Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH2090

Datum uitspraak2009-02-06
Datum gepubliceerd2009-02-10
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers24-000114-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Geen verzekering afgesloten en in stand gehouden. De straf wordt geheel voorwaardelijk opgelegd nu op de terechtzitting is aangevoerd, en nadien deels met stukken is onderbouwd, dat het motorrijtuig ten tijde van de overtreding niet meer in eigendom was van de betrokkene en dat inmiddels de RDW de tenaamstelling van het motorrijtuig heeft beëindigd.


Uitspraak

Gerechtshof te Leeuwarden Parketnummer: 24-000114-08 Parketnummer eerste aanleg: 07-595464-07 Arrest van 6 februari 2009 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, enkelvoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad, zittinghoudende te Zwolle, van 11 december 2007 in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren op [1956] te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats], [adres], verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. R.T.K. Davidse, advocaat te Middelburg. Het vonnis waarvan beroep De kantonrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad, zittinghoudende te Zwolle, heeft de verdachte bij het vonnis wegens een overtreding veroordeeld tot een geldboete van € 500,-, subsidiair 10 dagen hechtenis, en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 4 maanden. Gebruik van het rechtsmiddel De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. De vordering van de advocaat-generaal De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de eerste rechter zal vernietigen en opnieuw rechtdoende, zal bewezen verklaren hetgeen aan verdachte is telastegelegd en verdachte zal veroordelen tot een geldboete van € 500,-, subsidiair 10 dagen hechtenis, voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van vier maanden, voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De beslissing op het hoger beroep Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen. Tenlastelegging dat hij op of omstreeks 31 januari 2007 te [plaats] althans in Nederland, als degene aan wie voor een motorrijtuig (personenauto) het kenteken [kenteken] was opgegeven, en waarvoor een kentekenbewijs was afgegeven, niet een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen had gesloten en in stand gehouden. Bewezenverklaring dat hij op 31 januari 2007 te [plaats] als degene aan wie voor een motorrijtuig (personenauto) het kenteken [kenteken] was opgegeven, en waarvoor een kentekenbewijs was afgegeven, niet een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen had gesloten en in stand gehouden. Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen. Kwalificatie Het bewezen verklaarde levert op de overtreding: als degene aan wie het kenteken is opgegeven voor een motorrijtuig waarvoor een kentekenbewijs is afgegeven niet een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen sluiten en in stand houden. Strafbaarheid Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht. Strafmotivering Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dat feit is begaan. Het hof heeft zich bij het bepalen van de straf eveneens laten leiden door de in dezen toepasselijke "Richtlijn voor strafvordering, tarieven en feitomschrijvingen voor misdrijven, overtredingen en gedragingen als bedoeld in de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften". In aanmerking genomen dat op de terechtzitting is aangevoerd, en nadien deels met stukken is onderbouwd, dat het motorrijtuig ten tijde van de overtreding niet meer in eigendom was van de betrokkene en dat inmiddels de RDW de tenaamstelling van het motorrijtuig heeft beëindigd, heeft het hof bepaald dat de straf geheel voorwaardelijk wordt opgelegd. Toepassing van wetsartikelen Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 30 en 36 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen. De uitspraak HET HOF, RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP: vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende: verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar; veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van vijfhonderd euro; beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van tien dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt; beveelt, dat de geldboete niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt; ontzegt aan de veroordeelde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van vier maanden ; beveelt, dat de bijkomende straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt; verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij. Dit arrest is aldus gewezen door mr. A. Dijkstra, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Kuiper als griffier.