Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH7000

Datum uitspraak2009-03-05
Datum gepubliceerd2009-03-20
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers557425
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Wet Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Verhaal door werkgever van de helft van de door de werkgever verschuldigde WGA-premie op het nettoloon van de werknemers op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Wet Financiering Sociale Verzekeringen. Het is de bedoeling van de wetgever geweest om de werkgevers de bevoegdheid te geven om maximaal de helft van de WGA-premie op hun werknemers te verhalen, zonder aan de uitoefening van die bevoegdheid nadere voorwaarden zoals overleg met of instemming van die werknemers te verbinden. Onder deze omstandigheden kunnen de werknemers zich niet tegen het verhaal van die premies, die slechts enkele tienden van procenten van het nettoloon betreffen, verzetten.


Uitspraak

RECHTBANK ‘s-HERTOGENBOSCH Sector Kanton, locatie ‘s-Hertogenbosch Zaaknummer : 557425 Rolnummer : 08-3366 Uitspraak : 5 maart 2009 in de zaak van: 1. de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging FNV Bondgenoten, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen FNV, eiseres in conventie, 2. [X], wonende te [woonplaats], hierna te noemen [X], eiseres in conventie, verweerster in voorwaardelijke reconventie, gemachtigde: mr. M.J. Klinkert, t e g e n : 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid CSU Total Care B.V., hierna te noemen CSU Total Care, gedaagde in conventie, gevestigd te Uden, 2. de besloten vennootschap CSU Personeel B.V., hierna te noemen CSU Personeel, gevestigd te Uden, gedaagde in conventie, eiseres in voorwaardelijk reconventie, gemachtigde: mr. A.A.B. Gaalman. 1. De procedure FNV en [X] hebben bij dagvaarding gesteld en gevorderd als na te melden. CSU Total Care en CSU Personeel zijn in rechte verschenen en hebben een conclusie van antwoord in conventie, tevens voorwaardelijke conclusie van eis in reconventie genomen. Vervolgens hebben FNV en [X] een conclusie van repliek in conventie en van antwoord in voorwaardelijke reconventie tevens akte aanpassing eis genomen, gevolgd door een conclusie van dupliek in conventie, tevens antwoord op eiswijziging, alsmede conclusie van repliek in reconventie. Nadat FNV en [X] nog een conclusie van dupliek in reconventie hadden genomen, is vonnis bepaald. Onder de genoemde processtukken bevinden zich tevens de in die stukken nader aangeduide producties. 2. Het geschil in conventie en in voorwaardelijke reconventie 2.1.1. FNV vordert in conventie, na wijziging van de eis: een verklaring voor recht dat CSU Total Care en CSU Personeel zich ten onrechte op het standpunt stellen dat CSU Personeel gerechtigd is om eenzijdig de helft/een deel van de WGA-premie op [X] en de overige bij CSU Personeel in dienst zijnde werknemers te verhalen en dat bij vonnis,uitvoerbaar bij voorraad: - CSU Personeel wordt geboden om de inhoudingen op het (netto)loon van [X] en de andere bij haar in dienst zijnde werknemers ten behoeve van de WGA-premies, te staken met ingang van de eerste salarisbetalingen volgend op het ten deze te wijzen vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 10.000,- per dag voor elke dag dat CSU Personeel hiermee in gebreke blijft; - CSU Personeel wordt veroordeeld tot terugbetaling van de op heden door haar werknemers over de jaren 2007 en 2008 betaalde WGA-premies, alsmede tot betaling van de wettelijke rente over deze premies vanaf 1 januari 2007 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van CSU Total Care en CSU Personeel in de kosten van deze procedure in conventie en reconventie. 2.2.2. [X] vordert in conventie, na wijziging van de eis, dat bij vonnis,uitvoerbaar bij voorraad: - CSU Personeel wordt geboden om de inhoudingen op haar (netto)loon gedaan ten behoeve van de WGA-premies, te staken met ingang van de eerste salarisbetaling na het ten deze te wijzen vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 10.000,- voor elke dag dat CSU Personeel hiermee in gebreke blijft; - CSU Personeel wordt veroordeeld tot terugbetaling van de reeds over de jaren 2007 en 2008 door [X] aan CSU Personeel afgedragen WGA-premies, met veroordeling van CSU Personeel in de kosten van deze procedure in conventie en reconventie. 2.2. FNV en [X] leggen daaraan het volgende ten grondslag. 2.2.1. FNV stelt zich krachtens haar statuten ten doel de belangen te behartigen van de werknemers in onder meer de schoonmaak- en cateringsector. [X] is in dienst van CSU Personeel als schoonmaakster. CSU Total Care is de moedermaatschappij van het concern CSU waaronder ook CSU Personeel valt. CSU Total Care bepaalt het beleid en neemt de beslissingen die worden uitgevoerd door de gehele onderneming en alle onder het concern vallende besloten vennootschappen. CSU Personeel is de ‘personeels BV’ van het concern CSU. De werknemers van CSU zijn bij CSU Personeel in dienst. Op de arbeidsovereenkomsten van de bij CSU werkzame werknemers is de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het Schoonmaak- en Glazenwasserijbedrijf van toepassing. 2.2.2. Ingevolge het bepaalde in artikel 34 van de Wet Financiering Sociale Verzekeringen (Wfsv) is CSU Personeel premie op grond van de Wet Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (hierna WGA-premie) verschuldigd. CSU Personeel heeft per 1 januari 2007 aan haar werknemers de WGA-premie doorberekend. CSU Personeel heeft een deel van de WGA-premie op het netto salaris van haar werknemers, waaronder [X], ingehouden zonder dat zij daartoe gerechtigd was. 2.3. CSU Total Care en CSU Personeel hebben, kort weergegeven, in conventie het volgende verweer gevoerd. 2.3.1. FNV kan niet worden ontvangen in vorderingen ten behoeve van anderen dan haar eigen leden. Uit niets blijkt dat dergelijke anderen zich door FNV willen laten vertegenwoordigen. FNV heeft geen redelijk belang om CSU Total Care ter zake de gevraagde verklaring voor recht, in rechte betrekken. FNV stelt vorderingen op eigen naam in ten behoeve van [X] die dat zelf kan doen en ook doet. Deze vorderingen dienen te worden afgewezen. 2.3.2. CSU Personeel is een ‘eigen risicodrager’. CSU Personeel baseert het verhaalsrecht van WGA-premie op de wet, meer in het bijzonder op het bepaalde in artikel 34 lid 2 Wfsv waarin een eenzijdig verhaalsrecht aan de werkgever is toegekend, mede ingevolge artikel 6:248, lid 1, BW. Nergens is steun te vinden voor de stelling dat voor een dergelijke verhaalsrecht nog een CAO-afspraak of een individuele overeenkomst nodig zou zijn. CSU Personeel maakt van haar wettelijke bevoegdheid gebruik. Er is overigens instemming van FNV met dit verhaal van WGA-premie geweest. Voor zover het recht tot premieverhaal niet rechtstreeks uit de wet zou voortvloeien, vloeit dat voort uit artikel 7:611 BW dan wel artikel 6:248 lid 2 BW. Er is sprake van een geheel nieuwe last waarvan op het niveau van de Stichting van de Arbeid, sociale partners en regering het redelijk wordt gevonden en zelfs wettelijk is vastgelegd, dat de premielast bij helfte door werkgevers en werknemers wordt gedragen. Het is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar indien CSU Personeel desondanks niet bij helfte de WGA-premie op [X] en/of de overige werknemers zou mogen verhalen. Meer subsidiair beroept CSU Personeel zich in de relatie tot [X] op het bepaalde in artikel 6:258 BW, welk beroep ook bij wege van verweer is toegestaan. Verzocht wordt constitutief te bepalen dat de door CSU Personeel ten gunste van [X] betaalde WGA-premies bij helfte door beide partijen worden gedragen en door CSU Personeel op [X] mag worden verhaald. Een logisch gevolg van een dergelijke uitspraak is dat ook de vorderingen van FNV niet toewijsbaar zijn. 2.4. Voor het geval in conventie aan de primaire en subsidiaire verweren voorbij wordt gegaan en indien voorts met betrekking tot een op artikel 6:258 BW gebaseerd verweer wordt geoordeeld, dat daarop geen constitutieve uitspraak kan worden gebaseerd, vordert CSU Personeel dat in reconventie wordt bepaald dat tussen haar en [X] geldt dat de [X] betreffende WGA-premie gelijkelijk door partijen wordt gedragen en dat CSU Personeel is gerechtigd, het [X] betreffende premiedeel op haar te verhalen, althans een zodanige definitie als de rechtbank in goede justitie juister voorkomt. 2.5. [X] heeft tot haar verweer in reconventie onder meer het navolgende aangevoerd. Er is geen sprake van onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat [X] en de overige bij CSU Personeel in dienst zijnde werknemers, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid, de ongewijzigde instandhouding van hun arbeidsovereenkomst niet mogen verwachten. De door CSU Personeel verlangde uitspraak zou tevens een nietig beding zijn in de zin van artikel 7:631 BW. 3. De beoordeling in conventie en in voorwaardelijke reconventie 3.1. FNV behartigt blijkens de door haar in het geding gebrachte statuten de belangen van werknemers ter zake hun arbeidsvoorwaarden. De vordering van FNV strekt tot bescherming van een collectief belang met betrekking tot arbeidsvoorwaarden waarbij de werknemers van CSU Personeel direct zijn betrokken. Er is derhalve sprake van een situatie als bedoeld in artikel 3:305a BW. Dat die werknemers niet allen lid zijn van FNV doet daaraan niet af. FNV kan in haar vordering worden ontvangen. 3.2. Tussen partijen staat vast dat een gedeelte van de WGA-premie door CSU Personeel als werkgever van [X] en van andere werknemers op het loon wordt ingehouden. Van inhouding van WGA-premies door CSU Total Care is geen sprake. De enkele omstandigheid dat CSU Total Care beleidsbepaler is binnen het concern CSU brengt nog niet mee dat FNV ten deze een relevant belang heeft bij de gevraagde verklaring voor recht naast de gevraagde verklaring voor recht ten aanzien van CSU Personeel. Voor zover de gevraagde verklaring voor recht op CSU Total Care ziet zal deze reeds daarom worden afgewezen. 3.3.1. Artikel 34 Wfsv bepaalt ten aanzien van de WGA-premie dat de werkgever deze verschuldigd is en dat de werkgever, in afwijking van artikel 20, tweede lid, deze premie tot ten hoogste de helft kan verhalen op de werknemer, onder bij ministeriële regeling te bepalen voorwaarden. Deze bepaling is in de Wfsv opgenomen op advies van de Stichting van de Arbeid. De Stichting van de Arbeid heeft bij brief van 20 mei 2005 bij de minister van sociale zaken en werkgelegenheid ter zake de wettelijke vormgeving van de fifty-fity-premieverdeling bepleit in de Wfsv een bepaling op te nemen op grond waarvan de werkgever de WGA-premie is verschuldigd, maar deze voor een deel, tot een maximum van 50%, mag verhalen op de werknemer. Zoals uit de wetsgeschiedenis blijkt, achten zowel de Stichting van de Arbeid als de regering de bepaling van de omvang van het verhaal op werknemers en compensatiemaatregelen een aangelegenheid van sociale partners. Door de minister van sociale zaken en werkgelegenheid is ook verwezen naar de opvatting van de sociale partners dat de werkgever zelf de hoogte van het percentage mag vaststellen, tenzij in de cao een andere afspraak is gemaakt. De regering heeft geen invulling gegeven aan de bevoegdheid om nadere voorwaarden te stellen aan het verhalen van WGA-lasten op werknemers. Volgens de Stichting van de Arbeid is de fifty-fifty-verdeling van de WGA-premielasten een onderdeel van het bredere kader van ketenbenadering, te weten een samenhangend beleid gericht op preventie, arbeidsomstandigheden, verzuimbegeleiding, re-integratie en inkomstenbeleid, waarvoor werkgevers en werknemers op decentraal niveau afspraken met elkaar dienen te maken. CSU Personeel heeft onweersproken gesteld dat zij een preventief beleid voert en dat haar werknemers door de lager bedongen premie een inkomensvoordeel hebben. In de cao’s die over de periode vanaf 1 januari 2007 van toepassing zijn op de arbeidsovereenkomsten van werknemers van CSU zijn geen afspraken gemaakt inzake de inhouding van de WGA-premie. 3.3.2. Uit het voorgaande volgt dat het de bedoeling van de wetgever is geweest om de werkgevers de bevoegdheid te geven om maximaal de helft van de WGA-premie op hun werknemers te verhalen, zonder aan de uitoefening van die bevoegdheid nadere voorwaarden zoals overleg met of instemming van die werknemers te verbinden. Onder deze omstandigheden kunnen de werknemers zich niet tegen het verhaal van die premies, die slechts enkele tienden van procenten van het nettoloon betreffen, verzetten. 3.4. Het vorenstaande brengt mee dat de vorderingen moeten worden afgewezen. FNV en [X] zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. 3.5. Nu het verweer van CSU Personeel slaagt wordt aan de beoordeling van de voorwaardelijk ingestelde vordering in reconventie niet toegekomen. [X] zal in de kosten van de procedure in voorwaardelijke reconventie worden veroordeeld nu de eis in reconventie een redelijke verdediging tegen de eis in conventie is. 4. De beslissing De kantonrechter: in conventie wijst het gevorderde af; veroordeelt FNV en [X] in de kosten van deze procedure aan de zijde van CSU Total Care en CSU Personeel gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op € 500,- salaris gemachtigde; in voorwaardelijke reconventie veroordeelt [X] in de kosten van deze procedure aan de zijde van CSU Personeel gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op € 250,- salaris gemachtigde. Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.C. Adang, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 maart 2009, in tegenwoordigheid van de griffier.