Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH6316

Datum uitspraak2009-03-11
Datum gepubliceerd2009-03-18
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200805599/2/H3
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij brief, bij de Raad van State per fax ingekomen op 26 februari 2009, hebben [verzoekers] verzocht om wraking van mr. J.E.M. Polak (hierna: de staatsraad), als voorzitter belast met de behandeling van de zaak nr. 200805599/1, waarvan het onderzoek ter zitting is gesloten op 18 februari 2009.


Uitspraak

200805599/2/H3. Datum beslissing: 11 maart 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Beslissing op het verzoek van: [verzoekers], beiden wonend te [woonplaats], om wraking (artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht). 1. Procesverloop Bij brief, bij de Raad van State per fax ingekomen op 26 februari 2009, hebben [verzoekers] verzocht om wraking van mr. J.E.M. Polak (hierna: de staatsraad), als voorzitter belast met de behandeling van de zaak nr. 200805599/1, waarvan het onderzoek ter zitting is gesloten op 18 februari 2009. De staatsraad heeft niet in de wraking berust. De Afdeling heeft het wrakingsverzoek ter openbare zitting behandeld op 9 maart 2009, waar [verzoekers] niet zijn verschenen. De staatsraad heeft van de gelegenheid te worden gehoord evenmin gebruik gemaakt. 2. Overwegingen 2.1. Op verzoek van een partij kan ingevolge artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Ingevolge artikel 8:16, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt het verzoek gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan de verzoeker bekend zijn geworden. 2.2. Als reden voor het verzoek om wraking hebben [verzoekers] aangevoerd dat de staatsraad in een andere zaak in juli 2008 niet heeft voldaan aan hun verzoek tot het opsturen van een kopie van de zittingsaantekeningen. Dit leidt er naar hun opvatting toe dat de staatsraad het recht op een eerlijk proces niet kan garanderen. Reeds voor de behandeling van zaak nr. 200805599/1 ter zitting hadden [verzoekers] zich onder meer via de internetsite van de Raad van State op de hoogte kunnen stellen van de staatsraden die met de behandeling van hun zaak waren belast. De zaak is ter zitting behandeld op 18 februari 2009. Nu pas op 26 februari 2009, ruim een week na de behandeling van de zaak ter zitting, om wraking is verzocht, is het verzoek om wraking niet gedaan zodra de feiten en omstandigheden die [verzoekers] aan hun wrakingsverzoek ten grondslag hebben gelegd hun redelijkerwijs bekend konden zijn. [verzoekers] hebben niet voldaan aan het gestelde in artikel 8:16, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. 2.3. Reeds gelet op het vorenstaande dient het verzoek te worden afgewezen. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: wijst het verzoek af. Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, voorzitter, en mr. Th.C. van Sloten en mr. A.B.M. Hent, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.A.M. van Hamond, ambtenaar van Staat. w.g. Parkins-de Vin w.g. Van Hamond Voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 11 maart 2009 446.