006, rond 14.00 uur heeft geparkeerd aan de openbare weg (Brielselaan) te Rotterdam en aldaar heeft achtergelaten. Toen hij later die dag rond 18.45 uur ter plaatse terugkwam, bemerkte hij dat de oplegger met daarop de container was weggenomen. Maatregelen ter voorkoming van die diefstal zijn gesteld noch gebleken. Evenmin zijn feiten of omstandigheden gesteld of gebleken waaruit blijkt dat de zending door toedoen van [ABC] is gestolen. 4.16 De omstandigheid dat, zoals [ABC] terecht heeft gesteld, de in de opdracht vervatte afhaal- en aflevertijdstippen impliceerden dat tijdens het vervoer moest worden overgestaan en er kennelijk geen instructies dienaangaande waren gegeven, laat de - ook in de overmachtsnorm geformuleerd in ro. 4.5 tot uitdrukking komende - eigen verantwoordelijkheid van de vervoerder om maatregelen ter voorkoming van diefstal te nemen onverlet. 4.17 Daar de oplegger met de container daarop is gestolen - en geen sprake is geweest van diefstal van de lading uit de container - is de door [ABC] ter comparitie van partijen gestelde maatregel van de bevestiging van een hangslot op de containerdeuren niet relevant. Of deze maatregel is getroffen kan dus onbesproken blijven. 4.18 Het vorenstaande voert tot de conclusie dat [ABC] ten opzichte van haar afzender Alcotrans aansprakelijk is voor de door de diefstal ontstane schade. 4.19 De aansprakelijkheid van [ABC] is beperkt tot het in de artikelen 23 jo 25 CMR bedoelde bedrag. Voor zover Alcotrans het standpunt inneemt dat sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid, moet dit van de hand worden gewezen, waartoe wordt verwezen naar ro. 4.29. 4.20 Slotsom is dat [ABC] jegens Alcotrans aansprakelijk is, doch niet verder dan tot het in de artikelen 23 jo 25 CMR bedoelde bedrag, maar dat indien zou komen vast te staan dat de schade door toedoen van Ada Trans is veroorzaakt de schadevergoeding tussen Alcotrans en [ABC] zal moeten worden gedeeld. in beide zaken ten aanzien van ECT 4.21 Uiteindelijk zijn partijen het erover eens dat de vermelding van ECT als afzender op de vrachtbrief niet de contractuele verhouding met betrekking tot het vervoer weergeeft, dat er geen contractuele verhouding is tussen ECT enerzijds en [ABC] en/of Alcotrans anderzijds en dat evenmin sprake is van een grond voor een buitencontractuele aansprakelijkheid van [ABC] en/of Alcotrans jegens ECT, bijvoorbeeld op grond van onrechtmatige daad. 4.22 Alcotrans, die niet op de vrachtbrief vermeld staat, heeft nog gesteld dat ECT naar Nederlands recht ten opzichte van Alcotrans niet actief gelegitimeerd is, maar dat niet uitgesloten kan worden dat dit anders is naar het recht van één van de andere landen waar een procedure met betrekking tot dit vervoer kan worden aangespannen door ECT of een partij aan wie ECT eventueel haar rechten heeft overgedragen en dat (een rechtsopvolger van) ECT krachtens dat recht wél actief gelegitimeerd is jegens Alcotrans. Alcotrans - van wie dat wel kon worden verwacht - heeft deze stelling niet nader gespecificeerd of onderbouwd, zodat daaraan wordt voorbijgegaan. 4.23 Uit het voorgaande blijkt dat er thans geen contractuele of buitencontractuele rechtsverhouding bestaat die aan een vordering van (een rechtsopvolger van) ECT jegens [ABC] en/of Alcotrans ten grondslag kan worden gelegd, noch een concrete aanwijzing dat [ABC] en/of Alcotrans door (een rechtsopvolger van) ECT zal/zullen worden aangesproken ter zake van het verlies van de zending. Dit leidt tot de conclusie dat het verweer van ECT, dat [ABC] en Alcotrans onvoldoende belang hebben bij hun vordering jegens ECT, slaagt. in beide zaken ten aanzien van Allrounder 4.24 Allrounder heeft niet betwist dat zij als rechthebbende kan gelden ten opzichte van [ABC] en/of Alcotrans met betrekking tot het verlies van de zending. Aangevoerd is dat Covea Fleet als verzekeraar in de rechten van Allrounder is getreden. Tijdens de comparitie van partijen heeft de raadsman van Allrounder gesteld dat de verzekeringsovereenkomst tussen Allrounder en Covea Fleet wordt beheerst door Frans recht. Bij gebreke van een voldoende gemotiveerde betwisting, gaat de rechtbank van die toepasselijkheid uit. Partijen twisten over de vraag óf sprake is van de gestelde subrogatie (naar Frans recht) en of de gestelde subrogatie krachtens dat recht in de weg staat aan het instellen van deze vordering van Alcotrans respectievelijk [ABC] jegens Allrounder. Onduidelijk is voorts wanneer de gestelde subrogatie heeft plaatsgehad (in het bijzonder vóór of tijdens deze procedure) en wat de eventuele consequentie van het moment van de gestelde subrogatie is voor het standpunt van Allrounder dat de gestelde subrogatie in de weg staat aan toewijzing van de vordering tegen Allrounder. Tijdens de comparitie van partijen kon Allrounder hier geen opheldering over geven. Dit dient zij alsnog te doen. De zaak zal daartoe naar de rol worden verwezen voor het nemen van een akte door Allrounder – die alle relevante stukken ter onderbouwing van haar betreffende standpunten in het geding dient te brengen. Alcotrans en [ABC] zullen daar vervolgens op kunnen reageren. 4.25 Niet omstreden is dat [ABC] en Alcotrans de aan hen krachtens de gesloten vervoerovereenkomsten toekomende verweren kunnen tegenwerpen aan Allrounder. 4.26 Voor het beroep van [ABC] en Alcotrans op overmacht geldt hetgeen hiervoor in ro. 4.5 en 4.14 tot en met 4.18 over hun beroep op overmacht is overwogen. 4.27 [ABC] en Alcotrans kunnen zich jegens Allrounder beroepen op de beperking van hun aansprakelijkheid als bedoeld in de artikelen 23 jo 25 CMR, tenzij sprake is van aan (een van) hen toe te rekenen opzet of daarmee gelijk te stellen bewuste roekeloosheid. Allrounder draagt de stelplicht en de bewijslast dienaangaande. Zij heeft dus ten onrechte gesteld dat moet worden aangenomen dat sprake is van opzet, nu [ABC], respectievelijk Alcotrans in de dagvaarding niet heeft gesteld en gemotiveerd dat geen sprake kan zijn van betrokkenheid van (een van) haar ondervervoerders bij de diefstal van de zending. 4.28 Er is evenmin grond om het betoog van Allrounder te volgen dat, mede gelet op de summiere informatie die [ABC] respectievelijk Alcotrans heeft gegeven over de diefstal - terwijl zij op grond van artikel 3 CMR verantwoordelijk is voor gedragingen van haar ondervervoerder(s) - voorshands als vaststaand moet worden aangenomen dat aannemelijk was dat Ada Trans betrokken was bij diefstal van de zending. 4.29 Anders dan Allrounder heeft betoogd, leidt het onbeheerd achterlaten van de aan een openbare weg geparkeerde vrachtwagencombinatie niet tot de conclusie dat sprake is van opzet of daarmee gelijk te stellen bewuste roekeloosheid (waartoe vereist is dat de chauffeur het aan de gedraging verbonden gevaar kende en zich ervan bewust was dat de kans dat het gevaar zich zou verwezenlijken aanzienlijk groter was dan de kans dat dit niet zou gebeuren en zich door dit een en andere niet van dit gedrag heeft laten weerhouden). Hetzelfde geldt voor het door Allrounder gestelde nalaten van [ABC] respectievelijk Alcotrans om de chauffeur die het vervoer feitelijk uitvoerde te waarschuwen om de vrachtwagencombinatie niet onbeheerd, geparkeerd aan een openbare weg achter te laten. Het voorgaande geldt ook indien, zoals Allrounder heeft gesteld, het een feit van algemene bekendheid in de transportwereld zou zijn dat niet inachtneming van de veiligheidsnormen, zoals het parkeren van de vrachtwagencombinatie op een veilige, bewaakte plaats, zal kunnen leiden tot aanzienlijke schade wegens diefstal. Daarmee is immers niet gezegd dat bij het op de openbare weg geparkeerd achterlaten van een vrachtwagencombinatie de kans dat het voertuig wordt gestolen groter is dan dat dit niet gebeurt en evenmin dat de chauffeur zich daarvan bewust was. Of sprake is van het door Allrounder gestelde feit van algemene bekendheid kan gelet op het voorgaande in het midden blijven. 4.30 Tot slot leiden ook de hiervoor ieder voor zich als onvoldoende beoordeelde stellingen ook niet in onderlinge samenhang tot de conclusie dat sprake is van opzet of daaraan gelijk te stellen bewuste roekeloosheid. in beide zaken ten aanzien van Mephisto 4.31 Mephisto heeft betwist dat [ABC] respectievelijk Alcotrans belang heeft bij een vordering jegens haar, omdat zij niets met deze zaak van doen zou hebben. Niet in geschil is dat, indien Mephisto ten tijde van het verlies van de zending eigenaar van de zending was, zij als ladingbelanghebbende geldt en uit dien hoofde belang kan hebben bij een procedure tegen [ABC] en/of Alcotrans. Tijdens de comparitie van partijen heeft Alcotrans terecht opgemerkt dat de eigendomsvraag mede afhangt van de condities waaronder de koopovereenkomst aangaande de schoenen is gesloten. Bij die gelegenheid kon de raadsman van Mephisto daarover geen opheldering geven. Mephisto dient dat alsnog te doen door aan de hand van de voorwaarden van de koopovereenkomst haar verweer dat zij ten tijde van de diefstal geen eigenaar van de zending was nader te specificeren en te onderbouwen. De zaak zal daartoe naar de rol worden verwezen voor het nemen van een akte door Mephisto. [ABC] en Alcotrans zullen daar vervolgens op kunnen reageren. in beide zaken ten aanzien van Kingfield 4.32 Iedere beslissing wordt aangehouden hangende mogelijke zuivering van het verstek. in de zaak met zaak-/rolnummer 276089/HA ZA 07-92 voorts 4.33 Ten aanzien van onderdeel 3 van de vordering van Alcotrans verwijst de rechtbank naar hetgeen zij in ro. 4.8 heeft overwogen. 5. De beslissing in beide zaken ten aanzien van Allrounder: verwijst de zaak naar de rol van woensdag maart 2009 voor een akte van Allrounder ter nadere specificatie en onderbouwing van haar stelling dat: sprake is van de gestelde subrogatie (naar Frans recht), dat de gestelde subrogatie krachtens dat recht in de weg staat aan toewijzing van deze vordering van Alcotrans jegens Allrounder, en ter verduidelijking en onderbouwing van: het moment waarop de gestelde subrogatie heeft plaatsgehad (in het bijzonder vóór of tijdens deze procedure) wat de eventuele consequentie is van het moment van de gestelde subrogatie voor het standpunt van Allrounder dat de gestelde subrogatie in de weg staat aan het instellen van de vordering van Alcotrans jegens Allrounder; in beide zaken ten aanzien van Mephisto: verwijst de zaak naar de rol van woensdag maart 2009 voor een akte van Mephisto, waarin zij aan de hand van de voorwaarden van de koopovereenkomst haar verweer dat zij ten tijde van het verlies geen eigenaar van de zending was, nader dient te specificeren en te onderbouwen. in beide zaken overigens: houdt iedere beslissing aan, Dit vonnis is gewezen door mr A.N. van Zelm van Eldik, mr L. de Loor-Alwin en mr W.P. Sprenger. Uitgesproken in het openbaar. 1548/10/1928