Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH6146

Datum uitspraak2009-03-10
Datum gepubliceerd2009-03-16
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers19.830273-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij, onder invloed dat alcohol en/of speed, geweld heeft gepleegd tegen personen en goederen. Op 18 oktober 2008 heeft verdachte, zonder enige aanleiding, [aangever 1] mishandeld. Op 25 mei 2008 heeft hij met behulp van een ijzeren staaf geweld uitgeoefend op ramen en deuren van een café. Op 20 september 2008 heeft hij, wederom zonder enige aanleiding, een ruit van een taxi vernield. Toen de politieambtenaren na deze vernieling ter plaatse kwamen, richtte de agressie van verdachte zich tegen deze politieambtenaren. Op 21 juni 2008 heeft hij zelfs zijn moeder bedreigd en beledigd.


Uitspraak

RECHTBANK ASSEN Sector strafrecht Parketnummer: 19.830273-08 19.6220271-08 (vordering na voorwaardelijke veroordeling) vonnis van de Meervoudige kamer d.d. 10 maart 2009 in de zaak van het openbaar ministerie tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989, wonende [adres], thans verblijvende in [plaats van detentie]. Het onderzoek ter terechtzitting heeft, na verwijzing door de politierechter, plaatsgehad op 24 februari 2009. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. W.M. Bierens, advocaat te Assen. Tenlastelegging De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat 1. hij op of omstreeks 18 oktober 2008 te Hoogeveen, althans in de gemeente Hoogeveen opzettelijk mishandelend [slachtoffer], heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht 2. (parketnummer 19/620737-08) hij op of omstreeks 25 mei 2008 in de gemeente Coevorden met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Sallandsestraat, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een gebouw gelegen aan de Sallandsestraat ([adres]), welk geweld bestond uit het, meermalen, - bonken tegen de ramen en/of deuren en/of - met een ijzeren staaf, althans een metalen voorwerp slaan op de ramen en/of deuren en/of - rukken/trekken aan de deur, waarbij hij, verdachte, opzettelijk een deur en/of een raam heeft vernield; art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht art 141 lid 2 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat hij op of omstreeks 25 mei 2008 in de gemeente Coevorden tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit en/of een deur(kozijn) en/of een deurslot (van een gebouw gelegen aan de Sallandsestraat nr [nummer]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt; art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht 3. (parketnummer 19/621305-08) hij op of omstreeks 20 september 2008 in de gemeente Coevorden opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van een taxi, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam taxibedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt; art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht 4. (parketnummer 19/621305-08) hij op of omstreeks 20 september 2008 te gemeente Coevorden toen de aldaar dienstdoende opsporingsambtena(a)r(en) van de Regiopolitie Drenthe, [naam opsporingsambtenaar] en/of [naam opsporingsambtenaar] verdachte op verdenking van het overtreden van artikel 350 Wetboek van Strafrecht, in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit, op heterdaad ontdekt, had(den) aangehouden en vastgegrepen, althans vast had(den) teneinde hem ten spoedigste voor te geleiden voor een hulpofficier, zich met geweld heeft verzet tegen bovengenoemde opsporingsambte-na(a)r(en), werkzaam in de rechtmatige uitoefening zijner/hunner bediening, door opzettelijk gewelddadig te slaan en/of te trekken en/of rukken in een andere richting dan waarin die ambtena(a)r(en) verdachte trachtt(n) met zich te voeren; art 180 Wetboek van Strafrecht 5. (parketnummer 19/606137-08) hij op of omstreeks 21 juni 2008 te Hoogeveen, zijn moeder [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk zijn moeder dreigend de woorden toegevoegd :" donder op vieze kankerhoer, ik sla je op je bek ", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking; en/of hij op of omstreeks 21 juni 2008 te Hoogeveen opzettelijk beledigend zijn moeder [slachtoffer], in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "vieze kankerhoer", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking; art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging. Bewijsmiddelen Nu verdachte hetgeen de rechtbank onder 2 primair, 4 en 5 bewezen zal verklaren heeft bekend en nadien niet anders heeft verklaard en hij noch zijn raadsman vrijspraak heeft bepleit zal de rechtbank volstaan met een opgave van bewijsmiddelen. Ten aanzien van feit 1: Een in een wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van politie Drenthe, dossiernummer: PL033E/08-507347, houdt in: - als verklaring van aangever [aangever 1]: Ik kwam op 18 oktober 2008 tussen 00.00 uur en 00.20 uur samen met vrienden uit café [naam café] te Hoogeveen. Ik zag een jongen op mij afkomen die zei:"Wat doe je?". Hij gaf mij daarna gelijk een harde klap tegen mijn rechterslaap. Ik kreeg hoofdpijn. Ik kreeg ook een trap tegen mijn been. Jongen had een fors postuur, een wit vest aan, had zeer kort haar en zijn naam is [naam]. Ik hoorde later van anderen dat zijn achternaam [achternaam] is. - een proces-verbaal van bevindingen: Verdachte had (volgens hem) gisteravond een wit t-shirt en een vest aan. [verdachte] heeft een corpulent breed postuur. Hij heeft kort blond haar. Hij mist 2 voorste boventanden. - als verklaring van getuige [getuige 1]: Vandaag op 18 oktober 2008 kwamen wij uit café [café]. Plotseling zag ik dat mijn vriend [naam] werd geslagen en geschopt door een jongen. Ik ben er tussen gesprongen. Ik herkende de jongen die had geslagen als zijnde [verdachte]. - als verklaring van getuige [getuige 2]: Een dikke jongen, die [verdachte] schijnt te heten liep naar die jongen toe en hij werd aan zijn kop gemept. Die jongen die sloeg, was eind 20 jaar oud en had een wit t-shirt aan met daarover een vest. Hij had blond haar. - als verklaring van getuige [getuige 3]: Ik was onder andere met [getuige 2]. We kwamen een groep van een man of 6 tegen. Een man riep dat hij iedereen die hij tegenkwam in elkaar zou slaan. Er kwamen fietsers tegemoet. De agressieve jongen begon zonder aanleiding op het hoofd van de jongen te slaan. De jongen die sloeg was dik, had een half gebit en had een wit t-shirt aan. De verklaring van verdachte ter terechtzitting: Ik was op 18 oktober 2008 bij café [café] in Hoogeveen. Ten aanzien van feit 2: Een in een wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van politie Drenthe, dossiernummer: PL032T/08-502837, houdt in: - de aangifte (op pagina 84ev) van [aangever 2]; - de verklaring (op pagina 30ev) van [vader verdachte]]; - de verklaring (op pagina 38ev) van [getuige 4]; - de verklaring (op pagina 47ev) van [getuige 5]. De verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd. Ten aanzien van feit 3: Een in een wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van politie Drenthe, dossiernummer: PL032T/08-505080, houdt in: - als verklaring van aangever [aangever 3]: Ik ben taxichauffeur bij personenvervoer [bedrijf]. Ik moest op 20 september 2008 een klant ([naam]) ophalen uit café [café] te Coevorden. Bij de bar stond een man met een stevig postuur met 2 a 3 boventanden uit zijn mond. Ik hoorde dat het de zoon van [vader verdachte] was. Die man liep naar buiten naar de taxi. [klant] en ik liepen ook naar de taxi. Ik stapte in de taxi. Die man sloeg met zijn vuist het linkervoorportierraam kapot. Ik reed weg en hoorde weer een knal. Het linkerachterportierraam was kapot. - als verklaring van verdachte: Ik ben naar café [café] te Coevorden gegaan. - als verklaring van getuige [getuige 6]: Ik en de chauffeur wilden in de taxi stappen. Ik zag dat [verdachte] op de ruiten van de taxi begon te slaan. Hij sloeg aan de linkerkant op het voor- en achterportier.We zijn weggereden. [verdachte] heeft het raam van het taxiportier aan de bestuurderskant en het raam van het achterportier ingeslagen. Ten aanzien van feit 4: Een in een wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van politie Drenthe, dossiernummer: PL032T/08-505080, houdt in: - een proces-verbaal van aanhouding; - een proces-verbaal van bevindingen; De verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd. Ten aanzien van feit 5: Een in een wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van politie Drenthe, dossiernummer: PL033L/08-503878, houdt in: - de verklaring van aangeefster [aangeefster]; - de verklaring van aangeefster [aangeefster]; - de verklaring van getuige [getuige 7]. De verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd. Bewezenverklaring De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder 1, 2 primair, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: 1. hij op 18 oktober 2008 te Hoogeveen, opzettelijk mishandelend [slachtoffer], heeft gestompt en geschopt, waardoor deze pijn heeft ondervonden; 2. hij op 25 mei 2008 in de gemeente Coevorden met een ander, op of aan de openbare weg, de Sallandsestraat, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een gebouw gelegen aan de Sallandsestraat nr.[nummer], café [naam], welk geweld bestond uit het, meermalen, - bonken tegen de ramen en deuren en - met een ijzeren staaf, slaan op de ramen en deuren en - rukken/trekken aan de deur; 3. hij op 20 september 2008 in de gemeente Coevorden opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van een taxi, toebehorende aan Personenvervoer [bedrijfsnaam], heeft vernield; 4. hij op 20 september 2008 te gemeente Coevorden, toen de aldaar dienstdoende opsporingsambtenaren van de Regiopolitie Drenthe [opsporingsambtenaar] en [opsporingsambtenaar], verdachte op verdenking van het overtreden van artikel 350 Wetboek van Strafrecht hadden aangehouden en vastgegrepen, teneinde hem ten spoedigste voor te geleiden voor een hulpofficier, zich met geweld heeft verzet tegen bovengenoemde opsporingsambtenaren, werkzaam in de rechtmatige uitoefening hunner bediening, door opzettelijk gewelddadig te slaan en/of te trekken en rukken in een andere richting dan waarin die ambtenaren verdachte trachtten met zich te voeren; 5. hij op 21 juni 2008 te Hoogeveen, zijn moeder [slachtoffer] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk zijn moeder dreigend de woorden toegevoegd :" ik sla je op je bek "; en hij op 21 juni 2008 te Hoogeveen opzettelijk beledigend zijn moeder [slachtoffer], in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "vieze kankerhoer". De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft. De verdachte zal van het onder 1, 2 primair, 3, 4 en 5 meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht. Kwalificaties Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op: onder 1: mishandeling, strafbaar gesteld bij artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht; onder 2 primair: openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen, strafbaar gesteld bij artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht. onder 3: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen, strafbaar gesteld bij artikel 350 van het Wetboek van Strafrecht. onder 4: wederspannigheid, strafbaar gesteld bij artikel 180 van het Wetboek van Strafrecht. onder 5: bedreiging met zware mishandeling, strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht. en eenvoudige belediging, strafbaar gesteld bij artikel 266 van het Wetboek van Strafrecht. Strafbaarheid De rechtbank heeft kennis genomen van een psychiatrisch rapport d.d. 25 januari 2009 opgemaakt door S.U. Leeuwenstein, forensisch psychiater, en een psychologisch rapport d.d. 23 januari 2009 opgemaakt door J. de Hoop, klinisch psychologe. Deze rapporten houden onder meer in als conclusie - zakelijk weergegeven -: "De persoonlijkheidsproblematiek en verstandelijke handicap zijn van dien aard dat de feiten waarvan verdachte wordt verdacht, hem slechts in verminderde mate kunnen worden toegerekend." De rechtbank verenigt zich, mede gelet op de toedracht van de feiten en de persoon van de verdachte, met voormelde conclusie en maakt die tot de hare. De rechtbank is derhalve van oordeel, dat het hiervoor bewezen verklaarde aan de verdachte kan worden toegerekend, zij het in verminderde mate. Strafmotivering De rechtbank houdt bij de bepaling van de op te leggen straf rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, met de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan, met hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte en met de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 22 oktober 2008, waaruit blijkt dat de verdachte eerder ter zake van geweldsmisdrijven is veroordeeld. De rechtbank houdt voorts rekening met de eis van de officier van justitie, mr. J. Hoekman. De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, ter zake van de feiten 1, 2 primair (zonder de strafverzwarende omstandigheid van opzettelijke vernieling), 3, 4 en 5 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 322 dagen, met aftrek ex artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, hetgeen mede een ambulante behandeling bij de AFPN of soortgelijke instelling kan inhouden. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de bij vonnis van 18 februari 2008 door de politierechter te Assen, onder parketnummer 19.6220271-08, opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden wordt tenuitvoergelegd. De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat de tenlastegelegde feiten kunnen worden bewezen en heeft gepleit voor het opleggen van een gevangenisstraf waarvan het onvoorwaardelijk deel gelijk is aan het voorarrest. De raadsman heeft voorts bepleit dat de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf kan worden toegewezen, onder gelijktijdige omzetting in een werkstraf. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij, onder invloed dat alcohol en/of speed, geweld heeft gepleegd tegen personen en goederen. Op 18 oktober 2008 heeft verdachte, zonder enige aanleiding, [aangever 1] mishandeld. Op 25 mei 2008 heeft hij met behulp van een ijzeren staaf geweld uitgeoefend op ramen en deuren van een café. Op 20 september 2008 heeft hij, wederom zonder enige aanleiding, een ruit van een taxi vernield. Toen de politieambtenaren na deze vernieling ter plaatse kwamen, richtte de agressie van verdachte zich tegen deze politieambtenaren. Op 21 juni 2008 heeft hij zelfs zijn moeder bedreigd en beledigd. De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf geboden is. De rechtbank acht het noodzakelijk, gelet op verdachtes problematiek, dat aan het voorwaardelijk deel van de gevangenisstraf als bijzondere voorwaarde toezicht van de VNN wordt verbonden, hetgeen mede kan inhouden een ambulante behandeling bij de AFPN. Toepassing van wetsartikelen De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 14i, 14j, 27 en 57 van het Wetboek van Strafrecht. Vordering tenuitvoerlegging na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 19/622071-07 De rechtbank acht de vordering van de officier van justitie toewijsbaar nu de verdachte, eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf bij vonnis van de politierechter te Assen d.d. 18 februari 2008, zich tijdens de proeftijd heeft schuldig gemaakt aan strafbare feiten. Beslissing van de rechtbank De rechtbank verklaart bewezen dat het onder 1, 2 primair, 3, 4 en 5 tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar. De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1, 2 primair, 3, 4 en 5 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 232 dagen, waarvan een gedeelte groot 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank beveelt, dat de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, of gedurende die proeftijd de hierna te vermelden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd. De rechtbank stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens Verslavingszorg Noord Nederland (VNN), onder goedkeuring van de Stichting Reclassering Nederland, hetgeen mede kan inhouden dat de verdachte zich ambulant laat behandelen, met opdracht aan die instelling ingevolge art. 14d van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. De rechtbank heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden 10 maart 2009. Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 19/622071-07 De rechtbank gelast de tenuitvoerlegging van de bij vonnis d.d. 18 februari 2008 door de politierechter te Assen gewezen voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden. Dit vonnis is gewezen door mr. H.H.A. Fransen, voorzitter en mr. C.M.M. Oostdam en mr. J.G. de Bock, rechters in tegenwoordigheid van J. Hoogeveen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 10 maart 2009, zijnde mr. Oostdam buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.