
Jurisprudentie
BH2173
Datum uitspraak2009-02-04
Datum gepubliceerd2009-02-06
RechtsgebiedFaillissement
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
ZaaknummersHV 200.017.368
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-02-06
RechtsgebiedFaillissement
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
ZaaknummersHV 200.017.368
Statusgepubliceerd
Indicatie
Weigering homologatie-akkoord in schuldsaneringsregeling
Uitspraak
MS
4 februari 2009
Sector civiel recht
Zaaknummer HV 200.017.368/01
Zaaknummers eerste aanleg 06/559 R en 06/560 R
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Arrest
in de zaak in hoger beroep van:
1. [X.],
2. [Y.],
echtelieden, beiden wonende te [woonplaats],
appellanten,
hierna te noemen: [X.] en [Y.],
advocaat: mevr. mr. M.H. Kroon.
1. Het verloop van het geding in eerste aanleg
Voor het verloop van het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar het vonnis van de rechtbank ‘s-Hertogenbosch van 22 oktober 2008, waarvan de inhoud bij [X.] en [Y.] bekend is.
2. Het verloop van het geding in hoger beroep
2.1. Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 29 oktober 2008, hebben [X.] en [Y.] verzocht voormeld vonnis te vernietigen en, opnieuw recht doende, te bepalen dat het aangeboden – en naar het hof begrijpt – aangenomen ontwerp van het akkoord alsnog wordt gehomologeerd.
2.2. De mondelinge behandeling bij het hof heeft plaatsgevonden op 23 januari 2009. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
- [X.] en [Y.], bijgestaan door hun advocaat mevr. mr. M.H. Kroon;
- mevr. mr. D.D. Dielissen-Breukers (hierna te noemen: de bewindvoerder).
2.3. Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:
- het schuldsaneringsverslag betreffende [X.] en [Y.] d.d. 24 juni 2008 van de bewindvoerder;
- de brief van 9 januari 2009 met bijlagen en het faxbericht van 19 januari 2009 met bijlagen van mr. M.H. Kroon;
- het na de zitting van 23 januari 2009 door de bewindvoerder aan het hof toegezonden faxbericht van 29 januari 2009.
3. De gronden van het hoger beroep
Het hof verwijst naar de inhoud van het beroepschrift.
4. De beoordeling
4.1. Bij vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 26 juni 2006 is ten aanzien van [X.] en [Y.] de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken. Het bedrag aan erkende preferente schuldvorderingen bedraagt € 5.434,-- en aan erkende concurrente schuldvorderingen € 105.113,36. [X.] en [Y.] hebben hun schuldeisers een bedrag van € 2.000,-, vermeerderd met het saldo van de boedelrekening (€ 294,96), aangeboden in een ontwerp van een akkoord. De schuldeisers hebben dit akkoord aangenomen. Gebleken is dat na aftrek van alle kosten er geen uitdeling aan de schuldeisers kan plaatsvinden, de kosten (bewindvoerdersalaris en publicatiekosten) bedragen € 2.988,96.
4.2.1. De rechtbank ’s-Hertogenbosch heeft bij het bestreden vonnis de homologatie van het akkoord zoals door [X.] en [Y.] op 4 augustus 2008 aangeboden en door de schuldeisers aangenomen, conform het advies van de waarnemend rechter-commissaris d.d. 10 september 2008 geweigerd op grond van artikel 153 lid 3 Fw en bepaald dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt voortgezet.
4.2.2. De rechtbank heeft de weigering onder meer als volgt gemotiveerd.
[X.] en [Y.] hebben onvoldoende (aanvullende) sollicitaties verricht.
Bovendien is de rechtbank van oordeel dat [X.] en [Y.] hun crediteuren ernstig hebben benadeeld. Indien zij beiden fulltime betaalde arbeid verrichten zouden zij immers hebben kunnen sparen voor de schuldeisers, terwijl de afloscapaciteit nu nihil is.
[X.] en [Y.] kunnen zich met voormeld vonnis niet verenigen en zijn hiervan in hoger beroep gekomen.
4.3. [X.] en [Y.] hebben in hun beroepschrift aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de homologatie van het akkoord dient te worden geweigerd op grond van artikel 153 lid 3 Fw.
4.4. Ter zitting van het hof heeft de bewindvoerder verklaard dat het saldo van de boedelrekening met € 670,-- is verhoogd wegens een ontvangen belastingteruggave.
De schulden die [X.] en [Y.] thans hebben, betreffen schulden van de onderneming die zij hebben gehad. Er zijn tijdens de schuldsaneringsperiode geen nieuwe schulden ontstaan, aldus de bewindvoerder.
4.5. Het hof komt tot de volgende beoordeling.
4.5.1. Met het door [X.] en [Y.] aangeboden akkoord (€ 2.000,--, vermeerderd met het saldo van de boedelrekening ad
€ 294,96) kunnen de kosten (bewindvoerdersalaris en publicatiekosten) al niet volledig worden voldaan. Die kosten bedragen € 2.988,96. Dit brengt mee dat geen enkele uitbetaling aan de schuldeisers kan plaatsvinden. Ter zitting van het hof is medegedeeld dat op de boedelrekening nog een bedrag van € 670,-- aan belastingteruggave is ontvangen. Daarnaast is volgens de verklaring van [X.] en [Y.] ter zitting in hoger beroep hun familie bereid hen een extra bedrag ad € 2.000,-- te schenken. Een wijziging van een aangeboden akkoord kan echter slechts ter verificatievergadering plaatsvinden, zodat dit aanbod in deze procedure buiten beschouwing moet blijven.
4.5.2. Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is het hof, evenals de rechtbank, van oordeel dat [X.] en [Y.] zich niet aan alle uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen hebben gehouden. [X.] en [Y.] hebben zich niet maximaal ingezet om een zo groot mogelijke bijdrage voor hun schuldeisers te genereren. Het uitgangspunt van de schuldsaneringsregeling is dat tegenover het uitzicht om als het ware weer met een schone lei verder te kunnen gaan, van de schuldenaar een zo groot mogelijke bijdrage en inspanning moeten worden gevergd om zoveel mogelijk activa in de boedel te brengen in het belang van de schuldeisers. [X.] verwerft weliswaar sinds september 2008 inkomsten uit arbeid, maar hij heeft voor die tijd onvoldoende aantoonbaar gesolliciteerd. [Y.] is thans alweer enige tijd werkloos. Zij voldoet weliswaar aan haar sollicitatieplicht, maar zij heeft niet het onderste uit de kan gehaald. Het hof neemt hierbij in aanmerking dat [Y.] al sinds 22 jaar in Nederland verblijft, maar tot op heden noch een inburgeringscursus, noch Nederlandse lessen heeft gevolgd. Indien [Y.] de Nederlandse taal beheerst, zal dit het vinden van een baan vergemakkelijken.
Op grond van het voorgaande is het hof van oordeel dat [X.] en [Y.] ernstig tekort zijn geschoten in de nakoming van de op hun rustende inspanningsverplichting.
4.5.3. Het is in strijd met voormeld uitgangspunt van de schuldsaneringsregeling dat [X.] en [Y.], ondanks het ernstig tekortschieten in de nakoming van hun inspanningsverplichtingen, met de aanbieding van dit akkoord van hun schuldenlast zouden worden bevrijd zonder dat enige uitkering aan de schuldeisers plaatsvindt.
Daarbij komt dat [X.] eerst recentelijk – en pas nadat het aanvankelijk aangeboden akkoord bleek te zijn aanvaard door de schuldeisers – 38 uur per week is gaan werken, en ook [Y.] zal zich alle moeite moeten getroosten om alsnog een baan te verwerven waarmee zij inkomsten kan verkrijgen. Indien [X.] en [Y.] beiden werken moeten zij in staat zijn baten voor de boedel te verkrijgen die de som bij het akkoord bedongen te boven gaan. Bovendien dienen [X.] en [Y.] zich te realiseren dat de rechtbank het door [X.] en [Y.] niet volledig nakomen van de verplichtingen in de schuldsaneringsregeling nog kan betrekken in de beoordeling in het kader van een beëindigingszitting en/of bij de beoordeling van een eventueel verzoek om de looptijd van de schuldsaneringsregeling te verlengen.
4.5.4. Het hof is op grond van het vorenstaande van oordeel dat de rechtbank de homologatie van het akkoord terecht op grond van art. 153 lid 3 Fw heeft geweigerd. Het vonnis waarvan beroep zal mitsdien worden bekrachtigd.
5. De uitspraak
Het hof:
bekrachtigt het vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch waarvan beroep.
Dit arrest is gewezen door mrs. Kranenburg, De Klerk-Leenen en Pouw en in het openbaar uitgesproken op 4 februari 2009.