Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH3253

Datum uitspraak2009-02-18
Datum gepubliceerd2009-02-18
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200806785/1
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit van 15 mei 2001 heeft de minister van Verkeer en Waterstaat, in overeenstemming met de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, op grond van artikel 27, in samenhang met artikel 24 van de Luchtvaartwet (hierna: de Lvw), het besluit van 1 oktober 1959, no. TW/14962, waarbij het luchtvaartterrein Eelde is aangewezen, gewijzigd (hierna: het A-besluit). Bij besluit van gelijke datum, kenmerk M175, heeft de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, in overeenstemming met de minister van Verkeer en Waterstaat, toepassing gegeven aan artikel 26 van de Lvw in samenhang met artikel 37 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: de WRO) voor het luchtvaartterrein Eelde (hierna: het RO-besluit).


Uitspraak

200806785/1. Datum uitspraak: 18 februari 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: 1. de vereniging Vereniging Omwonenden Luchthaven Eelde, gevestigd te Haren, 2. [appellanten sub 2], beide wonend te [woonplaats], gemeente Tynaarlo appellanten, en 1. de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, 2. de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verweerders. 1. Procesverloop Bij besluit van 15 mei 2001 heeft de minister van Verkeer en Waterstaat, in overeenstemming met de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, op grond van artikel 27, in samenhang met artikel 24 van de Luchtvaartwet (hierna: de Lvw), het besluit van 1 oktober 1959, no. TW/14962, waarbij het luchtvaartterrein Eelde is aangewezen, gewijzigd (hierna: het A-besluit). Bij besluit van gelijke datum, kenmerk M175, heeft de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, in overeenstemming met de minister van Verkeer en Waterstaat, toepassing gegeven aan artikel 26 van de Lvw in samenhang met artikel 37 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: de WRO) voor het luchtvaartterrein Eelde (hierna: het RO-besluit). Tegen deze besluiten zijn bezwaren als bedoeld in artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) ingediend. Bij besluit van 26 augustus 2002, no. DGL/02.421463, hebben verweerders beslist op deze bezwaren. Verweerders hebben het A-besluit deels gewijzigd en het RO-besluit ongewijzigd gehandhaafd. Bij uitspraak van 3 december 2003, in zaaknr. 200205524/1, heeft de Afdeling de tegen het besluit op bezwaar inzake het A-besluit ingestelde beroepen gedeeltelijk en de tegen het besluit op bezwaar inzake het RO-besluit ingestelde beroepen geheel gegrond verklaard. De Afdeling heeft daarbij het besluit op bezwaar inzake het A-besluit gedeeltelijk vernietigd en heeft het besluit op bezwaar inzake het RO-besluit geheel vernietigd. Ook is het besluit van de minister van Verkeer en Waterstaat van 15 mei 2001 geschorst voor zover het de baan 23-05, voor zover langer dan 1.800 meter, betreft, tot zes weken nadat verweerders opnieuw hebben beslist op de bezwaren. Voor het overige zijn de beroepen ongegrond verklaard. Bij besluit van 14 maart 2006, no. HDJZ/LUV/2006-226 (hierna: het bestreden besluit), hebben verweerders opnieuw beslist op de bezwaren. Verweerders hebben daarbij het A-besluit en het RO-besluit deels gewijzigd en voor het overige ongewijzigd gehandhaafd. Bij uitspraak van 11 juni 2008, in zaaknr. 200603116/1, heeft de Afdeling een aantal van de tegen de besluiten op bezwaar inzake het A-besluit en het RO-besluit ingestelde beroepen gedeeltelijk gegrond verklaard. De Afdeling heeft daarbij het besluit op bezwaar inzake het A-besluit gedeeltelijk vernietigd en het besluit op bezwaar inzake het RO-besluit geheel vernietigd. Ook is het besluit van de minister van Verkeer en Waterstaat van 15 mei 2001 geschorst voor zover het de baan 23-05, voor zover langer dan 1.800 meter, betreft, tot zes weken nadat verweerders opnieuw hebben beslist op de bezwaren. Tegen het niet tijdig nemen van nieuwe besluiten op bezwaar inzake het A-besluit en het RO-besluit is beroep ingesteld door de vereniging Vereniging Omwonenden Luchthaven Eelde (hierna: VOLE) bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 4 september 2008, en door [appellanten sub 2] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 9 september 2008. Verweerders hebben een verweerschrift ingediend. VOLE heeft nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn aan de andere partijen toegezonden. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 4 februari 2009, waar VOLE, vertegenwoordigd door mr. A.H.J. van den Biesen, advocaat te Amsterdam, en [appellanten sub 2], bij monde van [appellant sub 2], en verweerders, vertegenwoordigd door mr. M. Rus-van der Velde, advocaat te Den Haag, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. VOLE en [appellanten sub 2] stellen in beroep dat verweerders ten onrechte niet tijdig besluiten op bezwaar inzake het A-besluit en het RO-besluit hebben genomen. Zij verzoeken de Afdeling om verweerders een korte termijn te stellen om te beslissen op de bezwaren en de besluiten op bezwaar op de voorgeschreven wijze bekend te maken. 2.2. Verweerders stellen zich op het standpunt dat, in afwachting van de beslissing van de Europese Commissie inzake de rechtmatigheid van de bijdrage van het Rijk ten behoeve van de baanverlenging, redelijkerwijs geen besluiten op bezwaar kunnen worden genomen en dat deze zo snel mogelijk zullen worden genomen, zodra voormelde beslissing van de Europese Commissie bekend is. 2.3. Ingevolge artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt het niet tijdig nemen van een besluit voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep met een besluit gelijk gesteld. Ingevolge artikel 6:12, eerste lid, van de Awb is het bezwaar of beroep, indien dit is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, niet aan een termijn gebonden. Ingevolge het tweede lid van dit artikel kan het bezwaar- of beroepschrift worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is tijdig een besluit te nemen, terwijl ingevolge het derde lid van dit artikel het bezwaar of beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard indien het bezwaar- of beroepschrift onredelijk laat is ingediend. In het licht van het bepaalde in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb dient het bestuursorgaan op het bezwaarschrift te beslissen binnen zes weken of - indien een commissie als bedoeld in artikel 7:13 is ingesteld - binnen 10 weken na de verzenddatum van de uitspraak waarbij de beslissing op bezwaar is vernietigd, tenzij bij deze uitspraak een andere termijn is vermeld. 2.4. De Afdeling stelt vast dat verweerders naar aanleiding van voormelde uitspraak van 11 juni 2008 opnieuw dienden te beslissen op de tegen de besluiten van 15 mei 2001 gemaakte bezwaren. Vast staat dat in dit geval verweerders niet tijdig op de bezwaren hebben beslist en dat zij, gelet op 2.3., in zoverre in verzuim zijn. De beroepen van VOLE en [appellanten sub 2] zijn gegrond. Het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit dient te worden vernietigd. Verweerders dienen alsnog besluiten op bezwaar te nemen. In dit verband ziet de Afdeling zich voor de vraag gesteld wat een redelijke termijn is waarbinnen verweerders kunnen beslissen op de bezwaren. Hierbij is van belang dat de bijdrage van het Rijk ten behoeve van de baanverlenging inmiddels is aangemeld als steunmaatregel als bedoeld in artikel 87, eerste lid, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bij de Europese Commissie en dat naar verwachting deze een beslissing zal gaan nemen omtrent de verenigbaarheid hiervan met de gemeenschappelijke markt. Anders dan VOLE en [appellanten sub 2] hebben betoogd, kunnen verweerders redelijkerwijs pas na de bekendmaking van die beslissing op de ingediende bezwaren beslissen. De door VOLE en [appellanten sub 2] gewenste korte termijn zou met zich brengen dat verweerders voormelde beslissing niet bij hun besluiten zouden kunnen betrekken, hetgeen, gelet op de uitspraak van 11 juni 2008, onder de gegeven omstandigheden als onredelijk dient te worden beschouwd. Na de bekendmaking van de beslissing van de Europese Commissie is vervolgens nog enige tijd nodig om de bezwaarfase af te ronden. Gelet op het voorgaande stelt de Afdeling verweerders een termijn van zes weken na de dag van bekendmaking van de beslissing van de Europese Commissie voor het nemen en bekendmaken van de besluiten op bezwaar. 2.5. Verweerders dienen op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: I. verklaart de beroepen gegrond; II. vernietigt het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit; III. draagt de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer op om met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen binnen zes weken na de dag dat de beslissing van de Europese Commissie inzake de bijdrage van het Rijk ten behoeve van de baanverlenging bekend is gemaakt alsnog besluiten op bezwaar inzake het A-besluit en het RO-besluit te nemen en deze op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken; IV. veroordeelt de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer tot vergoeding van bij de vereniging Vereniging Omwonenden Luchthaven Eelde en [appellanten sub 2] in verband met de behandeling van hun beroepen opgekomen proceskosten (€ 402,50 (zegge: vierhonderdtwee euro en vijftig cent) voor de vereniging Vereniging Omwonenden Luchthaven Eelde en € 45,49 (zegge vijfenveertig euro en negenenveertig cent) voor [appellanten sub 2]; de bedragen dienen door Staat der Nederlanden (het ministerie van Verkeer en Waterstaat) aan de vereniging Vereniging Omwonenden Luchthaven Eelde en [appellanten sub 2] onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald; V. gelast dat Staat der Nederlanden (het ministerie van Verkeer en Waterstaat) aan de vereniging Vereniging Omwonenden Luchthaven Eelde en [appellanten sub 2] het door hen voor de behandeling van hun beroepen betaalde griffierecht vergoedt (€ 288,00 (zegge: tweehonderdachtentachtig euro) voor de vereniging Vereniging Omwonenden Luchthaven Eelde en € 145,00 (zegge: honderdvijfenveertig euro) voor [appellanten sub 2]). Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, voorzitter, en mr. M.W.L. Simons-Vinckx en mr. M.A.A. Mondt-Schouten, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kegge, ambtenaar van Staat. w.g. Van Buuren w.g. Kegge voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 18 februari 2009 459.