Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH3372

Datum uitspraak2008-12-24
Datum gepubliceerd2009-02-19
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers244302 / HA ZA 05-2297
Statusgepubliceerd


Indicatie

Euroforum cursus stemt in te veel essentiële en karakteristieke aspecten overeen met de cursus van AIM Opleidingen om van een nieuw oorspronkelijk werk te kunnen spreken. Inbreuk op het aan AIM Opleidingen toekomend auteursrecht.


Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM Sector civiel recht Zaak-/rolnummer: 244302 / HA ZA 05-2297 Uitspraak: 24 december 2008 VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van: 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [eiseres sub 1], gevestigd te Rotterdam, 2. [eiseres sub 2], wonende te Rotterdam, eiseressen in conventie, verweersters in reconventie, advocaat mr. O.R. van Hardenbroek van Ammerstol, - tegen - 1. [gedaagde sub 1], wonende te Rotterdam, 2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ARCHITECTUUR, INFORMATIE & MANAGEMENT (A.I.M.), gevestigd te Rotterdam, gedaagden in conventie, eisers in reconventie, advocaat mr. M.W. Renzen. Partijen worden hierna aangeduid als "[eiseres sub 1]" en "[eiseres sub 2]" dan wel als "[eiseressen]" voor eiseressen in conventie/verweersters in reconventie gezamenlijk respectievelijk "[gedaagde sub 1]" en "[gedaagde sub 2]" dan wel "[gedaagden]" voor gedaagden in conventie/eisers in reconventie gezamenlijk. 1. Het verloop van het geding De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken: - dagvaarding d.d. 4 augustus 2005 en de door [eiseressen] overgelegde producties; - conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties; - tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 30 november 2005, waarbij een comparitie van partijen is gelast; - de brieven van 10 en 24 januari 2006 met bijlagen aan de zijde van [eiseressen]; - de brief van 12 januari 2006 met bijlage aan de zijde van [gedaagden]; - proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 26 januari 2006; - de ter gelegenheid van de comparitie door elk der partijen nog overgelegde productie; - conclusie van repliek in conventie, tevens conclusie van antwoord in reconventie, tevens houdende akte vermeerdering van eis, met producties; - conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in reconventie, tevens houdende akte vermeerdering van eis en antwoordakte, met producties; - conclusie van dupliek in reconventie, tevens houdende antwoordakte. 2. De vaststaande feiten in conventie en in reconventie Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voor zover van belang - het volgende vast: 2.1 [eiseres sub 2] en [gedaagde sub 1] hebben in de periode van 1999 tot eind 2003 een affectieve relatie gehad en samengewerkt in [eiseres sub 1]. [eiseres sub 2] is enig aandeelhouder van [eiseres sub 2] B.V. en [gedaagde sub 1] is enig aandeelhouder in Information Consultancy B.V.; deze B.V.’s houden ieder 50 % van de aandelen in [eiseres sub 1]. [eiseres sub 2] is enig bestuurder van [eiseres sub 1]. 2.2 [eiseres sub 2] en [gedaagden] hebben in het jaar 2000 gezamenlijk een schriftelijke cursus getiteld “Informatiearchitectuur in de praktijk” geschreven. Deze cursus is vanaf november 2000 openbaargemaakt door [eiseres sub 1]. Op de voorzijde van het cursusmateriaal is achter ‘Copyright’ onder meer aangegeven dat het lesmateriaal of gedeelten daarvan alleen mogen worden overgenomen, gekopieerd of anderszins worden gedupliceerd na schriftelijke toestemming van [eiseres sub 1]. [eiseres sub 2] en [gedaagde sub 1] zijn daarbij niet als makers vermeld. 2.3 In de periode 2001-2003 hebben [eiseres sub 2] en [gedaagde sub 1] op basis van deze schriftelijke cursus een aantal andere cursussen met geringe aanpassingen op de markt gebracht, waarbij zowel [eiseres sub 2] als [gedaagde sub 1] zelf als docent optraden. 2.4 Eind 2003 is de persoonlijke en zakelijke relatie tussen [eiseres sub 2] en [gedaagde sub 1] beëindigd. [eiseres sub 2] is voortgegaan met het aanbieden van de schriftelijke cursus via [eiseres sub 1]. Daarnaast heeft zij in samenwerking met anderen opleidingsactiviteiten ontwikkeld en aangeboden via de B.V. Abio Architectuur Bedrijfsprocessen Informatiekunde Opleidingen (hierna: Abio). [gedaagde sub 1] is cursussen aan gaan bieden via de door hem gehouden vennootschap Architectuur, Informatie & Management (A/I/M/) B.V. (hierna: [gedaagde sub 2]). 2.5 In september 2004 heeft [gedaagde sub 1] een schriftelijke cursus getiteld “Informatiearchitectuur in de praktijk” aangeboden via Euroforum. 2.6 Bij vonnis in kort geding van 8 februari 2005 is [gedaagden] veroordeeld om zijn medewerking aan de via Euroforum aangeboden cursus “Informatiearchitectuur in de praktijk” te staken en gestaakt te houden. 3. Het geschil in conventie 3.1 De gewijzigde vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagden]: 1) het aanbieden van cursusmateriaal te verbieden totdat er vooraf is vastgesteld dat het cursusmateriaal geen inbreuk meer maakt op de aan [eiseres sub 1] toebehorende intellectuele eigendomsrechten; 2) te gebieden aan de deelnemers van de lopende cursussen bekend te maken dat de cursus is gestaakt op last van de rechtbank Rotterdam middels toezending van een daartoe door haar geformuleerde tekst; 3) te veroordelen tot het doen van opgave van de NAW gegevens van alle deelnemers aan de door [gedaagde sub 2] sinds 1 januari 2004 georganiseerde cursussen; 5) te veroordelen tot het afleggen van rekening en verantwoording over en afdracht van de tengevolge van de inbreuk genoten omzet inclusief BTW aan [eiseres sub 1] binnen een maand na betekening van het te wijzen vonnis; 6) te veroordelen tot afgifte van de volledige administratie van [eiseres sub 1] aan de accountant van [eiseres sub 1]; op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per overtreding voor iedere dag dat [gedaagden] in gebreke blijft aan voornoemde veroordelingen te voldoen te rekenen vanaf twee weken na de dag van betekening van het te wijzen vonnis; 7) te veroordelen tot afdracht van de door [gedaagden] tengevolge van de inbreuk gemaakte omzet inclusief BTW binnen twee weken na het aflegen van rekening en verantwoording, met veroordeling van [gedaagden] in de werkelijke kosten van de procedure. 3.2 Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten heeft [eiseressen] aan de vordering - zakelijk weergegeven - de volgende stellingen ten grondslag gelegd: - de cursus “Informatiearchitectuur in de praktijk” die door [gedaagden] in september 2004 is aangeboden via Euroforum is, als deze al niet gelijk gesteld moet worden met, een bewerking van de schriftelijke cursus “Informatiearchitectuur in de praktijk”, zoals deze vanaf november 2000 openbaar is gemaakt door [gedaagde sub 2] opleidingen; - [gedaagde sub 2] opleidingen is geen toestemming gevraagd en heeft deze ook niet gegeven om de cursus openbaar te maken en te verveelvoudigen, zodat sprake is van inbreuk op het [eiseres sub 1] toekomende auteursrecht; - [gedaagden] heeft daarnaast in 2004 en 2005 meerdere malen een zesdaagse en eenmaal een tweedaagse cursus gegeven, waarmee eveneens inbreuk wordt gemaakt op het auteursrecht van [eiseres sub 1]; - [gedaagden] heeft zich voorts, in strijd met de daarop rustende intellectuele eigendomsrechten, de internetpagina www.aim.nl/opleidingen en het emailadres van [eiseres sub 1] toegeëigend via welke hij onder gebruikmaking van het cursusmateriaal van [eiseres sub 1] cursussen aan derden aanbiedt; - [eiseressen] lijdt schade en heeft belang bij een vordering tot het staken van de inbreuk nu door voornoemd handelen en het daarover ontstane dispuut de auteursrechten op de oorspronkelijke cursus vrijwel niet ten gelde kunnen worden gemaakt. 3.3 Het verweer strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad van [eiseressen] in de reële kosten van het geding. [gedaagden] heeft daartoe - samengevat - het volgende aangevoerd: - de cursus “Informatiearchitectuur in de praktijk” die door [gedaagden] in september 2004 is aangeboden via Euroforum betreft een geheel nieuwe cursus, zodat geen sprake is van inbreuk op de aan [eiseres sub 1] toekomende auteursrechten; - de domeinnaam www.aim.nl is in 1997 door [gedaagde sub 2] geregistreerd, met daaraan gekoppeld de emailadressen met de extensie @aim.nl, zodat de rechten ter zake berusten bij [gedaagde sub 2]; - [eiseressen] heeft geen enkel belang bij toewijzing van de vordering en maakt misbruik van recht door [gedaagde sub 1] in rechte te betrekken. 4. Het geschil in reconventie 4.1 De gewijzigde vordering luidt om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [eiseressen] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [gedaagden] te betalen de door hem geleden schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet met veroordeling van [eiseressen] in de reële kosten van de procedure. 4.2 Aan deze vordering heeft [gedaagden] , naast hetgeen in conventie als verweer is aangevoerd, ten grondslag gelegd dat [eiseressen] onrechtmatig handelt omdat: - [eiseressen] zich schuldig maakt aan misbruik van recht als bedoeld in artikel 3:13 lid 2 BW, zodat [eiseressen] aansprakelijk is voor de dientengevolge door [gedaagden] geleden schade bestaande uit het mislopen van inkomsten door het uit de markt halen door Euroforum van de door [gedaagden] ontwikkelde cursus; - [eiseressen] actief relaties en klanten van [gedaagde sub 1] heeft benaderd en [gedaagde sub 1] daarbij zwart heeft gemaakt, - [eiseressen] heeft geweigerd een onverschuldigde betaling van de Belgische relatie “Switch” aan deze terug te betalen en ten onrechte facturen heeft gestuurd aan Waterschap Reest & Wieden. 4.3 Het verweer strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad van [eiseressen] in de reële kosten van de procedure. Naast hetgeen [eiseressen] in conventie heeft betoogd, heeft zij betwist zich op enige wijze onbetamelijk te hebben gedragen jegens klanten en relaties van [gedaagde sub 1]. 5. De beoordeling in conventie auteursrecht cursus 5.1 Tussen partijen is niet in geschil dat de schriftelijke cursus “Informatiearchitectuur in de praktijk”, zoals deze vanaf november 2000 openbaar is gemaakt door [gedaagde sub 2] opleidingen, een werk is als bedoeld in de Auteurswet. Evenmin is in geschil dat het auteursrecht ter zake bij [eiseres sub 1] berust. Partijen verschillen van mening over de vraag of [gedaagden] zich schuldig heeft gemaakt aan het maken van inbreuk op dit auteursrecht. 5.2 In dat kader ligt allereerst voor de vraag of de door [gedaagde sub 1] geschreven en door Euroforum in september 2004 openbaargemaakte schriftelijke cursus “Informatiearchitectuur in de praktijk” (hierna ook wel: de Euroforum cursus) een ongeoorloofde verveelvoudiging is van de schriftelijke cursus “Informatiearchitectuur in de praktijk”, zoals deze vanaf november 2000 openbaar is gemaakt door [eiseres sub 1] (hierna ook wel: de cursus van [eiseres sub 1]). 5.3 De rechtbank stelt voorop dat van een ongeoorloofde verveelvoudiging in ieder geval dan sprake is indien in de Euroforum cursus in zodanige mate de auteursrechtelijk beschermde trekken van de cursus van [eiseres sub 1] zijn overgenomen dat de totaalindrukken van beide cursussen te weinig verschillen voor het oordeel dat de Euroforum cursus als een zelfstandig nieuw werk is te beschouwen. 5.4 Een vergelijking tussen beide in het geding gebrachte cursussen levert het navolgende beeld op. De Euroforum cursus vertoont eenzelfde opbouw, systematiek en indeling als de cursus van [eiseres sub 1]. Beide cursussen bestaan uit acht lessen met overeenstemmende titels, waarin dezelfde inhoud van de stof wordt behandeld. De benadering van de stof in deze lessen is zeer gelijkend in die zin dat vanuit een zelfde invalshoek en visie een bepaalde problematiek wordt behandeld. Ook de wijze van beschrijving stemt overeen. Op tal van plaatsen volgt de Euroforum cursus - zij het niet letterlijk - de bewoordingen als gehanteerd in de cursus van [eiseres sub 1], met gebruikmaking van veelal dezelfde schema’s of voorbeelden ter illustratie. Hierdoor vertoont het geheel een zeer grote mate van gelijkenis. De aanwezige verschillen in tekst en/of bepaalde volgorde van behandeling alsmede de nieuw toegevoegde teksten binnen de deelonderwerpen kan aan deze totaalindruk niet afdoen. Deze verschillen lijken vooral te zijn ingegeven ter nadere aanvulling of ter vervolmaking van de cursus. Van de aan te wijzen overeenkomsten is door [eiseressen] ten behoeve van de comparitie van partijen een uitgebreid overzicht gemaakt, welk overzicht nogmaals als productie 1 bij conclusie van repliek in het geding is gebracht. Deze overeenkomsten en de daardoor ontstane sterke gelijkenis zijn door [gedaagden] als zodanig niet betwist. Wel heeft hij daar tegenover gesteld dat een en ander voortvloeit uit het feit dat beide cursussen zijn gebaseerd op theorieën die eerder door [gedaagde sub 1] zijn ontwikkeld en op eerdere publicaties van zijn hand in de periode voor oprichting van [eiseres sub 1]. Naar het oordeel van de rechtbank kan deze omstandigheid bij de beoordeling echter geen rol spelen, nu tussen partijen niet in geschil is dat het auteursrecht van de cursus van [eiseres sub 1], welke cursus kennelijk mede is gebaseerd op eerdere publicaties van [gedaagde sub 1], geheel bij [eiseres sub 1] berust, zodat uitsluitend beslissend kan zijn de mate waarin de Euroforum cursus met deze cursus overeenstemt. De conclusie moet zijn dat de Euroforum cursus in te veel essentiële en karakteristieke aspecten overeenstemt met de cursus van [eiseres sub 1] om van een nieuw oorspronkelijk werk te kunnen spreken, zodat met deze cursus inbreuk wordt gemaakt op het aan [eiseres sub 1] toekomend auteursrecht. 5.5 [gedaagden] heeft ten verwere nog aangevoerd dat Euroforum de cursus openbaar heeft gemaakt, zodat [gedaagden] niet degene is die inbreuk op het auteursrecht heeft gemaakt. Dit verweer faalt. [gedaagden] heeft immers zelf de cursus zonder toestemming van [eiseres sub 1] verveelvoudigd ten behoeve van de verdere verveelvoudiging en openbaarmaking door Euroforum en daartoe ook de auteursrechten ter zake overgedragen aan Euroforum. Daarmee heeft [gedaagden] inbreuk gemaakt op het aan [eiseres sub 1] toekomend auteursrecht, welke inbreuk hem ook is toe te rekenen, zodat hij in beginsel gehouden is tot vergoeding van de dientengevolge door [eiseressen] geleden schade. 5.6 Met betrekking tot de zogenoemde zesdaagse cursussen begrijpt de rechtbank uit het over en weer gestelde en de in het geding gebrachte producties dat voor deze cursussen kennelijk geen afzonderlijk lesmateriaal in de vorm van geschreven tekst is uitgegeven door [eiseres sub 1] en het geschil tussen partijen uitsluitend betreft de vraag of de door [gedaagde sub 1] bij de in 2004 en 2005 gegeven zesdaagse cursussen gebruikte slides een inbreuk vormen op de schriftelijke cursus van [eiseres sub 1] en/of op de slides als gebruikt bij de namens [eiseres sub 1] eerder in de periode 2001-2003 gegeven zesdaagse cursussen. 5.7 [eiseressen] heeft ter nadere onderbouwing van haar stelling dat ook hier sprake is van inbreuk een kopie van de slides in het geding gebracht die door [gedaagden] zijn gebruikt in een zesdaagse cursus te Maastricht d.d. 21 maart 2005. Naar [gedaagde sub 1] reeds bij conclusie van antwoord heeft aangevoerd zijn alle slides ten behoeve van deze cursussen reeds in 2000 door [gedaagden] ontwikkeld en ook als lesmateriaal gebruikt. Deze slides, waarop het logo van [gedaagde sub 2] is aangebracht, zijn eerst later - met goedvinden van [gedaagden] - gebruikt bij de cursussen van [eiseres sub 1]. Er is, aldus [gedaagden], dan ook geen sprake van een bewerking van het cursusmateriaal van [eiseres sub 1], maar eerder andersom. Ten bewijze van zijn stelling heeft [gedaagde sub 1] bij conclusie van repliek kopie van de door [eiseres sub 1], gelet op de daarbij gevoegde korte tekst kennelijk in 2000, te Maastricht gebruikte slides in het geding gebracht, waarop het logo prijkt van [gedaagde sub 2] Nu [eiseressen] een en ander niet heeft weersproken en het door haar als productie 2 bij repliek nog in het geding gebrachte overzicht geen aanleiding geeft tot een andersluidend oordeel, gaat de rechtbank uit van de juistheid van hetgeen door [gedaagde sub 1] naar voren is gebracht. Nu bovendien gesteld noch gebleken is dat [gedaagde sub 2] de auteursrechten ter zake heeft overgedragen aan [eiseres sub 1], heeft in rechte te gelden dat [gedaagde sub 2] ter zake auteursrechthebbende was en is gebleven. Daaraan kan het feit dat kennelijk mede op basis van deze slides in latere fase de uitgebreide teksten van de cursus van [eiseres sub 1] tot stand zijn gekomen, niet afdoen. De conclusie moet zijn dat met het lesmateriaal in de vorm van slides als door [gedaagden] gebruikt bij de zesdaagse cursussen geen inbreuk wordt gemaakt op de auteursrechten van [eiseres sub 1]. 5.8 Met betrekking tot de gestelde inbreuk met de eenmalig door [gedaagde sub 1] gegeven tweedaagse cursus heeft [eiseressen], ook na betwisting door [gedaagden], geen nadere feiten en omstandigheden aangevoerd die ter nadere onderbouwing van haar stellingen zouden kunnen dienen, zodat zij niet heeft voldaan aan haar stelplicht ter zake en nadere bewijsvoering niet aan de orde is. internetpagina/emailadres 5.9 Naar [eiseressen] voorts heeft gesteld, heeft [gedaagden] tevens inbreuk gemaakt op de aan [eiseres sub 1] toekomende intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot de internetpagina en het emailadres van [eiseres sub 1], door zich deze na het einde van de samenwerking toe te eigenen. [gedaagden] heeft dit betwist daartoe stellende dat [gedaagde sub 2] reeds in 1997 de domeinnaam www.aim.nl op haar naam heeft laten registreren, met daaraan gekoppeld de emailadressen met de extensie @aim.nl, waarvan [eiseres sub 1] enkele jaren gebruik heeft mogen maken. [eiseressen] heeft dit niet weersproken, zodat hiervan in rechte dient te worden uitgegaan. Nu [gedaagde sub 2] eigenaar is van de domeinnaam en de daaraan gekoppelde emailadressen, stond het [gedaagde sub 2] in de gegeven omstandigheden naar het oordeel van de rechtbank vrij om aan de tijdelijke ter beschikking stelling aan [eiseres sub 1] een einde te maken. (belang) vorderingen sub 1 t/m 5 en sub 7 5.10 [gedaagden] heeft nog als verweer gevoerd dat [eiseressen] geen enkel belang heeft bij toewijzing van de vorderingen, omdat [eiseressen] thans vanuit een andere vennootschap cursussen aanbiedt op het gebied van de informatiearchitectuur en derhalve geen enkel belang heeft nog activiteiten te ontwikkelen vanuit [eiseres sub 1]. De procedure is enkel aanhangig gemaakt om hem te schaden, zodat [eiseressen] misbruik van recht maakt in de zin van artikel 3:13 lid 2 BW, aldus [gedaagden] Dit verweer wordt verworpen. Het belang van [eiseressen] is reeds daarin gelegen dat een eind wordt gemaakt aan de inbreuk op de auteursrechten op de oorspronkelijke cursus nu zij tengevolge daarvan inkomsten mist. Van misbruik van recht is dan ook geen sprake. 5.11 Het hiervoor overwogene leidt er toe dat de vorderingen als hiervoor weergegeven onder 3.1 sub 1 t/m 5 en 7 voor zover betrekking hebbende op twee- en zesdaagse cursussen, alsmede voor zover betrekking hebbende op de internetpagina en het emailadres dienen te worden afgewezen. Voor zover deze vorderingen verband houden met de vastgestelde inbreuk door het uitbrengen van de Euroforum cursus overweegt de rechtbank als volgt. Gelet op de omvang van de vastgestelde inbreuk is voor het opleggen van een verbod (weergegeven onder sub 1) slechts plaats voor zover het betreft het verveelvoudigen en/of openbaarmaken van de schriftelijke cursus “Informatiearchitectuur in de praktijk”, zoals deze vanaf november 2000 openbaar is gemaakt door [gedaagde sub 2] opleidingen . Nu de gestelde inbreuk geen betrekking heeft op de lopende cursussen is voor het toewijzen van de vorderingen onder sub 2 geen plaats. Gelet hierop, alsmede gelet op het feit dat door [gedaagde sub 1] is gesteld en door [eiseressen] niet is weersproken dat de in 2004 gegeven Euroforum cursus de eerste en tevens de laatste is geweest, valt niet in te zien welk belang [eiseressen] heeft bij toewijzing van de vordering tot afgifte van de NAW gegegevens als gevorderd onder sub 3. De vordering tot afgifte van inbreukmakende cursussen (sub 4), de vordering tot het afleggen van rekening en verantwoording (sub 5) en de vordering tot afdracht van de tengevolge van de inbreuk gemaakte omzet (sub 7) zijn toewijsbaar voor zover betrekking hebbende op de cursus die [gedaagden] in 2004 voor Euroforum heeft gegeven. administratie [eiseres sub 1] 5.12 Tenslotte ligt in conventie nog ter beoordeling voor de door [eiseressen] ingestelde vordering tot afgifte door [gedaagden] van de administratie van [eiseres sub 1] aan de accountant van [gedaagde sub 2] opleidingen ten behoeve van de op te maken jaarrekeningen, welke administratie volgens haar nog aanwezig is in het woonhuis van [gedaagde sub 1], welk pand voorheen diende als het gezamenlijk woon- en kantoorpand van partijen. Naar [gedaagde sub 1] heeft betoogd is deze administratie echter niet meer in zijn pand aanwezig. Naar hij vermoedt, heeft [eiseres sub 2] deze bescheiden zelf meegenomen bij haar vertrek dan wel in de periode waarin zij nog toegang had tot het kantoorgedeelte. 5.13 Nu [gedaagden] de stellingen ter zake van [eiseressen] gemotiveerd heeft betwist, zal [eiseressen] in de gelegenheid worden gesteld, overeenkomstig haar aanbod daartoe, te bewijzen dat de administratie zich bevindt in het pand Molenlaan 155. in reconventie 5.14 Nu hiervoor in conventie onder 5.10 reeds is overwogen dat geen sprake is van misbruik van recht, dient de vordering tot vergoeding van schade voor zover betrekking hebbende op de gederfde inkomsten door het uit de markt halen van de Euroforum cursus te worden afgewezen. 5.15 De door [gedaagden] overigens gestelde onrechtmatige gedragingen van [eiseressen] jegens hem zijn door [eiseressen] betwist. Gelet op deze betwisting had het op de weg gelegen van [gedaagde sub 1] zijn stellingen nader te onderbouwen. Nu [gedaagden] dit heeft nagelaten wordt hij geacht de stellingen niet langer te hebben gehandhaafd. Aan bewijslevering komt de rechtbank derhalve niet toe. De conclusie is dat de vordering ook voor zover hierop betrekking hebbende moet worden afgewezen. 5.16 Eenzelfde conclusie treft de vordering voor zover gegrond op door [gedaagden] nog gestelde onrechtmatige gedragingen van [eiseressen] jegens derden, nu deze niet in de onderhavige procedure zijn betrokken. in conventie en in reconventie voorts 5.17 De rechtbank overweegt reeds thans dat voor een vergoeding van de werkelijk gemaakte proceskosten in dit geding geen plaats is, nu de datum van dagvaarding zijnde 4 augustus 2005 is gelegen ruimschoots vóór de datum waarop de Handhavingsrichtlijn (richtlijn 2004/48/EG) in de nationale wetgeving diende te zijn geïmplementeerd, te weten 29 april 2006 en bijzondere omstandigheden die een integrale proceskostenveroordeling om andere redenen zou kunnen rechtvaardigen, gesteld noch gebleken zijn. 6. De beslissing De rechtbank, alvorens verder te beslissen, in conventie draagt [eiseressen] op te bewijzen dat de administratie van [eiseres sub 1] zich bevindt in het pand Molenlaan 155; bepaalt dat indien [eiseressen] dit bewijs wil leveren door het doen horen van getuigen, deze zullen worden gehoord in het gebouw van deze rechtbank voor de rechter mr. G.J. Heevel; bepaalt dat de advocaten van [eiseressen] binnen twee weken na vonnisdatum aan de rechtbank - sector civiel recht, afdeling planningsadministratie, kamer E 12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam - opgave moet doen van de voor te brengen getuigen en de verhinderdata van de betrokkenen aan haar zijde in de maanden januari tot en met april 2009 en dat de advocaten van [gedaagden] binnen dezelfde termijn opgave moet doen van de verhinderdata van de betrokkenen aan zijn in dezelfde periode, waarna dag en uur van de verhoren zullen worden bepaald; bepaalt dat het aan de hand van de opgaven vastgestelde tijdstip, behoudens dringende redenen, niet zal worden gewijzigd; in conventie en in reconventie voorts houdt iedere verder beslissing aan. Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Heevel. Uitgesproken in het openbaar. 1515