Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH6982

Datum uitspraak2009-03-20
Datum gepubliceerd2009-03-20
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers24-002212-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

diefstal, meermalen gepleegd - PR.: 3 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf - appel verdachte; - AG: cfm. politierechter - Hof: 180 uren werkstraf, subsidiair 90 dagen hechtenis


Uitspraak

Parketnummer: 24-002212-08 Parketnummer eerste aanleg: 17-880254-08 Arrest van 20 maart 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 29 augustus 2008 in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren op [1972] te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats], [adres], verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. B.P.M. Canoy, advocaat te Leeuwarden. Het vonnis waarvan beroep De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven. Gebruik van het rechtsmiddel De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. De vordering van de advocaat-generaal De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht. De beslissing op het hoger beroep Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen. Tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd, dat: hij in of omstreeks het tijdvak omvattende 19 juni 2008 en 20 juni 2008, te [plaats], in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, van/uit een boot, (gelegen aan of bij de [straat], aldaar,) heeft weggenomen een toilettas (met inhoud) en/of een tas (met inhoud), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte. Bewezenverklaring Het hof acht het ten laste gelegde bewezen, met dien verstande, dat: hij in het tijdvak omvattende 19 juni 2008 en 20 juni 2008, te [plaats], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een boot gelegen aan de [straat], aldaar, heeft weggenomen een toilettas met inhoud en een tas met inhoud, toebehorende aan [benadeelde 1] of [benadeelde 2]. Kwalificatie Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf: diefstal, meermalen gepleegd. Strafbaarheid Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht. Strafmotivering Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft, terwijl hij nog maar enkele dagen op vrije voeten was, uit een boot een toilettas met inhoud weggenomen. Nadat hij de inhoud van die toilettas had bekeken en geconstateerd had dat er niets van zijn gading tussen zat, is hij teruggegaan naar die boot. Hij heeft toen uit die boot een tas met inhoud weggenomen. Door het plegen van deze feiten heeft verdachte inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van anderen. Uit het verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 24 februari 2009 blijkt, dat verdachte vóór het plegen van de bewezen verklaarde feiten vele malen wegens het plegen van misdrijven is veroordeeld, waaronder vele (gekwalificeerde) diefstallen. Deze veroordelingen hebben hem er niet van weerhouden de bewezen verklaarde feiten te begaan. Op grond van het vorenstaande acht het hof de oplegging van de door de eerste rechter opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, welke straf eveneens door de advocaat-generaal is gevorderd, in beginsel gerechtvaardigd. Tegenover het vorenstaande is echter het navolgende gebleken dan wel aannemelijk geworden. Verdachte staat inmiddels als woningzoekende ingeschreven. Hij zegt geen heroïne meer te gebruiken en alleen nog methadon te gebruiken. Het lijkt erop dat verdachte een einde wenst te maken aan zijn zwervend bestaan en inziet dat hij andere wegen - ten goede - dient te bewandelen. Al het vorenstaande leidt ertoe dat aan verdachte een werkstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis, zal worden opgelegd. Toepassing van wetsartikelen Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 57, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht. De uitspraak HET HOF, RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP: vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende: verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar; verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij; veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van honderdtachtig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van negentig dagen zal worden toegepast; beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van voormelde werkstraf geheel in mindering wordt gebracht, berekend naar de maatstaf van twee uren werkstraf per dag. Dit arrest is aldus gewezen door mr. Dam, voorzitter, mr. Beswerda en mr. Den Ottolander, in tegenwoordigheid van Boersma als griffier, zijnde mr. Den Ottolander voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.