
Jurisprudentie
BH7244
Datum uitspraak2009-02-11
Datum gepubliceerd2009-03-23
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers07/3227
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-03-23
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers07/3227
Statusgepubliceerd
Indicatie
De geduide functies Huishoudelijk medewerker (sbc-code 111333) en Huishoudelijk medewerker gebouwen (sbc-code 111334) zijn niet aan te merken als verschillende functies in onderscheiden sbc-codes, nu verweerder niet heeft aangetoond dat de aan die functies verbonden werkzaamheden voor ten minste 65% uiteenlopen.
Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Bestuursrecht
Zaaknummer: 07/3227 WIA
Uitspraak van de enkelvoudige kamer
in de zaak van:
[naam],
wonende te Amsterdam,
eiser,
gemachtigde mr. M. de Miranda,
tegen
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (districtskantoor Amsterdam),
verweerder.
Ontstaan en loop van de zaak
Bij besluit van 24 oktober 2006 heeft verweerder geweigerd om aan eiser met ingang van 6 april 2006 een uitkering ingevolge de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) toe te kennen. Verweerder heeft overwogen dat eiser niet, althans minder dan 35%, arbeidsongeschikt is in de zin van die wet.
Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 22 november 2007 bezwaar gemaakt.
Bij besluit van 24 oktober 2007 heeft verweerder de eerste WIA-dag vastgesteld op 22 augustus 2006 en het bezwaar verder ongegrond verklaard.
Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 25 november 2007 beroep ingesteld.
De rechtbank heeft de zaak behandeld ter terechtzitting van 28 januari 2009, alwaar zijn verschenen de gemachtigde van eiser en verweerders gemachtigde, de heer [naam]
Motivering
1. De rechtbank moet in deze zaak beoordelen of verweerder terecht en op goede gronden de mate van arbeidsongeschiktheid van eiser heeft vastgesteld op minder dan 35% en of een WIA-uitkering in verband daarmee terecht is geweigerd met ingang van 22 augustus 2006.
2. Voor de beoordeling is de volgende regelgeving met name van belang.
Ingevolge artikel 4, eerste lid, van de WIA is volledig en duurzaam arbeidsongeschikt hij die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam slechts in staat is om met arbeid ten hoogste 20% te verdienen van het maatmaninkomen per uur.
Ingevolge artikel 5 van de WIA is gedeeltelijk arbeidsgeschikt hij die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling slechts in staat is met arbeid ten hoogste 65% te verdienen van het maatmaninkomen per uur, doch die niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is.
3. Verweerder gaat er volgens het bestreden besluit van uit dat eiser ondanks zijn medische beperkingen gedurende 30 uur per week en zes uur per dag nog bepaalde arbeid kan verrichten. De medische beperkingen van eiser zijn vastgesteld door de bezwaarverzekeringsarts en weergegeven in de Functionele mogelijkhedenlijst (FML) van 20 april 2007. De arbeid die eiser naar de mening van verweerder nog kan verrichten bestaat uit de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies. Eiser wordt daarom volgens verweerder terecht arbeidsgeschikt geacht, reden waarom de WIA-uitkering moet worden geweigerd met ingang van 22 augustus 2006.
4. Eiser stelt zich op het standpunt dat verweerder na aanpassing van de FML onvoldoende gemotiveerd heeft waarom eiser geschikt is te achten voor zijn eigen werk. Hij is voorts van mening dat zijn beperkingen te licht zijn vastgesteld en dat onvoldoende rekening is gehouden met zijn medische situatie. Zo acht eiser zich niet in staat om een werkdag van zes uur te volbrengen. Eiser wijst erop dat de naar aanleiding van de bezwaarprocedure geselecteerde functies niet aan hem zijn voorgehouden, zodat hij hier niet op heeft kunnen reageren. Ten aanzien van deze functies is eiser van mening dat de functies met sbc-code 111333 en sbc-code 111334 zoveel gelijkenis vertonen dat van twee verschillende functies geen sprake is. De functie van Kassamedewerker, cassiere is volgens eiser niet geschikt, omdat zijn belastbaarheid op de punten van storingen, deadlines, handelingstempo, handbewegingen en conflicthantering wordt overschreden.
5. De rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan de juistheid van het medisch oordeel van verweerder. Uit de rapportage van de bezwaarverzekeringsarts blijkt dat verweerder erkent dat eiser (psychische) beperkingen ondervindt die samenhangen met zijn rouwproces en het syndroom van Marfan. Zo zijn er beperkingen aangenomen op de items persoonlijk en sociaal functioneren. Verder wordt eiser beperkt geacht in hand- en vingergebruik, in frequent zware lasten hanteren en knielen of hurken. Uit energetisch en preventief oogpunt is tevens een urenbeperking toegepast va 6 uur per dag. Nadere gegevens waaruit zou moeten blijken dat deze beperkingen onjuist zijn, heeft eiser niet overgelegd. Verder is niet gebleken dat het onderzoek van verweerder onzorgvuldig of onvolledig is geweest. De conclusies van de bezwaarverzekeringsarts zijn ook naar behoren gemotiveerd. Het voorgaande brengt mee dat het bestreden besluit op een deugdelijke medische grondslag berust.
6. Wat betreft de vraag of de geselecteerde functies terecht geschikt zijn geacht voor eiser, overweegt de rechtbank het volgende.
7. De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft in een uitspraak van 12 oktober 2006 over het aangepaste Claimbeoordelings- en Borgingssysteem geoordeeld dat alle op het formulier Resultaat Functiebeoordeling vermelde signaleringen - mogelijke overschrijdingen in de geselecteerde functies van de belastbaarheid van een verzekerde, aangeduid door een “*”, “M” en “G” - van een afzonderlijke motivering moeten worden voorzien (zie de uitspraak van de CRvB van 12 oktober 2006, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, onder LJ Nummer AY9974). Daarbij geldt ook dat in voorkomende gevallen voorafgaand overleg met de verzekeringsarts noodzakelijk zal zijn.
8. De vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid berust op de functies Huishoudelijk medewerker (sbc-code 111333), Kassamedewerker, cassiere (sbc-code 317030) en Huishoudelijk medewerker gebouwen (sbc-code 111334). Anders dan eiser betoogt is de bijduiding van deze functies in de bezwaarfase niet in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel. Onder verwijzing naar bijvoorbeeld de uitspraak van de CRvB van 4 november 2003, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl onder LJ-nummer AN9746, is het vaste rechtspraak dat bij een einde wachttijdbeoordeling bijduiding van functies in elke fase van de procedure toelaatbaar is.
9. Anders dan verweerder is de rechtbank van oordeel dat de functie Kassamedewerker, casssiere niet geschikt is te achten voor eiser. Eiser is beperkt in zijn persoonlijk functioneren en als gevolg daarvan aangewezen op werk zonder veelvuldige storingen, onderbrekingen, veelvuldige deadlines of productiepieken en waarin geen hoog handelingstempo is vereist. Ook kan eiser niet of nauwelijks de pincetgreep uitvoeren. In de functie van Kassamedewerker, cassiere komen deadlines en productiepieken als kenmerkende belastingen voor. Vooral op zaterdagen en koopavonden moet een lange rij klanten worden verwerkt. Voorts zijn het handelingstempo en de pincetgreep kenmerkende belastingen. Er gaan tot 1500 artikelen per uur langs de kassa, waarbij kleinere artikelen vastgepakt en langs het kassasysteem doorgeleid moeten worden. Ook dient er geld geteld en afgerekend te worden. De motivering van de (bezwaar)arbeidskundige in de rapportage van 23 oktober 2007 dat deze functie desondanks toch geschikt is voor eiser acht de rechtbank niet toereikend. De motivering dat de medewerker een voor een met de klanten moet afrekenen, neemt niet weg dat er sprake blijft van productiepieken, die de werkdruk verhogen. Ook het feit dat de medewerker telkens met een onderbreking met de klant afrekent neemt niet weg dat er tot 1500 artikelen per uur door het kassasysteem geleid moeten worden. Ook heeft de verweerder bij dit handelingstempo geen rekening gehouden met het beperkte hand- en vingergebruik. Gelet op de overschrijdingen van de beperkingen kan de functie van Kassamedewerker, cassiere niet aan de schatting ten grondslag gelegd worden. Ter zitting heeft verweerder nog aangevoerd dat eiser ook buiten de productiepieken zou kunnen werken. Met eiser is de rechtbank het eens dat zulks alleen haalbaar is als eiser maar op bepaalde tijdstippen mag werken. Op dat punt zijn evenwel geen beperkingen aangenomen, dus die motivering acht de rechtbank niet toereikend.
10. Ten aanzien van de functies Huishoudelijk medewerker en Huishoudelijk medewerker gebouwen heeft eiser gemotiveerd gesteld dat deze functies een zodanige gelijkenis vertonen dat deze functies niet als verschillende in Nederland uitgeoefende functies zijn te beschouwen; zij dienen als één functie te worden aangemerkt.
11. Onder verwijzing naar de uitspraken van de CRvB van 1 mei 1998 en 28 november 2008, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl onder LJ-Nummers ZB7695 respectievelijk BG6336, overweegt de rechtbank dat er sprake is van verschillende functies in onderscheiden sbc-codes, indien de aan die functies verbonden werkzaamheden niet voor ten minste 65% met elkaar overeenstemmen, anders gezegd: de verschillende functies dienen grotendeels - althans ten minste 65% - uiteen te lopen.
12. Nadere bestudering van de functies Huishoudelijk medewerker en Huishoudelijk medewerker gebouwen leert dat het in beide functies gaat om huishoudelijk schoonmaken in een ziekenhuis, waarbij 90% van de taken bestaat uit schoonmaken van de afdeling, 5% voorbereiding (aanvullen schoonmaakwagentje of werkkast) en 5% intern transport naar de betreffende afdeling. De plaatsen waar schoongemaakt dient te worden komen (grotendeels) overeen: afdeling van 10 kamers (sbc-code 111333), 9 patiëntenkamers (sbc-code 111334), toiletten en douches. Het materiaal waarmee schoongemaakt wordt komt overeen: moppen, water, reinigingsmiddelen. Ook de functiebelasting en functie-eisen kennen geen dan wel nauwelijks (kenmerkende) verschillen. De bezwaararbeidsdeskundige heeft in haar rapportage van 22 januari 2009 de verschillen in de functies gemotiveerd door erop te wijzen dat in de functie met sbc-code 111333 het schoonmaakwerkwerk op de afdeling (met patiënten) betreft. Dat volgt de rechtbank niet nu in beide functies schoongemaakt dient te worden op afdelingen met (patiënten)kamers in een ziekenhuis en schoonmakers bij hun werk natuurlijk patiënten tegen kunnen komen. Tevens geldt bij beide functies dat betrokkene mondelinge opdrachten en schriftelijke instructies krijgt. Dat bij de functies met sbc-code 111334 Nederlands kunnen en lezen schrijven als kenmerkend onderscheid zou gelden, vindt de rechtbank niet aannemelijk, gezien de omschrijving van de inhoud van de werkzaamheden in beide functies. Al met al komt de rechtbank tot het oordeel dat door verweerder niet is aangetoond dat de functies met de sbc codes 111333 en 111334 voor tenminste 65% uiteenlopen. Deze functies dienen dan ook als één functie te worden aangemerkt.
13. Het voorgaande brengt mee dat één van de functies met de sbc-codes 111333 en 111334 niet aan de schatting ten grondslag kan worden gelegd wegens strijd met het bepaalde in artikel 9 onder a van Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten. Uit het voorgaande volgt ook dat de functies Kassamedewerker, cassiere niet voor eiser geschikt is te achten. Aldus kan niet worden gezegd dat aan de schatting voldoende verschillende in Nederland uitgeoefende functies ten grondslag liggen. Het bestreden besluit kan dan ook niet stand blijven en dient vernietigd te worden. Het beroep is gegrond.
14. Bij deze beslissing is er aanleiding verweerder te veroordelen in de kosten die eiser voor de behandeling van zijn beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten heeft de rechtbank, met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht, vastgesteld op € 644,00 voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand Hierbij heeft de rechtbank zowel voor het opstellen van het beroepschrift als voor het verschijnen ter zitting één punt toegekend en het gewicht van de zaak aangemerkt als gemiddeld. Omdat eiser procedeert met een toevoeging krachtens de Wet op de rechtsbijstand, moeten deze kosten worden voldaan aan de griffier van de rechtbank. Nu de administratieve behandeling van deze zaak plaatsvindt bij de rechtbank Alkmaar, moeten deze kosten worden betaald aan de griffier van de rechtbank Alkmaar.
Beslissing
De rechtbank
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat verweerder, met in achtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen, een nieuwe beslis-sing op bezwaar neemt;
- bepaalt dat Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan eiser het griffierecht
ten bedrage van € 39,00 vergoedt.
- veroordeelt verweerder in de aan de zijde van eiser redelijkerwijs gemaakte proceskosten ten bedrage van € 644,00;
- wijst het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan als de rechtspersoon die de proceskosten moet vergoeden;
- bepaalt dat de betaling van € 644,00 dient worden gedaan aan de griffier van de rechtbank Alkmaar.
Deze uitspraak is gedaan op 11 februari 2009 door mr. J. Blokland, rechter, in tegenwoordigheid van mr. D.J.H. Best, griffier.
griffier rechter
Tegen deze uitspraak kunnen belanghebbenden – in elk geval de eisende partij – en verweerder hoger beroep instellen. Hoger beroep wordt ingesteld door binnen zes weken na de datum van verzending van deze uitspraak een brief (beroepschrift) en een kopie van de uitspraak te zenden aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.