
Jurisprudentie
BH3390
Datum uitspraak2009-02-05
Datum gepubliceerd2009-02-19
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
ZaaknummersWTS-I-2007017596
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-02-19
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
ZaaknummersWTS-I-2007017596
Statusgepubliceerd
Indicatie
Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (WOTS); invoer cocaïne in Spanje; de Spaanse rechtbank heeft verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van negen jaren en één dag; in Spanje wordt dit feit beschouwd als een zwaardere inbreuk op de rechtsorde dan in Nederland, daarom zal de straf hoger zijn dan de straf die hiervoor in Nederland gebruikelijk is; gevangenisstraf voor de duur van 51 maanden.
Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: WTS-I-2007017596
Uitspraakdatum: 5 februari 2009
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 22 januari 2009 in de zaak tegen:
[veroordeelde],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Haarlem, Huis van Bewaring Haarlem, te Haarlem.
1. De vordering
Op 19 december 2008 is ter griffie van deze rechtbank ontvangen de vordering van de officier van justitie in het arrondissement Haarlem d.d. 18 december 2008 dat de rechtbank verlof verleent tot tenuitvoerlegging van een ten aanzien van de veroordeelde gewezen onherroepelijke rechterlijke beslissing van de 23e Afdeling van de Arrondissementsrechtbank te Madrid, Spanje, d.d. 21 september 2007, waarbij hij onder meer is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaren en 1 dag, wegens in- en uitvoer van verdovende middelen.
2. De identiteit van de veroordeelde
Uit de overgelegde stukken en de eigen opgave van de veroordeelde is gebleken dat hij de Nederlandse nationaliteit bezit.
3. De ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
Bij het onderzoek ter genoemde terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan derhalve in zijn vordering worden ontvangen.
4. De verdragsrechtelijke grondslag
De Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen voorziet in de mogelijkheid van tenuitvoerlegging van bovengenoemde Spaanse rechterlijke beslissing in Nederland en de veroordeelde bevindt zich in Nederland.
5. De toelaatbaarheid van de tenuitvoerlegging
5.1 Allereerst stelt de rechtbank vast dat de overgelegde stukken voldoen aan de door het toepasselijk verdrag gestelde voorwaarden.
5.2 Blijkens de overgelegde ‘traslado de personas condenadas’ is de datum waarop de straftijd van veroordeelde eindigt 16 september 2015.
5.3 De veroordeelde heeft bij gelegenheid van de behandeling van de onderhavige vordering ter terechtzitting de wens te kennen gegeven dat Nederland de tenuitvoerlegging van voormelde rechterlijke beslissing overneemt.
5.4 Blijkens de inhoud van de stukken die zich in het dossier bevinden, stemmen Spanje en Nederland in met respectievelijk de overdracht en de overname van de verdere tenuitvoerlegging van de straf, opgelegd bij voormelde Spaanse rechterlijke beslissing.
5.5 Het feit waarvoor [veroordeelde] is veroordeeld, is naar het recht van Spanje strafbaar gesteld bij artikel 368 en 369 lid 1 sub 6 van de Código Penal.
Het materiële feitencomplex dat aan de rechterlijke beslissing van de 23e Afdeling van de Arrondissementsrechtbank te Madrid, Spanje, d.d. 21 september 2007 ten grondslag ligt, is naar Nederlands recht strafbaar en kan worden gekwalificeerd als opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, welk handelen als misdrijf in artikel 10 van de Opiumwet strafbaar is gesteld.
5.6 Ten slotte stelt de rechtbank vast dat overigens geen der gronden zoals bedoeld in artikel 30 lid 1 aanhef en onder b, c en d van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen zich in casu voordoet.
De tenuitvoerlegging dient derhalve toelaatbaar te worden verklaard.
6. De toepasselijke verdragsbepalingen en wetsartikelen
Van toepassing zijn:
de artikelen 28, 30 en 31 van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen;
de artikelen 3 en 11 van het Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.
7. Strafoplegging
7.1 De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan en de persoon van de veroordeelde, naar Nederlands recht geen andere straf op haar plaats is dan een die vrijheidsbeneming met zich brengt.
7.2 Bij de bepaling van de strafmaat neemt de rechtbank voorts in overweging dat veroordeelde – zoals blijkt uit vorenbedoelde rechterlijke beslissing – zich schuldig heeft gemaakt aan de opzettelijke invoer van cocaïne. Cocaïne is een voor de (geestelijke) gezondheid van personen schadelijke stof en de aangetroffen hoeveelheid was van dien aard dat deze bestemd moet zijn geweest voor verdere verspreiding en handel. De verspreiding van en handel in cocaïne gaan gepaard met vele andere vormen van criminaliteit, waaronder de door gebruikers gepleegde strafbare feiten ter financiering van hun behoefte aan deze stof.
7.3 De rechtbank houdt bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen vrijheidsbenemende straf voorts rekening met de omstandigheid dat het bewezenverklaarde feit in Spanje als een zwaardere inbreuk op de rechtsorde wordt beschouwd dan in Nederland. De op te leggen straf zal om die reden hoger zijn dan in Nederland onder overeenkomstige omstandigheden gebruikelijk is.
7.4 Ten slotte houdt de rechtbank ook meer in het bijzonder rekening met de hier van toepassing zijnde, in Nederland geldende, regeling met betrekking tot de voorwaardelijke invrijheidstelling, alsmede met de datum waarop veroordeelde naar verwachting in Spanje in vrijheid zou worden gesteld indien hij aldaar zijn straf had moeten ondergaan.
Op grond van al het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden is.
8. Beslissing
De rechtbank:
- verklaart de tenuitvoerlegging van de rechterlijke beslissing van de 23e Afdeling van de Arrondissementsrechtbank te Madrid, Spanje, d.d. 21 september 2007, in Nederland toelaatbaar;
- verleent verlof tot tenuitvoerlegging in Nederland van die beslissing voor zover veroordeelde daarbij is veroordeeld tot een vrijheidsstraf;
- legt aan veroordeelde [veroordeelde] voornoemd, op een gevangenisstraf voor de duur van 51 MAANDEN, ter zake het in de rechterlijke beslissing van de 23e Afdeling van de Arrondissementsrechtbank te Madrid, Spanje, d.d. 21 september 2007 ten laste van hem bewezenverklaarde feitencomplex;
- beveelt dat de tijd gedurende welke veroordeelde ter fine van vervolging en ter uitvoering van de hem opgelegde sanctie van zijn vrijheid beroofd is geweest, te weten vanaf 18 september 2006, alsmede de tijd die hij sinds zijn overbrenging naar Nederland ingevolge de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen van zijn vrijheid beroofd is geweest, bij de tenuitvoerlegging van die straf geheel in mindering zal worden gebracht.
9. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. Van den Bos, voorzitter,
mrs. Eichperger en Crijns, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. Zeeman,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 februari 2009.
mr. Crijns is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.