
Jurisprudentie
BH6882
Datum uitspraak2009-02-24
Datum gepubliceerd2009-03-30
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers107.002.463/01
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-03-30
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers107.002.463/01
Statusgepubliceerd
Indicatie
Zie tussenarrest met LJN BH6903.
Arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht.
Persoonlijke holding is enige tijd statutair bestuurder geweest.
Loonbetaling uit holding is niet doorslaggevend.
Arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht.
Persoonlijke holding is enige tijd statutair bestuurder geweest.
Loonbetaling uit holding is niet doorslaggevend.
Uitspraak
Arrest d.d. 24 februari 2009
Zaaknummer 107.002.463/01
HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Nevenzittingsplaats Leeuwarden
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[appellant],
wonende te [woonplaats appellant],
appellant,
in eerste aanleg: eiser,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. J.J.H. Post, kantoorhoudende te Barneveld,
tegen
Galvanobedrijf Technochroom B.V.,
gevestigd te Dedemsvaart, kantoorhoudende te Lelystad,,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: Technochroom,
advocaat: mr. T.J. van Veen, kantoorhoudende te Barneveld.
De inhoud van het tussenarrest d.d. 23 september 2008 wordt hier overgenomen.
Het verdere procesverloop
Het hof heeft bij tussenarrest van 23 september 2008 Technochroom in de gelegenheid gesteld tegenbewijs te leveren tegen het vermoeden dat [appellant] ook na 26 april 2005 voor Technochroom werkzaam is geweest op basis van een arbeidsovereenkomst.
Technochroom heeft van deze bewijslevering afgezien.
Vervolgens heeft [appellant] de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest.
De verdere beoordeling
1. Nu Technochroom heeft afgezien van verdere bewijslevering acht het hof het vermoeden als verwoord in rechtsoverweging 13 van het tussenarrest niet weerlegd.
In dat licht slagen de grieven 3 tot en met 5 en kan het vonnis waarvan beroep niet in stand blijven.
2. Het hof heeft in het tussenarrest in rechtsoverweging 15 reeds overwogen welke onderdelen van de vordering van [appellant] kunnen worden toegewezen.
Het hof zal dienovereenkomstig beslissen.
3. Gelet op deze uitkomst zal het hof Technochroom aanmerken als de overwegend in het ongelijk te stellen partij en haar in de kosten van de procedure veroordelen, voor wat betreft het salaris in appel te begroten op 1 procespunt naar tarief II.
De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep
en opnieuw rechtdoende:
verklaart voor recht dat de verhouding tussen partijen ook na 26 april 2005 moet worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:610 BW;
verstaat dat voorwaarde waaronder de kantonrechter te Wageningen die arbeidsovereenkomst bij beschikking van 18 juli 2007 heeft ontbonden met ingang van 1 augustus 2007, in vervulling is gegaan;
veroordeelt Technochroom om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [appellant] te betalen € 600,-- terzake van de te restitueren proceskostenvergoeding in eerste aanleg, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf het moment van ontvangst door Technochroom tot het moment van terugbetaling aan [appellant];
veroordeelt Technochroom in de kosten van het geding in beide instanties en begroot die tot aan deze uitspraak aan de zijde van [appellant]:
in eerste aanleg op € 190,31 aan verschotten en € 600,-- aan geliquideerd salaris voor de advocaat,
in hoger beroep op € 339,44 aan verschotten en € 894,-- aan geliquideerd salaris voor de advocaat;
verklaart de in dit arrest opgenomen veroordeling tot betaling van geldbedragen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mrs. Mollema, voorzitter, Kuiper en De Hek, raden, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van 24 februari 2009 in bijzijn van de griffier.