Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH8119

Datum uitspraak2009-03-13
Datum gepubliceerd2009-03-26
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers993001-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

De rechtbank Almelo heeft een verdachte veroordeeld tot 240 uren werkstraf en 1 jaar voorwaardelijke gevangenisstraf, wegens het onjuist doen van belastingaangifte en valsheid in geschrifte. De rechtbank rekent het verdachte ernstig aan dat hij gedurende lange tijd (3 jaar) de geldende regelingen terzake belastingheffing op grote schaal heeft ontdoken. De gemeenschap is tengevolge hiervan ernstig financieel benadeeld.


Uitspraak

RECHTBANK ALMELO Parketnummer: 993001-08 STRAFVONNIS Uitspraak: 13 maart 2009 De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen: [VERDACHTE], geboren op [1964] te [GEBOORTEPLAATS], wonende te [WOONPLAATS] terechtstaande terzake dat: 1. Crossroads Multimedia B.V. op een of meer tijdstippen in de periode van 06 mei 2005 tot en met 01 juni 2007 in de gemeente(n) Enschede en/of Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer andere rechtspersonen en/of een of meer natuurlijke personen, althans alleen, (telkens) opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een of meer aangifte(n) voor de vennootschapsbelasting betreffende het/de kalenderja(a)r(en) 2004 en/of 2005 en/of 2006 niet of niet binnen de door de Inspecteur der belastingen / Belastingdienst te Enschede en/of Apeldoorn gestelde termijn heeft gedaan, terwijl die/dat feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting wordt geheven, zulks terwijl hij, verdachte, (telkens) tot bovenomschreven feit(en) opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijk leiding heeft gegeven aan die verboden gedraging(en); De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd; art 69 lid 1 Algemene wet inzake rijksbelastingen art 68 lid 2 ahf/ond a Algemene wet inzake rijksbelastingen art 51 lid 2 ahf/ond 2° Wetboek van Strafrecht 2. Crossroads Multimedia B.V. op een of meer tijdstippen in de periode van 01 november 2006 tot en met 3 april 2007 in de gemeente(n) Enschede en/of Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer andere rechtspersonen en/of een of meer natuurlijke personen, althans alleen, (telkens) als inhoudingsplichtige in de zin van de Wet op de Loonbelasting 1964 (telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake de rijksbelastingen, te weten één of meer van de aangifte(n) voor de loonbelasting en premievolksverzekeringen betreffende de maand(en) september 2006 en/of oktober 2006 en/of november 2006 en/of december 2006 en/of januari 2007 en/of februari 2007, althans een of meer van de maand(en) van de jaren 2006 en/of 2007, niet of niet binnen de door de Inspecteur der belastingen / Belastingdienst te Enschede en/of Apeldoorn gestelde termijn heeft gedaan, terwijl die/dat feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting wordt geheven, zulks terwijl hij, verdachte, (telkens) tot bovenomschreven feit(en) opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijk leiding heeft gegeven aan die verboden gedraging(en); De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd; art 69 lid 1 Algemene wet inzake rijksbelastingen art 68 lid 2 ahf/ond a Algemene wet inzake rijksbelastingen art 51 lid 2 ahf/ond 2° Wetboek van Strafrecht 3. Crossroads Multimedia B.V. op een of meer tijdstippen in de periode van 01 juli 2006 tot en met 31 maart 2007, in de gemeente(n) Enschede en/of Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer andere rechtspersonen en/of een of meer natuurlijke personen, althans alleen, als ondernemer in de zin van de Wet op de Omzetbelasting 1968, (telkens) opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een of meer aangifte(n) voor de omzetbelasting betreffende de maand(en) juli 2003 en/of augustus 2003 en/of september 2003 en/of oktober 2003 en/of november 2003 en/of december 2003 en/of januari 2004 en/of oktober 2005 en/of november 2005 en/of december 2005 en/of september 2006 en/of oktober 2006 en/of november 2006 en/of december 2006 en/of januari 2007 en/of februari 2007, althans een of meer van de maand(en) van de/het ja(a)r(en) 2003 en/of 2004 en/of 2005 en/of 2006 en/of 2007, niet of niet binnen de door de Inspecteur der belastingen / Belastingdienst te Enschede en/of Apeldoorn gestelde termijn heeft gedaan, terwijl die/dat feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting wordt geheven, zulks terwijl hij, verdachte (telkens) tot bovenomschreven feit(en) opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijk leiding heeft gegeven aan die verboden gedraging(en); De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd; art 69 lid 1 Algemene wet inzake rijksbelastingen art 68 lid 2 ahf/ond a Algemene wet inzake rijksbelastingen art 51 lid 2 ahf/ond 2° Wetboek van Strafrecht 4. Crossroads Multimedia B.V. op een of meer verschillende tijdstippen in de periode van 31 maart 2004 tot en met 1 februari 2005, in de gemeente(n) Enschede en/of Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer andere rechtsperso(o)n(en) en/of met een of meer natuurlijke perso(o)n(en), althans alleen, als ondernemer in de zin van de Wet op de Omzetbelasting 1968, (telkens) opzettelijk een of meer bij de belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een of meer van de aangifte(n) voor de omzetbelasting, betreffende de maanden februari 2004 en/of maart 2004 en/of april 2004 en/of mei 2004 en/of juni 2004 en/of juli 2004 en/of augustus 2004 en/of september 2004 en/of oktober 2004 en/of november 2004 en/of december 2004, althans een of meer van de maand(en) over het jaar 2004, onjuist en/of onvolledig heeft gedaan bij de Inspecteur der belastingen / de Belastingdienst te Enschede en/of Apeldoorn, terwijl dat feit/die feiten (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting wordt geheven, hebbende die onjuistheid of onvolledigheid (telkens) hierin bestaan, dat in de/het aangiftebiljet(ten) over die maand(en) en/of die jaren (telkens) een onjuist bedrag aan omzetbelasting en/of een te hoog bedrag aan voorbelasting en/of een te hoog bedrag aan totaal terug te vragen belasting en/of ten onrechte een bedrag aan terug te vragen belasting werd vermeld, zulks terwijl hij, verdachte, tot bovenomschreven strafbare feit(en) opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijk leiding heeft gegeven aan boven omschreven verboden gedraging(en); De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd; art 68 lid 2 ahf/ond a Algemene wet inzake rijksbelastingen art 69 lid 2 Algemene wet inzake rijksbelastingen art 51 lid 2 ahf/ond 2° Wetboek van Strafrecht 5. Crossroads Multimedia B.V. op een of meer verschillende tijdstippen in de periode van 1 juni 2005 tot en met 1 augustus 2005, in de gemeente Enschede, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer andere rechtsperso(o)n(en) en/of met een of meer natuurlijke perso(o)n(en), althans alleen, (telkens) een (handgeschreven) verkoopfactuur, gedateerd 30 juli 2005, afkomstig van P. Hensen & Zn Handelsonderneming in- en verkoop partijgoederen, en geadresseerd aan Crossroads te Enschede, betreffende: een partij cd's en een partij dvd (vindplaats document: bijlage D.32) en/of een (handgeschreven) verkoopfactuur, gedateerd 12 juli 2005, afkomstig van P. Hensen & Zn Handelsonderneming in- en verkoop partijgoederen, en geadresseerd aan Crossroads te Enschede, betreffende: radiografisch bestuurbare auto's en een partij boeken (vindplaats document: bijlage D.33) en/of een (handgeschreven) verkoopfactuur, gedateerd 23 juni 2005, afkomstig van P. Hensen & Zn Handelsonderneming in- en verkoop partijgoederen, en geadresseerd aan Crossroads te Enschede, betreffende: een partij restartikelen dvd en een partij zomerartikelen en een partij frisdrank en een partij diversen (vindplaats document: bijlage D.34) (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt met het oogmerk om die factu(u)r(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, hebbende dat valselijk opmaken (telkens) hierin bestaan, dat die factu(u)r(en) (telkens) geheel fictief waren/was, althans dat in werkelijkheid (telkens) de verkoop en/of levering niet heeft plaatsgevonden, zulks terwijl hij, verdachte, tot bovenomschreven strafbare feit(en) opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijke leiding heeft gegeven aan boven omschreven verboden gedraging(en); art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht Gezien de stukken; Gelet op het onderzoek ter terechtzitting; Gehoord de vordering van de officier van justitie; Gelet op de verdediging door en/of namens verdachte gevoerd; De rechtbank heeft de in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad. De rechtbank is door de inhoud van wettige bewijsmiddelen -die in de gevallen waarin de wet aanvulling van dit (verkorte) vonnis met de bewijsmiddelen vereist, in een aan dit vonnis te hechten bijlage zullen worden opgenomen- waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het sub 1, sub 2, sub 3, sub 4 en sub 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: 1. Crossroads Multimedia B.V. in de periode van 06 mei 2005 tot en met 01 juni 2007 in Nederland, telkens opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten aangiften voor de vennootschapsbelasting betreffende de kalenderjaren 2004 en 2005 en 2006 niet heeft gedaan, terwijl die feiten telkens ertoe strekten dat te weinig belasting wordt geheven, zulks terwijl hij, verdachte, telkens feitelijk leiding heeft gegeven aan die verboden gedragingen; 2. Crossroads Multimedia B.V. in de periode van 01 november 2006 tot en met 3 april 2007 in Nederland, telkens als inhoudingsplichtige in de zin van de Wet op de Loonbelasting 1964 telkens opzettelijk bij de Belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake de rijksbelastingen, te weten aangiften voor de loonbelasting en premievolksverzekeringen betreffende de maanden september 2006 en oktober 2006 en november 2006 en december 2006 en januari 2007 en februari 2007, niet heeft gedaan, terwijl die feiten telkens ertoe strekten dat te weinig belasting wordt geheven, zulks terwijl hij, verdachte, telkens feitelijk leiding heeft gegeven aan die verboden gedragingen; 3. Crossroads Multimedia B.V. in de periode van 01 juli 2006 tot en met 31 maart 2007, in Nederland, als ondernemer in de zin van de Wet op de Omzetbelasting 1968, telkens opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten aangiften voor de omzetbelasting betreffende de maanden juli 2003 en augustus 2003 en september 2003 en oktober 2003 en november 2003 en december 2003 en januari 2004 en oktober 2005 en november 2005 en december 2005 en september 2006 en oktober 2006 en november 2006 en december 2006 en januari 2007 en februari 2007, niet of niet binnen de door de Inspecteur der belastingen / Belastingdienst te Enschede en/of Apeldoorn gestelde termijn heeft gedaan, terwijl die feiten telkens ertoe strekten dat te weinig belasting wordt geheven, zulks terwijl hij, verdachte telkens feitelijk leiding heeft gegeven aan die verboden gedragingen; 4. Crossroads Multimedia B.V. in de periode van 31 maart 2004 tot en met 1 februari 2005, in Nederland, als ondernemer in de zin van de Wet op de Omzetbelasting 1968, telkens opzettelijk een of meer bij de belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten aangiften voor de omzetbelasting, betreffende maanden over het jaar 2004, onjuist heeft gedaan bij de Inspecteur der belastingen/de Belastingdienst te Enschede en/of Apeldoorn, terwijl die feiten telkens ertoe strekten dat te weinig belasting wordt geheven, hebbende die onjuistheid telkens hierin bestaan, dat in de aangiftebiljetten over die maanden telkens een onjuist bedrag aan omzetbelasting en/of een te hoog bedrag aan voorbelasting en/of een te hoog bedrag aan totaal terug te vragen belasting en/of ten onrechte een bedrag aan terug te vragen belasting werd vermeld, zulks terwijl hij, verdachte, feitelijk leiding heeft gegeven aan boven omschreven verboden gedragingen; 5. Crossroads Multimedia B.V. in de periode van 1 juni 2005 tot en met 1 augustus 2005, in de gemeente Enschede, telkens een (handgeschreven) verkoopfactuur, gedateerd 30 juli 2005, afkomstig van P. Hensen & Zn Handelsonderneming in- en verkoop partijgoederen, en geadresseerd aan Crossroads te Enschede, betreffende: een partij cd's en een partij dvd, en een (handgeschreven) verkoopfactuur, gedateerd 12 juli 2005, afkomstig van P. Hensen & Zn Handelsonderneming in- en verkoop partijgoederen, en geadresseerd aan Crossroads te Enschede, betreffende: radiografisch bestuurbare auto's en een partij boeken, en een (handgeschreven) verkoopfactuur, gedateerd 23 juni 2005, afkomstig van P. Hensen & Zn Handelsonderneming in- en verkoop partijgoederen, en geadresseerd aan Crossroads te Enschede, betreffende: een partij restartikelen dvd en een partij zomerartikelen en een partij frisdrank en een partij diversen, elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt met het oogmerk om die facturen als echt en onvervalst te gebruiken, hebbende dat valselijk opmaken telkens hierin bestaan, dat die facturen telkens geheel fictief waren, zulks terwijl hij, verdachte, feitelijke leiding heeft gegeven aan boven omschreven verboden gedragingen. Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het telastegelegde feit, waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft. De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte sub 1, sub 2, sub 3, sub 4 en sub 5 meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken. Het bewezen verklaarde levert op: Wat betreft de feiten sub 1, sub 2 en sub 3, telkens het misdrijf: “Opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte niet of niet binnen de gestelde termijn doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij (verdachte) feitelijk leiding heeft gegeven aan die verboden gedraging, meermalen gepleegd", strafbaar gesteld bij artikel 69 lid 1 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, juncto artikel 51 van het Wetboek van Strafrecht; en wat betreft het feit sub 4 het misdrijf: “Opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij (verdachte) feitelijk leiding heeft gegeven aan die verboden gedraging, meermalen gepleegd", strafbaar gesteld bij artikel 69 lid 2 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, juncto artikel 51 van het Wetboek van Strafrecht; en wat betreft sub 5, het misdrijf: "Valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij (verdachte) feitelijk leiding heeft gegeven aan die verboden gedraging, meermalen gepleegd", strafbaar gesteld bij artikel 225 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht; De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid. De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, terzake de feiten sub 1 tot en met sub 5 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf behoort te worden opgelegd, zoals deze hierna zal worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen: De rechtbank rekent het verdachte ernstig aan dat hij gedurende lange tijd de geldende regelingen terzake belastingheffing op grote schaal heeft ontdoken. De gemeenschap is tengevolge hiervan ernstig financieel benadeeld. Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij ten gevolge van zijn echtscheiding grote problemen heeft ondervonden met het plegen van bovenstaande feiten tot gevolg. De rechtbank is tot het oordeel gekomen dat verdachte ook geruime tijd voor zijn echtscheiding gemelde strafbare feiten heeft gepleegd. Verdachte heeft er ter terechtzitting blijk van gegeven het laakbare van zijn handelen in te zien. Ook uit het reclasseringsrapport komt naar voren dat verdachte na een beroerde periode de juiste weg naar boven weer heeft gevonden. Gelet op de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, acht de rechtbank in beginsel oplegging van een gevangenisstraf passend. Gelet echter op het blanco strafblad van verdachte, het feit dat verdachte er blijk van heeft gegeven het laakbare van zijn handelen in te zien en zijn leven een wending te goede heeft gegeven zal de rechtbank deze gevangenisstraf geheel voorwaardelijk opleggen en verdachte daarnaast veroordelen tot een forse werkstraf. Nu verdachte samen met zijn vriendin wederom is gestart met een onderneming zal hij zich moeten realiseren dat hij in een proeftijd loopt en dat bij hernieuwde overtredingen de voorwaardelijke opgelegde gevangenisstraf ten uitvoer wordt gelegd, naast de straffen voor de nieuwe overtredingen, die doorgaans, indien sprake is van recidive, hoger zullen worden. De na te melden straf is gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 91 van het Wetboek van Strafrecht. R E C H T D O E N D E: Verklaart bewezen, dat het sub 1, sub 2, sub 3, sub 4 en sub 5 tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan. Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld. Verklaart verdachte strafbaar. Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een taakstraf, te weten een werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van 240 uren, met bevel, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen. Veroordeelt verdachte voorts terzake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van één (1) jaar. Beveelt dat de gevangenisstraf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, op de grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij op twee jaren wordt bepaald, aan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt. Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte sub 1, sub 2, sub 3, sub 4 en sub 5 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij; Aldus gewezen door mr. Stam, voorzitter, mr. Koopmans en mr. Lorist, rechters, in tegenwoordigheid van Veldhuis, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 13 maart 2009.