Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH5764

Datum uitspraak2008-12-10
Datum gepubliceerd2009-03-17
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers134993 / HA ZA 07-983
Statusgepubliceerd


Indicatie

Geldlening van vennootschap aan gedaagde wordt omgezet in geldlening van DGA van die vennootschap, waarbij het terug te betalen bedrag in termijnen wordt afgesproken. Tevens wordt dan afgesproken dat bij verkoop van het huis van gedaagde de resterende schuld ter stond in zijn geheel terugbetaald moet worden. Bij verkoop van dat huis ontstaat er geschil over de vraag of nu het (hogere) restant van de eerste lening moet worden terugbetaald of het restant van de gewijzigde lening.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 134993 / HA ZA 07-983 Vonnis van 10 december 2008 in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KLG EUROPE EERSEL B.V., gevestigd te Eersel, eiseres in conventie, verweerster in reconventie, advocaat mr. E.H.W. van Nijnatten te Eindhoven. tegen [A], wonende te [woonplaats], gedaagde in conventie, eiser in reconventie, advocaat mr. R. Grijpstra. Partijen zullen hierna KLG en [A] genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding; - de akte houdende overlegging producties, tevens wijziging van eis; - de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie; - de conclusie van repliek in conventie, tevens akte eiswijziging en van antwoord in reconventie; - de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie tevens houdende akte wijziging van eis; - de conclusie van dupliek in reconventie, tevens akte uitlating producties; - de akte overlegging producties; - de akte uitlating producties tevens verzoek om getuigenverhoor en wijziging van eis; - de atwoordakte; 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 1. De feiten 1.1. KLG was voorheen [B] Internationaal Transport B.V. genaamd. [B] (hierna: [B]) is (indirect) bestuurder van KLG. Tussen partijen is op 5 mei 2004 een overeenkomst van geldlening gesloten op grond waarvan KLG aan [A] EUR 50.000,00 heeft verstrekt (productie 1 bij akte overlegging producties). 1.1. Artikel 3 van de overeenkomst van geldlening luidt: (…) Aflossing zal in zijn geheel (hoofdsom en rente) geschieden per 5 augustus 2004(…). Artikel 6 van de overeenkomst luidt: (…) De leningsovereenkomst eindigt van rechtswege en het door de leningnemer alsdan verschuldigde is terstond en zonder opzegging ingebrekestelling of andere formaliteit opeisbaar in de volgende gevallen: a. indien de leningnemer in verzuim is met het nakomen van enige verplichting uit hoofde van deze overeenkomst; (…) 1.1. In augustus 2004 heeft KLG conservatoir beslag gelegd op een in eigendom aan [A] toebehorende woning aan het [adres] 1.1. Bij e-mail van 22 november 2004 bericht [A] aan [B]: (…) Zoals reeds eerder met jou besproken (en waar jij positief tegenover stond) zal de door jou verstrekte geldlening fiscaal in 2004 worden afgeschreven. Dit zou inhouden dat er dan een bedrag resteert van EUR 32.750 (percentage vpb 34,5 %). Mijn voorstel is om vanaf januari 2005 maandelijks een bedrag terug te betalen van EUR 2.500,00, met in december een slottermijn van EUR 5.250,00. (…) 1.1. Bij e-mail van 25 november 2004 bericht [B] in reactie daarop aan [A]: (…) Ik begrijp niet helemaal hoe je je voorstel van 22.11.04 boekhoudkundig wilt verwerken. Indien we dat zouden doen conform jou voorstel via ILN zullen wij dit moeten boeken en belasting betalen en blijven we dus met 100% zitten m.i. zijn er twee mogelijkheden: -ofwel betaal je gewoon EUR 50.000,- + rente + advocaat / beslagleggingskosten terug via ILN of een andere BV -ofwel bezorg je ons hiervan 65,5% = EUR 32.750,- in cash waarna wij de lening als verloren kunnen afboeken.(…) 1.1. Bij e-mail van 26 november 2006 reageert [A] daarop: (…) 5. Zoals eerder aangegeven in mijn eerdere e-mail verkeer realiseer ik mij terdege mijn financiële verplichtingen ten aanzien van [B]!(…) (…) Als jij mij de ruimte biedt om de EUR 32.750,00 conform het eerder opgestelde betaalschema aan jou terug te betalen, dan zeg ik jou hierbij toe de termijnen maandelijks contant aan jou te overhandigen! Als ik mij daar niet aan zal houden, dan heb jij wat mij betreft alle gelijk om alles te doen om je geld te verkrijgen! (…) 1.1. Bij e-mail van 8 december 2004 reageert [B] daarop: (…)ad punt 5. Als bovenstaande zaken(…)geregeld zijn(…)kunnen we ons vinden in jou voorstel ter terugbetaling van de lening: Maandelijks ingaande 1-1-2005 een bedrag, voor de 10e van de maand, contant te voldoen in Eersel een bedrag van EUR 2.500,-, laatste termijn groot EUR 5.250,- te voldoen voor 10 december 2005. Zoals je weet hebben wij ook kosten gemaakt. Inzake beslaglegging etc. daarnaast is ook de rente nog verschuldigd. (…)Tevens komen we jou hierbij tegemoet in de door jou verlangde mogelijkheid tot terugbetaling. Let wel, op het moment dat het huis van jou verkocht is, dienen alle resterende schulden onmiddellijk terugbetaald worden. (gezien de door jou gemelde overwaarde van de woning) (…) 1.1. Bij e-mail van 14 december 2004 reageert [A] daarop: (…) Punt 5 Akkoord. Dit geeft mij in ieder geval de mogelijkheid het hoofd in privé boven water te houden! Ten aanzien van de gememoreerde overwaarde van het huis stel ik voor het nog niet betaalde deel van de vordering te blokkeren op een derden rekening bij de notaris in geval van verkoop.(…) 1.1. Bij brief van 3 maart 2005 bericht de raadsman van KLG aan mr. S.R. Braamskamp van het notariskantoor belast met het notariële transport van de woning aan het [adres] onder meer het volgende: (…)Zoals met u telefonisch besproken d.d. 17 februari jl. zijn cliënte en de heer [A] overeengekomen dat [B] Internationaal Transport B.V. instemt met de opheffing van het ten laste van dhr. [A] gelegde conservatoir belag op de onroerende zaak staande en gelegen aan het [adres] te ‘s-Gravenhage, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat een bedrag van EUR 32.732,44 – welk bedrag bestaat uit een bedrag van EUR 30.250,-- dat in mindering strekt op de vordering in hoofdsom van EUR50.000,--, vermeerderd met een bedrag van EUR 2.482,44, zijnde het door [A] aan contractuele rente verschuldigde bedrag berekend tot en met 15 maart 2005- op de transportdatum zal worden overgemaakt op rekeningnummer [nummer] t.n.v. [B], Eersel.(…) 1.1. Op 15 maart 2005 vindt het notarieel transport plaats van de woning. De afrekening vermeldt bij een bedrag van EUR 32.732,44 “Holland Van Gijzen Advocaten en Notarissen i.v.m. opheffen beslag”. 1. Het geschil in conventie en in reconventie 3.1 KLG vordert in conventie na wijziging van eis samengevat - veroordeling van [A] tot betaling van EUR 17.250,--, vermeerderd met rente en kosten. [A] verweert zich daartegen. 3.2. [A] vordert na wijziging van eis in reconventie -samengevat- veroordeling van KLG tot betaling van de werkelijk door [A] gemaakte kosten van rechtsbijstand, tot en met de akte van 17 september 2008, althans een door de rechtbank in redelijkheid vast te stellen bedrag, te vermeerderen met rente en kosten. KLG verweert zich daartegen. 1. De beoordeling in conventie 1.1. De hiervoor onder rov. 2.4 tot en met rov. 2.8 aangehaalde faxcorrespondentie is gevoerd tussen [A] enerzijds en [B] en [D] anderzijds. De laatsten traden daarbij, zo begrijpt de rechtbank, zowel op voor KLG als [B] in privé. Uit deze faxberichten en hetgeen partijen daarover hebben aangevoerd, concludeert de rechtbank dat partijen de in mei 2004 gesloten overeenkomst van geldlening in december 2004 hebben gewijzigd in die zin dat KLG de schuld van [A] groot EUR 50.000,-- zou afschrijven en dat [A] in plaats daarvan een bedrag van EUR 32.750 diende te voldoen door maandelijks EUR 2500,-- contant te overhandigen aan [B] in persoon, met één slottermijn van EUR 5.250,-. Partijen hebben ook een begin gemaakt met de uitvoering van de gewijzigde overeenkomst doordat [A] in januari EUR 2.500,-- aan [B] heeft voldaan. Daarna stagneerden de betalingen kennelijk. 1.1. KLG stelt dat de gewijzigde overeenkomst een ontbindende voorwaarde bevatte, welke voorwaarde is vervuld doordat de woning van [A] is verkocht. In die zin heeft KLG bij brief van 3 maart 2005 ook de notaris bericht. [A] heeft door aanvaarding van de voorwaarde waaronder het beslag kon worden opgeheven, dat ook erkend althans stilzwijgend aanvaard. Volgens haar dient [A] daarom alsnog het restant van de hoofdsom van EUR 50.000,-- te voldoen, vermeerderd met rente en kosten. Ter onderbouwing van haar stelling dat de gewijzigde overeenkomst een ontbindende voorwaarde bevatte beroept KLG zich op de volgende zinsnede in het hiervoor in rov. 2.7 aangehaalde faxbericht: “Let wel, op het moment dat het huis van jou verkocht is, dienen alle resterende schulden onmiddellijk terugbetaald te worden.” 1.1. [A] bestrijdt de stelling van KLG. De hiervoor aangehaalde zinsnede ziet volgens hem enkel en alleen op de terugbetaling van de restantschuld op grond van de gewijzigde overeenkomst. [A] heeft daaraan voldaan door betaling van EUR 2.500,-- in contanten en doordat EUR 30.250,-- (het schuld restant) en EUR 2.482,44 (verschuldigde rente) door de notaris in mindering is gebracht op de opbrengst van de woning. [A] heeft zelfs nog EUR 7.391,36 bij moeten passen om zijn schuld te kunnen aflossen. 1.1. Uit meergenoemde zinsnede kan niet zonder meer worden afgeleid dat het daarbij ging om een ontbindende voorwaarde als door KLG bedoeld. De zinsnede laat ook een uitleg toe als door [A] gegeven. De gewijzigde overeenkomst moet daarom worden uitgelegd waarbij van beslissende betekenis zijn alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen. Van belang daarbij is dat KLG kennelijk de vordering van EUR 50.000,-- op [A] in haar boeken als oninbaar zou afschrijven. [A] kon volstaan met voldoening EUR 32.750,-- [B] in persoon. Daarmee in overeenstemming is ook dat de raadsman van KLG de notaris heeft bericht dat EUR 32.732,44 op de privé-bankrekening van [B] dient te worden voldaan. In de brief van 3 maart 2005, waarvan niet aannemelijk is geworden dat deze vóór het transport van de woning ter kennis van [A] is gebracht, wordt wel gerept van een bedrag van EUR 50.000,-- maar niet blijkt dat KLG daarop nog aanspraak wenste te maken. Nu bovendien KLG bereid was mee te werken aan opheffing van het beslag op de woning indien een bedrag werd voldaan gelijk aan hetgeen [A] aan [B] in privé diende te voldoen, is de slotsom dat de gewijzigde overeenkomst moet worden uitgelegd op de wijze als door [A] voorgestaan. De vordering van KLG moet daarom worden afgewezen. 1.1. KLG zal als de in het ongelijk gestelde partij in conventie in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [A] worden begroot op: - dagvaarding EUR 71,32 - verschotten 7,00 - vast recht 530,00 - salaris advocaat 1.737,00 (3 punten × tarief EUR 579,00) Totaal EUR 2. 345,32 in reconventie 1.1. In reconventie vordert [A] –na wijziging van eis- betaling van de door hem gemaakte proceskosten en stelt daartoe dat KLG door de onderhavige procedure aanhangig te maken onrechtmatig jegens hem handelt. [A] heeft als gevolg daarvan schade geleden die bestaat in de tot en met de akte uitlating producties gemaakte kosten van rechtsbijstand. KLG heeft dat bestreden. De rechtbank zal de vordering –afgezien van het ontbreken van onderbouwing van de schade door middel van bijvoorbeeld facturen- afwijzen omdat [A] zijn vordering onvoldoende feitelijk heeft onderbouwd. Uit de door [A] gestelde feiten kan niet worden afgeleid dat KLG misbruik van procesrecht heeft gemaakt door de conventionele vordering in te stellen. 1.1. [A] zal als de in het ongelijk gestelde partij in reconventie in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van KLG worden begroot op: - salaris advocaat EUR 768,00 (2 punten x tarief EUR 384,00). 1. De beslissing De rechtbank in conventie 1.1. wijst de vordering af, 1.1. veroordeelt KLG in de proceskosten, aan de zijde van [A] begroot op EUR 2.345,32, in reconventie 1.1. wijst de vordering af, 1.1. veroordeelt [A] in de proceskosten, aan de zijde van KLG begroot op EUR 768,00. Dit vonnis is gewezen door mr. J.P.C. Obbink en in het openbaar uitgesproken op 10 december 2008.