
Jurisprudentie
BH1313
Datum uitspraak2008-12-19
Datum gepubliceerd2009-01-29
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers16/618007-06
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-01-29
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers16/618007-06
Statusgepubliceerd
Indicatie
afwijzing vordering tul bijz. vw. met opdracht aan Bouman GGZ Reclassering te Rotterdam op om alsnog uitvoering te geven aan de bij voornoemd vonnis opgelegde bijzondere voorwaarde.
Uitspraak
RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/618007-06
Beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging ex artikel 14g van het wetboek van strafrecht.
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1971 te [geboorteplaats] (Ned. Antillen),
feitelijke woonadres: [woonadres] te [woonplaats],
volgens GBA: [woonadres] te [woonplaats],
heeft de officier van justitie de tenuitvoerlegging gevorderd van een aan veroordeelde opgelegde straf. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1. De procedure.
De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
- het vonnis van de meervoudige kamer d.d. 19 april 2007;
- de vordering van de officier van justitie d.d. 27 juni 2008;
- een negatief afloopbericht toezicht van Bouman GGZ te Rotterdam d.d. 2 juni 2008;
- de overige stukken;
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is de officier van justitie gehoord.
Tevens is de veroordeelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. J. Peters, advocaat te Amersfoort.
2. De beoordeling.
Aan veroordeelde is bij voormeld vonnis een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van 18 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het wetboek van strafrecht, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, met als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen van Reclassering Nederland, zolang die instelling dat nodig vindt, ook als deze inhouden het volgen van een Cognitieve Vaardigheden Training en/of begeleiding door het Centrum Maliebaan.
Voormeld vonnis is onherroepelijk geworden op 4 mei 2007.
Het standpunt van de veroordeelde
De veroordeelde heeft verklaard dat hij zijn leven heeft omgegooid. Hij heeft gebroken met zijn vroegere vrienden en gebruikt geen drugs meer. Na zijn invrijheidstelling in september 2007 is hij meteen via een uitzendbureau aan het werk gegaan. Vervolgens is hij als ZZP-er een klusbedrijf gestart. Hij heeft hiermee tijdelijk moeten stoppen in verband met de economische crisis en werkt sinds begin december 2008 als vrachtwagenchauffeur via een uitzendbureau vijf dagen per week. Daarnaast heeft hij de zorg voor de kinderen als zijn echtgenote in de avonduren werkt. De veroordeelde heeft verklaard dat hij bij de Reclassering heeft aangegeven dat het lastig is overdag een training te volgen, maar heeft wel gesteld dat hij zich aan de bijzondere voorwaarde wilde houden. Hierin is een en ander misgelopen.
De veroordeelde heeft de rechtbank verzocht hem nog een kans te geven alsnog de bijzondere voorwaarde te kunnen nakomen. Hij heeft tevens verklaard dat hij hiervoor bereid is naar de Reclassering in Rotterdam af te reizen, ook al is hij feitelijk woonachtig in [plaats].
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting zijn conclusie gewijzigd en heeft afwijzing van de vordering na voorwaardelijke veroordeling gevorderd, met opdracht aan Bouman GGZ Reclassering alsnog uitvoering te geven aan de bijzondere voorwaarde.
Het standpunt van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel, gelet op het feit dat de veroordeelde zijn leven heeft omgegooid, een inkomen heeft en sinds voornoemd vonnis geen nieuwe feiten heeft gepleegd, dat de vordering na voorwaardelijke veroordeling van de officier van justitie dient te worden afgewezen, met opdracht aan Bouman GGZ Reclassering om alsnog uitvoering te geven aan de bijzondere voorwaarde.
3. De beslissing.
De rechtbank wijst de vordering na voorwaardelijke veroordeling van de officier van justitie d.d. 27 juni 2008 af, en draagt Bouman GGZ Reclassering te Rotterdam op om alsnog uitvoering te geven aan de bij voornoemd vonnis opgelegde bijzondere voorwaarde.
Deze beslissing is gegeven door mr. L.E. Verschoor-Bergsma, voorzitter, mr. S.C. Hagedoorn en M.H.L. Schoenmakers, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier H.A.M. Blom en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 19 december 2008.
Mr. Schoenmakers is niet in de gelegenheid deze beslissing mee te ondertekenen.