Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH1836

Datum uitspraak2009-02-04
Datum gepubliceerd2009-02-04
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200803875/1
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit van 18 maart 2008 heeft het dagelijks bestuur van het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer (hierna: het dagelijks bestuur) hogere geluidgrenswaarden als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder vastgesteld ten behoeve van de toekomstige bebouwing in Noorderhof Zuid.


Uitspraak

200803875/1. Datum uitspraak: 4 februari 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: [appellanten], wonend te [woonplaats], en het dagelijks bestuur van het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 18 maart 2008 heeft het dagelijks bestuur van het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer (hierna: het dagelijks bestuur) hogere geluidgrenswaarden als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder vastgesteld ten behoeve van de toekomstige bebouwing in Noorderhof Zuid. Tegen dit besluit hebben [appellanten] bij brief van 19 mei 2008 bezwaar gemaakt. Het dagelijks bestuur heeft ingevolge artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht het bezwaarschrift ter behandeling als beroepschrift doorgezonden naar de Raad van State, waar het is ingekomen op 29 mei 2008. Het dagelijks bestuur van het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer heeft een verweerschrift ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 januari 2009, waar [appellant A], in persoon, is verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Artikel 20.1, eerste lid, gelezen in samenhang met het derde lid, van de Wet milieubeheer, voor zover van belang, bepaalt dat een belanghebbende beroep kan instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State tegen een besluit op grond van de Wet geluidhinder. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. 2.2. Gezien de gevolgen van het bestreden besluit, namelijk dat voor de in dat besluit genoemde toekomstige bebouwing hogere geluidgrenswaarden gaan gelden dan de wettelijke voorkeursgrenswaarde, zijn in beginsel uitsluitend de belangen van de aanvrager en diegenen die in een bijzondere, rechtens te erkennen, relatie tot één of meer van de woningen of ander geluidgevoelig gebouw staan rechtstreeks bij het besluit betrokken. 2.3. Vast staat dat [appellanten] niet in een bijzondere, rechtens te erkennen, relatie staan tot de toekomstige bebouwing in Noorderhof Zuid waarvoor hogere geluidgrenswaarden zijn vastgesteld. Hieruit volgt dat hun belang niet rechtstreeks bij het bestreden besluit is betrokken. Zij zijn derhalve niet als belanghebbenden aan te merken. 2.4. Het beroep is niet-ontvankelijk. 2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Aldus vastgesteld door mr. K. Brink, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D. van Leeuwen, ambtenaar van Staat. w.g. Brink w.g. Van Leeuwen lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 4 februari 2009 373-596.