Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH3309

Datum uitspraak2009-01-27
Datum gepubliceerd2009-02-18
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers07/996507-07
Statusgepubliceerd


Indicatie

douanewet, code aangifte goederen, gemotiveerde vrijspraak


Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer Parketnr. : 07.996507-07 Uitspraak: 27 januari 2009 Vonnis in de zaak van: het openbaar ministerie tegen [verdachte] geboren [geboorteplaats] wonende te [adres] Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 18 september 2008 en 13 januari 2009. Tegen de niet verschenen verdachte is verstek verleend. De officier van justitie, mr. M.P. Pomper, heeft ter terechtzitting gevorderd dat verdachte wordt vrijgesproken van het tenlastegelegde. TENLASTELEGGING De verdachte is ten laste gelegd dat: (volgt tenlastelegging) BEWIJS Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij feitelijk leiding heeft gegeven aan het opzettelijk onjuist dan wel onvolledig aangifte doen inzake de Douanewet. Op 8 april 2008 heeft de Douanekamer van het Gerechtshof Amsterdam (LJN: BD2193 Douanekamer Gerechtshof Amsterdam 06/79) beslist dat de in geding zijnde voertuigen moeten worden ingedeeld onder goederencode 8713, nu het onwaarschijnlijk is dat de betreffende voertuigen door mensen in het algemeen worden gebruikt, zonder dat sprake is van een mobiliteitsprobleem van de gebruiker. Het Hof heeft voorts geoordeeld dat een en ander betekent dat de goederen de objectieve eigenschap hebben om speciaal te worden gebruikt door invaliden en ingedeeld moeten worden bij aangifte ten invoer conform de Douanewet onder goederencode 8713. Niet in discussie is dat de in de onderhavige strafzaak in geding zijnde voertuigen soortgelijk zijn als de voertuigen die in voornoemd arrest van het Hof aan de orde waren. Dit zo zijnde heeft verdachte de bedoelde voertuigen onder de juiste goederencode aangegeven en gehandeld naar de letter van de wet, en valt hem strafrechtelijk geen verwijt te maken. De verdachte dient naar het oordeel van de rechtbank gelet op het bovenstaand van het ten laste gelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht. BESLISSING Ten aanzien van de tenlastelegging Het ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken. Aldus gewezen door mr. G.A. Versteeg, voorzitter, mrs. L.J.C. Hangx en A.J. Louter, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.W. Sijnstra - Meijer als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 januari 2009.