Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH2026

Datum uitspraak2009-02-03
Datum gepubliceerd2009-02-05
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers19.830200/08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Zoals onder meer blijkt uit de multidisciplinaire rapportage ten aanzien van verdachte, is het strafbare gedrag van verdachte mede veroorzaakt door zijn persoonlijkheidsstoornis. Verdachte is hiervoor in therapie en gebruikt medicijnen. Los van het onder 1 en 3 tenlastegelegde zijn de feiten waaraan verdachte zich schuldig heeft gemaakt, bovendien gerelateerd aan zijn werk als journalist voor het mediabedrijf dat hij met zijn zoon had. Verdachte heeft ter terechtzitting te kennen gegeven dat hij, zich dit realiserende, het mediabedrijf heeft stopgezet.


Uitspraak

RECHTBANK ASSEN Sector strafrecht Parketnummer: 19.830200-08 vonnis van de Meervoudige kamer d.d. 03 februari 2009 in de zaak van het openbaar ministerie tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1962, wonende [adres], thans verblijvende te [plaats van detentie]. Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 20 januari 2009. De verdachte is verschenen, bijgestaan door Mr. J.E. Veenman, advocaat te Assen. Tenlastelegging De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat 1. hij op of omstreeks 01 augustus 2008 te Assen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven, met dat opzet - die [slachtoffer 1] bij de nek/hals heeft vastgepakt in een soort - houdgreep- en/of - die [slachtoffer 1] daarna op deze wijze naar de grond heeft gebracht en/of - die [slachtoffer 1] op deze wijze heeft vastgehouden en/of - die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal tegen het gezicht en/of elders tegen zijn haar hoofd heeft gestompt en/of geslagen terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat hij op of omstreeks 01 augustus 2008 te Assen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet - die [slachtoffer 1] bij de nek/hals heeft vastgepakt in een soort - houdgreep- en/of - die [slachtoffer 1] daarna op deze wijze naar de grond heeft gebracht en/of - die [slachtoffer 1] op deze wijze heeft vastgehouden en/of - die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal tegen het gezicht en/of elders tegen zijn haar hoofd heeft gestompt en/of geslagen , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 2. hij op of omstreeks 01 augustus 2008 te en in de gemeente Assen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 2], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet - hard op die [slachtoffer 2] is aangerend en/of - (vervolgens) een (of meer) kopsto(o)t(en) tegen het gezicht en/of elders tegen het hoofd heeft getracht te geven, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat hij op of omstreeks 01 augustus 2008 te Assen [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers is verdachte opzettelijk dreigend op die [slachtoffer 2] aangerend en/of (vervolgens) een (of meer) kopsto(o)t(en) tegen het gezicht en/of elders tegen het hoofd heeft getracht te geven; 3. hij op of omstreeks 27 april 2007 te Assen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 3], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een personenauto (een blauwe Opel Combo)in volle vaart achteruit op die [slachtoffer 3], die naast zijn fiets stond, is ingereden/afgereden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat hij op of omstreeks 27 april 2007 te Assen [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend met een personenauto (een blauwe Opel Combo) vol gas achteruit op die [slachtoffer 3] ingereden/afgereden, terwijl die [slachtoffer 3] naast zijn fiets stond; 4. hij op of omstreeks 05 maart 2008 te Assen opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 4]), met beide handen, althans met een hand, met kracht tegen het lichaam heeft geduwd, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; 5. hij op of omstreeks 25 december 2007 te Gieten, gemeente Aa en Hunze, opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), zijnde medewerk(st)er(s) van de (vrijwillige) brandweer van de gemeente Aa en Hunze, te weten [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10], gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Eikel" en/of "Klootzak" en/of "Stelletje klootzakken" en/of "Stelletje sukkels van de brandweer Gieten" en/of "Lul" en/of "Daar hebben we het zielige broertje van de domme achterlijke postcommandant" en/of "Jullie zijn sjompen" en/of "je bent een dikke snotneus", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat hij op of omstreeks 25 december 2007 te Gieten, gemeente Aa en Hunze, opzettelijk (een) persoon/personen genaamd [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9], in het openbaar mondeling heeft beledigd, door hem/haar/hen toe te voegen "Eikel" en/of "klootzak" en/of "stelletje klootzakken" en/of "stelletje sukkels van de brandweer Gieten" en/of "lul" en/of "Daar hebben we het zielige broertje van de domme achterlijke postcommandant" en/of "Jullie zijn sjompen" en/of "je bent een dikke snotneus", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking; 6. hij op of omstreeks 25 december 2007 te Gieten, gemeente Aa en Hunze, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 11]), met zijn vuist, althans zijn hand tegen de borst, althans het lichaam heeft gestompt/geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; 7. hij in of omstreeks de periode 17 april 2007 en 18 april 2007 in de gemeente Assen, althans in Nederland opzettelijk, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, door middel van het openlijk tentoonstellen en/of aanslaan van (een) geschrift(en), de eer en/of de goede naam van [slachtoffer 12] heeft aangerand door telastlegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft/hebben verdachte en zijn mededader met voormeld doel (een) geschrift(en), zoals aan deze telastelegging gehecht en daarvan deel uitmakende, openlijk tentoongesteld of aangeslagen, te weten middels de website www.112drenthe.com, terwijl verdachte en/of zijn mededader wist(en) dat dit/deze telastgelegde feit(en) in strijd met de waarheid was/waren; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat hij in of omstreeks de periode tussen 16 april 2007 en 18 april 2007 in de gemeente Assen, althans in Nederland, tezamen en in verenging met anderen/een ander, althans alleen, opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van een ander, te weten [slachtoffer 12], immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk een foto van die [slachtoffer 12] op de website www.112Drenthe.com geplaatst; 8. hij op of omstreeks 25 september 2007 te of nabij Vries, althans in de gemeente Tynaarlo, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 13], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet hem een kopstoot in het gezicht / tegen het hoofd heeft gegeven, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat hij op of omstreeks 25 september 2007 te of nabij Vries, althans in de gemeente Tynaarlo, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 13]), een kopstoot in het gezicht / tegen het hoofd heeft gegeven, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; 9. hij in of omstreeks de periode van 22 december 2007 tot en met 4 januari 2008 te Assen opzettelijk, door middel van verspreiding van (een) geschrift(en), de eer en/of de goede naam van [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] heeft aangerand door telastlegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte met voormeld doel (een) geschrift(en), zoals aan deze telastelegging gehecht en daarvan deel uitmakende, verspreid; Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging. Bewijsmotivering De uitvoerige bewijsmotivering in het vonnis is, in verband met de vermelding van de vele namen van alle betrokkenen, in deze digitale versie weggelaten. Bewezenverklaring De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder 1 primair, onder 2 subsidiair, onder 3 primair, onder 4, onder 5 primair, onder 6, onder 7 primair, onder 8 primair en onder 9 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: 1. hij op 01 augustus 2008 te Assen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven, met dat opzet - die [slachtoffer 1] bij de nek/hals heeft vastgepakt in een soort - houdgreep- en - die [slachtoffer 1] op deze wijze heeft vastgehouden terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 2. hij op 01 augustus 2008 te Assen [slachtoffer 2] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk die [slachtoffer 2] kopstoten tegen het gezicht of elders tegen het hoofd getracht te geven; 3. hij op 27 april 2007 te Assen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 3] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een personenauto (een blauwe Opel Combo) in volle vaart achteruit op die [slachtoffer 3], die naast zijn fiets stond, is ingereden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 4. hij op 05 maart 2008 te Assen opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 4]), met beide handen met kracht tegen het lichaam heeft geduwd, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden; 5. hij op 25 december 2007 te Gieten, gemeente Aa en Hunze, opzettelijk beledigend ambtenaren, zijnde medewerk(st)ers van de (vrijwillige) brandweer van de gemeente Aa en Hunze, te weten [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10], gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Eikel" en "Klootzak" en "Stelletje sukkels van de brandweer Gieten" en "Lul" en "Daar hebben we het zielige broertje van de domme achterlijke postcommandant" en "Jullie zijn sjompen" en "je bent een dikke snotneus"; 6. hij op 25 december 2007 te Gieten, gemeente Aa en Hunze, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 11]) met zijn vuist tegen de borst heeft gestompt, waardoor deze pijn heeft ondervonden; 7. hij in de periode 17 april 2007 en 18 april 2007 in de gemeente Assen opzettelijk, door middel van het openlijk tentoonstellen van een geschrift, de eer en de goede naam van [slachtoffer 12] heeft aangerand door telastlegging van een feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte met voormeld doel een geschrift, zoals aan deze telastelegging gehecht en daarvan deel uitmakende, openlijk tentoongesteld, te weten middels de website www.112drenthe.com, terwijl verdachte wist dat dit telastgelegde feit in strijd met de waarheid was; 8. hij op 25 september 2007 in de gemeente Tynaarlo, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 13], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet hem een kopstoot in het gezicht heeft gegeven, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 9. hij op 4 januari 2008 te Assen opzettelijk, door middel van verspreiding van een geschrift, de eer en de goede naam van [slachtoffer 14] en [slachtoffer 15] heeft aangerand door telastlegging van bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte met voormeld doel een geschrift, zoals aan deze telastelegging gehecht en daarvan deel uitmakende, verspreid. De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft. De verdachte zal van het onder 1 primair, onder 2 subsidiair, onder 3 primair, onder 4, onder 5 primair, onder 6, onder 7 primair, onder 8 primair en onder 9 meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht. Kwalificaties Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op: onder 1: poging tot doodslag, strafbaar gesteld bij artikel 287 juncto artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht; onder 2: bedreiging met zware mishandeling, strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht; onder 3: poging tot zware mishandeling, strafbaar gesteld bij artikel 302 juncto artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht; onder 4: mishandeling, strafbaar gesteld bij artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht; onder 5: eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, strafbaar gesteld bij artikel 266 juncto artikel 267 van het Wetboek van Strafrecht; onder 6: mishandeling, strafbaar gesteld bij artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht; onder 7: laster, strafbaar gesteld bij artikel 261 juncto artikel 262 van het Wetboek van Strafrecht; onder 8: poging tot zware mishandeling, strafbaar gesteld bij artikel 302 juncto artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht; onder 9: smaadschrift, strafbaar gesteld bij artikel 261 van het Wetboek van Strafrecht. Strafbaarheid De rechtbank heeft kennis genomen van een multidisciplinair rapport d.d. 30 december 2008, opgemaakt door J.B. Seinen (psycholoog) en A.C. Bruijns (psychiater). Dit rapport houdt onder meer in als conclusie - zakelijk weergegeven -: "Bij betr. is er sprake van een gebrekkige ontwikkeling in de vorm van een persoonlijkheidsstoornis met narcistische, theatrale en antisociale trekken. Het narcistische spectrum van de persoonlijkheidsstoornis wordt gevormd door het opgeblazen zelfgevoel, de grootheidsideeën, het egocentrisme, het gebrek aan empathie en de verhoogde krenkbaarheid. Het theatrale deel van de persoonlijkheidsstoornis uit zich in de vorm van zijn suggestibiliteit, van zijn aandachtsbehoefte en van de theatrale presentatie. De antisociale kenmerken van de persoonlijkheidsstoornis worden bij betr. bepaald door zijn gebrekkige gewetensfuncties, zijn sterke neiging tot externaliseren, de impulsiviteit en de prikkelbaarheid, in combinatie met zijn roekeloze sensatiezucht. [...] De eerder gestelde diagnose van de posttraumatische stressstoornis, als rechtstreeks gevolg van de ervaringen in Libanon, kan in het huidige PBC-onderzoek niet worden bevestigd. De impact van de persoonlijkheidsstoornis op zijn gedrag tijdens het tenlastegelegde [...] is zodanig dat wij hem daarvoor niet volledig toerekeningsvatbaar achten. Uit ons onderzoek is echter niet gebleken dat de kenmerken van de persoonlijkheidsstoornis zijn gedrag bij het tenlastegelegde [...] zodanig zouden hebben bepaald dat er sprake zou zijn van een verminderde toerekeningsvatbaarheid. Dit alles overwegende komen wij tot de conclusie de rechtbank te adviseren betr. enigszins verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren." . De rechtbank verenigt zich, mede gelet op de door haar aannemelijk geachte toedracht van de feiten en de persoon van de verdachte, met voormelde conclusie en maakt die tot de hare. De rechtbank is derhalve van oordeel, dat het hiervoor bewezen verklaarde aan de verdachte kan worden toegerekend, zij het in enigszins verminderde mate. Strafmotivering De rechtbank houdt bij de bepaling van de op te leggen straf rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, met de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan, met hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte, met de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 16 december 2008 waaruit blijkt dat de verdachte eerder terzake van een soortgelijk misdrijf is veroordeeld alsmede met de ter zitting gedane erkenning door de verdachte dat hij zich aan de op de dagvaarding ad-informandum gevoegde feiten onder de nummers 1 en 3 heeft schuldig gemaakt, welke feiten hiermee zijn afgedaan. De rechtbank houdt tevens rekening met de eis van de officier van justitie. De officier van justitie heeft het onder 1 primair, onder 2 subsidiair, onder 3 primair, onder 4, onder 5 primair, onder 6, onder 7 primair, onder 8 primair, en onder 9 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen geacht en heeft gevorderd: - oplegging van een gevangenisstraf van 36 maanden; - toewijzing van de vordering van benadeelde partijen [slachtoffer 1], [slachtoffer 4] en [slachtoffer 13], met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Niet-ontvankelijkverklaring van de vordering van [slachtoffer 15] /[slachtoffer 14]. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met het pleidooi van de raadsman van verdachte. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging [slachtoffer 1] van het leven te beroven. Een dergelijk geweldsdelict vormt een grove inbreuk op de rechtsorde. De rechtbank is van oordeel dat verdachte zeer gewelddadig heeft gehandeld, door [slachtoffer 1] in een houdgreep te nemen en hem pas los te laten nadat hij bewusteloos was geraakt en blauwe lippen had. De rechtbank acht de kans aanwezig dat, wanneer de zoon van verdachte verdachte hierop niet zou hebben gewezen, het door verdachte gebruikte geweld tot het overlijden van [slachtoffer 1] zou hebben geleid. Dat [slachtoffer 1] niet ernstiger gewond is geraakt en, als gevolg daarvan, is overleden, is niet aan verdachte te danken. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan mishandeling van [slachtoffer 4] en [slachtoffer 11] alsmede aan poging tot zware mishandeling van [slachtoffer 3] en [slachtoffer 13]. Dit zijn eveneens ernstige feiten, waarop in beginsel moet worden gereageerd met oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Verdachte heeft bovendien een agent bedreigd en brandweerlieden beledigd gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening. De rechtbank acht verdachte hiervoor strafbaar, maar houdt er met de strafoplegging rekening mee dat ten aanzien van de belediging van de brandweerlieden sprake is geweest van over en weer schelden. Tenslotte heeft de rechtbank bewezen verklaard dat verdacht zich schuldig heeft gemaakt aan laster en smaadschrift ten aanzien van [slachtoffer 12] en [slachtoffer 15]/[slachtoffer 14]. De rechtbank acht verdachte hiervoor strafbaar, maar houdt er met de strafoplegging rekening mee dat de foto van [slachtoffer 12] die verdachte op zijn website heeft geplaatst een archieffoto was. Dit had verdachte ook met zoveel woorden in het bij de foto geplaatste artikel opgenomen. Daarnaast acht de rechtbank van belang dat [slachtoffer 12] agent is en als zodanig vaker op foto's in media zal verschijnen. Enige weerbaarheid te dien aanzien mag dan ook van hem verwacht worden. Zoals onder meer blijkt uit de multidisciplinaire rapportage ten aanzien van verdachte, is het strafbare gedrag van verdachte mede veroorzaakt door zijn persoonlijkheidsstoornis. Verdachte is hiervoor in therapie en gebruikt medicijnen. Los van het onder 1 en 3 tenlastegelegde zijn de feiten waaraan verdachte zich schuldig heeft gemaakt, bovendien gerelateerd aan zijn werk als journalist voor het mediabedrijf dat hij met zijn zoon had. Verdachte heeft ter terechtzitting te kennen gegeven dat hij, zich dit realiserende, het mediabedrijf heeft stopgezet. De rechtbank is van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf geboden is met daarbij de mogelijkheid dat aan verdachte bij een eventuele voorwaardelijke in vrijheidstelling bijzondere voorwaarden kunnen worden opgelegd. Deze voorwaarden kunnen dan worden toegespitst op de persoonlijke omstandigheden van verdachte op dat moment, terwijl verdachte daarmee de mogelijkheid krijgt te voorkomen dat hij in de toekomst weer soortgelijke feiten pleegt. Benadeelde partijen [slachtoffer 1], [slachtoffer 4] en [slachtoffer 13] De rechtbank acht het causaal verband tussen de bewezen verklaarde feiten en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. De gevorderde bedragen acht zij voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vorderingen zijn dan ook gegrond en voor toewijzing vatbaar. Benadeelde partij [slachtoffer 15]/[slachtoffer 14] Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering niet van zo eenvoudige aard dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. De benadeelde partij zal dan ook niet ontvankelijk worden verklaard in haar vordering en zij kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen. Schadevergoedingsmaatregel Met betrekking tot de onder 1, 4 en 8 bewezen verklaarde feiten acht de rechtbank de verdachte jegens de slachtoffers naar burgerlijk recht tot na te noemen bedragen aansprakelijk voor de schade, die door de strafbare feiten is toegebracht. Aan de verdachte zal de verplichting worden opgelegd die bedragen aan de Staat te betalen ten behoeve van de slachtoffers. Toepassing van wetsartikelen De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 36f, 57 van het Wetboek van Strafrecht. Beslissing van de rechtbank De rechtbank verklaart bewezen dat het onder 1 primair, onder 2 subsidiair, onder 3 primair, onder 4, onder 5 primair, onder 6, onder 7 primair, onder 8 primair en onder 9 tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar. De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair, onder 2 subsidiair, onder 3 primair, onder 4, onder 5 primair, onder 6, onder 7 primair, onder 8 primair en onder 9 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot * gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden. De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van de som van € 650,00 en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van de som van € 1.595,00 en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 13] van de som van € 726,10 en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil. De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 15]/[slachtoffer 14] niet ontvankelijk is in haar/zijn vordering en dat zij/hij haar/zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. De benadeelde partij en de verdachte dragen de eigen kosten. De rechtbank legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van de slachtoffers [slachtoffer 1], [slachtoffer 4] en [slachtoffer 13] bedragen van, respectievelijk € 650,00, € 1.595,00 en € 726,10 te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door, respectievelijk, 13, 31 en 14 dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormelde bedragen ten behoeve van de slachtoffers de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partijen doet vervallen, alsmede dat betaling van voormelde bedragen aan de benadeelde partijen de verplichting tot betaling aan de Staat van deze bedragen doet vervallen. Dit vonnis is gewezen door mr. B.I. Klaassens, voorzitter, en mr. H. de Wit en mr. J.A.A.M. van Veen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I. de Greef, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 03 februari 2009, zijnde mr. J.A.A.M. van Veen en de griffier buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.