Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH7803

Datum uitspraak2009-03-26
Datum gepubliceerd2009-03-26
RechtsgebiedFaillissement
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers323854/FT-EA 09.132 – 323855/FT-EA 09.133
Statusgepubliceerd


Indicatie

Faillissementsrecht. Schuldsaneringsregeling. Artikel 285, eerste lid, onder f, Faillissementswet. De bepaling dat bij het verzoekschrift een met redenen omklede verklaring moet worden gevoegd waaruit onder andere blijkt dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen, laat, zoals verzoekers willen, geen ruimte om te kiezen voor een wettelijke regeling zonder eerst te hebben onderzocht of een oplossing buiten rechte mogelijk is.


Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM Sector civiel recht verzoek toepassing schuldsaneringsregeling: niet-ontvankelijk rekestnummer: 323854/FT-EA 09.132 – 323855/FT-EA 09.133 uitspraakdatum: 26 maart 2009 <> 1. De procedure Verzoekers hebben op 4 februari 2009 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoekers zijn gehoord ter terechtzitting van 19 maart 2009. De uitspraak is bepaald op heden. 2. De beoordeling De Faillissementswet schrijft in artikel 285, eerste lid, onder f, voor dat bij het verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling een met redenen omklede verklaring moet worden gevoegd waaruit onder andere blijkt dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen. Uit de wetgeschiedenis blijkt dat zonder deze verklaring de regeling niet van toepassing kan worden verklaard. De bepaling beoogt eerst onderzoek te laten doen naar een buitenwettelijke oplossing. De rechtbank oordeelt dat de bepaling geen ruimte laat om te kiezen voor een wettelijke regeling zonder eerst te hebben onderzocht of een oplossing buiten rechte mogelijk is. Het gaat om een verplichte volgorde. Het voorliggende verzoekschrift bevat geen verklaring als hiervoor bedoeld. De gemeente schrijft daarover dat verzoekers niet aan een buitengerechtelijke schuldregeling willen meewerken. De verzoekers bevestigen dit ter terechtzitting. Zij geven aan met een regeling via de rechtbank sneller van hun schulden af te zijn. Zij hebben er daarom voor gekozen geen buitenwettelijke oplossing te laten onderzoeken. Omdat, zoals hiervoor overwogen, ver- zoekers een dergelijke keuze niet hebben, verklaart de rechtbank verzoekers niet-ontvankelijk in hun verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. 3. De beslissing De rechtbank: - verklaart verzoekers niet-ontvankelijk in hun verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Dit vonnis is gewezen door mr. E.I. Batelaan-Boomsma, rechter, en in aanwezigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 maart 2009.