
Jurisprudentie
BH2591
Datum uitspraak2009-02-09
Datum gepubliceerd2009-02-11
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
ZaaknummersAWB 08/19
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-02-11
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
ZaaknummersAWB 08/19
Statusgepubliceerd
Indicatie
Monumentenvergunning tbv restauratie Kathedrale Basiliek St. Bavo Haarlem.
Eisers kunnen zich niet verenigen met vergunningvoorschrift. Beroep gegrond, nu verweerder met het verbinden van voorschrift niet op de de aanvraag heeft beslist.
Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 08 - 19
uitspraak van de meervoudige kamer van 9 februari 2009
in de zaak van:
Stichting Kathedrale Basiliek Sint Bavo Haarlem, alsmede
het parochiebestuur van de Kathedrale Basiliek Sint Bavo Haarlem,
beide gevestigd te Haarlem,
eisers,
tegen:
het college van burgemeester en wethouders van Haarlem,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 30 oktober 2007 heeft verweerder aan de Stichting Kathedrale Basiliek Sint Bavo Haarlem (hierna: de Stichting) een vergunning verleend op grond van de Monumentenwet 1988 (verder: Monumentenwet) ten behoeve van de restauratie van het rijksmonument de Kathedrale Basiliek Sint Bavo aan de Leidsevaart 146 te Haarlem.
Tegen dit besluit hebben eisers bij brief van 20 december 2007 beroep ingesteld.
Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden en een verweerschrift ingediend.
Het beroep is behandeld ter zitting van 17 december 2008, alwaar namens eisers zijn verschenen [naam], [naam] en [naam]. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door R. de Vries en J.M.M. Jacobs, beiden werkzaam bij de gemeente Haarlem.
2. Overwegingen
2.1 Ten aanzien van de ontvankelijkheid overweegt de rechtbank dat eisers ervan mochten uitgaan dat de beroepstermijn was aangevangen op 10 november 2007, zodat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat zij in verzuim zijn geweest. De beroepen zijn mitsdien ontvankelijk.
2.2 Artikel 11, tweede lid, Monumentenwet luidt:
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning:
a. een beschermd monument af te breken, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen;
b. een beschermd monument te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.
Ingevolge artikel 12 Monumentenwet wordt een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 11 ingediend bij burgemeester en wethouders.
Ingevolge artikel 19, eerste lid, Monumentenwet kunnen burgemeester en wethouders aan een vergunning voorschriften verbinden in het belang van de monumentenzorg.
2.3 Verweerder heeft aan de vergunning het voorschrift verbonden dat er overleg dient plaats te vinden en overeenstemming dient te zijn tussen de aanvrager, de architect, de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (hierna: de RACM) en de gemeente over de toe te passen materialen en de wijze waarop en tot welke hoogte de bescherming van de glas-in-loodramen van de basiliek wordt toegepast. Eisers kunnen zich met dit voorschrift niet verenigen, omdat zij – in tegenstelling tot de gemeente – alle glas-in-loodramen van voorzetbeglazing wensen te voorzien. Voorts doen eisers een beroep op het gelijkheidsbeginsel. Hiertoe voeren zij aan dat er in Nederland meerdere als rijksmonument aangewezen kerken zijn, waarvan de glas-in-loodramen zijn voorzien van voorzetbeglazing.
2.4 De rechtbank is van oordeel dat verweerder met het opnemen van het betreffende voorschrift geen beslissing heeft genomen op de aanvraag van de Stichting. Immers, aldus wordt niet beslist in hoeverre het rijksmonument van voorzetbeglazing mag worden voorzien. Voorts roept het voorschrift een vetorecht in het leven voor onder meer de RACM, die op grond van de Monumentenwet slechts een adviserende rol heeft, aangezien de restauratie van de kerk bij het ontbreken van overeenstemming niet op de door eisers gewenste wijze kan worden uitgevoerd. Reeds hierom kan het bestreden besluit geen stand houden.
2.5 De rechtbank overweegt voorts dat het beroep van eisers op het gelijkheidsbeginsel niet opgaat, omdat de vergunningen voor de door eisers genoemde rijksmonumenten waar wel (volledig) voorzetbeglazing is toegepast, zijn verstrekt door andere gemeentebesturen. Dat neemt niet weg dat het naar het oordeel van de rechtbank wenselijk is dat verweerder deze gevallen in zijn besluitvorming betrekt.
2.6 Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit moet worden vernietigd.
2.7 Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. Niet gebleken is dat eisers voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten hebben gemaakt.
3. Beslissing
De rechtbank:
3.1 verklaart het beroep gegrond;
3.2 vernietigt het bestreden besluit van 30 oktober 2007;
3.3 gelast dat de gemeente Haarlem het door eisers betaalde griffierecht van € 285,- aan hen vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C. Terwiel-Kuneman, voorzitter van de meervoudige kamer, mr. I.M. Ludwig en mr. L. Beijen, rechters, en op 9 februari 2009 in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van mr. D. Krokké, griffier.
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Het hoger beroep dient te worden ingesteld door het indienen van een beroepschrift binnen zes weken onmiddellijk liggend na de dag van verzending van de uitspraak door de griffier.