Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH2107

Datum uitspraak2009-02-05
Datum gepubliceerd2009-02-05
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers293034
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Verzochte machtiging op de voet van artikel 2: 24 lid 4 BW wordt niet gegeven, omdat de gewezen aandeelhouder van de besloten vennootschap zijn verzoek baseeert op de stelling dat hij wil onderzoeken of in de ontbonden voldoende baten aanwezig waren op grond waarvan hij alsnog zijn vorderingen voortvloeiende uit een overeenkomst van opdracht en een arbeidsovereenkomst kan incasseren. De katonrechter constateert dat hij geen machtiging verzoekt in zijn hoedanighed van gewezen aandeelhouder maar in zijn hoedanigheid van schuldeiser.


Uitspraak

RECHTBANK ALMELO Sector Kanton Locatie Zaaknummer : 293034 EJ VERZ 5402/08 (mvr) Beschikking van de kantonrechter d.d. 5 februari 2009 in de zaak van: … wonende te … verzoeker hierna te noemen verzoeker gemachtigde: mr. S.J.P. Kukolja advocaat te Rijssen tegen … wonende te ... verweerder hierna te noemen: Verweerder gemachtigde: mr. P.A. Speijdel advocaat te Enschede 1. Het verloop van de procedure: 1.1. Dit verloop blijkt uit: - het verzoekschrift dat is ingekomen ter griffie van de rechtbank Almelo op 17 december 2008 en vervolgens, de volgende dag, bij de griffie van de sector kanton, locatie Enschede van deze rechtbank; - het verweerschrift; - het procesverbaal van de mondelinge behandeling van het verzoekschrift van 4 februari 2009. 2. De feiten: 2.1 In januari 2000 is opgericht de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Jardin Graywood BV gevestigd en kantoorhoudende te Enschede. Verzoeker is van 21 november 2002 tot en met 1 mei 2003 statutair directeur van deze vennootschap. Van 21 november 2002 tot 9 mei 2003 houdt hij 35% van de aandelen. Vanaf 9 mei 2003 is verweerder enig aandeelhouder en bestuurder van Jardin Graywood BV. 2.2 Bij gelegenheid van de aandeelhoudersvergadering van Jardin Graywood BV van 9 juni 2008 is besloten Jardin Graywood BV te ontbinden en verweerder te benoemen tot vereffenaar. Verweerder is volgens het handelsregister met ingang van 9 juni 2008 ook bewaarder geworden van de boeken en bescheiden van Jardin Graywood BV. 2.3 Bij beschikking van 10 september 2008 heeft de rechtbank Almelo, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, het verzoek van verzoeker de ontbonden vennootschap Jardin Graywood BV in staat van faillissement te verklaren, afgewezen. De rechtbank overweegt dat bij de ontbonden vennootschap niet summierlijk het bestaan van (mogelijke) baten is gebleken. 3. Het verzoek: 3.1 Na zijn verzoekschrift te hebben gewijzigd, door geen verbeuring van dwangsommen meer te vragen, verzoekt verzoeker hem op de voet van artikel 2: 24 lid 4 BW te machtigen: Primair: alle boeken en bescheiden en andere gegevensdragers, behorende tot de administratie van de besloten vennootschap Jardin Graywood BV binnen zeven dagen na datum van het indienen van het verzoekschrift te raadplegen over de periode 2003 tot 2008; Subsidiair: de balans, de winst- en verliesrekening, het grootboek, het kasboek en de bankgegevens van Jardin Graywood BV binnen zeven dagen na het indienen van het verzoekschrift te raadplegen over de periode 2002-2008 en Uiterst subsidiair: de balans, de winst- en verliesrekening, het grootboek, het kasboek en de bankgegevens van Jardin Graywoord over 2008 binnen zeven dagen na het indienen van het verzoekschrift. Het verzoekschrift is gebaseerd op de feiten en op de volgende stellingen: 3.2 Verzoeker is een voormalig aandeelhouder van Jardin Graywood BV. Hij heeft twee opeisbare vorderingen op deze vennootschap. Het gaat hier om een vordering voortvloeiend uit een overeenkomst van opdracht en om een loonvordering. De vereffenaar verweerder heeft niet op grond van hetgeen is bepaald in artikel 2: 23a lid 4 BW aangifte tot faillietverklaring gedaan en daarom mag verzoeker ervan uitgaan dat bij de vereffening de baten de schulden zullen overtreffen. Verzoeker heeft de indruk dat Jardin Graywood BV is ontbonden teneinde te bewerkstelligen dat hem verhaalsmogelijkheden worden onthouden. Verzoeker overweegt een verzoek tot heropening van de vereffening te doen, maar wil graag eerst inzage in de boeken van Jardin Graywood BV om te kunnen beoordelen of en in hoeverre er baten aanwezig zijn. Verzoeker heeft daarom recht en belang bij hetgeen hij heeft verzocht. 4. Het verweer: 4.1 Verweerder is van mening dat verzoeker in zijn verzoeken niet ontvankelijk moet worden verklaard, althans dat deze hem dienen te worden ontzegd. Het volgende is naar voren gebracht: 4.2 Het verzoek van verzoeker heeft niets van doen met zijn hoedanigheid van voormalig aandeelhouder. 5. De beoordeling van het verzoek: 5.1 Ingevolge artikel 2: 24 lid 4 BW is een machtiging als verzocht voorbehouden aan een ieder die in zijn hoedanigheid van aandeelhouder bij inzage een redelijk belang heeft. Uit de stellingen van verzoeker blijkt dat hij in een andere hoedanigheid, te weten die van schuldeiser gemachtigd wil worden de boeken en andere bescheiden van Jardin Graywood BV te raadplegen. Het verweer van Verweerder wordt onderschreven. Het verzoek van verzoeker zal worden afgewezen. Verzoeker zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Beslissing: Wijst het verzoek af. Veroordeelt verzoeker in de proceskosten aan de zijde van verweerder gevallen en die worden begroot op € 300,00 voor salaris gemachtigde. Aldus gegeven te Enschede door mr. M.H. van Rhijn, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op 5 februari 2009 in aanwezigheid van de griffier.