
Jurisprudentie
BH5918
Datum uitspraak2009-02-17
Datum gepubliceerd2009-03-13
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Maastricht
Zaaknummers136865 / OT RK 09-89
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-03-13
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Maastricht
Zaaknummers136865 / OT RK 09-89
Statusgepubliceerd
Indicatie
De kinderrechter te Maastricht heeft zich ten aanzien van het verzoek tot intrekking van de voorlopige voogdij onbevoegd verklaard op grond van artikel 241 lid 6 BW, aangezien de beslissing ten aanzien van de voorlopige voogdij door de kinderrechter te Roermond is genomen. Ook ten aanzien van het verzoek tot ondertoezichtstelling heeft de kinderrechter zich onbevoegd verklaard, aangezien de minderjarige onder gezag staat van de Stichting Bureau Jeugdzorg Roermond en de kinderrechter te Roermond op grond van artikel 12 BW bevoegd is. De kinderrechter heeft de zaak verwezen naar de kinderrechter te Roermond.
Uitspraak
RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Datum uitspraak: 17 februari 2009
Zaaknummer: 136865 / OT RK 09-89
De kinderrechter heeft de navolgende beschikking gegeven in de zaak met betrekking tot de minderjarige:
[minderjarige] geboren te [geboortegegevens minderjarige]
kind van:
[moeder], wonende te [adres moeder].
Advocaat mr. A. Crombag.
Belanghebbende:
Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, gevestigd te 6040 AA Roermond, Postbus 34,
1. Verloop van de procedure:
Op 20 januari 2009 heeft de Raad voor de Kinderbescherming te Maastricht, verder te noemen de raad, een verzoekschrift tot ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing ingediend.
De zaak is behandeld ter zitting van 10 februari 2009.
2. Vaststaande feiten
[minderjarige] is geboren op 1 november 2008 uit de moeder voornoemd.
De moeder is minderjarig en staat onder toezicht van de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg. Zij wordt op 19 februari 2009 meerderjarig.
Bij beschikking van 9 december 2008 van de kinderrechter te Roermond is Bureau Jeugdzorg Limburg belast met de voorlopige voogdij over [minderjarige], die bij pleegouder(s) op een geheim adres verblijft.
3. Verzoek
De raad heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [minderjarige] uit te spreken voor een periode van een jaar met ingang van 19 februari 2009 en een machtiging te verlenen om [minderjarige] uit huis te plaatsen bij pleegouder(s) voor de duur van de ondertoezichtstelling.
In voormeld verzoekschrift heeft de raad gesteld dat hij het verzoek voorlopige voogdij heeft ingetrokken ingaande 19 februari 2009.
Ter zitting van 10 februari 2009 heeft de raad aanvullend verzocht de voorlopige voogdij over [minderjarige] in te trekken.
4. Beoordeling:
De kinderrechter te Maastricht acht zich op grond van artikel 241 lid 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW) niet bevoegd om kennis te nemen van het verzoek tot intrekking van de voorlopige voogdij, nu de beslissing daartoe door de kinderrechter te Roermond is genomen.
Ook met betrekking tot het verzoek tot ondertoezichtstelling acht de kinderrechter zich niet bevoegd nu de minderjarige onder gezag van de Stichting Bureau Jeugdzorg Roermond staat en de kinderrechter te Roermond op grond van artikel 12 BW bevoegd is.
De kinderrechter zal zich derhalve onbevoegd verklaren van beide verzoeken kennis te nemen en de zaak naar de kinderrechter te Roermond verwijzen.
5. Beslissing:
Verklaart zich onbevoegd van beide verzoeken kennis te nemen.
Verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de kinderrechter te Roermond.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E. Salemans-Wijnen, kinderrechter en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2009 in tegenwoordigheid van griffier.
MD