Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH8657

Datum uitspraak2009-03-25
Datum gepubliceerd2009-03-27
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers154443 / KG ZA 09-84
Statusgepubliceerd


Indicatie

PROCESRECHT; VAAK GEMAAKTE FOUT; artikel 456 lid 1 Rv juncto artikel 438 lid 5 Rv Bij verzet tegen de executie door een derde dient zowel de executant als de geëxecuteerde gedagvaard te worden.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK HAARLEM Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 154443 / KG ZA 09-84 Vonnis in kort geding van 25 maart 2009 in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [eiseres], gevestigd te Purmerend, eiseres, advocaat mr. E.T. van Dalen te Groningen, tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [gedaagde], gevestigd te Oosthuizen, gemeente Zeevang, gedaagde, advocaat mr. W.J. Tielemans te Amsterdam. Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding - de mondelinge behandeling. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De feiten 2.1. Ultrabouw B.V., verder te noemen Ultrabouw, is een dochtervennootschap van [eiseres] 2.2. [gedaagde] heeft eerder Ultrabouw in rechte betrokken voor de rechtbank Haarlem ter betaling van een drietal facturen. Deze procedure heeft geresulteerd in een op 8 mei 2008 gesloten vaststellingsovereenkomst, inhoudende dat Ultrabouw een bedrag van € 35.000,-- aan [gedaagde] zal betalen, middels maandelijkse betalingen van € 5.000,--, ingaande 1 juli 2008. 2.3. Ultrabouw is haar uit deze vaststellingsovereenkomst voortvloeiende betalingsverplichting jegens [gedaagde] niet, althans niet volledig, nagekomen en is thans een bedrag van € 39.654,24 aan [gedaagde] verschuldigd. 2.4. [gedaagde] heeft terzake van die vordering in januari 2009 executoriaal beslag doen leggen op een bestelwagen van het merk Volkswagen, type Transporter met het kenteken 19 BV TS en de daarbij behorende aanhangwagen. 2.5. [eiseres] heeft terstond tegen die beslaglegging geprotesteerd met de stelling dat de in beslaggenomen bestelwagen en aanhangwagen niet aan Ultrabouw in eigendom toebehoren, maar aan [eiseres]. 3. Het geschil 3.1. [eiseres] vordert samengevat - de opheffing van het door [gedaagde] gelegde beslag op de bestelwagen van het merk Volkswagen type Transporter met kenteken 19-BV-TS en de daarbij in beslag genomen aanhangwagen van het merk ANSSEMS met kenteken WZ-JR-97, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten. 3.2. [gedaagde] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4. De beoordeling 4.1. De voorzieningenrechter heeft [eiseres] erop gewezen dat, nu zij zich met een beroep op artikel 456 Rv heeft verzet tegen de beslaglegging door [gedaagde] op de bestelwagen en aanhangwagen in verband met haar vordering op Ultrabouw, zij in verband met het bepaalde in artikel 438 lid 5 Rv tevens gehouden is om Ultrabouw in deze procedure te betrekken. 4.2. [eiseres] heeft erkend te hebben verzuimd om Ultrabouw in deze procedure te betrekken. 4.3. Uit het verschijnen van [gedaagde] ter terechtzitting leidt de voorzieningenrechter af dat [gedaagde] rechtsgeldig is gedagvaard, zodat niet tot nietigheid van de dagvaarding kan worden geoordeeld. Echter, nu [eiseres] heeft verzuimd ook Ultrabouw in dit kort geding te betrekken, zulks in strijd met genoemde bepalingen, dient zij in haar vordering niet ontvankelijk verklaard te worden. 4.4. [eiseres] zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Gelet op de eenvoud van de zaak zal het salaris van de advocaat daarbij op het landelijk geldend minimumtarief worden bepaald. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op: - vast recht € 262,-- - salaris advocaat € 527,-- Totaal € 789,-- 5. De beslissing De voorzieningenrechter 5.1. verklaart [eiseres] niet-ontvankelijk in haar vordering, 5.2. veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 789,--, 5.3. verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. van der Meer en in het openbaar uitgesproken op 25 maart 2009.?