Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH5352

Datum uitspraak2009-01-21
Datum gepubliceerd2009-03-10
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Maastricht
Zaaknummers03/700449-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte vrijgesproken van poging tot doodslag en van poging tot toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, nu niet vaststaat hoe lang verdachte het slachtoffer bij de keel heeft vastgehouden. Evenmin staat vast dat het slachtoffer doordat het werd vastgehouden aan de keel buiten bewustzijn is geraakt. Striemen in de hals worden als relatief licht letsel opgevat en passen niet bij een handeling als het dichtdrukken van de keel. Wel is verdachte veroordeeld voor mishandeling van het slachtoffer.


Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT Sector strafrecht parketnummer: 03/700449-08 vonnis van de meervoudige kamer d.d. 21 januari 2009 in de strafzaak tegen [naam verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], wonende te [postcode] [woonplaats verdachte], [adres]. Raadsman mr. J.L.M. Martens, advocaat te Maastricht. 1 Onderzoek van de zaak De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van 14 oktober 2008 en 7 januari 2009, waarbij de officier van justitie, de verdediging en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. 2 De tenlastelegging De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte heeft geprobeerd [naam slachtoffer] te doden, dan wel heeft geprobeerd hem zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, dan wel deze heeft mishandeld. 3 De beoordeling van het bewijs 3.1 Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie acht het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen. Zij voert daartoe aan dat, blijkens de verklaringen van [slachtoffer] en de moeder van verdachte, welke meteen na het gebeurde zijn afgelegd en overeenkomen, in combinatie met de medische verklaring en de verklaring van verdachte afgelegd bij de rechter-commissaris, verdachte de keel van [slachtoffer] heeft dichtgeknepen. De officier van justitie is van mening dat het langer dichtknijpen van iemands keel tot gevolg kan hebben dat deze persoon overlijdt. 3.2 Het standpunt van de verdediging De raadsman van verdachte komt tot de conclusie dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair en subsidiair ten laste gelegde en dat hij ten aanzien van het meer subsidiair ten laste gelegde dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Ten aanzien van het primair en subsidiair ten laste gelegde voert de raadsman aan dat het hebben van striemen in de hals, zoals bij [slachtoffer] is geconstateerd, niet impliceert dat er letsel aan de keel is ontstaan. Ook is het, gezien de medische achtergrond van [slachtoffer], niet duidelijk waardoor hij zijn bewustzijn heeft verloren. Uit de verklaring van verdachte blijkt dat er sprake was van een gevecht, waarbij [slachtoffer] zich ook niet geheel onbetuigd heeft gelaten, gezien de striemen die verdachte in de hals had. Verdachte heeft tevens verklaard dat hij de keel van aangever vrijwillig heeft losgelaten omdat hij het gevecht wilde beëindigen. Dat er sprake is van zwaar lichamelijk letsel blijkt niet uit dossier. Ten aanzien van het meer subsidiair ten laste gelegde is de raadsman van mening dat dit wel wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, maar dat er – gezien de omstandigheden van het onderhavige geval – ontslag van alle rechtsvervolging dient te volgen. 3.3 Het oordeel van de rechtbank Naar het oordeel van de rechtbank kan de primair ten laste gelegde poging tot doodslag, alsmede de subsidiair ten laste gelegde poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel niet wettig en overtuigend bewezen worden. Uit de stukken in het dossier blijkt dat verdachte [slachtoffer] bij zijn keel heeft vastgegrepen en deze heeft vastgehouden. Onduidelijk echter is hoe lang dit heeft geduurd, aangezien geen van de betrokkenen hierover iets heeft verklaard. Daarbij komt dat niet eenduidig is komen vast te staan dat [slachtoffer] hierdoor buiten bewustzijn is geraakt, hoewel zowel [slachtoffer] als getuige [naam getuige] dit verklaren. Immers in de medische verklaring wordt enkel vermeld dat [slachtoffer] meerdere striemen in zijn hals had. Nu een relatief licht letsel als bedoelde striemen niet goed past bij een handeling als het dichtdrukken van de keel waardoor [slachtoffer] buiten bewustzijn zou zijn geraakt – verdachte zou dan een zekere kracht moeten hebben uitgeoefend en daardoor zwaarder letsel moeten hebben veroorzaakt – kan een en ander niet de conclusie rechtvaardigen dat verdachte het opzet had – al dan niet in voorwaardelijke vorm – om het slachtoffer te doden of hem zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. De rechtbank zal verdachte daarvan vrijspreken. Wel acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte aangever [naam slachtoffer] heeft mishandeld. In de verklaring die verdachte bij de politie heeft afgelegd verklaart hij dat hij [slachtoffer] bij de nek heeft gepakt . [slachtoffer] verklaart in zijn aangifte dat hij zich op 1 juli 2008 bevond in een woning te Sittard en dat hij daar samen met zijn vrouw [naam vrouw ] was en met haar zoon [naam zoon], welke naar de roepnaam [roepnaam zoon] luistert. Tevens verklaart hij dat [roepnaam zoon] hem bij de keel greep en dat hij hiervan pijn heeft ondervonden . Getuige [naam getuige] heeft bij de politie verklaard dat [roepnaam zoon] zijn handen om de hals van [roepnaam slachtoffer] plaatste en deze met kracht dichtkneep . Blijkens de medische verklaring van de huisarts heeft aangever letsel opgelopen . 3.4 De bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 1 juli 2008 te Sittard opzettelijk mishandelend [naam slachtoffer] gewelddadig bij de keel heeft vastgepakt en vastgehouden, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden. De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken. 4 De strafbaarheid Het bewezen verklaarde levert het volgende strafbare feit op: meer subsidiair: mishandeling. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit. 5 De strafoplegging 5.1 De vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 24 maanden en 13 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar, met aftrek van het voorarrest. 5.2 Het standpunt van de verdediging De raadsman is van mening dat, indien het primair of subsidiair ten laste gelegde bewezen zou worden verklaard, de door de officier van justitie gevorderde straf te hoog is en onvoldoende tot uitdrukking brengt dat rekening is gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Tevens acht de raadsman het van belang dat verdachte hulpverlening krijgt. 5.3 Het oordeel van de rechtbank Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Verdachte heeft zijn stiefvader mishandeld door zijn keel dicht te knijpen. Ten aanzien van de op te leggen straf overweegt de rechtbank het volgende in het bijzonder. In het rapport over het psychiatrisch onderzoek d.d. 15 oktober 2008, verricht door dr. E.D.M. Masthoff, psychiater, adviseert deze verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen en om aan verdachte een voorwaardelijk strafdeel op te leggen met reclasseringstoezicht, ook als dat onder andere inhoudt dat verdachte meewerkt aan ambulante GGz behandeling, zijn antipsychotische medicatie volgens voorschrift inneemt en dat er wordt gezocht naar een passende daginvulling voor verdachte. De rechtbank neemt het advies van dr. Masthoff over. Blijkens de oriëntatiepunten voor straftoemeting is bij een eenvoudige mishandeling zonder slagwapen 4 weken gevangenisstraf op zijn plaats. Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat, gelet op het oriëntatiepunt enerzijds en het psychiatrisch rapport anderzijds, een gevangenisstraf van 4 weken voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, met een proeftijd van 2 jaar en met aftrek van het voorarrest, een passende sanctie is. 6 De wettelijke voorschriften De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c en 300 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde. 7 De beslissing De rechtbank: Vrijspraak - spreekt verdachte vrij van het primair en subsidiair ten laste gelegde; Bewezenverklaring - verklaart het meer subsidiair ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 3.4 is omschreven; - spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd; Strafbaarheid - verklaart dat het bewezen verklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven; - verklaart verdachte strafbaar; Straffen - veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 4 weken voorwaardelijk; - bepaalt dat de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van twee jaar schuldig maakt aan een strafbaar feit of omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd; - stelt als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de Reclassering, ook indien dit inhoudt dat de begeleiding van verdachte door de GGz wordt voortgezet, dat verdachte zijn antipsychotische medicatie volgens voorschrift inneemt en dat er wordt gezocht naar een passende daginvulling voor verdachte; - draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden; - bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf; Voorlopige hechtenis - heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van heden. Dit vonnis is gewezen door mr. Th.A.J.M. Provaas, voorzitter, mr. I. Dautzenberg en mr. I. Becker-Hartenhof, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K. Mahovic, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 21 januari 2009. Buiten staat Mr. mr. I. Becker-Hartenhof is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen. BIJLAGE I: De tenlastelegging Aan de verdachte is ten laste gelegd dat hij op of omstreeks 1 juli 2008 te Sittard, in elk geval in de gemeente Sittard-Geleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [naam slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet (gewelddadig) de keel van die [slachtoffer] heeft dichtgeknepen en/of dichtgeknepen gehouden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat: hij op of omstreeks 1 juli 2008 te Sittard, in elk geval in de gemeente Sittard-Geleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [naam slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet (gewelddadig) de keel van die [slachtoffer] heeft dichtgeknepen en/of dichtgeknepen gehouden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat: hij op of omstreeks 1 juli 2008 te Sittard, in elk geval in de gemeente Sittard-Geleen, opzettelijk mishandelend [naam slachtoffer] (gewelddadig) de keel heeft dichtgeknepen en/of dichtgeknepen gehouden en/of (gewelddadig) bij de keel en/of hals heeft vastgepakt en/of vastgehouden, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.