Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH6207

Datum uitspraak2009-03-17
Datum gepubliceerd2009-03-17
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers11/500563-08, 11/430627-06, 11/500221-07
Statusgepubliceerd


Indicatie

De rechtbank heeft een 29-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaar. De veroordeelde, die bekend staat als een zogenaamde veelpleger, heeft in een tijdspanne van ongeveer 30 uur een gewapende overval gepleegd op een supermarkt en op een afhaalpizzeria, alsmede een gewapende straafroof waarna hij heeft geprobeerd te geld te pinnen met een gestolen bankpas.Toepassing artikel 9a Sr voor het dragen van een vleesvork en het opgeven van een valse naam aan een opsporingsambtenaar


Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT Sector strafrecht parketnummer: 11/500563-08, 11/430627-06 (gev.ttz) en 11/500221-07 (tul) [promis] vonnis van de meervoudige kamer d.d. 17 maart 2009 in de strafzaak tegen [naam], geboren in 1979, wonende te [adres en woonplaats], thans gedetineerd in de PI Zuid West - De Dordtse Poorten, te Dordrecht. Raadsvrouw mr. E.M. van den Oudenaller, advocaat te Dordrecht. 1 Onderzoek van de zaak De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 3 maart 2009, waarbij de officier van justitie mr. A.L. van Lawick van Pabst-Hoekstra, de verdachte en zijn raadsvrouw hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de benadeelde partij. Ter zitting zijn overeenkomstig artikel 285 van het Wetboek van Strafvordering de zaken onder de eerste twee voormelde parketnummers gevoegd. De rechtbank heeft de feiten die in de dagvaardingen zijn opgenomen, van een doorlopende nummering voorzien. Zij zal die nummering in dit vonnis aanhouden. 2 De tenlastelegging De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte: Feit 1 onder A: op 28 november 2008 in Dordrecht een diefstal met geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft gepleegd; Feit 1 onder B: op 28 november 2008 te Dordrecht door geweld [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot afgifte van geld; Feit 2: op 27 november 2008 te Dordrecht [slachtoffer 4], [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] door geweld en bedreiging met geweld gedwongen heeft tot afgifte van hun portemonnees met inhoud; Feit 3: op 28 november 2008 te Dordrecht [slachtoffer 7] door geweld en bedreiging met geweld heeft gedwongen tot afgifte van zijn portemonnee met inhoud, mp3-speler, mobiele telefoon, sleutels en een OV-jaarkaart; Feit 4: op 28 november 2008 te Dordrecht heeft geprobeerd een geldbedrag van [slachtoffer 7] te stelen door middel van een gestolen bankpas; Feit 5: op 20 augustus 2006 te Gorinchem een vleesvork heeft gedragen; Feit 6: op 20 augustus 2006 te Gorinchem een valse naam heeft opgegeven aan een opsporingsambtenaar. 3 De voorvragen De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen en is dus geldig. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen. De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. 4 De beoordeling van het bewijs 4.1 Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie is van oordeel dat alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard. Ten aanzien van feit 1 heeft de officier van justitie opgemerkt dat het tenlastegelegde onder A bewezen kan worden verklaard en dat bewezen kan worden verklaard dat een geldbedrag van 975 euro is weggenomen in plaats van het ten laste gelegde geldbedrag van 1050 euro. 4.2 Het standpunt van de verdediging De raadsvrouw heeft geen bewijsverweren gevoerd. 4.3 Het oordeel van de rechtbank De rechtbank constateert dat zich de situatie als bedoeld in artikel 359 derde lid van het Wetboek van Strafvordering voordoet. De rechtbank acht alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, gelet op: Feit 1: - de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 3 maart 2009; - de aangifte van [slachtoffer 3]; - de verklaring van [slachtoffer 1]; - de verklaring van [slachtoffer 2]; - het proces-verbaal van bevindingen van het uitkijken van camerabeelden en de daarbij opgenomen afdrukken van die beelden; Feit 2: - de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 3 maart 2009; - de aangifte van [slachtoffer 4]; - de verklaring van [slachtoffer 5]; - de verklaring van [slachtoffer 6]; - de verklaring van [medeverdachte 1]; Feit 3: - de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 3 maart 2009; - de aangifte van [slachtoffer 7]; - de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2]; Feit 4: - de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 3 maart 2009; - het proces-verbaal van bevindingen van het uitkijken van de beelden van de pinautomaat van de Abn-Amro bank en de daarbij opgenomen afdrukken van die beelden; - de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2]; Feit 5: - de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 3 maart 2009; - het proces-verbaal van aanhouding van verdachte; Feit 6: - de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 3 maart 2009; - het proces-verbaal van aanhouding van verdachte - het proces-verbaal van vaststelling van de identiteit van verdachte; 4.4 De bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte 1. op 28 november 2008 te Dordrecht met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag geheel toebehorende aan [slachtoffer 3], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en, welk geweld enwelke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, - een groot mes op korte afstand voor de borst en op korte afstand van de handen van die [slachtoffer 2] heeft gehouden en - daarbij op agressieve toon heeft geroepen: "maak open" en - die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt terwijl, hij verdachte, een mes in zijn hand had, envervolgens dat mes tegen het been van die [slachtoffer1] heeft gehouden en - daarbij heeft gezegd dat die [slachtoffer 1] de kassa moest open maken; 2. op 27 november 2008 te Dordrecht met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] heeft gedwongen tot de afgifte van hun portemonnee's met inhoud, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6], welk geweld enwelke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte - de deur van Domino's (gelegen aan [adres en plaats]) heeft open getrapt en het pand heeft betreden en - aldaar heeft geroepen: "geld! pak Geld! en - die [slachtoffer 5] heeft vast gepakt en - de punt van een schaar in de richting van die [slachtoffer 5] heeft gehouden en gestoken en - daarbijheeft geroepen: Maak de kassa open of ik snij je en - die schaar dicht bij de borst van die [slachtoffer 6] heeft gehouden en - met de punt van die schaar in de richting van die [slachtoffer 4] heeft gewezen en - tegen die [slachtoffer 4] en die [slachtoffer 5] en die [slachtoffer 6] heeft geroepen: "geef me je portemonnee, geef me je geld"; 3. op 28 november 2008 te Dordrecht met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 7] heeft gedwongen die zich op dat moment op de Rijksstraatweg bevond tot de afgifte van een MP3-speler en een mobiele telefoon en meerdere sleutels en een OV-jaarkaart en een portemonnee inhoudende meerdere bankpassen en een telefoonkaart en een ID-kaart, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte, - vanuit de struiken op die [slachtoffer 7] is afgelopen en die [slachtoffer 7] de doorgang heeft geblokkeerd en- een mes heeft geopend en getoond en gericht op die [slachtoffer 7] terwijl hij op 60 cm afstand van die [slachtoffer 7] stond en - een stekende beweging heeft gemaakt in de richting van het lichaam van die [slachtoffer 7] en - tegen die [slachtoffer 7] heeft gezegd: * "Geef alles nu, vriend. Geef alles nu!" en * "Geef alles nu anders steek ik je hier neer. Geef alles!" en * "Wat is je pincode?" en * "Ik weet waar je woont. Als de code niet klopt, ben je dood!", 4. op meer tijdstippen op 28 november 2008 te Dordrecht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een geldbedrag, geheel toebehorende aan [slachtoffer 7], en dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik te brengen door middel van een valse sleutel, te weten een bankpas met een pincode, waarvan hij, verdachte niet de rechtmatige eigenaar of gebruiker was, een pas in een pinautomaat van de Abn-Amro heeft gebracht en een code heeft ingetoetst, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 5. op 20 augustus 2006 te Gorinchem, een vleesvork, zijnde een voorwerp als bedoeld in de categorie IV van de Wet wapens en munitie, heeft gedragen; 6. op 20 augustus 2006 te Gorinchem toen een opsporingsambtenaar hem als verdachte van een strafbaar feit naar zijn identiteitsgegevens vroeg, aan die opsporingsambtenaar een andere dan zijn werkelijke naam en voornaam en geboortedatum en geboorteplaats en adres heeft opgegeven. De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken. 5 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op: 1. DIEFSTAL, VOORAFGEGAAN EN VERGEZELD VAN GEWELD EN BEDREIGING MET GEWELD TEGEN PERSONEN, GEPLEEGD MET HET OOGMERK OM DIE DIEFSTAL VOOR TE BEREIDEN EN GEMAKKELIJK TE MAKEN. 2. AFPERSING, MEERMALEN GEPLEEGD. 3. AFPERSING. 4. POGING TOT DIEFSTAL WAARBIJ DE SCHULDIGE HET WEG TE NEMEN GOED ONDER ZIJN BEREIK HEEFT GEBRACHT DOOR MIDDEL VAN VALSE SLEUTELS. 5. HANDELEN IN STRIJD MET ARTIKEL 27, EERSTE LID VAN DE WET WAPENS EN MUNITIE. 6. DOOR HET BEVOEGDE GEZAG NAAR ZIJN NAAM GEVRAAGD EEN VALSE NAAM OPGEVEN. 6 De strafbaarheid van de verdachte Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar. 7 De strafoplegging 7.1 De vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen voor de feiten 1 t/m 4 een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 8 jaar. Voor feit 5 en 6 heeft de officier van justitie gevorderd dat met toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen straf of maatregel wordt opgelegd. 7.2 Het standpunt van de verdediging De raadsvrouw heeft bepleit dat de strafeis te hoog is en dat een gevangenisstraf tussen de 5 en 6 jaar meer op zijn plaats is. 7.3 Het oordeel van de rechtbank De rechtbank heeft de op te leggen bepaald op grond van de ernst van en de omstandigheden waaronder begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter zitting. Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich binnen een tijdspanne van ongeveer 30 uur schuldig gemaakt aan een reeks van ernstige, strafbare feiten waarbij zeven slachtoffers een traumatische ervaring hebben opgelopen. Verdachte heeft verklaard dat hij in de twee weken voorafgaand aan de gepleegde misdrijven dagelijks 'van de kaart' was en geld nodig had om in een roes te kunnen blijven. Teneinde geld te bemachtigen heeft verdachte spontaan bedacht dat Domino's Pizza nog open was en dat hij daar een overval zou plegen. Toen verdachte daar aankwam, bleek deze winkel gesloten, maar het personeel was nog aanwezig om schoon te maken. Verdachte heeft de toegangsdeur tot het pand opengetrapt en geprobeerd het aanwezige personeel onder bedreiging van een schaar te dwingen tot het openen van een geldkluis. Toen daar een tijdslot op bleek te zitten heeft verdachte de medewerkers gedwongen tot afgifte van hun portemonnee. Toen die buit niet groot genoeg voor verdachte was, heeft verdachte ongeveer twee uur later de eerste de beste fietser opgewacht in de bosjes, hetgeen een 18-jarige jongen bleek te zijn die net van zijn werk naar huis fietste. Verdachte is voor het slachtoffer op de weg gesprongen en heeft hem met een knipmes bedreigd. Het slachtoffer werd gedwongen tot afgifte van zijn eigendommen. Nadat verdachte over de bankpas van het slachtoffer beschikte, heeft hij het slachtoffer om zijn pincode gevraagd en gezegd "Als de code niet klopt, ben je dood!" Verdachte heeft daarbij ook gezegd dat hij wist waar het slachtoffer woonde. Verdachte beschikte immers over de adresgegevens van het slachtoffer doordat hij zijn portemonnee had afgegeven en over zijn huissleutels. Het was een laffe overval te meer verdachte later heeft erkend dat hij het slachtoffer heeft zien huilen, hetgeen hem op geen enkele manier heeft weerhouden verdere bedreigingen te uiten. Het slachtoffer heeft verklaard doodsangsten te hebben uitgestaan, ten tijde van de beroving zelf, maar ook later omdat de dader wist waar hij woonde. Vervolgens heeft verdachte geprobeerd geld te pinnen met de gestolen bankpas van het slachtoffer, maar die had verdachte een onjuiste code opgegeven waardoor het slechts tot een poging tot diefstal is gebleven. Reeds de volgende middag heeft verdachte een overval op supermarkt Spar beraamd. Verdachte heeft zich geheel in het zwart gekleed en heeft een bivakmuts en een groot mes meegenomen. In de supermarkt heeft hij zich vermomd en het aanwezige personeel met het mes bedreigd. De 16-jarige kassamedewerker heeft hij gedwongen de kassalade te openen door naast hem te staan en het mes op het been van het slachtoffer te houden. Dit slachtoffer heeft verklaard dat hij heel erg bang is geweest en veel moeite heeft gehad de draad van zijn leven weer op te pakken na het incident. Naast het persoonlijke leed dat de directe slachtoffers is aangedaan, veroorzaken dergelijke gewelddadige feiten in de samenleving grote gevoelens van onrust en onveiligheid. Verdachte heeft enkel aan zijn eigen behoefte aan geld gedacht om daarmee drank en drugs te kunnen kopen en daarbij grovelijk inbreuk gemaakt op het gevoel van veiligheid en de lichamelijke integriteit van zijn slachtoffers. Ook zijn het dragen van een wapen in de vorm van een vleesvork en het opgeven van een valse naam aan een opsporingsambtenaar bewezen verklaard. Ten aanzien van die bewezenverklaarde feiten zal de rechtbank de vordering van de officier van justitie tot schuldigverklaring zonder oplegging van straf, volgen. Er is sprake van een groot tijdsverloop tussen het plegen van die feiten en het moment van berechting (meer dan 2,5 jaar). Daarnaast is de ernst van de feiten en de hoogte van een eventueel op te leggen straf ondergeschikt aan die van de overige ten laste gelegde feiten. Bij de strafoplegging houdt de rechtbank voorts rekening met de omstandigheid dat verdachte al vele malen voor met name vermogens- en geweldsdelicten is veroordeeld, laatstelijk bij vonnis van 2 juli 2008. Verdachte wordt door politie en openbaar ministerie aangemerkt als een zogenaamde veelpleger. Verdachte liep in een proeftijd en is op 7 november 2008 nog bij de rechtbank verschenen vanwege overtreding van de bijzondere voorwaarde van zijn proeftijd, te weten het niet opvolgen van de aanwijzingen van Bouman GGZ. Tijdens die zitting heeft verdachte nog één laatste kans gekregen zich te bewijzen. De rechtbank stelt vast dat verdachte geen gebruik heeft gemaakt van die kans. Niet alleen heeft hij nagelaten zijn afspraken met Bouman GGZ na te komen, ook heeft hij na drie weken de algemene voorwaarde van zijn proeftijd geschonden door ernstige delicten te plegen. Kennelijk weerhouden veroordelingen, al dan niet met "een stok achter de deur" in de vorm van een voorwaardelijke straf, verdachte er niet van om strafbare feiten te plegen. Uit het voorlichtingsrapport van Bouman GGZ van 23 februari 2009 komt naar voren dat verdachte hoog scoort ten aanzien van recidivegevaar. Verdachte is sinds zijn 15e jaar regelmatig in aanraking gekomen met politie en justitie. Vanaf dat moment gebruikt verdachte (overmatig) drank en drugs. De afgelopen jaren hebben verschillende hulpverlenende instanties verdachte hulp geboden waarbij diverse aanpakken zijn gehanteerd. Verdachte zegt wel dat hij wil veranderen, maar dit komt niet overeen met zijn gedrag. Ten tijde van het plegen van onderhavige delicten verkeerde verdachte (in ernstige mate) onder invloed van alcohol. Uit het dossier, het aantal door verdachte gepleegde strafbare feiten en het daarbij gebruikte geweld en bedreiging met geweld, de documentatie, de inhoud van het reclasseringsrapport komt verdachte thans naar voren als een onverbeterlijke veelpleger, die ter bescherming van de maatschappij tot een langdurige vrijheidsbenemende straf veroordeeld dient te worden. De rechtbank is echter van oordeel dat de bewezenverklaarde feiten en persoonlijke omstandigheden van verdachte niet een zo langdurige gevangenisstraf rechtvaardigen als door de officier van justitie is geëist. 8 Het beslag De officier van justitie heeft- onder verwijzing naar pagina 24 van het algemeen proces-verbaal - gevorderd dat de volgende voorwerpen dienen worden teruggegeven aan de rechtmatige eigenaar voor zover deze bekend is; - twee keukenmessen, kleur zwart - muts, kleur zwart - sjaal, kleur zwart - sokken - panty's - handschoen Ten aanzien van de op pagina 24 van het algemeen proces-verbaal vermelde cd-rom met beelden van de supermarkt Spar heeft de officier van justitie medegedeeld dat deze bij de politie aanwezig dient te blijven. De rechtbank constateert dat ten aanzien van de volgende voorwerpen geen sprake is van inbeslagneming in de zin van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering: - cd-rom met beelden van de overval op Spar - sokken - panty's - handschoen De rechtbank acht zich dan ook niet bevoegd een beslissing nemen ten aanzien van voornoemde voorwerpen. Teruggave De rechtbank zal de teruggave gelasten van de twee inbeslaggenomen keukenmessen (volgnummer 4 bijlage 0.4) aan de rechtmatige eigenaar, [medeverdachte 1]. De rechtbank zal de bewaring gelasten ten behoeve van de rechthebbende van de volgende inbeslaggenomen voorwerpen: - muts, kleur zwart (volgnummer 1 bijlage 0.10) - sjaal, kleur zwart (volgnummer 2, bijlage 0.10) 9 De benadeelde partij De benadeelde partij [slachtoffer 1], [adres en woonplaats], vordert een schadevergoeding van Eur 900,00 ter zake van een voorschot op immateriële schade voor feit 1. De rechtbank is van oordeel dat de schade tot een bedrag van Eur 810,00 een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. Het gevorderde ter hoogte van Eur 810,00 is voldoende aannemelijk gemaakt zodat de vordering zal worden toegewezen te vermeerderen met de wettelijke rente, vanaf 28 november 20008 tot aan het moment van algehele voldoening. De benadeelde partij is niet-ontvankelijk in het restant van de vordering nu dit deel niet eenvoudig van aard is. De benadeelde partij [slachtoffer 5], [adres en woonplaats], vordert een schadevergoeding van Eur 104,93 ter zake materiële schade en een bedrag van Eur 810,00 ter zake immateriële schade voor feit 2. De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt zodat de vordering zal worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente, vanaf 27 november 2008 tot aan het moment van algehele voldoening. Met betrekking tot de toegekende vorderingen van de benadeelde partijen zal de rechtbank tevens de schademaatregel opleggen. 10 De vordering tot tenuitvoerlegging De officier van justitie heeft gevorderd dat de voorwaardelijke straf van 9 maanden gevangenisstraf die aan verdachte is opgelegd bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Dordrecht d.d. 2 augustus 2007 onder parketnummer 11/500221-07 ten uitvoer zal worden gelegd. De rechtbank stelt vast dat verdachte zich niet heeft gehouden aan de bijzondere voorwaarde. Immers uit het rapport van G. Koelink van Bouman GGZ van 23 februari 2009 blijkt dat verdachte zijn afspraken met de toezichthouder niet is nagekomen. Gelet hierop zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden toegewezen. 11 De wettelijke voorschriften De opgelegde straf berust op de artikelen 9a, 36f, 45, 57, 310, 311, 312, 317 en 435 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 27 en 54 van de Wet wapens en munitie, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde. 12 De beslissing De rechtbank: - verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven; - spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd; - verklaart dat het bewezenverklaarde de onder 5 vermelde strafbare feiten oplevert; - verklaart verdachte strafbaar; Ter zake de feiten 1, 2, 3 en 4: - veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 6 (zes) jaar; - beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf; - gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten; - muts, kleur zwart (volgnummer 1, bijlage 0.10) - sjaal, kleur zwart (volgnummer 2, bijlage 0.10) - gelast de teruggave aan [medeverdachte 1] van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten: twee keukenmessen, kleur zwart (volgnummer 4 omschrijving: keukenartikel ander, bijlage 0.4); - verklaart dat de rechtbank niet bevoegd is een beslissing te nemen ten aanzien van de overige voorwerpen, te weten: - cd-rom met beelden van de overval op Spar; - sokken; - panty's; - handschoen; - veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van Eur 810,00. ter zake van immateriële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 28 november 2008 tot aan de dag der algehele voldoening; - bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet ontvankelijk is in het resterende deel van de vordering; - veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij ter zake van rechtsbijstand heeft gemaakt, tot heden begroot op nihil; - legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1], Eur 810,00 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 16 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft; - bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd; - veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 5] van Eur 914,93 ter zake van immateriële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 28 november 2008 tot aan de dag der algehele voldoening; - veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij ter zake van rechtsbijstand heeft gemaakt, tot heden begroot op nihil; - legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 5], Eur 914,93 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 18 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft; - bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd; - gelast dat de voorwaardelijke straf die bij vonnis d.d. 2 augustus 2007 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 11/500221-07 ten uitvoer zal worden gelegd, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden; Ter zake de feiten 5 en 6: - bepaalt dat geen straf of maatregel wordt opgelegd. Dit vonnis is gewezen door mr. B.J. Duinhof voorzitter, mr. J.A.M.J. Janssen, mr. H.M. Dunsbergen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D. van Dooren griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 17 maart 2009. Wegens afwezigheid is mr. Dunsbergen voornoemd niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen. BIJLAGE I: De tenlastelegging 1. hij op of omstreeks 28 november 2008 te Dordrecht A) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (een) geldbedrag(en) (ongeveer 1050 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, en/of B) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van (een) geldbedrag(en) (ongeveer 1050 euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, - een (groot) mes op korte afstand voor de borst en/of op korte afstand van de handen van die [slachtoffer 2] heeft gehouden en/of - (daarbij) op agressieve toon heeft geroepen: "maak open" en/of - die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt terwijl, hij verdachte, een mes in zijn hand had, en/of (vervolgens) dat mes tegen het been van die [slachtoffer 1] heeft gehouden en/of - (daarbij) heeft gezegd dat die [slachtoffer 1] de kassa moest open maken; art 312 lid 1 Wetboek van strafrecht 2. hij op of omstreeks 27 november 2008 te Dordrecht met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] heeft gedwongen tot de afgifte van hun portemonnee's (met inhoud), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte - de deur van Domino's (gelegen aan [adres en plaats]) heeft open getrapt en het pand heeft betreden en/of - (aldaar) heeft geroepen: "geld! pak Geld! en/of - die [slachtoffer 5] heeft vast gepakt en/of - de punt van een schaar in de richting van die [slachtoffer 5] heeft gehouden en/of gestoken en/of - (daarbij) heeft geroepen: Maak de kassa open of ik snij je en/of - die schaar dicht bij de borst van die [slachtoffer 6] heeft gehouden en/of - met de punt van die schaar in de richting van die [slachtoffer 4] heeft gewezen en/of - tegen die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] heeft geroepen: "geef me je portemonnee, geef me je geld"; art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht 3. hij op of omstreeks 28 november 2008 te Dordrecht met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 7] heeft gedwongen (die zich op dat moment op de Rijksstraatweg, in elk geval op een openbare weg, bevond) tot de afgifte van een MP3-speler en/of een mobiele telefoon en/of een of meerdere sleutel(s) en/of een OV-jaarkaart en/of een portemonnee inhoudende een of meerdere (bank)pas(sen) en/of een telefoonkaart en/of een ID-kaart, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, - vanuit de struiken op die [slachtoffer 7] is afgelopen en/of die [slachtoffer 7] de doorgang heeft geblokkeerd en/of - een mes heeft geopend en/of getoond en/of gericht op die [slachtoffer 7] (terwijl hij op 60 cm afstand van die [slachtoffer 7] stond) en/of - een of meerdere stekende bewegingen heeft gemaakt in de richting van het lichaam van die [slachtoffer 7] en/of - tegen die [slachtoffer 7] heeft gezegd: * "Geef alles nu, vriend. Geef alles nu!" en/of * "Geef alles nu anders steek ik je hier neer. Geef alles!" en/of * "Wat is je pincode?" en/of * "Ik weet waar je woont. Als de code niet klopt, ben je dood!", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, 4. hij op een of meer tijdstippen of omstreeks 28 november 2008 te Dordrecht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik te brengen door middel van een valse sleutel, te weten een bankpas met een daarbijbehorende pincode, waarvan hij, verdachte niet de rechtmatige eigenaar en/of gebruiker was, een pas in een pinautomaat van de Abn-Amro heeft gebracht en/of een code heeft ingetoetst, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 5. hij op of omstreeks 20 augustus 2006 te Gorinchem, een (vlees)vork, zijnde een voorwerp als bedoeld in de categorie IV van de Wet wapens en munitie, heeft gedragen; De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd; 6. hij op of omstreeks 20 augustus 2006 te Gorinchem toen een opsporingsambtenaar hem als verdachte van een strafbaar feit naar zijn identiteitsgegevens vroeg, aan die opsporingsambtenaar (een) andere dan zijn werkelijke naam en/of voornaam en/of geboortedatum en/of geboorteplaats en/of adres heeft opgegeven; Parketnummer: 11/500563-08, 11/430627-06 (gev.ttz) en 11/500221-07 (tul) Vonnis d.d. 17 maart 2009